Você está na página 1de 186

STEDELIJKE INNOVATIE POOL TURNHOUT

MASTERPLAN 21 11 2012

TV B+B+B
B-ARCHITECTEN / B+B STEDEBOUW & LANDSCHAPSARCHITECTUUR

STEDELIJKE INNOVATIE POOL TURNHOUT


MASTERPLAN 21 11 2012

TV B+B+B B-ARCHITECTEN / B+B STEDEBOUW & LANDSCHAPSARCHITECTUUR

INHOUDSOPGAVE
1. 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.6 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20 3.21 Inleiding 9 11 13 15 17 19 21
5

Projectgebied Situering plangebied Ontwikkelingen in Turnhout Vervuiling Grondeigendom Verkeersstructuur

Innovatiepool Turnhout Historiek Stedenbouwkundige structuur Bestaande bebouwing Bebouwingstypologie Het verborgene Identiteit Het plein, het hofje, de straat en de tuin In de reeks van groene ruimtes In de reeks van stedelijke ruimtes Drie gebouwen Een nieuw gezicht Gaanderijen Binnenplaatsen Poorten Schakering van openbare ruimte Historische relicten Activering van het gebied Fasering Supervisie en kwaliteitsbewaking Duurzaamheid en milieu Verkeer

23 25 27 29 31 33 37 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 69 71 73 75 79 81 81 81 83 89 89 95 97 97 97 99 99 99 101 101 103 103 105 105 107 107 107

Plankaart 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 Rond het plein Het plein en drie gebouwen De drie gebouwen 4.2.1 Typologie, massa en volume 4.2.2 Beeldkwaliteit bebouwing 4.2.3 Parkeren 4.2.4 Binnenplaatsen Gebouw 1 4.3.1 Bouwblok 1a 4.3.2 Bouwblok 1b 4.3.3 Bouwblok 1c 4.3.4 Bouwblok 1d 4.3.5 Bouwblok 1e 4.3.6 Bouwblok 1f 4.3.7 Bouwblok 1g 4.3.8 Bouwblok 1h 4.3.9 Bouwblok 1i 4.3.10 Bouwblok 1j Gebouw 2 4.4.1 Bouwblok 2a 4.4.2 Bouwblok 2b 4.4.3 Bouwblok 2c 4.4.4 Bouwblok 2d

4.5 4.6 4.7 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 6. 6.1 6.2 6.3 6.4

4.4.5 Bouwblok 2e 4.4.7 Bouwblok 2g Gebouw 3 4.5.1 Bouwblok 3a 4.5.2 Bouwblok 3b 4.5.3 Bouwblok 3c 4.5.4 Bouwblok 3d 4.5.5 Bouwblok 3e 4.5.6 Bouwblok 3f 4.5.7 Bouwblok 3g 4.5.8 Bouwblok 3h 4.5.9 Bouwblok 3i Ontsluiting en parkeren Inrichting van het plein Aan het hofje Het hofje Bebouwing 5.2.1 Bouwblok Ia 5.2.2 Bouwblok Ib 5.2.3 Bouwblok Ja 5.2.4 Bouwblok Jb 5.2.5 Bouwblok Jc 5.2.6 Bouwblok Jd 5.2.7 Bouwblok K Ontsluiting en parkeren Inrichting van het hofje In de tuin De tuin Bebouwing 6.2.1 Bouwblok L 6.2.2 bouwblok M Ontsluiting en parkeren Inrichting van de tuin

109 109 113 115 115 117 117 117 119 119 119 121 123 125 129 131 133 133 133 135 135 135 135 137 139 141 143 145 147 147 149 153 153 155 157 159 159 165 167 179 183 185

7. Langs de straat 7.1 De straat 7.2 Ontsluiting en parkeren 7.3 Inrichting van de straat Bijlage Het station Programma Parkeernorm Colofon

