Artikelen debat Milou en Marloes. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/orgaandonatie In Nederland is er een tekort aan donororganen. Ongeveer 1 op de 5 mensen is bereid om donor te worden.

Tegelijkertijd hebben honderden mensen een nieuw orgaan of weefsel nodig. Als ze daar te lang op moeten wachten, kan dat leiden tot de dood. Elk jaar overlijden mensen terwijl ze op de wachtlijst voor bijvoorbeeld een nieuw hart of lever staan. http://www.transplantatiestichting.nl/donatie/orgaandonatie In Nederland is het mogelijk om na overlijden (oftewel postmortaal) verschillende organen te doneren: nieren, alvleesklier (pancreas), lever, longen, hart en dunne darm. Aan het daadwerkelijk doneren van een orgaan gaat een aantal handelingen vooraf. Deze handelingen zijn vastgelegd in protocollen, die ziekenhuizen verplicht moeten naleven. De donatieprocedure van organen verloopt anders dan de donatieprocedure van weefsels. http://www.donorregister.nl/veelgestelde_vragen/registratie/ Wie kan zich in het Donorregister laten registreren? Iedereen van twaalf jaar of ouder die ingeschreven staat bij een Nederlandse gemeente, kan zijn of haar keuze in het Donorregister laten vastleggen. Er is n uitzondering. Wilsonbekwame personen kunnen zich niet laten registreren in het Donorregister. Wanneer een persoon op een later tijdstip wilsonbekwaam is geworden, dan is de registratie alleen geldig als de persoon wilsbekwaam was ten tijde van het invullen van het donorformulier. Personen die zich niet hebben laten registreren voordat zij wilsonbekwaam werden, kunnen bij overlijden geen donor meer worden. Donor worden? Of juist niet? Iedereen die twaalf jaar of ouder is en in Nederland woont, kan zijn of haar keuze over orgaan- en weefseldonatie in het Donorregister laten vastleggen. Registratie geeft duidelijkheid en zekerheid aan iedereen. Het registreren van de keuze kan met het donorformulier. Er zijn vier keuzemogelijkheden: 1. Ja, ik geef toestemming 2. Nee, ik geef geen toestemming 3. Mijn nabestaanden beslissen Een specifieke persoon beslist

Artikelen debat Chiyang en Dion

http://www.boegwerkt.nl/nieuws/18-fme-maak-technisch-hogeronderwijs-gratis
FME: Maak technisch hoger onderwijs gratis De werkgeversorganisatie van de technische industrie FME pleit ervoor om geen lesgeld meer te vragen voor het technisch hoger onderwijs. Voorzitter Ineke Dezentj Hamming denkt dat alleen zo succesvol een dreigend tekort aan bta's, technici en ict'ers kan worden voorkomen.Hamming meent dat dit tekort de grootste dreiging voor het voortbestaan van de technologische industrie in Nederland is. Zij roept de politiek op om een statement te maken die het maatschappelijk en economisch belang van technische studies o nderstreept.Door het technisch hoger onderwijs gratis te maken zullen er volgens Hamming meer knappe koppen op de arbeidsmarkt komen. Deze slimmeriken zullen er voor gaan zorgen dat Nederland zich uit de recessie gaat innoveren door betere producten en pro cessen te maken. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/volwassenenonderw ijs/vraag-en-antwoord/wat-is-de-wettelijke-hoogte-van-hetlesgeld-cursusgeld-en-collegegeld.html Kosten hoger onderwijs In het hoger onderwijs moet u collegegeld betalen aan de hogeschool of universiteit. Bij een hoger onderwijsinstelling die door de overheid gefinancierd wordt, is het collegegeld voor bepaalde groepen vastgesteld. Het wettelijk collegegeld voor een voltijdse opleiding bedraagt 1.771 voor het studiejaar 2012/2013. Het wettelijk collegegeld voor een deeltijd of duale opleiding bedraagt voor het studiejaar 2012/2013 tussen de 1.003 en 1.771. Dit bedrag wordt door de instelling vastgesteld. Het wettelijk collegegeld wordt jaarlijks gendexeerd. Als u niet in aanmerking komt voor het wettelijk collegegeld, dan moet u instellingscollegegeld betalen in plaats van wettelijk collegegeld.

