Você está na página 1de 5

Toelichting EASYSHEET AUTOKOSTEN II

Versie mei 09 JWM Korsmit EasySheet.nl Bijna iedereen staat voor de keuze om periodiek een andere auto aan te schaffen. De vraag is dan niet alleen welke technische, emotionele, esthetische en operationele kwaliteiten een rol spelen maar ook wat de financile consequenties zijn van de keuze. Maar vaak weet men niet precies welke kilometerprijs bij een bepaalde optie voor een andere auto hoort, of wat de gevolgen zijn van een bepaalde wijze van financieren. In deze EasySheet worden de verschillende variabelen bijeengebracht voor de prijsvergelijking van het in gebruik houden van de eigen auto en de aanschaf van een nieuwe auto. Daarbij wordt een periode aangehouden, welke overeenkomst met de financieringsperiode. De kosten van de financiering zijn sterk afhankelijk van de rente, de looptijd en de restschuld. De EasySheet Autokosten II is vooral gericht op het geven van inzicht in de kostenopbouw. De directe kosten worden berekend maar ook de totale kosten, waarbij uitgegaan wordt van een gelijke vermogenspositie bij de aankoop en bij de verkoop van de auto. Er worden kengetallen berekend voor: directe kosten per maand (variabele en vaste kosten inclusief financiering) totale kosten per maand (directe kosten plus afschrijving en vermogensverandering) directe kosten per kilometer totale kosten per kilometer Voor de prijsvergelijking dient men zelf (in de aangegeven gele cellen) de volgende gegevens in te voeren: Gewicht van de auto (in verband met de motorrijtuigenbelasting) aankoopprijs inruilwaarde eigen auto inbreng eigen geld afschrijvingspercentage van de auto per jaar, waarbij er een correctiefactor ingevuld kan worden (tussen 0,85 en 1,15) voor het gegeven dat men bij sommige merken nu eenmaal sneller moet afschrijven De bepaling van de directe en de totale kosten geschiedt op basis van: variabele kosten/jaar vaste kosten/jaar inclusief de financierings kosten. kosten/jaar inclusief de afschrijving totale kosten over de looptijd van de financiering 1

waarde van de auto minus de restschuld na afloop van de looptijd de verandering van het eigen vermogen In deze EasySheet Autokosten II is ook ruimte voor een vergelijking op basis van algemene informaties, zoals gewicht, vermogen, laadruimte ed. Deze zijn van belang voor de vergelijking van technische kwaliteiten. Deze zijn voor de berekeningen van de kosten niet van belang, behalve dan het gewicht, dat van belang is voor het berekenen van de motorrijtuigenbelasting. Voor de bepaling van de financieringskosten moet men inschattingen maken voor: rente plus kosten per jaar (als percentage van de financieringssom) looptijd financiering in termijnen van maanden de restschuld van het te financieren bedrag in termen van een percentage van de financieringssom. Deze gegevens worden gebruikt voor alle berekeningen van de financieringskosten op het werkblad om onderlinge vergelijking van de verschillende opties mogelijk te maken. Het is altijd moeilijk om financieringsaanbiedingen te vergelijken. Als men een aanbieding krijgt dan kan men deze vergelijken met de theoretisch berekende kosten. Hiervoor is in rij 53 ruimte gelaten. Men kan de maandelijkse premies vergelijken, maar men moet daarbij ook kijken naar de restschuld, want deze zal toch betaald moeten worden. Men zal zelf met de EasySheet moeten experimenteren om de werking ervan te begrijpen en zelf prijsvergelijkingen te kunnen maken. Daartoe is het belangrijk om eerst het werkblad Rekenschema goed door te nemen. Men zal merken dat de totale kosten (inclusief afschrijvingen en vermogensverlies) voor het autorijden vaak tegenvallen. Aan de slag -Maak eerst een kopie van deze werkmap, zodat men altijd een back-up heeft. -lees vervolgens deze Toelichting maar bekijk vooral ook de opmerkingen op het werkblad Rekenschema en op de andere werkbladen. Als men alle teksten en opmerkingen gelezen heeft, kan men de donkergele cellen invullen en bezien wat de kosten zijn. Om geen onzin te krijgen moet men wel enigszins realistische gegevens invoeren. Experimenteer: -ga vervolgens experimenteren met de invulling van andere waarden in de gele cellen in werkblad Voorbeelden Kosten Autos en zie wat er gebeurt. -in de onbeveiligde versie kan men de formules controleren en evt. bijstellen. De doelcellen van de waarden in de gele cellen kan men vinden door deze te selecteren en vervolgens Extra, Formule Controleren en Doelcellen (voor de gele cellen) of Broncellen (voor de oranje cellen met formules) aan te klikken.

