Você está na página 1de 4

Economische Vooruitzichten Update

onjunctuurherleving meer dan de zoveelste minicyclus C Einde aankoopprogramma Fed uitgesteld Obligatierentes opnieuw lager Politieke risicos vormen grootste bedreiging

Oktober 2013

De wereldconjunctuur lijkt vertrokken voor een matig, maar duurzaam herstel. Een aantal factoren spelen hierbij een belangrijke rol. Het groeivernietigend saneringsbeleid in de EMU heeft plaatsgemaakt voor een meer pragmatische aanpak, die zich richt op een evenwichtige begroting over de economische cyclus heen. Dankzij dat groeivriendelijker budgettair beleid krijgen de structurele hervormingen in de EMU de kans om hun vruchten af te werpen. Ondertussen heeft de Amerikaanse economie grote vorderingen gemaakt in het wegwerken van haar onevenwichtigheden die aan de basis van de Grote Recessie lagen. De huizenmarkt herstelt sneller dan verwacht, wat ook de activiteit in de bouwsector een duw in de rug geeft. Dankzij de kordate aanpak van de Amerikaanse regelgever is ook de banksector duidelijk gezonder dan de Europese, wat onder meer zorgde voor een normalisatie van de kredietgroei aan de private sector. Het herstel wordt ook breed gedragen door de consument en de bedrijfsinves-

teringen. In de VS levert de particuliere consumptie de grootste groeibijdrage tot het bbp, wat ook tot uiting komt in het forse herstel van het consumentenvertrouwen. Dat vertrouwen verbetert ook in de EMU, maar is voorlopig nog niet echt zichtbaar in de groei van de consumentenbestedingen. Ook het nieuwe economische beleid in Japan heeft ertoe bijgedragen dat de economische groei in het eerste halfjaar van 2013 in belangrijke mate gedreven werd door de groei van de particuliere consumptie. Het doorbreken van de deflatievrees dankzij het agressieve beleid van de Japanse centrale bank speelt hierbij een belangrijke rol. Ten slotte is ook het Chinese economische beleid erop gericht om de groei meer te richten op de binnenlandse vraag, en op de consumptiebestedingen in het bijzonder. Naast de particuliere consumptie dragen ook de bedrijfsinvesteringen het herstel van de wereldconjunctuur. De capaciteitsbezettingsgraad in de verwerkende nijverheid benadert in een aantal belangrijke economien, waaron-

der de VS en Duitsland, het peil van net voor de Grote Recessie. Daardoor stijgt geleidelijk de behoefte aan uitbreidingsinvesteringen die de binnenlandse vraag ondersteunen. De conjunctuurherleving doet zich voor tegen de achtergrond van een gunstige ontwikkeling van de grondstofprijzen. Nu het gevaar voor een internationale escalatie van de Syri-crisis voorlopig is geweken, zette de olieprijs zijn neerwaarts pad voort. Samen met de dalende trend van de overige grondstoffen, zet dat de inflatie in de westerse economien sterk onder neerwaartse druk waardoor de koopkracht van de gezinnen stijgt en de productiekosten van bedrijven daalt. Zo ligt de inflatie in de VS en de EMU (respectievelijk 1,5% en 1,1%) ondertussen al een flink stuk onder de inflatiedoelstelling van 2% van de betrokken centrale banken.

Exit uit de exit


De grootste verrassing van de voorbije maand was de beslissing van de Amerikaanse centrale bank om haar

Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u op de hoogte van alle analyses en vooruitzichten van de KBC-economisten.

Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens (32) (0)2 429.62.87 E-mail: dieter.guffens@kbc.be Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Gompel, Havenlaan 2, B-1080 Brussel Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: economic.research@kbc.be Deze publicatie komt tot stand op de Chief Economist Department van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenarios, risicos en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledig1 heid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 1 oktober 2013, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 1 oktober 2013.