Stell ing: Het hoger onderwijs moet gratis worden.

Argumenten Chiyang Argumenten tegen: -Wanneer het onderwijs gratis zou zijn, betekent dat de kosten door andere middelen moet worden vergoed. Dit zal betekenen dat de belastingen omhoog gaan en de belastingbetaler nog meer moet betalen dan die nu al doet. -Het wettelijk collegegeld voor een voltijdse opleiding bedraagt dit jaar 1.771. Aantal hoger onderwijs studenten vorig jaar was ongeveer 660.000. dit betekent dat er ongeveer 1,2miljard ann extra kosten bijkomt. -De kosten van het hoger onderwijs wordt nu al gedeeltelijk vergoed. Je krijgt studiefinanciering. Dus je betaald niet alles uit eigen zak. -Er moet worden bezuinigt omdat financiering niet voldoende is, dit leid tot meer hoorcolleges, minder contacturen. -Omdat het toch gratis is gaan studenten minder hard werken. Er zit geen gevolgen aan of je het haalt of niet. Studenten zullen minder gemotiveerd zijn om studie te behalen in een bepaalde tijd. Hierdoor zal de kosten nog meer oplopen. Argumenten Dion Argumenten voor : -Door het wegvallen van de basisbeurs kan men niet langer makkelijk naar het hoger onderwijs, zonder nog hl lang aan kosten vast te zitten. Door hoger onderwijs gratis te maken wordt het toegankelijker voor de armere student. Dit zorgt voor meer studenten met een hogere opleiding, die elk hun bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. Dit zal bijdragen aan het wegwerken van de bedragen die voor het onderwijs neergelegd moeten worden. -Hoe? Door een systeem te creren waarin verschillende innovaties, verbeteringen, etc. de kosten van het onderwijs de moeite waard maken. Investeren in de toekomst, zeg maar. De belastingen hoeven dus niet veel verder omhoog, omdat het zogenaamde geldprobleem vanzelf goed kan komen.

-Studenten zullen dus ook juist gemotiveerder zijn om te gaan studeren, wat al n stap is. Om de studies te verkorten zal er toch weer een langstudeer-boete op tafel moeten komen, wat op zijn beurt weer de schulden extra weg kan werken, maar dit is makkelijk te omzeilen als je je best doet. -Door het hoger onderwijs gratis te maken voorkomen we een tekort aan bepaalde opgeleiden. Vooral bij duurdere studies, waar in de toekomst een tekort in opgeleiden in kan ontstaan, kan dit op deze manier voorkomen worden.

