Você está na página 1de 4

Aan de minister-president van Curaao, drs. Daniel Hodge cc.

: de voorzitter van het College Financieel toezicht Curaao, Prof. Dr. Dhr. Age Bakker cc.: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Dr. Ronald Plasterk

16 januari 2013

Betreft: Curaao begroting 2013 Deze brief is opgesteld door Dhr. Gerrit F. Schotte, Statenlid van Curaao, tevens ex minister-president van Curaao. Op 13 juli 2012 heeft de Rijksministerraad ingestemd met het geven van een aanwijzing aan Curaao die strekt tot het aanpassen van de begroting 2012 om deze in overeenstemming te brengen met de normen uit de Rijkswet Financieel toezicht Curaao en Sint Maarten. Op het hierop betrekking hebbende Koninklijk Besluit van 18 juli 2012 heeft Curaao beroep ingesteld. Met het Konklijk Besluit van 2 november 2012 is de aanwijzing overeind gebleven doch op verschillende punten aangepast. De in stand gebleven onderdelen zijn (publicatie Staatsblad 535, 2012): 1. Het compenseren van de tekorten ten bedrage van ANG 55 miljoen op de gewone dienst van 2010 en 2011 met overschotten in 2012 en zo nodig verdere jaren, uitgaande van het inzetten van het restant van de eenmalige ontvangst aan middelen voortkomend uit de Belastingregeling voor het Koninkrijk per 10-10-2010; 2. het voor de begroting 2012 per direct niet langer uitgaan van besparingen in de begroting 2012 vanwege het dividendbeleid en pas overgaan tot besteding van deze besparingen nadat zij daadwerkelijk zijn gerealiseerd, alsmede niet inzetten van (wettelijke) reserves van de Sociale Verzekeringsbank voor het dekken van tekorten; 3. het voor de begroting 2012 en de meerjarenbegroting opnemen van maatregelen om oplopende tekorten op het terrein van de gezondheidszorg en de oudedagsvoorziening, en risicos in de belastingen, dividend- en overige inkomsten en het onderwijs, adequaat op te vangen; 4. het versterken van de regie op de uitvoering van de maatregelen, zodat de voorgenomen maatregelen op het terrein van de oudedagsvoorziening, de gezondheidszorg en het dividendbeleid per 1 januari 2013 volledig in uitvoering gebracht kunnen worden; 5. het niet opnemen van verplichtingen tot het aangaan van leningen in de begroting 2012 zolang geen meerjarig evenwicht in de zin van artikel 15 van de Rijkswet is bereikt, almede, voor zover het de bouw van een nieuw ziekenhuis betreft, indien niet tevens maatregelen worden getroffen die nodig zijn om een verantwoorde exploitatie mogelijk te maken, en voldoende realistisch is dat die ook daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd, een en ander nader uit te werken in overleg met het Cft; 6. het niet opnemen van nieuwe verplichtingen in verband met aannemen van personeel in de begroting 2012, een en ander overeenkomstig de bepalingen in de bijlage van onderliggend besluit.