EconomischeVooruitzichten

Update

aankoopprogramma (maandelijks voor 45 miljard USD overheidsobligaties en voor 40 miljard hypotheekgerelateerde obligaties) voorlopig niet terug te schroeven. Nochtans had Fed-voorzitter Bernanke in juni laten verstaan dat een begin van het uitdoven ervan in de nabije toekomst waarschijnlijk was. De redenen die de Fed toch daarvan weerhielden zijn de forse opsprong van de obligatierentes sinds juni, de aanhoudend negatieve impact van het begrotingsbeleid op de groei, de kwetsbaarheid van de arbeidsmarkt en de te lage inflatie. Nadat het begrotingsjaar 2013 zonder volwaardige begroting met voorlopige twaalfden is verlopen (wat tussen haakjes bijdroeg tot een forse begrotingssanering) is ook het begrotingsjaar 2014 in oktober begonnen zonder begroting. Wat de Fed op het ogenblik van haar beslissing nog niet wist, is dat het nieuwe begrotingsjaar zelfs zou starten met een sluiting van grote delen van de federale overheid. Zelfs daarvoor was de Fed van mening dat het restrictieve karakter van het begrotingsbeleid de Fed de facto niet toelaat om de voet van het monetair gaspedaal te lichten. De daling van de werkloosheidsgraad van 8,1% in augustus 2012 tot 7,3% een jaar later is weliswaar aanzienlijk, maar niettemin is de Fed niet helemaal tevreden over de achterliggende rede-

nen. Een belangrijke factor was immers de daling van de participatiegraad tot 63,2% van de beroepsbevolking. Op zijn beurt was dat het gevolg van structurele demografische factoren, maar volgens de Fed speelde ook het feit mee dat een aantal werklozen afhaakten en voorlopig niet meer naar een baan zochten. Dat betekent dat de feitelijke werkloosheidsgraad een stuk hoger ligt dan het officile cijfer laat uitschijnen, wat de Fed mee ertoe aanzette om tot nader order haar extreme monetaire stimulering voort te zetten. Het feit dat de inflatie op dit ogenblik ruim beneden de doelstelling van de Fed ligt, is daarvoor een bijkomend argument.

jaarsrente daalde van net onder 3% begin september tot 2,6% op dit ogenblik. Anderzijds is het niet duidelijk hoe de Fed op langere termijn haar extreem soepel monetair beleid op een ordelijke wijze wil normaliseren, als al de loutere aankondiging van een minder forse stimulering leidt tot een marktreactie die de Fed op haar beslissing doet terugkomen. Tijdens de Grote Recessie was het vooral het budgettair en monetair beleid dat een afglijden in een depressie heeft vermeden. Paradoxaal genoeg gaan nu de grootste conjuncturele risicos uit van datzelfde economische beleid, meer specifiek in de VS. Terwijl op langere termijn de ordelijke normalisatie van het monetair beleid volledig onverkend terrein is, bewijzen op korte termijn de Amerikaanse president en het Amerikaanse parlement dat de EMU geen monopolie heeft op budgettaire chaos.

Gevangen
Het restrictieve begrotings-non-beleid, de daling van de participatiegraad op de arbeidsmarkt en de lage inflatie waren de Fed al bekend toen ze in juni een spoedig begin van het uitdoven van haar aankoopprogramma suggereerde. Het lijkt er dus op dat vooral de forser dan verwachte stijging van de obligatierentes sinds juni de Fed op andere gedachten bracht. De Fed vreest dat hogere hypotheeklasten te sterk op de consumptiegroei zouden wegen en zo de conjunctuurherleving zouden saboteren. Enerzijds had het uitstel van het uitdoofscenario in september het gehoopte kortetermijneffect: de Amerikaanse tien-

Dieter Guffens dieter.guffens@kbc.be

Huidige opleving waarschijnlijk duurzamer


(PMI verwerkende nijverheid, 50 = neutraal) 65 60 55 50 45 40 35 30 2005 VS EMU ECB VLTROs OMT: Whatever it takes (Draghi) ARRA, Cash for clunkers Fed Q1 06 07 08 09 10 11 12 13 Sterke voorraadcyclus Fed Q2 Fed Operatie Twist Fed Q3

Stijgende bezettingsgraad ondersteunt bedrijfsinvesteringen


(in %) 90

85

80

75

70

65 1999

2001

03

05

07

09 Duitsland

11

13

VS EMU

EconomischeVooruitzichten

Grafieken

Economische activiteit in OESO


(kwartaalwijziging op jaarbasis in %) 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 2007 08 09 10 11 12 13 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 Bbp (reel, linkse schaal) Voorlopende indicator (rechtse schaal) -2 -3 -4 2007 1 0 -1 2

(standaardafwijking van het LT-gemiddelde)

Vertrouwen G4

08

09

10

11

12

13

Ondernemers Consumenten

(consumptieprijsindex, jaarwijziging in %) 6 5 4 3 2 1 0 -1 -2 100 200 300

Inflatie

Grondstoffenprijzen
(januari 2007=100)

