Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
ook de rijken zijn slaven. Ze lijken vrij te zijn, maar ze weten niet wie hun kinderen opvoedt, weten niet wie met hun vrouw vrijt, ze weten helemaal nets van het leven. Alleen werken, werken, werken. Je noemt Mini-Joegoslavi artificieel? Elke natie is artificieel. Wat maakt een land tot een land: het is een besluit van een groep mensen om een idee te volgen. Mijn idee is MiniJoegoslavi, een land waar iedereen welkom is, natuurlijk ook niet-Joegoslaven. Servi-Montenegro betekent niets voor me. Wat is dat nou waard? Je moet het eens vanuit een zakelijk oogpunt bekijken: waarom een goed merk veranderen? Iedereen kent de naam Joegoslavi. Alleen een idioot rommelt met zijn handelsmerk. Mini-Joegoslavi is zeker levensvatbaar volgens Gabric. Hij maakt een vergelijking met mini-staatjes als Monaco of het Vaticaan. Als Rome zijn Vaticaan heeft, waarom kan het multi-ethnische Subotica dan niet een Joegoslavi hebben? Zo behouden we de wens van miljoenen Zuidslaven om verenigd te zijn in een land. Die miljoenen zijn inderdaad oudere mensen die terugverlangen naar het goede oude land van weleer, beaamt hij. Ik was in een televisieshow met jongeren, vertelt Gabric. Het ging over Tito. De jongeren maakten grapjes over hem en over Joegoslavi. Ze deden zich voor als de smart guys. Ik was er om Tito te verdedigen. De kijkers konden bellen en hun mening geven. 82 procent was vr Tito. Mini-Joegoslavi heeft in de drie jaar van zijn bestaan 10.000 bezoekers gehad. Die zijn aardig gelijk verdeeld onder de Kroaten, Serven, Slovenen en Bosnirs. Daarnaast zijn er veel sympathisanten uit andere landen. Een bijzonder lid is Josef Broz Tito. Jawel, de gelijknamige kleinzoon vn, en inmiddels ook gepensioneerd. Ze hebben Gabric tot president gekozen en een parlement van elf leden. De meeste mensen in Subotica weten van het bestaan van Mini-Joegoslavi. De meesten zien het echter als een project van Blasko Gabric zelf. Het is zjn idee, zijn perceel, zijn persoonlijke ambitie. En toch willen de meesten het ook weer niet bagatelliseren als een hobby van de heer Gabric. Daarvoor wekt hij te veel respect. Gabric: Ik wil niet vechten of redetwisten. Ik wil het recht om de naam Joegoslavi te behouden in de realiteit. Daarom roep ik als president van dit land de EU op om MiniJoegoslavi te behouden als symbool voor een staat van vrede en groen. We gaan nog even kijken naar de verzameling die Gabric heeft aangelegd. We lopen door zijn drukkerij. Daar staan prachtige antieke drukpersen uit de jaren vijftig. Onverslijtbaar, zegt Gabric, en ze drukken nog steeds 10.000 vel per uur. In het kantoor toont Gabric zijn relikwien. Naast de buste van Tito staat een pop in traditionele volksdanskledij. Verder posters, boeken, schilderijen, landkaarten, medailles, en het volkslied geborduurd op een vergeeld stuk stof. Ziehier de vergane glorie van het oude Joegoslavi. En toch is het op een of andere manier ontroerend, zoals je de overblijfselen uit je jeugd koestert. Op een tafel staat een maquette van (Mini-)Joegoslavi, een stippellijn geeft precies de contouren van het voormalige land aan. Er moet nog veel gebeuren, zegt hij. Ik nodig daarom iedereen nadrukkelijk uit te komen helpen, fysiek of financieel. Nadat ik alles besnuffeld heb, biedt Gabric mij het staatsburgerschap aan. Ik onderteken een verklaring (een soort grondwet) dat ik de regels van vriendschap en internationale broederschap onderschrijf en dat ik de naam Joegoslavi in ere zal houden. Hij kijkt me diep in de ogen. Bij de overhandiging van het paspoort omhelst hij me en geeft me twee zoenen. Ik ben de 3.109e trotse burger van Mini-Joegoslavi.