Você está na página 1de 3

1 Management accounting: plaatsbepaling en ont-

wikkeling

Vraagstuk 1.1

a Dat wordt de contingency-benadering genoemd.

b Een verschil in de aard van de ondernemingsactiviteiten; Tuincentrum: handel, eenvoudig


productieproces – Fabriek: industrie, ingewikkeld productieproces.
Een verschil in de grootte van de onderneming; Tuincentrum: klein – Fabriek: groot.
Een verschil in de mate van onzekerheid; Tuincentrum: stabiele omgeving vanwege vaste
klanten en weinig concurrentie – Fabriek: grote en moeilijk voorspelbare schommelingen
in de vraag en veel concurrentie.
Een verschil in de ondernemingscultuur; Tuincentrum: informele taakcultuur – Fabriek:
rolcultuur, met duidelijke omschrijvingen van taken en bevoegdheden.

Vraagstuk 1.2

a
Oprichtingsbalans per 1 januari
Fietsen € 300.000 Eigen vermogen € 150.000
Liquide middelen - 50.000 Lening - 200.000

€ 350.000 € 350.000

b
Resultatenrekening
Opbrengsten € 150.000
Kosten:
· Afschrijvingen € 300.000 / 3 = € 100.000
· Interest € 200.000 ⫻ 6% = - 12.000
· Overige kosten - 20.000
· Huur loods - 15.000
· Schade klant - 1.000

- 148.000

Winst € 2.000

c
Balans per 31 december
Fietsen € 200.000 Eigen vermogen (saldo) € 112.000
Debiteuren - 5.000 Voorziening - 1.000
Vooruitbetaalde huur - 15.000 Lening - 180.000
Liquide middelen - 73.000

€ 293.000 € 293.000

© 2009, Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands 3


Toelichting:
· Fietsen: € 300.000 ⫻ 2/3 = € 200.000
· Liquide middelen:
Saldo 1 januari € 50.000
Ontvangsten verhuur - 145.000 +
Interest - 12.000 –
Aflossing - 20.000 –
Overige kosten - 20.000 –
Huur loods - 30.000 –
Privé-opnamen - 40.000 –

Saldo 31 december € 73.000

d Eigen vermogen 31 december € 112.000


Eigen vermogen 1 januari - 150.000

Vermogenstoename € 38.000 –
Privé-onttrekking - 40.000 +

Winst € 2.000

4 © 2009, Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands


Deel 1 KOSTPRIJS- EN WINSTBEPALING

© 2009, Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands 5

Você também pode gostar