Você está na página 1de 7

VERSLAG CODEX ALIMENTARIUS COMMISSION

29 juni tot 4 juli 2009 in Rome

Coördinatie bijeenkomst EU delegatie maandag ochtend

Het EU-voorzitterschap doet verslag van de voorbereidende bijeenkomsten met de QUAD-landen (VS,
Canada, Australië, Nieuw Zeeland) (geen steun voor positie van de EC voor wat betreft diervoeders en
hormonen). Over de diergeneesmiddelen stelt de Europese Commissie dat er een audio-conferentie was
geweest met de VS over de hormonen: EU en VS willen allebei liefst geen stemming. China daarentegen
wil de adoptie van de standaard voor ractopamine simpelweg hard blokkeren.
De EC wil de adoptie van standaarden voor pesticiden, waar de EU reserveringen heeft, niet blokkeren.
Voor de kleurstoffen geldt hetzelfde.
Zuid-Amerikaanse landen willen de Code of Ethics niet aannemen: precedent om de norm voor
ractopamine ook niet aan te nemen.
De EC meldt dat ractopamine het moeilijkste punt wordt van de bijeenkomst van de Codex Alimentarius
Commissie. Maar er zijn in totaal drie moeilijke stoffen: BST, melengestrolacetaat en ractopamine. Er
moet een discussie plaats vinden binnen Codex over hoe om te gaan met deze gevallen. Het gaat in feite
over hoe om te gaan met ‘maatschappelijke voorkeuren’.
De scenario’s die de EC ziet: adoptie van melengestrolacetaat zou vervelend zijn, maar de Commissie zou
zich uiteindelijk niet verzetten. Er is immers inmiddels een afspraak bereikt met de VS over de
handelsconflicten rond hormonen (het recent bereikte ‘çarroussel-akkoord’).
Voor BST wil de EC de discussie niet aangaan. Er is voor de EC geen sprake van BST te adopteren, omdat
deze kwestie door niemand is aangekaart.
Voor ractopamine wil de EC zich hard verzetten. Volgens de EC komt er steun van China en andere
Europese landen voor deze lijn. De EC wil zich verzetten op grond van het feit dat de EU er gewoon nog
niet aan toe is (en dus niet op wetenschappelijke gronden).
Voor wat betreft de diervoeders wil de EC meer discussie met de Lidstaten om de definitieve positie vast
te stellen; er is nog steeds verschil van mening.
Italië komt met een vrij technisch voorstel voor de Code over health and nutrition claims, maar de EC en
het EU-voorzitterschap willen dit niet meer inbrengen omdat het te technisch zou zijn, en teveel risico’s
heeft om andere discussies weer op te rakelen.

Coördinatie bijeenkomst EU delegatie dinsdag ochtend

De EC legt uit waarom ze maandag flexibel is geweest op het gebied van MGA:
- de EC wilde geen enkel risico nemen het recent bereikte ‘çarroussel-akkoord’ met de VS over
hormonen in gevaar te brengen
- er zijn geen WTO-implicaties (er loopt al een dispuut over hormonen bij de WTO)
- de wetenschappelijke gronden zijn zeer zwak (puur en alleen voorzorg).
Voor wat betreft ractopamine legt de Commissie uit waarom de lijn hard zal zijn:
- JECFA moet nog naar de nieuwe gegevens van China kijken; deze gegevens betreffen juist
weefsels die normaal niet worden meegenomen in de JECFA-evaluaties
- gegevens uit derde landen worden juist relevant gevonden, en dan moet er ook in dit geval naar
worden gehandeld
- het gebruik van ‘hormonen’ ligt bij de consument in de EU buitengewoon gevoelig
De inzet van de EC is dus: analyse JECFA afwachten, discussie in CCRVD op stap 6.
Los van de discussie over hormonen wordt nog vastgesteld (op verzoek van NL) dat we een positieve
grondhouding moeten hebben voor wat betreft pilot studies voor pesticiden, zoals voorgesteld door de
VS.

