Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
II - Basaalmembraan
INSPECTIE
1- algemeen aspect van de efflorescentie (vorm, kleurverandering, grootte)
2- niveau (boven, in, onder huidoppervlak)
3- lokalisatie: gelokaliseerd
(topografie) gedissimineerd
gegeneraliseerd (=erythrodermie)
EFFLORESCENTIELEER
Primaire efflorescenties: erytheem, papel, vesikel, bulla
Secundaire efflorescenties: squama, crusta
ADNEXEN
Haarfollikel (m. arrector pili)
Talgklieren (afvoerstoornis, acne)
Zweetklieren: a. eccriene klieren
b. apocriene klieren
Vesikel = voor het oog zichtbare holte gevuld met helder vocht, niet groter dan 1 cm.
Nodus = circumscripte palpabele weerstand in de dermis of subcutis, al dan niet boven het
huidniveau verheven.
Erosie = oppervlakkig defect van de huid, waarvan de bodem boven de basaalmembraan (er
worden géén bloedinkjes gezien)
Excoriatie = dieper gelegen defect tot in de dermis (er worden wel bloedinkjes gezien)
Spongiose = vochtophoping tussen de cellen van het stratum spinosum (= histopathologische term)
Polymorfie = voorkomen van verschillende elementen naast elkaar (i.t.t. monomorf beeld)