Você está na página 1de 6

Kriegs- und nachkriegsliteratur 1933 1955

De literatuur in de nazi tijd wordt onderverdeeld in: Exilliteratur mensen die zijn gevlucht Innere Emigration niet eens met besluiten, aangepast schrijven Blut und Boden-literatuur nazi literatuur, slechte literatuur 10 mei 1933 werden duizenden boeken op de brandstapel van het Kaiser-Franz-Joseph-Platz in Berlijn nu Bebelplatz geworpen. Sinds 1994 staat hier een monument voor. Het waren de eerste openlijke anti-joodse acties nadat Adolf Hitler op 30 januari 1933 tot rijkskanselier was benoemd. Er heerste een utopie van een raszuivere volksgemeenschap, deze bood geen plaats aan joden, socialisten en communisten. Tot deze verschoppelingen behoorden o.a. Thomas Mann, Bertolt Brecht en Franz Kafka. Alle kunstenaars moesten lid worden van de Reichskulturkammer. Alles bleek erg goed aan te sluiten op een eerder gedane uitspraak van Heinrich Heine: Dort, wo man Bcher verbrennt, verbrennt man am Ende auch Menschen De nazis hadden er belang bij dat de indruk van de vrijheid van meningsuiting bleef voortbestaan. Vooral tijdens de Olympische Spelen in Berlijn (1936) moest Duistland internationaal gezien het goed voor elkaar hebben en tijdens deze periode werd de anti-joodse propaganda tijdelijk minder actief voortgezet. Exilliteratur (uere Emigration) Toen het nog kon, zijn vele auteurs naar het buitenland gevlucht. In het buitenland bleven ze schrijven over veel verschillende dingen, maar omdat ze niet in hun moedertaal konden uitgeven ging het heel wat minder dan voorheen. Wat er wel uit is gebracht wordt Exilliteratur genoemd, verbanningsliteratuur. Vele van hen hebben in het buitenland zelfmoord gepleegd. auteurs: B. Brecht S. Zweig (zelfmoord) C. Zuckmayer E. Wei (zelfmoord) T. Mann/H. Mann K. Tucholsky (zelfmoord) Innere Emigration Auteurs probeerden door middel van hun werken oppositie tegen het nazi-regime te voeren. Deze literatuur heet de Innere Emigration. Ze werden extreem goed in de gaten gehouden. Vaak werd er uiteindelijk gevlucht naar veilige, -politieke onderwerpen. Wanneer de mening helemaal niet meer kon worden geuit en de auteurs in zichzelf keerden werd er literatuur geschreven wat Schubladen Literatur genoemd wordt. auteurs: W. Bergengruen G. Hauptmann G. von Le Fort H. Carossa E. Kstner R. Huch Blut und Boden (1933 1945) Deze auteurs stonden pal achter het regime. Heimatdichtung speelt een belangrijke rol in deze literatuur. De Duitse mens op de Duitse grond (Boden), wiens bloed zuiver gebleven is. Sloeg vooral aan bij gemiddeld en minder hoog opgeleide Duitsers. afkeer van de grote stad dwepen met alles wat Duits is; racisme, heldendom, kameraadschap semi-romantische idealisering van het Germanendom taal van de nationaalsocialistische auteurs is vol emotie

Soldaten werden verheerlijkt, geerd voor hun moed in de oorlog. Blubo-literatur wordt tegenwoordig doodgezwegen. auteurs: Hans Grimm Hanns Johst Hans Blunck Trmmer- oder Bewltigungsliteratur (stunde nul 1945 1950)