Coördinatie bijeenkomst EU delegatie woensdag ochtend

Codex Alimentarius 1
Het Zweedse voorzitterschap neemt het over van de Tsjechen.
De EC heeft de avond ervoor tot laat in de avond onderhandeld over ractopamine met de VS, Canada, NZ
en Australië. De standpunten zijn sterk verdeeld. Er is uiteindelijk een soort van compromis bereikt om
een stemming in de CAC te vermijden. De tekst luidt ongeveer als volgt: De CAC vraagt JECFA prioritair
en vòòr de CAC 2010 de gegevens die China aan de CCRVDF heeft gegeven te evalueren; het gaat om
gegevens die nog niet waren geëvalueerd en het gaat om de implicaties voor de voorgestelde MRLs voor
ractopamine die nu op stap 8 blijven. Er was in de gesprekken de avond ervoor geen sprake meer
geweest van adoptie van normen voor ractopamine voor rundvee in 2009. Wel was er nog wat
gesproken over het voorstel van de CAC voorzitter van de dag ervoor, namelijk om de CCGP te vragen
guidance te ontwikkelen over alle aspecten die consensus kunnen blokkeren op stap 8 (binnen bepaalde
tijdspanne en door een groep Codex-landen). De lidstaten willen dat graag als voorstel koppelen aan de
compromistekst.
Er is ook gewerkt met de QUAD-landen aan een compromis over diervoeders. In principe is er
overeenstemming. Maar de Amerikanen willen een deel in een electronische werkgroep doen, terwijl de
EC alles in een Task Force wil doen. Het VK stelt dat er altijd problemen zijn met fysieke werkgroepen:
ontwikkelingslanden die niet mee kunnen doen, het Codex secretariaat dat problemen heeft om te
komen, taalproblemen etc. Toch zijn de lidstaten het eens dat er een Task Force moet komen, met dien
verstande dat die de werkzaamheden op het gebied van diervoeders in de huidige comités niet moet
frustreren.
Voor wat betreft de privé standaarden, geven België en Frankrijk aan dat ze de aanbeveling van de
consultant (‘Codex moet privé standaarden volgen’) niet kunnen ondersteunen: de privé standaarden
moeten Codex volgen. De EC geeft aan dat privé standaarden wel zeer belangrijk zijn en een plaats
hebben.

Plenaire bijeenkomst Codex Alimentarius Commission

Toespraken van de plaatsvervangend directeur-generaal van de FAO en van de directeur


voedselveiligheid van de WHO. WHO geeft aan dat het wil doorgaan met de financiering van Codex.
De voorzitter van de Codex Alimentarius Commission geeft aan dat het ambitieniveau hoog moet liggen,
omdat iedereen op Codex standaarden wacht en er ook de druk is van zogenaamde private standaarden.
Er moet een wil zijn om tot overeenstemming te komen en compromissen te sluiten. Verder geeft de
voorzitter aan dat persoonlijke contacten verder moeten worden uitgebouwd. Die contacten zijn van
zeer groot belang om dingen voor elkaar te krijgen.

1. Adoptie van de agenda

Geen bijzonderheden.

2. Verslag Executief Comité

De voorzitter koppelt terug. De voorzitter geeft aan dat codes zo snel mogelijk door het proces heen
moeten. Het Executief Comité zal hier ingrijpen als dat nodig is. Het Executief Comité is volgens de
voorzitter fris van start gegaan en zal er geen gras over laten groeien.

3. Verslag Regionale Comités

Afrika wordt vertegenwoordigd door Ghana (ontwikkelingslanden moeten vooral actief deelnemen aan
Codex vergaderingen), Azië wordt vertegenwoordigd door Indonesië (ze hebben nu een eigen website
die toekomstbestendig is), Europa door Zwitserland (de ‘horizontale’ communicatie tussen deelnemers
aan verschillende comités vanuit hetzelfde land moet worden verbeterd, en verder moet er beter worden
gewerkt aan onderwerpen rondom ‘nutrition’), Latijns Amerika door Mexico, het Midden Oosten door
Tunesië (er zijn een aantal codes in de maak zoals bijvoorbeeld over dadels) en Noord-Amerika en Zuid-
Pacific door Tonga (experts uit ontwikkelingslanden moeten beter worden betrokken in het proces van
standard setting).

Codex Alimentarius 2
4. Amendementen van de Procedural manual

Een aantal amendementen van de CCGP halen het niet (de twee laatste).