-als de werking een beetje bekend is ga dan na wat het effect is van verschillende financieringsvormen of van de invloed van de inbreng van eigen geld op de vermogensverandering enzovoort. -als dit alles een beetje vertrouwd is kan men zelf opties invoeren en doorrekenen in werkblad Eigen Invoer. Als men dit allemaal onder de knie heeft dan weet men waarschijnlijk meer dan de gemiddelde autoverkoper over de kosten en financiering en kom je beslagen ten ijs bij de slag om de aankoop van een andere auto. Deze EasySheet Autokosten II is in feite de basis van de EasySheet Autokosten I, waar dezelfde berekeningen worden gemaakt, maar meer verborgen. Er is ook een EasySheet Autokosten III uitgewerkt, waarin de gebruikskosten van een auto kunnen worden geregistreerd en berekend. Hierin is onder andere een kilometerverantwoording opgenomen. Ook is hierin een werkblad opgenomen met algemene informaties over afschrijvingspercentages en verwijzingen naar relevante websites. Overzicht van EasySheet Autokosten II Er zijn een drietal werkbladen: -Rekenschema -Voorbeelden Kosten Autos -Invoer Eigen Opties Werkblad Rekenschema Het werkblad Rekenschema geeft een overzicht van de kostenberekening. Na doorlezen van de teksten kan men de waarden in de okergele cellen zelf aanpassen. In de oranje cellen worden de berekeningen uitgevoerd en hier verschijnen de resultaten van de aanpassingen van de waarden. Merk op dat de groei van het vermogen bijna altijd negatief is. Dit is een gevolg van te hoge afschrijving (in cel E32) en van een te lage aflossing van de financieringsschuld (hoge inschatting % restschuld in E51). Een te hoge inschatting van de afschrijving is op zich prima, want dan valt bij aankoop van weer een volgende auto de inruilwaarde mee en is het vermogensverlies minder. Het invullen van de gele cellen vereist een nadenken over de grootte van de kosten en dat is lering. Want het noodzaakt om over zaken als verwacht onderhoud, afschrijving ed. na te denken. Ook de resultaten van de berekeningen zijn leerzaam, omdat men inzicht krijgt in het effect van de verschillende variabelen op de maandlasten en de kilometerkosten. Daarom moet men experimenteren met verschillen in de invoerwaarden. Om de berekeningen en de resultaten te doorgronden kan men een waarde in een gele cel veranderen en dan even wachten met enter en te kijken naar de doelcellen en dan pas enter indrukken. Dan zie je de waarde in de doelcellen veranderen.

