3.

0 - RESET
Fig. 17 DRAADLOZE ONTVANGER VOOR 8 ZONES.
2s ON NEDERLANDS
Het commando RESET op de ontvanger wist alle opgeslagen gegevens VOOR WANDBEVESTIGING. MET AANSLUITMODULE.
behalve de koppeling aan de zenders en de instellingen voor de functie
“Master” 1 2
! Druk kort op de knop “RESET”: bij het loslaten gaan alle LEDjes
RESET
oplichten en zal er tegelijkertijd een geluidssignaal te horen zijn; het Model met BUS aansluiting aan de aansluitmodule. Voor
LED ON blijft continu branden. (fig. 17) de bediening van 8 elektrische ventielen en voor de
bediening van de pomp of de ketel, in draadloze
installaties voor de temperatuursregeling.

Conformiteitsverklaring: Wij verklaren dat dit product voldoet aan de essentiële vereisten van de beoordelingsrichtlijn R&TTE1999/5/CE. De conformiteit van
het product aan deze richtlijn wordt bevestigd door de aanwezigheid van het CE kenteken op het product en op de documenten.
De volledige conformiteitsverklaring van de beoordelingsrichtlijn R&TTE1999/5/CE is verkrijgbaar op aanvraag, op het onderstaande adres:

Leverancier: CALEFFI S.P.A.

Product: S.R.229, N.25
Draadloze ontvanger voor 8 zones. 28010 FONTANETO D'AGOGNA (NO) Italy
Voor wandbevestiging Tel: +39-0322-8491
Fax: +39-0322-863305
Model: 740202

lm - DERXNN004 10/05 Kenmerk:

TECHNISCHE KARAKTERISTIEKEN VAN DE ONTVANGER

Voeding: 18 V~50 Hz (vanaf de aansluitmodule)
Opgenomen vermogen: 1 VA max.
Type toestel: Elektronisch
Type uitgang: gecodeerd aan BUS RS485, 2-draads
Draadsectie aan de klemmen: min. 0,5 mm2 ÷ max. 1,5 mm2
Max. lengte van BUS verbinding: 100 m (draadsectie min. 0,5 mm2)
Frequentie van signaal: 868,35 MHz
Maximale draagwijdte van het signaal in open lucht: 120 m
Maximale draagwijdte van het signaal bij
aanwezigheid van hindernissen: 30 m (zie 1.1 en 1.4)
Ontvangst van signaal: Met geïntegreerde antenne
Isolatieklasse: klasse II
Beschermingsgraad: IP 30 / wandbevestiging
Vervuiling: normaal
Temperatuur werkingsgebied: -20 °C ÷ + 70 °C
Stockage temperatuur: -25 °C ÷ + 85 °C
Referentienormen (richtlijnen R&TTE 1999/5/CE): LVD EN 60 730-1 EMC EN 301 489-3 RADIO EN 300 220-3