5. Adoption of standards and related texts at step 8 and step 5/8

In principe wordt alles zoals de bedoeling is aangenomen. Er zijn echter de volgende bijzonderheden.
Preamble of the general standard for contaminants and toxins in food
Er ontstaat discussie over de revisie van de preamble van GSCTF, doordat Argentinië het niet eens is: het
zou te snel door de procedure gaan en er waren nog onduidelijkheden. Argentinië wordt gesteund door
Brazilië en Mexico. De voorzitter van CCCF geeft echter aan dat er geen problemen meer waren tijdens
de sessie, en het Codex secretariaat neemt de vragen van Argentinië grotendeels weg. De voorzitter van
Codex besluit daarom dat de standaard toch wordt aangenomen.
Food additive provisions of the general standard for food additives
Erythrosine wordt op verzoek van de EU teruggestuurd naar het comité voor additieven. De overige
voorstellen worden aangenomen.
Code of ethics
De voorzitter doet haar uiterste best om de Code of ethics via de versnelde procedure aangenomen te
krijgen. Ze stelt dat er geen technische problemen meer zijn, dat er al heel lang over wordt gepraat en
dat er grote behoefte is aan deze Code. Er ontstaat een lange discussie. Er zijn grote tegenstellingen. De
landen van Zuid-Amerika, India en Indonesië zijn tegen adoptie via een versnelde procedure. Zij willen
niet verder gaan dan stap 5. De voorzitter legt zich daarbij neer, maar doet een klemmend beroep op de
critici om met concrete voorstellen te komen en zegt dat de Code over een jaar moet worden
aangenomen.
Codex standaard voor jams en geleien
De standaard wordt aangenomen onder reserve van de EU, Zwitserland en Noorwegen. Wel zijn de
passages over ‘fruit spreads’ er uit gehaald (op voorstel van de EU).
MRLs voor pesticiden
Er wordt een aantal MRLs voor pesticiden aangenomen met sterke reserves van de kant van de EU.
Melengestrolacetaat
De Europese Commissie zegt dat er nog allerlei onzekerheden zijn rond voedselveiligheid en
melengestrolacetaat. JECFA stelt dat er geen nieuwe gegevens zijn die tot een ander standpunt zouden
moeten leiden dan reeds door JECFA ingenomen (het is veilig). De Europese Commissie stelt na veel
discussie dat het kan instemmen met adoptie van de norm voor melengestrolacetaat, onder ‘sterke
reserves’ (precieze bewoordingen afgegeven). Voorwaarde is dat JECFA en CCRVD regelmatig hun
standaarden (en die voor MGA in het bijzonder) updaten.
BST
De voorzitter meldt dat BST niet op de agenda staat omdat er geen nieuwe ontwikkelingen zijn.
Ractopamine
De EU en China stellen voor de evaluatie van de nieuwe Chinese gegevens door JECFA af te wachten, en
dan de zaak te bespreken in CCRVD. De VS leggen uit hoe het is gelopen op de CCRVD, en stellen voor de
norm aan te nemen. JECFA legt uit dat het werk dat nog zal worden gedaan op verzoek van China niet
specifiek is voor ractopamine maar meer algemeen van aard; het werk is al ingepland. Canada vindt dat
de norm moet kunnen worden aangenomen voor de weefsels waar de evaluatie voor heeft
plaatsgevonden (en voor rundvlees omdat er geen nieuwe gegevens zijn over rundvlees). Een aantal
‘satellietlanden’ (Noorwegen, Zwitserland, Bosnië, Turkije, Kroatië) ondersteunt de EU, en zoals
afgesproken met de Europese Commissie ook een aantal EU-landen; Zimbabwe stelt dat er geen
consensus is en dat de zaak dus niet door moet voor adoptie. Een groot en divers aantal landen uit
Afrika, Azië, Oceanië en Amerika ondersteunt de VS.
De voorzitter stelt dat de CAC het risk management orgaan is. Er wordt op basis van wetenschap,
maar met meewegen van andere (zoals economische) factoren, besloten. De voorzitter stelt voor
ractopamine op stap 8 te houden en door CCGP guidance te laten ontwikkelen over alle aspecten
die consensus kunnen blokkeren op stap 8 (binnen bepaalde tijdspanne en door een groep Codex-
landen). Canada stelt voor de normen voor ractopamine al aan te nemen voor rundvee omdat de
nieuwe gegevens alleen varkensvlees betreffen, en een wetenschappelijke ‘expert consultation’ te