Aangezien de aanwijzing enigzins van structurele aard is, gelden dezelfde bepalingen voor de begroting 2013 en de meerjarenbegroting. Het College Financieel toezicht (Cft) heeft per brief van 10 februari 2012 een (voorzichtige) positief advies uitgebracht over de begroting 2012. De daaropvolgende wijzigingen op de vastgestelde begroting 2012 (de suppletoire begrotingen en de nota van wijzigingen daarop) zijn niet vastgesteld en nog steeds in behandeling door de Staten van Curaao. Op de concept-ontwerpbegroting 2013 heeft het Cft in haar brief van 7 september 2012 een negatief advies uitgebracht. Dit negatieve advies was gebaseerd op het feit dat (1) de ontwerpbegroting niet voldeed aan de bepalingen uit de aanwijzing, (2) er onvoldoende rekening werd gehouden met budgettaire risicos op het gebied van de zorg, de oudedagsvoorziening, onderwijs en de belastingramingen en (3) de begroting niet volledig was doordat het gratis onderwijs en het sociale fonds voor wijkontwikkelijk geen onderdeel uitmaakten van de concept-ontwerpbegroting. Geconstateerd dient te worden dat ook de ontwerpbegroting 2013, zoals deze op 5 december 2012 was aangeboden aan de Staten, tegen deze zelfde bezwaren aanloopt. Ten eerste worden de tekorten over 2010 en 2011, in tegenstelling tot wat de aanwijzing voorschrijft, niet volledig gecompenseerd en dient er volgens het Cft voor een bedrag van 62,5 miljoen extra aan dekking gezocht te worden. Zoals destijds reeds aangekaart door de toenmalige regering Schotte, bestaat er (ondanks de reeds doorgevoerde verlaging van het te dekken tekort uit 2010 en 2011) nog steeds een verschil in de uitgangspunten van Curaao en het Cft voor wat betreft de hoogte van het te dekken tekort. Dit is verscheidene keren uitvoerig besproken tijdens de ambtelijke vergaderingen tussen het Ministerie van Financin en het Cft. Desondanks is de Cft altijd stellig van mening geweest dat de begroting opgesteld dient te worden conform de bepalingen in de aanwijzing en zodoende dekking gepresenteerd dient te worden voor de overige tekorten zoals deze volgen uit haar eigen berekeningen. Onder de aanname dat het Cft consequent handelt, zou het in dit geval erop neerkomen dat tot het moment dat er overeenstemming is bereikt tussen Curaao en het Cft, de regering van Curaao een additionele dekking ter grootte van 62,5 miljoen dient te presenteren op de gewone dienst (geacumuleerd) voor de jaren 2012-2015. In essentie wordt met de ontwerpbegroting 2013 zoals deze nu is opgesteld de aanwijzing aldus niet nageleefd. Het Cft komt in haar advies d.d. 24 december 2012 eveneens tot het oordeel dat ondanks er op papier een sluitende gewone dienst wordt gepresenteerd, het duidelijk is dat handhaving van de normen naar alle waarschijnlijkheid niet haalbaar is. In dezelfde lijn van redenering van het Cft voor de suppletoire begrotingen 2012 kan dan ook niet anders geconstateerd worden dan dat de begroting 2013 niet in overeenstemming is met de normen van de Rijkswet en de aanwijzing. Daarnaast vindt het Cft dat de middelen die de overheid ter beschikking stelt ten aanzien van het onderhoud van scholen een subsidie betreft en derhalve op de gewone dienst verantwoord dienen te worden. Als gevolg dient met de huidige plannen voor een structureel bedrag van 10,0 miljoen en een eenmalig bedrag van 30 miljoen dekking gezocht te worden op de gewone dienst. De overheveling van gewone dienst naar kapitaaldienst voor wat betreft de investeringen in wegeninfrastructuur geniet wel de goedkeuring van het Cft daar deze investeringen wel geactiveerd kunnen worden. De aanpak die de regering heeft gekozen voor het oplossen van de problematiek rondon de Stichting Wegenfonds achten wij niet optimaal. Wij zijn van mening dat aangezien het kern van het probleem het gebrek aan toezicht vanuit het Ministerie van Financin

betreft, het de taak is van de regering om ervoor zorg te dragen dat de toezicht aangescherpt wordt. Met de gekozen aanpak lijkt het er op dat de regering louter een (cosmetische) oplossing presenteert om de gewone dienst op papier structureel sluitend te krijgen eerder dan een weloverwogen beleid ter oplossing van het probleem in kwestie. Desalnietemin delen wij de mening van het Cft dat dit puur vanuit een begrotingstechnische oogpunt aanvaardbaar is. Het Cft stelt zich tevens op het standpunt dat zolang niet duidelijk is of het nieuwe ziekenhuis verantwoord geexploiteerd kan worden en zolang niet zeker is of de voorgenomen maatregelen in de gezondheidszorg en ouderdomsvoorziening feitelijk zijn doorgevoerd en de begroting daadwerkelijk in evenwicht is gebracht, zij geen positief advies zal afgeven voor het aangaan van leningen door middel van lopende inschrijving. Aangezien het nog onduidelijk is per wanneer de huidige regering de voorgenomen maatregelen daadwerkelijk zal implementeren en zowel de hoogte van de opbrengsten als het moment van realisatie daarvan onzeker zijn, is het ook nog onbekend of en wanneer Curaao in het licht van de aanwijzing een beroep zal mogen doen op de kapitaalmarkt. Hierdoor zijn de gebudgeteerde besparingen aan de uitgavenkant op de gewone dienst en geprojecteerde extra opbrengsten die gerelateerd zijn aan de herinvesteringen van de te lenen bedragen onzeker en vormen ze een realistische risico op de begroting 2013. Analoog aan de ca. ANG 60 miljoen reeds ontvangen BRK-gelden over 2011, de bouw van het nieuwe ziekenhuis en de verwachte extra niet-belastinginkomsten die als alternatieve dekking van de voor het jaar 2012 geraamde dividendopbrengsten eerder waren gepresenteerd zou dan geconcludeerd moeten worden dat deze besparingen c.q. opbrengsten pas op de begroting dienen te worden opgenomen (en rekening mee gehouden) op het moment dat er meer duidelijkheid en zekerheid bestaat over hun effectieve realisatie. Thans is gebleken dat de regie en de commitment van de interim-regering onvoldoende was om de noodzakelijke stappen te nemen en maatregelen in te voeren teneinde de financiele problematiek in de sociale fondsen het hoofd te bieden. Wij hebben in de media vernomen dat de Commissie Marcha, die door de huidige minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn zou zijn aangesteld, pas in maart 2013 de minister zal adviseren over een nieuwe regeling ouderdomsvoorziening (AOV). In dit geval zal voor de periode tussen 1 februari 2013 tot en met de inwerktreding van de nieuwe Landsverordening Ouderdomsverzekering en de introductie van de Basis Ziektekostenverzekering additionele dekking gezocht moeten worden, daar er in de gehele ontwerpbegroting 2013 alleen geld is gereserveerd voor de maand januari 2013 ter dekking van deze kosten. Zoals het Cft ook al eerder heeft gendiceerd, moeten eveneens politieke toezeggingen door de regering in de media zonder dat er een basis voor is in de begroting bedwongen worden. Desondanks hebben wij kennis genomen van de recente uitlatingen van de minister van economische ontwikkeling inzake een bedrag van 270 miljoen dat gereserveerd zou zijn voor investeringen in de economie. Ook dit bedrag is niet in de ontwerpbegroting verantwoord. Uit het bovenstaande kan alleen geconcludeerd worden dat de ontwerpbegroting 2013 niet uitgaat van realistische ramingen voor de totale opbrengsten, besparingen en uitgaven van de overheid voor het jaar 2013 en derhalve niet voldoet aan de vigerende normen voor deugdelijk financieel beheer en budgetdiscipline. In totaal is er dus voor een bedrag van minstens 162,5 miljoen geen dekking gepresenteerd in de meerjarige begroting. De begroting 2013 en meerjarenraming is hierdoor in feite materieel niet sluitend. Bovendien is de effectuering van de verschillende plannen die het huidige kabinet voorstelt om de beheersbaarheid van de publieke Financin te vergroten niet gerealiseerd in de begroting.