Werkblad Voorbeelden Kosten Autos Op dit werkblad zijn een vijftal opties naast elkaar gezet. Bezie de resultaten en probeer deze door een andere keuze in de gele cellen te benvloeden. Probeer bijvoorbeeld een percentage restschuld in cel C50 te vinden, waarvoor de verandering in het eigen vermogen positief wordt. Bij een looptijd van 60 maanden en een rente-plus-kosten van 7% per jaar zal zelfs bij een restschuld van 0 % (de gehele lening is in dit geval afgelost) geen enkel van de voorbeelden voldoen. Er is in dat geval ook nog een lagere afschrijving noodzakelijk. Verander bijvoorbeeld de afschrijving van de Honda van 13 naar 10% per jaar en de restschuld naar 10% dan zal het lukken. Controleer dit. En constateer ook dat de kilometerprijs voor zowel de directe als de totale kosten 45 ct/km is. De directe kosten en de totale kosten zijn in het geval dat er geen vermogensverandering plaats vindt tussen de aankoop en de verkoop van de auto altijd ongeveer gelijk. Als de vermogensverandering negatief is dan is men na de financieringsperiode dus armer dan daarvoor. De vraag zou kunnen zijn hoe het komt dat de vermogensverandering bijna altijd negatief is. Los van de eerdere opmerking hierover is ook de inbreng van eigen geld en de inruilwaarde van de eigen auto van belang. Stel dat deze samen even hoog zijn dan de aankoopprijs van de nieuwe auto dan is er geen financiering en dan is er ook geen maandelijkse aflossing van schuld. Maar er is wel een maandelijkse afschrijving. Het gevaar bestaat dat men niet reserveert voor deze afschrijving. Bij financiering, zeker met een zeer lage restschuld, zit de afschrijving in de financiering ingebakken. Aangezien de looptijd erg kort is zijn de rentekosten beperkt. Een hoge financiering hoeft dus niet erg te zijn, mits men wel uitgaat van een zeer lage restschuld (laag percentage in C50) en mits de kosten natuurlijk niet extreem hoog zijn. Test dit uit op bijvoorbeeld de Ford C-max. Verander het percentage afschrijving van 13 in 10, de restschuld van 40% in 0% en de eigen inbreng van 10000 naar 0 euro. Kijk dan naar de verschillen in de maandlasten en de kilometerprijs. Deze veranderen resp. van 554 naar 787 euro en van 0,33 naar 0,47 ct/km. Maar voor de totale kosten ligt dit anders: van 831 euro per maand naar 766 en van 50ct/km naar 46 ct/km. Constateer ook dat er in plaats van een vermogensverandering van min 16593 er nu een vermogenswinst is van 1275. Hoe kan dat? Enerzijds is er een cosmetische ingreep van de verlaging van de afschrijving (scheelt 4425 ofwel 74 euro per maand resp. 4 ct/km). Als men de afschrijving echter te laag inschat zal de inruilprijs veel lager zijn dan de afschrijving en wordt er alsnog vermogen verloren. Anderzijds is er in de berekening van de directe kosten geen rekening gehouden met de noodzakelijke afschrijving. Daardoor zijn de directe kosten lager, maar wordt er een negatief vermogen opgebouwd. Een inbreng van 10000 euro eigen geld zou in dit geval 11000 euro aan directe kosten besparen.

Inbreng van eigen geld is dus op zich niet verkeerd, integendeel men kan wat goedkoper uit zijn, maar het gevaar is groot dat er onvoldoende geld voor de afschrijving wordt gereserveerd. De afschrijving blijkt een grote invloed op de kosten te hebben. Dit levert meteen de vraag op of het niet handiger is een auto met de kop eraf te kopen. Alhoewel het onderhoud duurder zal zijn is de afschrijving evenals de aankoopprijs veel lager. Dit zou men eens door kunnen rekenen. Dit soort exercities kan veel gemakkelijker en nauwkeuriger in EasySheet Autokosten I gedaan worden. Om de vergelijking compleet te maken wordt er ook een vergelijking met de eigen auto gemaakt in kolom C. Vaak zal blijken dat het zelf in gebruik houden van de eigen auto de goedkoopste alternatief is. Ook de ANWB stelt dat na 4 jaar het oprijden van de eigen auto het goedkoopst is. Maar dan wel een reserveringspotje, of speculatief potje, maken voor de aanschaf van een nieuwe over 10 jaar of zo. Werkblad Eigen Keuzen Op het werkblad Eigen Keuzen kunnen eigen voorbeelden worden ingevuld. Let op dat een aantal zaken wel worden ingevuld: -Gewicht auto -aanschafprijs -Afschrijving en correctie factor (standaard 1) -Inruilwaarde en eigen geld dat in de nieuwe auto gestoken wordt -Alle info voor de variabele kosten: rente, looptijd en %-restschuld Controleer in ieder geval goed hoe de eigen auto in de prijsvergelijking scoort!

Você também pode gostar