Codex Alimentarius 3
organiseren op zeer korte termijn. De VS willen wel een expert consultation organiseren, en willen de
rundveestandaard aannemen. Zuid-Amerika wil absoluut nu reeds de standaarden aannemen.
Na langdurige onderhandelingen buiten de plenaire vergadering wordt door NZ een compromisvoorstel
voorgelezen (zie verslag coördinatievergadering woensdag). Dit compromis wordt gesteund door de VS,
Canada, Costa Rica, Chili, de EU, Noorwegen, Jordanië, China, Zuid-Korea, Vietnam, Indonesië en een
aantal kleinere landen. Brazilië spreekt zijn reserves uit en wil de norm voor ractopamine nu reeds op
stap 8 aangenomen krijgen. JECFA stelt dat het zijn best zal doen om de evaluatie vòòr CAC 2010 gedaan
te hebben. De voorzitter concludeert dat het voorstel van NZ wordt overgenomen. De CAC zal de
resultaten van het werk van JECFA beoordelen in het kader van de MRLs voor ractopamine die nu op stap
8 worden gehouden.
Daarnaast komt de voorzitter terug op haar voorstel om i.k.v. CCGP te werken aan een discussion paper
over de factoren die consensus blokkeren bij bepaalde onderwerpen en waardoor die op stap 8 blijven.
Deze discussion paper zou moeten worden opgesteld door een electronische werkgroep. NL stelt (op
verzoek van de voorzitter) voor om zo’n electronische werkgroep te trekken. Canada wil het liever over
de processen hebben die er op zo’n moment moeten zijn (facilitator e.d.). De voorzitter stelt dat dat
meegenomen kan worden. Alle leden van de CAC zullen automatisch worden uitgenodigd om deel te
nemen aan een dergelijke electronische werkgroep.Helaas slaagt de vergadering er later die week niet in
om het mandaat vast te stellen voor de electronische werkgroep (tot grote onvrede van de EU), en is de
electronische werkgroep alsnog van de baan; hierdoor is de sfeer tussen de EU en de QUAD-landen wel
totaal bedorven.

6. Proposed draft standards and related texts submitted at step 5


Er wordt snel een groot aantal teksten aangenomen, sommige met reserves met de EU.

7. Revocation of standards
De voorgestelde standaarden worden zonder discussie en ‘en bloc’, ingetrokken.

8. Amendments to Codex standards and related texts


Dit is vrij procedureel van aard; geen bijzonderheden.

9. Proposals for the elaboration of new standards and related texts and for the discontinuation of
work
De voorstellen van CCCF worden zonder verdere restrictries aangenomen. Ook voor de andere
voorstellen zijn er geen grote problemen.

10. Financial and budgetary matters


FAO gaat in de financiering naar een results-based financieel systeem toe. Er komt bij het secretariaat 1
extra vaste medewerker, maar er komen minder tijdelijke medewerkers. Voedselveiligheid is nog steeds
een prioriteit voor FAO, ook in de financiering.
Brazilië geeft op een agressieve manier aan dat de WHO meer moet bijdragen aan de financiering van
Codex. De WHO geeft aan dat het afhankelijk is van geld van de leden van de WHO. Binnen WHO is
voedselveiligheid geen prioriteit; er gaat maar 2 a 3 % van het vaste budget naartoe. Overigens gaat dat
geld dan wel helemaal naar Codex.

11. Strategic planning of the CAC


De consultant krijgt de gelegenheid om zijn rapport te presenteren. De voorzitter vraagt reacties uit de
zaal, met name voor wat betreft de voorstellen 5 en 11 (CAC komt slechts eens in de twee jaar bij elkaar,
en het executief comité werkt een aantal aanbevelingen uit). Uiteindelijk ontstaat een vrij chaotische
discussie waar weinig lijn in zit. Er wordt besloten dat het executief comité met het rapport van
consultant aan de gang gaat en een reactie voorbereidt op de verschillende aanbevelingen; dit zou dan
het jaar daarna aan de orde komen in de CAC. Overigens lijkt de zaal van mening dat de CAC elk jaar bij
elkaar moet komen. Verder circuleert het gerucht dat de VS Codex het liefst uit de FAO en de WHO
zouden willen halen.
De voorzitter stelt dat co-hosting met ontwikkelingslanden niet leidt tot een toename van de deelname
van ontwikkelingslanden. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat de formele uitnodigingen
soms erg laat komen. Planning lijkt dus een cruciaal element. Het is van groot belang dat het Codex