Wilden het verleden verwerken. Voelden zich verantwoordelijk voor WO II, voor de Duitse schuld. Analyseerden wat er was gebeurd in de oorlog en wilden afrekenen met wir haben es nicht gewusst auteurs: W. Borchert A. Goes H. Bll A Andersch Die deutsche Kurzgeschichte Kenmerkend voor de tweede helft van de twintigste eeuw. De kurzgeschichte is snel en kan even tussendoor gelezen worden. Auteurs wilden lezers vermaken, op een probleem wijzen of de lezer tot nadenken aanzetten. De onderwerpen zijn uit het alledaagse leven gegrepen. Het gaat onder meer om kleine bijzonderheden uit het dagelijkse leven, om onderlinge menselijke relaties, liefde, eenzaamheid, bedrog of racisme. Het kent maar weinig personages, meestal twee of drie Het verhaal speelt zich meestal op een locatie af. Het verhaal begint direct, zonder inleiding Er zijn geen lange, epische beschrijvingen, alleen de beschrijvingen die noodzakelijk zijn om je een beeld te geven van de plek waar de handeling plaatsvindt. Meestal hebben Kurzgeschichten een of meerdere hoogtepunten of wendingen. Niet alles wordt verteld. Veel wordt weggelaten, zodat de lezer zelf conclusies trekt. De verteltijd is meestal de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de voltooid tegenwoordige tijd. Het einde van een Kurzgeschichte is vaak een open einde. Dit houdt in dat de lezer geen oplossing geboden wordt. De lezer wordt uitgenodigd na te denken, hoe het verhaal af zou kunnen lopen. Een andere mogelijkheid is een Schlusspointe, dit is een verrassende, grappige wending. Gruppe 47 (1947)

Deze groep werd in 1947 door H.W. Richter opgericht. Auteurs schreven meestal politiek maatschappelijk betrokken. Vooral in de jaren 50 had hun werk veel effect. Doel was de nieuwe wijze van literatuur gebruiken omdat de taal o.a. in de nazi periode erg was vervuilt. auteurs: H. Bll G. Grass H.W. Richter P. Handke M. Walser S. Lenz Die Bewahrenden (1947 1950)

Hun toekomstige leven met de overgeleverde waarden van christendom en humanisme opnieuw vormgeven. vaak religieus georinteerd, nogal bewarend/conservatief. Reactie op gruppe 47 auteurs: W. Bergengruen L. Rinser E. Langgsser A. Goes R. Schneider B. Dblin A. Andres

Zeitkritiker

(1947 1950/55)

Auteurs bekritiseerden, analyseerden de periode waarin ze leefden. themas : Kernenergie, Atoombom, Vijandigheid tegenover buitenlanders, Materialisme auteurs : F. Drrenmatt W. Biermann M. Frisch F. Degenhart G. Wallraff

Die deutsche Romantik (1795 1830)


Literaire stroming Tijd Sturm und Drang 1760 1785 Klassik 1785 1832 Deutsche Romantik 1795 1830

Sturm und Drang (1760 - 1785) auteurs: de jonge Goethe (werk: Faust), de jonge Schiller (werk: Die Ruber), Herder Pozie had in de Sturm und Drang periode niet meer het doel het publiek te plezieren en te onderrichten, maar pozie moest uitspreken, waarmee het individu diep in zijn hart worstelde, wat het individu voelde. Men gaf zich over aan stemmingen. Bijna zonder overgang wisselden die van enorm vrolijk naar intens droevig. Het aldoor bezig zijn met het eigen zielenleven leidde tot zelfmedelijden en melancholie. Het belangrijkste en eerste woord van de Strmer und Drnger was vrijheid en daarom was er ook kritiek op het absolutisme van de vorsten. Deze periode kan als een soort voor-Romantiek worden gezien. Sturm und Drang 1. Wijst het verstand en de wetenschap af. 2. Luistert naar het instinct, het gevoel. 3. individualiteit. 4. Liefde: Het Werther type, kindermoorden (Gretchen) altijd ongelukkig. 5. Idealisering van de 16e eeuw. 6. Ruwe, plompe krachtige proza. 7. Verbinding met het Naturalisme (de sociale ellende). 8. Gaat ten gronde aan eenzijdigheid. De Klassik (1785 1832) auteurs: Goethe, Schiller In de Klassik ging men er van uit, dat de mens beperkingen heeft en dat hij deze grenzen moet accepteren, ja, dat in der Beschrnkung erst der Meister zeigt (In de zelfbeperking blijkt pas het meesterschap). De liefde voor de Klassieke Oudheid, het vereren van werken, het aardse leven, het bezit, het zich bewustzijn van zijn grenzen en de regels speelden een grote rol in de Klassik. Romantik 1. Koos voor het verstand, deed aan wetenschap. 2. Doet hetzelfde, maar probeert het te begrijpen. 3. idem. 4. Liefde: mystieke vereniging (novalis), absolute vrijheid. Ook een houden-van (ver weg). 5. Idealisering van de Duitse Middeleeuwen (onhistorisch). 6. Mooie muzikale taal. 7. Verbinding met de Neuromantik en het Symbolisme. 8. Gaat ten gronde aan veelzijdigheid.