Stell ing: Iedere Nederlander vanaf 18 jaar is automatisch orgaandonor tenzij hij aangeeft dit niet te willen zijn. (ja tenzijsysteem)
Argumenten Milou Argumenten tegen: -In het huidige nee-mits systeem kan je nog aangeven of je wel of geen donor wilt worden. Hierdoor is er in dit systeem meer sprake van het zelfbeschikkingsrecht. Elk mens hoort zelf te beslissen wat er met zijn/haar lichaam na zijn/haar dood gebeurd. Het klopt, mensen zijn soms te laks om in te vullen of ze donor wel of niet willen worden. Maar er zijn ook veel mensen die erover twijfelen, omdat ze niet graag over de dood na willen denken. Door het ja tenzij-systeem worden mensen automatisch donor als ze niks invullen. Dit kan voor veel verwarring zorgen. Als mensen echt graag donor willen worden, geven ze dat wel aan. Mensen die er te lui voor zijn, zijn er dus niet zoveel mee bezig en zullen waarschijnlijk toch wel aangeven dat ze geen donor willen worden. - Het is raar dat de overheid automatisch eigenaar is van jouw organen, tenzij je hier expliciet bezwaar tegen hebt. Er zijn teveel mensen die hierover twijfelen of die er te laks voor zijn, dus dit gaat helemaal tegen het bezit op eigen lichaam regel in. (lichamelijke integriteit, artikel 11 van de grondwet). -Ook is het zo dat er gekeken wordt naar de verkeersveiligheid in de landen. Het klopt, in Spanje en in Belgi werkt het systeem heel goed en zou in ons land 21 tot 26% meer donoren opleveren. Maar als je gaat kijken naar het aantal verkeersdoden in de landen met de donoren erbij, liggen de getallen vlak bij elkaar voor het aantal donoren. Zo blijkt dat het aantal verkeersdoden, een groep potentile donoren, in Spanje en Belgi veel groter is dan in Nederland. Wanneer gekeken wordt naar het aantal donoren gedeeld door het donorpotentieel, blijken de getallen al een stuk dichter bij elkaar te liggen. Het donor potentieel betekent het aantal mensen dat overlijdt waarvan de organen vervolgens geschikt zijn voor transplantatie. In Nederland is de verkeersveiligheid veel groter, waardoor wij ook een laag donorpotentieel hebben. Met de introductie van de Wet op de orgaandonatie (WOD) in 1998 verwachtte men een stijging van het aantal donoren te kunnen bewerkstelligen. Het aantal orgaandonaties per jaar is sinds 1998 zelfs lager dan de jaren ervoor en is pas zeer recentelijk weer aan het stijgen. Er zijn verschillende factoren die van invloed zijn op het aantal orgaandonaties. Eendrietal hoofdfactoren zijn: Het donorpotentieel. Het donorpotentieel wordt gedefinieerd als het aantal mensen p.m.i. dat overlijdt aan een specifieke doodsoorzaak waardoor organen

in principe in aanmerking kunnen komen voor transplantatie. Het donorpotentieel bepaalt het maximaal aantal haalbare orgaandonoren aan het begin van het donatietraject. - Het donorpotentieel van een land werd berekend aan de hand van het aantal personen per miljoen inwoners dat overlijdt aan een sterftecategorie die relevant is voor orgaandonatie. Voor postmortale heartbeating orgaandonatie zijn de relevante sterftecategorien: CVA, verkeersongeval en ongeval. Deze drie sterftecategorien zijn in de landen, die betrokken zijn in dit onderzoek, voor 80% de oorzaak van het overlijden van een orgaandonor. In de meeste landen komt het grootste deel van de orgaandonoren uit een leeftijdscategorie onder de 65 jaar. Argumenten Marloes Argumenten voor:
-In het huidige nee mits systeem maken mensen geen keuze wel of niet orgaandonor te willen zijn. Automatisch zullen de nabestaanden deze keuze dan hebben. De nabestaanden moeten deze keuze in enkele minuten maken omdat het lichaam anders niet meer geschikt is voor donatie. Het blijkt dat de nabestaanden bijna altijd zeggen dat ze geen donatie willen. Hun mening is meestal dat als de overledene dit wel had gewild hij zich wel af had gemeld. -De keuzes in het ja tenzij systeem en het nee mits systeem zijn hetzelfde, er kan voor ja, nee of de keuze kan bij de nabestaande liggen. Het enige verschil is dat in het ja tenzij- systeem verplicht een keuze gemaakt moet worden en je anders automatisch donor zal zijn. -Volgens onderzoeken zal het systeem van ja tenzij 21 tot 26% meer donoren opleveren. -In Spanje, Oostenrijk, Belgie, Finland, Portugal en Tsjechi hebben ze de regeling dat iedereen donor is tenzij hij anders aangeeft al ingevoerd. Het blijkt dat in deze landen de meeste orgaandonaties plaatsvinden. -Mensen hebben nog steeds het recht een eigen keuze te maken. Ze worden wel gedwongen na te denken over hun gift van organen maar als ze deze keuze maken moeilijk vinden kunnen ze aangeven geen donor te willen zijn. -In beide systemen kunnen mensen donor worden gemaakt terwijl ze dat eigenlijk niet willen. Als de keuze in het huidig systeem niet gemaakt wordt kunnen ook nabestaanden ervoor kiezen om toch een orgaan af te staan.