Codex Alimentarius 4
secretariaat ruim van tevoren (een jaar) weet heeft van co-hosting. Verder moet het verantwoordelijke
ministerie (voor de visa) 10 maanden voor de sessie een letter of agreement overhandigen. Alle
formaliteiten moeten 8 maanden van tevoren rond zijn.
Veel ontwikkelingslanden geven nog eens aan hoezeer het moeilijk is om aan bepaalde visa te komen.
Het voorzitterschap geeft aan dat het een discussion paper over hosting en co-hosting zal maken voor
discussie in de CCGP. Tot die tijd geldt de ‘guidance’ die er gegeven is in de vergadering.

12. Matters arising from the reports of the Commission, Codex Committees and Task Forces
Voor wat betreft het toekomstige werk over diervoeders, geeft de voorzitter het woord aan Denemarken
om aan te geven wat er uit de electronische werkgroep is gekomen. Dit betreft een voorstel met 6 items
voor toekomstig werk; er bleef echter discussie binnen de electronische werkgroep wie dat werk precies
zou moeten doen: een Task Force of een (vervolg)electronische werkgroep. De Europese Unie geeft aan
dat het werk zou moeten plaatsvinden in een Task Force. De VS vindt dat de aanbevelingen 1, 2 en 3
eerst zouden moeten worden uitgewerkt voor er een besluit kan worden genomen over hoe verder te
gaan; instelling van een Task Force zou prematuur zijn, de punten 1, 2 en 3 zouden moeten worden
uitgewerkt in een electronische werkgoep (en de VS willen dat graag co-hosten). Mexico, Brazilië,
Argentinië, China, Thaïland, Indonesië, Australië, Nieuw Zeeland, Senegal, Nigeria en een aantal kleinere
landen ondersteunen de VS. Maleisië steunt de EU. Overigens stellen alle landen dat ze het heel
belangrijk vinden dat er verder wordt gewerkt aan de onderwerpen rond diervoeders. De voorzitter
concludeert dat er steun is om verder te werken aan diervoeders, en dat dat in de vorm van een
electronische werkgroep moet gebeuren.
Het gebruik van lactoperoxidase om melk te ‘ontsmetten’ wordt aangenomen, met dien verstande dat er
per keer wel overeenstemming moet zijn tussen de twee landen waartussen de handel in deze melk
plaats vindt.
Voor wat betreft de discussie over de tijdige verspreiding van documenten, wordt afgesproken dat er een
experiment komt met de inzet van vertaling van documenten door computers. De VS treken dit, samen
met o.a. Finland. Verder stellen Chili en Mexico samen een document op over de tijdige verspreiding van
documenten.
Voor wat betreft de discussie over het bereieken van consensus in Codex-verband, worden de voorstellen
van de CCGP aangenomen. Over het Maleisische voorstel wordt een ‘çircular letter’ uitgedaan.
Er wordt besloten voorlopig geen enkel Codex comité samen te voegen met een ander.

13. Role of private standards


Een groot aantal ontwikkelingslanden doet zijn beklag over de private standaarden. De EU en de meeste
ontwikkelde landen interveniëren inde zin dat het van groot belang is dat de privat standaarden
‘benchmarken’ met de Codex-standaarden, maar dat private standaarden as such hun merites hebben.
De OIE stelt dat het mandaat heeft om namens de lidstaten van de OIE te onderhandelen met de private
standaarden om tegenstellingen te voorkomen tussen privé standaarden en OIE-normen.
Na een lang debat wordt er als volgt besloten:
- het doel van Codex is dat privé standaarden harmoniseren met Codex standaarden.
- Codex moet zelf heel kritisch naar de eigen werkwijze kijken om te zien hoe de processen binnen
Codex kunnen worden versneld.
- De ‘3 zussen’ (Codex, OIE, IPCC) moeten met elkaar in overleg hierover en zoveel mogelijk samen
optrekken.
- De juridische implicaties van privé standaarden in de internationale handel moeten worden
geanalyseerd.

14, 15. Diversen


De conclusies van de conferentie die in juli 2008 in Den Haag was gehouden (over normen voor
voedselveiligheid in de internationale handel) zijn tijdens de plenaire vergadering door het EU
Voorzitterschap toegelicht; dit is in het verslag van de Codex Alimentarius Commission 2009
opgenomen, waardoor er een aanknopingspunt is voor werk door relevante Codex Comités aan dit
onderwerp. De oorspronkelijke bedoeling was om deze conclusies ook te laten doorverwijzen naar de
relevante Comités maar dit bleek om procedurele redenen niet mogelijk.