Die Romantik (1795 1830) De mensen in de Romantiek zaten gevangen in een levensstemming, die we tegenwoordig onmogelijk kunnen navoelen. Overal zaten ze iets geheimzinnigs, iets onbegrijpelijks, iets oneindigs. De Romantische Beweging ontstond aan de Duitse universiteiten. De Frhromantik begon in Jena en was sterk filosofisch. Hierna kwam de Hochromantik wat vooral in Heidelberg en Berlijn speelde en dit was sterk potisch. Deze tijd behoort tot de vruchtbaarste periode van de Duitse literatuurgeschiedenis. Tijdgeschiedenis De politiek was een onsamenhangende statenbond die geen enkele vorm van politieke centrale macht kende. De vorsten misten een politiek nationaal bewustzijn. Mede omdat een krachtige burgerij in het economisch nog onderontwikkelde Duitsland ontbrak, bleef de Franse Revolutie in Duitsland aanvankelijk zonder concrete politieke gevolgen. Na de nieuwe territoriale indeling van Duitsland door Napoleon werd het Duitse Rijk in 1806 ontbonden. Opleiding en bezit bleven het voorrecht van een kleine klassenlaag. Op het Wiener Kongress in 1815 bepaalden de belangen van de vorsten de herstructurering van Duitsland. Filosofie: Fichte, Schelling, Hegel, Schopenhauer Muziek: Schubert, Schumann, Carl Maria von Weber (bracht Duitse opera tot bloei) Architecten: zochten hun voorbeelden in de Middeleeuwen. Literaire invloeden: Oudhoogduitse- en Middelhoogduitse literatuur; volksliederen Italiaanse en Engelse (Shakespeare) literatuur werd vertaald Indische literatuur 1795 1830 (begin Klassik einde Romantik) De Klassik kenmerkte zich doordat de mensen zich alles ontzegden en te bescheiden waren. De harmonie van de Klassik beviel de jongere generatie echter niet. Klassik Romantik 1. Bewust zijn van je grenzen 1. Grenzeloosheid 2. Maat houden 2. Mateloosheid 3. Het bezit 3. Zonder bezit 4. Het werk 4. Goddelijke luiheid 5. De burger 5. De nietsnut 6. Het aardse leven, de dag 6. De dood is een hoger leven, de nacht 7. Klassieke Oudheid 7. De gedealiseerde Duitse Middeleeuwen Kenmerken van de Romantik en vlucht Overeenkomsten met de Sturm und Drang generatie: ze keek neer op alle dode boekgeleerdheid, de jeugd analyseerde het gevoel en ze bekommerde zich niet om de gebruikelijke en gangbare moraal. De Romantici hielden zich bezig met het schrijven van spookverhalen en probeerden een wereld te leren kennen, die buiten het waarneembare lag. De Frhromantik (frhere- oder ltere Romantik), 1795 1805 Deze stroming was erg theoretisch- filosofisch georinteerd. Friedrich Schlegel en August Wilhelm Schlegel speelden een belangrijke rol in deze periode.