Wij behouden ons het recht voor ten allen tijden en zonder voorafgaand bericht, eventuele wijzigingen of correcties aan te brengen aan de beschreven producten.
8 HANDLEIDING VAN DE AANSLUITMODULE.
EIGENSCHAPPEN
! Mogelijkheid om te werken met een Master klokthermostaat (zie handleiding klokthermostaat met Master).
! Activering van de pomp (of de ketel) gebeurt gelijktijdig met het openen van 1 of meerdere elektrische ventielen.
! Vertraagde activering (120sec) van de pomp (of de ketel).
! Verbinding met intelligente zenders, voorzien van indicatielichtjes en alarm.
! Het is mogelijk de koppeling met de zender te verbreken zelfs indien er een storing is bij het verzenden van de signalen.
! De toestand van de uitgangen kan manueel geforceerd worden voor het testen van de installatie (5 minuten, herprogrammeerbaar).
! Met een RESET kunnen de ingegeven data verwijderd worden en kunnen opdrachten geannuleerd worden.
! Aanpasbaar permanent geheugen, voor koppeling aan zender en voor toekenning van de Master.
! Signalering van onregelmatigheden bij het afwezig zijn van signalen en indien de batterijen bijna leeg zijn.
! Verhoogde betrouwbaarheid van de communicatie dankzij de dubbele verzending van de gegevens.
! Signalering door lamp en/of met alarm, op 3 niveaus, van het TEST signaal voor het verifiëren van de aanwezigheid en de sterkte van
het signaal (Vmeter).
DE TECHNISCHE SPECIFICATIES EN PRESTATIES VAN DE AANSLUITMODULE ZIJN TERUG TE VINDEN IN DE
1
 2.6 - WERKING
1 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR ON
De zenders controleren de thermische regelaar en versturen bevelen en controlesignalen naar de
1.1 - INSTRUCTIES EN VOORSCHRIFTEN VOOR HET INSTALLEREN VAN DE ONTVANGER ontvanger die ze uitvoert. De veiligheid wordt gegarandeerd doordat de bevelen, 2 keer kort na elkaar
Plaats de ontvanger op een hoogte waarbij de antenne hoger staat dan de ketel en nabijgelegen metalen elementen (boilers, verstuurd worden door een zelfdiagnostisch systeem.
expansievaten, ...) Vermijd de aanwezigheid van kabels en elektrische panelen in de buurt van de antenne. (fig 1.i fig. 2.i) Signalisaties bij normale werking:
! LED ON: brandt
Opgelet: Kasten, muren en vloeren uit metaal kunnen de werking van het artikel beperken. Het systeem is ! LED 1 ÷ LED 8: brandt = bediening ingeschakeld, uit = bediening uitgeschakeld
niet compatibel met producten die continu dezelfde frequentie (868,35 MHz) gebruiken. ! LED POMP: brandt enkel tegelijk met tenminste 1 ander bedienings LED (1÷8)
! LED VMETER: 1, 2 of 3 LEDjes branden kortstondig bij elk ontvangen signaal. Bevel Bevel
geactiveerd gedeactiveerd
Fig. 13
Belangrijk: De plaatsing en de elektrische verbinding van toestellen en apparatuur dienen uitgevoerd te worden door gekwalificeerd
personeel en in overeenstemming met de wettelijk geldende normen. De fabrikant stelt zich niet verantwoordelijk in geval van het 2.7 - CONTROLE VAN DE INTENSITEIT VAN HET ONTVANGEN SIGNAAL - VMETER
gebruik van producten die dienen te voldoen aan specifieke normen met betrekking tot het milieu en/of de installatie. De voorbeelden OP DE ZENDER
die opgenomen zijn in deze documentatie vormen de stelregel. ! Activeer “Controle van de intensiteit van het ontvangen signaal”, zoals aangegeven staat in het specifieke hoofdstuk in de
De indicaties betreffende de opbouw van realiseerbare installaties en de toewijzing van de klokthermostaten of handleiding van de zender.
thermostaten per zone staat weergegeven in de technische documentatie van de zenders.
OP DE ONTVANGER: INTENSITEIT VAN HET SIGNAAL
Installatie Afmetingen ! Het LED van het kanaal en in test (LED 1 ÷ LED 8) knippert om de LAAG MIDDEN HOOG
koppeling aan de zender aan te geven.
ON

AANSLUITMODULE
ON

1 2 3 4 5 6 7 8
RESET
ONTVANGER
RESET

OK
ON
! De 3 LEDjes van de VMETER, met geluidssignaal, geven de intensiteit
van het ontvangen signaal weer, zoals aangegeven in de ON
3. Camere
2. Bagno
1. Cucina

4. Sala

ON ON
8.
7.
6.
5.

BUS + RX nevenstaande figuren.

90
ON

1 2 3 4 5 6 7 8
RESET
RESET

NOK N.B.: De weergave van de controle op de zender stopt automatisch 3min na

230 V de activering. Indien men de verificatie wenst te onderbreken, moet men op
25
de zender de "controletoestand" deactiveren, zoals in de desbetreffende
POMP 133
Fig. 1.i instructies wordt aangegeven Fig. 14
ELEKTROVENTIELEN Fig. 2.i
OPGELET: Zelfs tijdens "normale werking" is het mogelijk de intensiteit van het laatste ontvangen signaal te verifiëren. (Het laatste
signaal wordt steeds onthouden):
! Installeer de aansluitmodule zoals aangegeven in de betreffende handleiding. ! Druk op de l knop 1 gedurende 2 sec. en laat dan los: De LEDjes van de VMETER geven gedurende 5 sec de intensiteit weer
! Installeer de ontvanger zoals hieronder aangegeven. van het laatste ontvangen signaal.