Codex Alimentarius 5
16 en 17. Verkiezingen
De volgende regionale coördinatoren worden benoemd: Ghana, Indonesië, Polen, Mexico, Tunesië en
Tonga.

Codex Alimentarius 6
Samenvatting

De volgende zaken zijn bereikt:


1. De besluiten van het Codex Comité voor Contaminanten (dat NL voorzit) zijn allemaal
overgenomen door de Codex Alimentarius Commission; er was veel lof voor het werk van het
Codex Comité voor Contaminanten.
2. Er wordt verder gewerkt aan diervoeders in Codex verband; het werk aan diervoeders wordt
geïntensiveerd door de instelling van een electronische werkgroep die de aanbevelingen die er
liggen verder gaat uitwerken; mogelijk leidt dit later in het proces tot instelling van een Task
Force voor diervoeders binnen Codex (de EU had direct een Task Force gewild).
3. De Code of Ethics is niet aangenomen via een versnelde procedure, ondanks het nadrukkelijke
verzoek van een zeer groot aantal landen; de voorzitter heeft wel geconcludeerd dat de code
volgend jaar absoluut wel moet worden aangenomen omdat er grote behoefte is aan deze code,
die de ethische aspecten rond voedselveiligheid regelt voor de internationale handel.
4. De norm voor de groeibevorderaar melengestrolacetaat is aangenomen, onder zeer grote
reserves van de EU; dit zal naar verwachting echter geen directe gevolgen hebben voor de EU
aangezien het niets substantieels verandert aan de huidige situatie waarin de EU een verbod op
groeibevorderaars heeft dat in WTO-verband wordt aangevochten.
5. De norm voor de groeibevorderaar ractopamine is niet aangenomen en blijft ‘hangen’ op stap 8
in afwachting van de beoordeling van nieuwe Chinese gegevens door JECFA; wel heeft de
voorzitter geconcludeerd dat de norm volgend jaar wel moet worden aangenomen indien de
beoordeling van JECFA positief uitpakt.
6. De voorzitter had voorgesteld een electronische werkgroep op te starten onder leiding van NL,
die zou gaan kijken wat de factoren zijn die maken dat normen soms eindeloos op stap 8 blijven
hangen omdat er geen consensus kan worden bereikt (terwijl alle wetenschappelijke
onzekerheden toch uit de weg zijn geruimd). Dit voorstel heeft het uiteindelijk niet gehaald,
omdat er geen akkoord kon worden bereikt over het mandaat; dit tot grote onvrede van de EU.
7. De conclusies van de conferentie die in juli 2008 in Den Haag was gehouden (over normen voor
voedselveiligheid in de internationale handel) zijn tijdens de plenaire vergadering door het EU
Voorzitterschap toegelicht; dit is in het verslag van de Codex Alimentarius Commission 2009
opgenomen, waardoor er een aanknopingspunt is voor werk door relevante Codex Comités aan
dit onderwerp. De oorspronkelijke bedoeling was om deze conclusies ook te laten doorverwijzen
naar de relevante Comités maar dit bleek om procedurele redenen niet mogelijk.
8. Voor wat betreft de moeizame discussie over private standaarden wordt als volgt besloten:
- het doel van Codex is dat privé standaarden harmoniseren met Codex standaarden.
- Codex moet zelf heel kritisch naar de eigen werkwijze kijken om te zien hoe de processen binnen
Codex kunnen worden versneld.
- De ‘3 zussen’ (Codex, OIE, IPCC) moeten met elkaar in overleg hierover en zoveel mogelijk samen
optrekken.
- De juridische implicaties van privé standaarden in de internationale handel moeten worden
geanalyseerd.

Al bij al een gemengd resultaat; de EU heeft op een aantal punten niet bereikt wat het wilde (2, 3, 4, 6)
maar de schade is beperkt gehouden. De EU heeft zich heel coulant opgesteld, maar is op een aantal
punten behoorlijk tegengewerkt door de QUAD-landen, waardoor de sfeer in de Europese delegatie
uiteindelijk in mineur was.

Codex Alimentarius 7

Você também pode gostar