Het beleid, zoals vastgelegd in de ontwerpbegroting 2013, is erop gericht om voor een totaal bedrag van ca. 620 miljoen beroep te doen op de kapitaalmarkt door middel van lopende inschrijving. Met dergelijk beleid dreit het land binnen afzienbare tijd wederom te kampen te krijgen met de schuldenproblematiek van voor de schuldsanering, welke was ontstaan doordat vorige regeringen hebben nagelaten om de noodzakelijke stappen te nemen en maatregelen in te voeren die onafwendbaar zijn om de overheidsFinancin gezond te houden. In plaats hiervan was het beleid geweest om herhaaldelijk beroep te doen op de kapitaalmarkt, met als gevolg een onbeheersbare schuldpositie. Teneinde de gewenste resultaten te bereiken is het dwingend dat de regering haar verantwoordelijkheid neemt en de verlangde maatregelen adequaat en met de nodige voortvarendheid ter hand neemt. Het Cft herinnert het bestuur van Curaao terecht aan artikel 14.6 van de Rijkswet: Indien bij de aanvang van een begrotingsjaar er geen op dat jaar betrekking hebbende begroting is vastgesteld, strekt de begroting van het aan het betrokken begrotingsjaar voorafgaande jaar tot grondslag van het beheer. In feite betekent dit dat tot het moment dat de begroting 2013 is vastgesteld, de vastgestelde begroting voor het jaar 2012 gebruikt moet worden. Het Cft stelt dan ook dat indien de ontwerpbegroting 2013 niet voor het begin van het begrotingsjaar 2013 is vastgesteld, het Cft er op toe zal zien dat conform bovengenoemde artikel de begroting van het begrotingsjaar 2012 tot grondslag van beheer zal dienen. Echter concludeert het Cft vervolgens dat dit de facto betekent dat tot het moment van vaststelling van de begroting 2013, de overheid maandelijks verplichtingen kan aangaan en uitgaven kan doen van maximaal 1/12e deel van de geprognosticeerde ontvangsten over 2013 zoals in de ontwerpbegroting 2013 is opgenomen. Deze conclusie is in strijd met genoemde artikel. Het is dan ook onduidelijk en merkwaardig dat het Cft het bestuur van Curaao desondanks adviseert om de voorliggende begroting 2013 met voortvarendheid in uitvoering te nemen. Het is in het belang van het land dat de bevolking kan rekenen op een evenwichtige begroting, die als belangrijkste beleidsinstrument zonder meer voldoet aan alle vigerende financile normen en wetten. Daarbij is het imperatief dat het Cft te allen tijde haar taken op een onafhankelijke, objectieve en consistente wijze uitoefent om op een effectieve en transparante manier erop toe te zien dat de vigerende financile wetten, zonder ombuigingen, worden nageleefd. Met ons allen streven we namelijk hetzelfde doel na: het bewerkstelligen van een duurzame financile overheidshuishouding voor Curaao.

Hoogachtend, Gerrit F. Schotte Lid van de Staten van Curaao - Fractie MFK

Você também pode gostar