1.2 - INSTALLATIE VAN DE BASISPLAAT AAN DE WAND 2.8 - SIGNALEN BIJ ONREGELMATIGHEDEN
ONREGELMATIGHEDEN VAN DE ZENDER De ontvanger kan de volgende 2 ON
Installatie van het toestel: AFZONDERLIJK - PERMANENT ON
soorten onregelmatigheden van de zender aangeven:
1 2
OPGELET: DE INSTALLATIE DIENT UITGEVOERD TE WORDEN NA HET ! Geen signaal ontvangen gedurende meer dan 30 min.
AFSLUITEN VAN DE AANSLUITMODULE VAN HET VOEDINGSNET. 1 2 3 4 5 6 7 8
RESET
! De batterij van de zender is bijna leeg.
Voor de installatie is het noodzakelijk de frontplaat, dat de elektronische In deze 2 gevallen gebeurt de signalisatie door het gelijktijdig knipperen van het LED ON
kaart bevat, te verwijderen van de basisplaat. en het LED van het defecte kanaal. (vb: fig. 15 kanaal 1 is defect).
OPGELET: bij afwezigheid van het radiosignaal, wordt de bediening van het Fig. 15
! Ga met een schroevendraaier in de daarvoor voorziene openingen aan de Fig. 3.i overeenkomstige elektrische ventiel onderbroken.
zijkant van het apparaat. (Eerst 1 zijde en dan de andere). Oefen een lichte
druk uit op het vergrendelingshaakje en beweeg de schroevendraaier naar ON
ONREGELMATIGHEDEN VAN DE BUS MET DE AANSLUITMODULE
De ontvanger kan de volgende onregelmatigheid van de BUS aangeven:
ON
voor (zoals aangegeven in fig. 3.1). Hierdoor zal de frontplaat loskomen. 1 2
! Verwijder de frontplaat van de basisplaat. (De weerstand die men hierbij voelt 1 2 3 4 5 6 7 8
RESET
! Geen signaal ontvangen op de BUS gedurende meer dan 30 sec.
wordt veroorzaakt door de contactpinnen) (fig. 4.i) In dit geval gebeurt de signalisatie door het gelijktijdig knipperen van het LED ON en
de 3 LED jes van de Vmeter. (fig. 15a).
Fig. 4.i
OPGELET: Op de aansluitmodule worden alle uitgangen gedeactiveerd. Ze worden
Verwijder van de basisplaat de schotjes die voorzien zijn voor de doorgang van de bedrading zoals aangegeven in de figuur 5.i. opnieuw geactiveerd van zodra er een geldig signaal ontvangen wordt op de BUS. Fig. 15a
! Schuif de bedrading doorheen de gemaakte openingen.
! Bevestig de basisplaat aan de muur (of inbouwkast), met 2 schroeven en gebruik makend van de voorziene openingen (A-A,
B-B en C-C). (fig 5.i)
2.9 - DE VERBINDING TUSSEN DE ZENDER (zelfs bij storing) EN DE ONTVANGER VERBREKEN.
! Voer alle elektrische aansluitingen uit op de klemmen van de basisplaat, zoals aangegeven in het volgende hoofdstuk. Het is mogelijk uit het geheugen de koppeling van een zender te wissen, zelfs indien deze geen testsignaal kan versturen (vb.
kanaal 1)
D = Haakjes voor het ! Druk op de knop 1 en houdt hem ingedrukt tot op het einde van de reeks geluidssignalen, zoals aangegeven in fig. 16.
vergrendelen van De verbinding met de zender wordt uit het geheugen van de ontvanger gewist en kanaal 1 is vrij.
de frontplaat.
D C B A A B C D OPGELET: Indien de knop losgelaten wordt voor het
begin van het lange geluidssignaal, dan wordt de
1 1
Uitbreekbare schotjes voor Uitbreekbare schotjes bewerking automatisch geannuleerd en de toestand 6s 4s 1s 1s 1s 1s 1s 1s 1s 1s 4s
kabeldoorgang (installatie met voor de installatie met van de uitgang wordt "tijdelijk geforceerd" (zie 2.3).
inbouwkast) kabelgootjes. Door op de knop “RESET” te drukken, bekomt men Indien de knop losgelaten wordt voor het begin van het lange
opnieuw de normale werking. (fig. 16). geluidssignaal, dan wordt de bewerking geannuleerd.
Fig. 5.i
Fig. 16
2 7
C - LED1 brandt continu = kanaal is verbonden met een 1.3 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN VAN DE ONTVANGER
andere zender. Fig. 9
! Houdt de knop 1 ingedrukt totdat een geluidssignaal
1 2 1 2 Fig. 6.i
2s
hoorbaar is en laat dan los: LED1 knippert (fig. 9). De nieuwe
zender is gekoppeld aan de ontvanger.
OP DE ZENDER: deactiveer de "TEST" mode.