De Hochromatik (sptere- oder jngere Romantik), 1805 1830 Een kring van schrijvers ging zich vestigen in Heidelberg. Belangrijk was de wereld van de Duitse Middeleeuwen, het volkskarakter en de natuur. Brentano en von Arnim verzamelden volksliederen en de gebroeders Grimm verzamelden sprookjes. Er zijn 2 soorten sprookjes: Volksmrchen en Kunstmrchen. Volksmrchen Kunstmrchen 1. Naef, zoals bij kinderen; het goede wordt 1. Niet naef. beloond, het kwade bestraft. 2. De hoofdfiguur is sympathiek. 2. Hoofdfiguur soms onsympathiek. 3. Eenvoudige vorm, vaak mondeling 3. Bewuste kunstcreatie, soms in allegorische overgeleverd. vorm, vol symboliek. 4. Geen beperking van tijd een ruimte; dieren 4. Modern denken en voelen: Filosofisch, veranderen in mensen en omgekeerd. Demonisch, Religieus. 5. Geen ironie. 5. Soms ironisch of satirisch. 6. Overgeleverd, motiefaanduiding bij heldenlied 6. Modern-didactisch en dierfabel. Het vurig verlangen naar het onbekende De Romantici waren schrijvers, die genoten van reizen en rondtrekken. Ze ontdekten de schoonheid van de Duitse wouden en de oude Duitse steden, zoals Heidelberg, Rothenburg, Nrnberg of Bamberg. Met een geniaal inlevingsvermogen vertaalden ze Shakespeares, Calderons en Cervantes werk. Tegelijkertijd leidde dit smachtend verlangen naar onbekende oorden de schrijvers ook weg van deze wereld naar een mysterieus rijk vol geheimzinnigheid. In die verhalen spelen spoken en duivels een grote rol. Het vurig verlangen naar het verleden Het verlangen naar het verleden was een andere drijfveer van de Romantici. Men ziet aan dit verlangen dat de Romantici religieuze mensen waren. Wetenschap De Duitse Romantiek was het begin van een intensieve wetenschappelijke geschiedvorsing. Er gold vooral grote liefde voor de Duitse volksliteratuur. De gebroeders Grimm begonnen aan het enorme Wrterbuch der deutschen Sprache dat pas in 1961 af was. Daarnaast schreven ze de duetsche Grammatik. De romantische Ironie Het was alsof de schrijver boven zij werk stond, er mee speelde en als het ware bespottelijk maakte. Vaak vernietigde hij zijn eigen werk dan weer. Dit heet de romantische ironie. Weltschmerz Het romantische verlangen kon variren van Sehnsucht tot Weltschmerz. Dus van verlangen naar lijden aan het leven.

Die Blaue Blume Het symbool van het verlangen naar het hogere rijk is de blauwe bloem, waarover Heinrich aan het begn van Heinrich von fterdingen droomt. Deze Blaue Blume werd het centrale smbool van de Duitse Romantiek. Ze staan symbool voor het verlangen en voor het metafysische( bovennatuurlijke) streven naar het oneindige en onbereikbare. Creatio i.p.v. Imitatio In de Klassik was het imiteren van het Hellenisme het ideaal Imitatio. In de Romantiek werd voor het eerst het scheppen van originele, persoonlijke kunst het ideale streven Creatio Das bernatrliche Deutsches Mittelalter Heute (1795 1830) Romatische Sehnsucht

Dat Unterirdisch

Kenmerken romantiek: Voorliefde voor Duitse Middeleeuwen Voorliefde voor het bovennatuurlijke het ondergrondse de dood etc. het vurige verlangen kunst is het belangrijkste in het leven creatio i.p.v. imitatio wetenschap gevoel en fantasie romantische ironie de blauwe bloem

Goethe heeft de overgang van sturm und drang klassik helemaal meegemaakt en heeft ook veel invloed gehad in de klassik. Hij maakte deze overgang omdat hij afstand moest doen van de liefde van zijn leven. Auteurs die van sturm und drang naar de klassik waren gegaan, maakten eigenlijk nooit de overstap naar de Romatik. Deutsche literaturanthologie (gedichte und prosafragmente) komen onderdelen van terug in de toets! Gedichten uit het boekje!!

Você também pode gostar