BBP -3 (reel)
2007

Voorlopende indicator
08 09 10 11 OESO 12 13

VS EMU

2007 08 09 Ondernemers

10 11 Olie (brent, dollar per vat) Industrile metalen (Economist) Landbouw en voeding (S&P GSCI)

12 13 Consumenten

Renteverloop VS
(in %) 6 5 4 3 2 1 0 2007 6 5 4 3 2 1

Renteverloop EMU
(in %)

VS

EMU

OESO

08 09 Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente

10

11

12

13

0 Olie (brent, per 2007 dollar 08 09 vat) 10 Duitse obligatierente (10-jaar) Beleidsrente

11

12

13

Industrile metalen (S&P GSCI) Landbouw en voeding (S&P GSCI)

EconomischeVooruitzichten

Tabellen

Rele bbp-groei
2013 2014 2013

Inflatie
2014 01-10-2013 +3m

Beleidsrentes
+6m +12m

VS EMU Belgi Duitsland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechi Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australi NIeuw-Zeeland Canada

1,9 -0,4 0,1 0,6 1,2 1,5 2,0 1,3 0,5 1,1 -1,3 0,4 0,6 1,7 3,5 1,9 7,5 2,2 2,5 1,7

2,8 1,1 1,2 1,9 2,2 2,5 2,7 1,7 1,5 2,2 1,5 1,5 1,8 2,4 3,8 1,6 7,4 2,3 2,8 2,1

1,5 1,4 1,2 1,4 2,8 0,5 1,7 -0,3 1,5 0,9 1,6 2,3 0,7 6,0 6,4 0,3 2,6 2,0 1,7 1,8

1,9 1,5 1,4 1,6 2,5 1,4 2,1 0,7 1,5 1,8 1,6 3,0 2,7 5,1 6,2 2,1 2,9 2,0 2,0 2,0

VS EMU VK Zweden Noorwegen Zwitserland Polen Tsjechi Hongarije Roemeni Rusland Turkije Japan China Australi Nieuw-Zeeland Canada

0,25 0,50 0,50 1,00 1,50 0,13 2,50 0,05 3,60 4,25 8,25 4,50 0,10 6,00 2,50 2,50 1,00

0,25 0,50 0,50 1,00 1,50 0,13 2,50 0,05 3,40 4,25 8,25 4,50 0,10 6,00 2,50 2,75 1,00

0,25 0,50 0,50 1,00 1,50 0,13 2,50 0,05 3,40 4,25 8,25 4,50 0,10 6,00 2,25 2,75 1,00

0,25 0,50 0,50 1,00 1,75 0,13 2,50 0,05 4,50 4,25 8,25 4,50 0,10 6,00 2,25 3,00 1,00

Wisselkoersen
01-10-2013 +3m +6m +12m 01-10-2013 +3m

Tienjaarsrentes
+6m +12m

USD per EUR GBP per EUR SEK per EUR NOK per EUR CHF per EUR PLN per EUR CZK per EUR HUF per EUR RON per EUR BGN per EUR RUB per EUR TRY per EUR JPY per EUR RMB per USD USD per AUD USD per NZD CAD per USD

1,35 0,83 8,64 8,15 1,22 4,23 25,64 296,30 4,46 1,96 43,72 2,73 132,46 6,12 0,94 0,83 1,03

1,30 0,84 8,70 7,80 1,25 4,20 25,60 308,00 4,45 1,96 44,00 2,70 127,40 6,11 0,95 0,83 1,03

1,25 0,83 8,70 7,60 1,25 4,15 25,40 300,00 4,50 1,96 44,25 2,65 122,50 6,08 0,93 0,82 1,03

1,20 0,82 8,70 7,50 1,30 4,10 25,00 310,00 4,50 1,96 44,50 2,60 117,60 6,05 0,92 0,80 1,03

VS Duitsland Belgi VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechi Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australi Nieuw-Zeeland Canada

2,65 1,81 2,58 2,73 2,49 2,86 1,03 2,71 4,45 2,27 5,83 7,66 8,85 0,67 4,07 3,94 4,55 2,58

3,00 2,00 2,80 3,00 2,60 3,10 1,20 2,70 4,55 2,30 6,20 7,90 9,00 0,80 4,05 4,00 4,60 2,90

3,25 2,25 2,95 3,20 2,75 3,25 1,40 2,85 4,60 2,40 6,70 7,90 9,30 0,90 4,10 4,10 4,65 3,10

3,50 2,40 3,00 3,45 2,90 3,40 1,75 2,90 4,60 2,70 6,60 8,00 9,50 1,00 4,25 4,30 4,80 3,35

Você também pode gostar