1

JOUW VOORBEREIDING OP HET EXAMEN !!!!!!!

Met concrete chemische reactie bedoelen we: de volledig juiste
reactie, met juiste moleculen, indexen, cofficinten. Kortom: alles
erop en eraan.
Met algemene chemische reactie bedoelen we: de reactie met
gebruik van de symbolen nM, M zoals in je schema
Voorbeeld: M + O
2
=> MO
Schrijf de concrete reacties altijd in 3 stappen, zoals we leerden!

1. Hoe kan je het hydroxide van aluminium maken?
a. Schrijf de algemene chemische reactie (methode 1)
MO + H
2
O MOH
b. Schrijf hiervan de concrete chemische reactie
Al
2
O
3
+ 3H
2
O 2Al(OH)
3

c. Schrijf de algemene chemische reactie (methode 2)
M + H
2
O MOH + H
2

d. Schrijf hiervan de concrete chemische reactie:
2Al + 6H
2
O 2Al(OH)
3
+ 3H
2



2

2. Pas dezelfde 4-ledige vraag als vraag 2 toe voor:
a. Calciumdihydroxide

Schrijf de algemene chemische reactie (methode 1)
MO + H
2
O MOH
Schrijf hiervan de concrete chemische reactie
CaO + H
2
O Ca(OH)
2

Schrijf de algemene chemische reactie (methode 2)
M + H
2
O MOH + H
2

Schrijf hiervan de concrete chemische reactie:
Ca + 2H
2
O Ca(OH)
2
+ H
2


b. Natriumhydroxide

Schrijf de algemene chemische reactie (methode 1)
MO + H
2
O MOH
Schrijf hiervan de concrete chemische reactie
Na
2
O + H
2
O 2NaOH
Schrijf de algemene chemische reactie (methode 2)
M + H
2
O MOH + H
2

Schrijf hiervan de concrete chemische reactie:
2Na + 2H
2
O 2NaOH + H
2



3


3. Schrijf de algemene en de concrete chemische reactie van:
a. De oxidatie van magnesium
2Mg + O
2
2MgO
b. De oxidatie van koolstof
C + O
2
CO
2

c. De oxidatie van zwavel
S
8
+ 8O
2
8SO
2

d. De oxidatie van kalium
4K + O
2
2K
2
O
e. De oxidatie van fosfor (P
4
)
P
4
+5O
2
2P
2
O
5

4. Schrijf de volgende reacties in chemisch tekenschrift (dus als
concrete reactie). Vul eerst de reactie aan in woorden.
a. Hydroxide van calcium + zoutzuur
calciumdichloride + water
(zoutzuur = HCl, zuurrest is dus chloride)

Concrete reactie
Ca(OH)
2
+ 2HCl -> CaCl
2
+ 2H2O

b. Zwavelzuur + hydroxide van lithium dilithiumsulfaat +
water
(zwavelzuur = H
2
SO
4
; hydroxide van lithium = LiOH, want
Li heeft als OG = +I)

Concrete reactie:
H
2
SO
4
+2 LiOH -> Li
2
SO
4
+ 2H
2
O


4

c. Fosforzuur + hydroxide van barium tribariumdifosfaat +
water
(fosforzuur = H
3
PO
4
en hydroxide van barium is Ba(OH)
2

omdat OG van Ba = +II groep IIa)

Concrete reactie:
2H
3
PO
4
+ 3Ba(OH)
2
-> Ba
3
(PO
4
)
2
+ 6H
2
O

d. Zoutzuur + calciumdihydroxide zout van calcium en
chloor + water

Concrete reactie:
2HCl + Ca(OH)
2
-> CaCl
2
+ H
2
O

e. Salpeterzuur (waterstofnitraat) + hydroxide van natrium
zout van nitraat en natrium + water

Concrete reactie:
HNO
3
+ NaOH -> NaNO
3
+ H
2
O

5. Synthetiseer (bereid) de volgende stoffen op twee manieren;
schrijf voor elke manier de algemene en de concrete chemische
reactie:
a. BaCl
2

Manier 1: metaal + zuur
Ba + 2HCl BaCl
2
+ H
2

Manier 2: hydroxyde + zuur (neutralisatie)
Ba(OH)
2
+ 2HCl BaCl
2
+ 2 H
2
O
b. K
2
SO
4


5

Manier 1: hydroxyde + zuur (neutralisatie)
2KOH + H
2
SO
4
K
2
SO
4
+ 2H
2
O
Manier 2: metaal + zuur
2K + H
2
SO
4
K
2
SO
4
+ H
2

c. Ca
3
(PO4)
2

3Ca(OH)
2
+ 2H
3
PO
4
Ca
3
(PO4)
2
+ 6H
2
O
Manier 2: metaal + zuur
3Ca + 2H
3
PO
4
Ca
3
(PO
4
)
2
+ 3H
2

d. Fe(NO
3
)
3

Manier 1: hydroxyde + zuur (neutralisatie)
Fe(OH)
3
+ HNO
3
Fe(NO
3
)
3
+ H
2
O
Manier 2: metaal + zuur
2Fe + 6HNO
3
2Fe(NO
3
)
3
+ 3H
2




6

6. Synthetiseer (bereid) ZnI
2
(zinkdijodide) op drie manieren;
schrijf voor elke manier de algemene en de concrete chemische
reactie.

MOH + HZ MZ + H
2
O
Zn(OH)
2
+ HI -ZnI
2
+ H
2
O

M + HZ MZ + H
2

Zn + 2HI ZnI
2
+ H
2


M + nM MZ
Zn + I
2
ZnI
2



7. Schrijf een willekeurige reactie waarin volgende moleculen als
reagens voorkomen:
a. I
2
O
5

I
2
O
5
+ H
2
O 2HIO
3

b. Ijzer (+II)
Fe + 2H
2
0 Fe(OH)
2
+ H2
c. Loodpentahydroxide
Pb(OH)
5
+ 5HCl PbCl
5
+ 5H
2
O
d. Waterstofbromaat
HBrO3
+ KOH KBrO
3
+ H
2
O


7

8. Schrijf de thermolysereactie van calciumcarbonaat
CaCO
3
CaO + CO
2


9. Schrijf de concrete reactie van volgende neutralisatiereacties:
a. HCl + Ca(OH)
2

2HCl + Ca(OH)
2
CaCl
2
+ 2H
2
O
b. Fosforzuur en natriumhydroxide
H
3
PO
4
+ 3NaOH Na
3
PO
4
+ 3H
2
O
c. Zwavelzuur en kaliumhydroxide
H
2
SO
4
+ 2KOH K
2
SO
4
+ 2H
2
O
d. Chroomtrihydroxide en salpeterzuur
Cr(OH)
3
+ 3HNO
3
Cr(NO
3
)
3
+ 3H
2
O