N.B.: Om een zender te vervangen die gekoppeld is aan een kanaal: zie punt “C” ONTVANGER VOOR 8
ZONES LED voeding ON LED storing BUS
KOPPELING VAN DE OVERIGE ZENDERS AAN DE OVERBLIJVENDE VRIJE KANALEN
Breng de zender in de 'TEST' mode en herhaal de bovenstaande bewerkingen.
BUS RX
OPGELET: De aansluiting aan de kanalen en de toekenning van de Master worden niet geannuleerd bij een "RESET" en ook Voeding
niet bij het wegvallen van de voeding. RX BUS
N.B.: De 'Test' mode van de zender wordt 3 min. na de activering automatisch beëindigd. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 2 3 4 5 6

2.5 - VOORINSTELLING VAN DE ONTVANGER VOOR WERKING MET DE MASTER (facultatief)

VOORSCHRIFTEN EN MOGELIJKE TOEKENNING VAN ZONES AAN DE MASTER KLOKTHERMOSTAAT.
! Het toepassen van de functie "Master" is enkel mogelijk bij de klokthermostaten die voorzien zijn van deze functie.
! 1 kanaal kan slechts met 1 Master verbonden worden maar een Master kan meerdere kanalen controleren (die aan hem
gekoppeld zijn of aan een andere zender) AANSLUITMODULE
! Aan een ontvanger voor 8 zones kunnen meerdere Masters gekoppeld worden
! Een "Master" zender die aan geen enkel kanaal als primair gekoppeld is kan in elk geval geassocieerd worden als "Master" aan
de kanalen van de ontvanger.
! Vrije kanalen kunnen niet gekoppeld worden aan de "Master". COMMUNICATIE BUS (Ontvanger aansluitmodule)

TOEWIJZING VAN DE KANALEN AAN DE MASTER

OP DE MASTER KLOKTHERMOSTAAT: activeer de "Master Test" 18V~ VOEDING VOOR ONTVANGER. (Vanaf de aansluitmodule)
! Druk op de knop “Master” totdat op het scherm de melding “ “ verschijnt en laat dan los.
(zie hoofdstuk “Toewijzing van de Master” in de handleiding van de klokthermostaat). N.B.: De elektrische aansluiting van de aansluitmodule staat vermeld in de specifieke handleiding.
OPGELET: De bediening van de pomp (of van de weerafhankelijke regeling) is enkel geactiveerd indien tenminste
OP DE ONTVANGER: 1 elektrisch ventiel open is.
De LEDjes van de kanalen kunnen de volgende toestanden voorstellen: De wijze van activering van de pomp kan gekozen worden.
LED continu aan = Het kanaal is reeds gekoppeld aan een andere Master. - Onmiddellijke activering
LED knipperend = Het kanaal is reeds onder controle van de actieve Master. - Vertraagde activering (vertraging = 2 min)
LED uit = Het kanaal is vrij of nog niet gekoppeld aan de actieve Master. Selecteer met de schakelaar op de elektronische kaart van de ontvanger de wijze van activering:
R = vertraagd / I = onmiddellijk.
Voorbeeld: Kanaal 2 koppelen aan de Master 1 2 1 2 Voorbeeld met onmiddellijke activering van de pomp:
! Houdt de knop 2 ingedrukt totdat een enkel alarmsignaal hoorbaar is en laat
dan los. De twee LED jes knipperen. Het kanaal 2 is nu gereed om gekoppeld te
worden aan de "Master" klokthermostaat. (fig.11). EV 1
! Herhaal deze bewerking voor alle vrije kanalen die men aan de Master wil fig.11 (Zone 1) Open Gesloten Schakelaar 'Activering pomp’
koppelen R I
EV 2 Onmiddellijke
(Zone 2)
OP DE MASTER KLOKTHERMOSTAAT: deactiveer de "Master Test" activering
! Druk gedurende 2 sec op de knop “Master” en laat dan los. EV 3 I
(Zone 3)
R
Vertraagde
BELANGRIJK: Met de hierboven vermelde procedure is het mogelijk de kanalen die niet met de Master verbonden zijn, te EV 4 activering
koppelen aan een Master klokthermostaat (als primair) die niet gekoppeld is aan enig ontvangstkanaal. (Zone 4)

EV 5
(Zone 5)
ANNULERING VAN DE INSTELLING VOOR DE WERKING VAN DE “MASTER” EV 6
Op de Master klokthermostaat Activeer de “Master Test” mode. (Zone 6)
R I
OP DE ONTVANGER EV 7
De LEDjes van de kanalen geven door te knipperen aan dat de "Master" actief is. 1 2 1 2 (Zone 7)

! Houdt de knop van het kanaal dat men wil loskoppelen van de "Master" EV 8
ingedrukt, (vb. kanaal 2) totdat een enkel geluidssignaal hoorbaar is, en laat dan (Zone 8) Open Gesloten
los. Het LED van het kanaal dooft en het kanaal is niet meer afhankelijk van de Fig. 8i
Master (fig. 12). fig.12 POMP Geactiveerd Geactiveerd
! Herhaal deze bewerking eventueel voor andere kanalen.
Gedeactiveerd Gedeactiveerd
OP DE MASTER KLOKTHERMOSTAAT: deactiveer de "Master Test" Fig. 7i
6 3
1.4 - BEVESTIGING VAN DE FRONTPLAAT VOORZIEN VAN DE KAART OP DE BASISPLAAT
Belangrijk: In de instructies en in de voorbeelden in de documentatie worden enkel kanalen 1 en 2 vermeld.
! Herbevestig het voorste gedeelte met de kaart op de basisplaat. Alle bewerkingen en instructies zijn ook toepasbaar op alle andere kanalen (1 tot 8)
Let hierbij op dat de contactpinnen op de juiste manier in de ON

klemmenplaat terecht komen. 2.2 - NIEUW TOESTEL ON

! Druk met beide handen de frontplaat op de basisplaat, zoals Bij het aanzetten van de ontvanger is enkel LED ON aan. (fig. 3).
1 2 3 4 5 6 7 8
aangegeven in figuur 9.i, totdat de bevestigingshaakjes in de RESET
N.B.: Een zwak lichtsignaal dat aangegeven wordt op de Vmeter kan veroorzaakt worden door
basisplaat klikken. radiostoringen
2.3 - TIJDELIJKE FORCERING VAN DE UITGANGSTOESTAND (voor het testen van het systeem) Fig. 3
A) DE ZENDER IS NOG NIET GEKOPPELD OF NOG NIET ACTIEF
Fig. 9.i ! Houdt de knop 1 ingedrukt totdat men een lichte toon hoort en laat dan los: de bediening is geactiveerd en het
OPGELET: INDIEN HET GEDETECTEERDE RADIOSIGNAAL ZEER ZWAK IS, OMWILLE VAN UITZONDERLIJKE overeenkomstige LED licht op (fig. 4). De bediening van de pomp (of de ketel) is ook geactiveerd.
OMGEVINGSCONDITIES, IS HET AANGEWEZEN DE ANTENNE UIT DE ONTVANGER TE HALEN EN VERTICAAL TE De bediening blijft geactiveerd gedurende 5 min. met op het einde een geluidssignaal van 5 sec. om de gebruiker te waarschuwen
POSITIONEREN. voor de naderende deactivering (fig. 5). Om de bediening actief te houden, druk opnieuw op il 1 ; tijdens het geluidssignaal. In het
andere geval wordt de bediening gedeactiveerd op het einde van het geluidssignaal.
Zie de installatieprocedure (hoofdstuk 1.2):
! Open de ontvanger Fig. 4
1 2 1 2 5 minuten
1 2
! Haal de antenne uit zijn positie (binnendeel van de Positie antenne 5s
frontplaat) en plaats hem verticaal. bij levering
! Schuif de antenne door de kleine, voorziene opening
Fig. 5
(fig. 10.i). ON

De tijdelijke forcering annuleren

! Sluit voorzichtig de ontvanger (fig. 9.i - fig. 10.i).
Druk kort op de knop “RESET”; Bij het loslaten 1 2 1 2
1 2 3 4 5 6 7 8
RESET

!
Het voeden van de aansluitmodule en het in gebruik wordt de tijdelijke forcering geannuleerd (fig. 6). RESET
stellen en aansluiten van de zender dient te gebeuren N.B.: Raadpleeg voor het uitvoeren van bovenstaande
Opening voor antenne in verticale positie Fig. 10.i
zoals aangegeven in hoofdstuk 2 "IN WERKING STELLEN operatie, paragraaf 3.0 “RESET”.
EN HET GEBRUIK” Fig. 6
B) ZENDER GEKOPPELD EN THERMISCHE REGELING ACTIEF
2 - IN WERKING STELLEN EN HET GEBRUIK De bovenstaande bewerkingen mogen ook uitgevoerd worden tijdens de normale werking van de thermische regeling. In dit geval zal
de tijdelijke forcering zorgen voor de uitsluiting van de zender alsook voor de inversie van de bedieningsstatus: Indien hij actief is wordt
2.1 - LEGENDE VAN DE AANDUIDINGEN EN BEDIENING hij gedeactiveerd en omgekeerd. Tijdens de forcering is is knop 1 ( 1 ÷ 8 ), niet operationeel.
Fig. 1 2.4 - KOPPELING AAN DE ZENDERS (klokthermostaat of draadloze thermostaat)
LED ON: Brandt: voeding aanwezig LED Licht indicaties
Knippert: storing zender VOORSCHRIFTEN EN MOGELIJKE AANSLUITINGEN VAN ZENDERS AAN DE KANALEN VAN DE 8 ZONE-ONTVANGER
! Mogelijke zenders: thermostaten, klokthermostaten of klokthermostaten met Master.
LED F
Toestand bediening 1
off Uit
! Een zender kan gekoppeld worden (als primair toestel) aan 1 of meerdere kanalen (vb. klokthermostaat 1: kanalen 1,2,3;
1 Toestand kanaal 1 1s
Knipperend (t on = t off) klokthermostaat 2: kanalen 4,5,6; thermostaat op kanaal 7, kanaal 8 niet gebruikt).
on off
VMETER: LEDjes geven ! Een kanaal kan slechts aan 1 zender gekoppeld worden (als primair toestel).
LED F
Toestand bediening 2 intensiteit van ontvangen
2 Toestand kanaal 2 signaal aan on off Verlengde puls KOPPELING VAN 1 OF MEERDERE KANALEN AAN EEN ZENDER (vb met kanaal 1)
Op de zender: activeer de "TEST" functie, zoals, aangegeven in hoofdstuk “Aansluiting aan de ontvanger” in de
on Continu aan handleiding van de zender.
ON
Fig. 7
OP DE ONTVANGER: LEDjes 1÷8 geven de staat van het kanaal weer
LED Akoestische signalen Voer, voor elk aan te koppelen kanaal, in functie van de indicatie van 1 2 1 2
2s
het LED (A, B of C), de aansluiting uit zoals hieronder aangegeven.
n° s
1 2 3 4 5 6 7 8
RESET Toestand van de A - LED 1 gedooft = kanaal niet gekoppeld.
pomp (of ketel) Korte toon Lange toon ! Houdt de knop 1 ingedrukt totdat een geluidssignaal
hoorbaar is en laat dan los. Het LED 1 knippert. Fig. 7a
Fig. 2
Ruimte voor labels De zender is nu gekoppeld aan de ontvanger (fig. 7). Herhaal deze
bewerking voor de andere aan te sluiten kanalen (fig. 7a) 1 2 1 2
2s
“RESET” OP DE ZENDER: deactiveer de "TEST" mode.
Labels voor vermelding van de
1 2 verschillende zones:
Knop Knop
B - LED 1 knippert = kanaal reeds gekoppeld aan zender
- Bediening ventiel 1 - Bediening ventiel 2
! Om de koppeling te bevestigen: deactiveer de toestand Fig. 8
- Kanaal 1 - Kanaal 2
1 2 3 4 5 6 7 8 “Test” op de zender.
1 2 1 2
RESET

! Om de koppeling te annuleren: houdt de knop 1 ingedrukt

2s
Label totdat een geluidssignaal hoorbaar is en laat dan los. Het LED 1
N.B.: Hetgeen vermeld wordt voor kanaal 1 en 2, is ook van brandt continu (fig.8).
toepassing voor de andere kanalen. OP DE ZENDER: deactiveer de "TEST" mode
4 5