INLEIDING

Dit Masterplan Stedelijke Innovatiepool Turnhout is het resultaat van een intens ontwerpproces van ons multidisciplinair team. Tijdens verschillende thematische workshops hebben we het wedstrijdontwerp verder verfijnd en aangepast aan de noden en wensen van de verschillende diensten van de stad Turnhout, privpartners, omwonenden en andere betrokken partijen. Themas workshops: - Ontwikkelingsstrategie / Programma - Mobiliteit - Openbaar Domein / Milieu - Buurtoverleg Gedurende een lange periode hebben we ons verdiept in het stedenbouwkundige en architecturale onderzoek van deze site. Dit eindproduct is een ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor het voormalige industriegebied achter het station in Turnhout. De site is een drager voor een woon- en werkprogramma, gevarieerd in densiteit en typologie en met veel aandacht voor de kwaliteit van de publieke buitenruimte. Gezien de ligging aan het station en op wandelafstand van de Grote Markt van Turnhout, is de Innovatiepool een prachtige locatie voor nieuwe ontwikkelingen met nadruk op zorgwonen, samenleven van jonge gezinnen met zorgbehoevende ouderen, duurzaamheid en vernieuwing in wonen en werken. Het Masterplan verankert enkele belangrijke uitgangspunten, echter behoudt ze de nodige vrijheden om toekomstige evoluties en wijzigende inzichten flexibel op te vangen. In dit boek wordt het Masterplan - vertrekkende van de stedenbouwkundige context, een nieuwe identitiet en mobiliteitsanalyse - gepresenteerd. Het plan omvat wonen, werken en leven in verschillende stedelijke contexten: - aan het hofje - rond het plein - in de tuin - langs de straat Telkens worden de uitgangspunten voor de organisatie van openbaar domein en bebouwing toegelicht, en worden maximale massa en gewenste morfologie vastgelegd in regelgevingen. Tot slot worden in bijlage enkele denksporen aangereikt inzake ontwikkelingen aan het stationsplein,

programma en parkeren.

Na een periode van frequent contact en overleg met de betrokken partijen zijn we er van overtuigd dat dit plan een sterke drager is voor een kwalitatieve ontwikkeling en dat de Stedelijke Innovatiepool Turnhout een nieuwe impuls zal bieden voor de site, haar onmiddellijke omgeving en de stad Turnhout. We hopen alvast dat U in dit document de geestdrift en goesting terugvindt waarmee ons team aan dit voorstel werkte.

10

2
11

PROJECTGEBIED

12

PROJECTGEBIED

001_Anco-terrein

2.1

Situering plangebied

13

Het plangebied is centraal gelegen binnen de ring (R13) van Turnhout. De Innovatiepool ligt als schakel tussen het centrum van Turnhout en de Nieuwe Kaai en het landelijk gebied aan de noordzijde daarvan. Het gebied ligt ten westen van het station van Turnhout, tussen de Merodelei en de Guldensporenlei. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door de Prinsenstraat en de Harmoniestraat, aan de oostzijde door het spoor. Dwars door het plangebied loopt de Diksmuidestraat die in het verlengde van de Kongostraat doodloopt op het spoor. De Bareelstraat loopt van zuid naar noord door het plangebied door op de Diksmuidestraat. Het plangebied omvat de bedrijfsterreinen van de industrile bedrijven Foresco NV en Atelfond NV, die hun activiteiten op korte termijn zullen staken. De stelplaats van De Lijn bevindt tussen de Prinsenstraat en de Bareelstraat en wordt ontsloten vanuit de Merodelei. Een 10-tal aantal private woningen langs de Diksmuidestraat zullen worden vervangen. De Innovatiepool grenst direct aan het stationsgebied met de Stationstraat, het oude stationsgebouw, de loods (nu hotel), het busstation, taxistandplaatsen, Kiss & Ride, fietsenstalling en aan de zijde van de Innovatiepool een parkeergebied (Park & Ride).

002_De Nieuwe Kaai

003_Broederstraat

004_Kasteel van de Hertogen van Brabant

005_Sint-Pieterskerk

< 001_Turnhout en plangebied

006_Feesten in het Stadspark

4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Woonproject Meuletiende R13 - stedelijke plateau Stationsomgeving Turnova - Grote Markt Warandesite Woonproject Melkhoek Stedelijk woongebied Heizijdse velden

14
001_Turnhout 2012 002_Turnhout 2012

2station TurnhoutZuid

Stadsregionaal P&R-station Tussen ring en snelweg Bereik van zuidelijke buurten & bedrijvenzones Station Turnhout centrum blijft

Projectenoverzicht

Studieovereenkomst Vl Vlaams G Gewest - NMBS

Crerende stad

Belevingsstad

Woonstad

003_Anco-terrein

004_Anco-terrein

Proje

indicatieve inrichtingsschets
stad turnhout - ruimtelijk uitvoeringsplan begijneveldekens - kaart 16

7Tu Gr

nieuwe bebouwing accenten in de bebouwing parkzone infrastructuurlandschap private tuinen waterinltratie/ buffering stedelijke publieke ruimten

D mark De k He Oostelijk j Wone S Ond


006_Grote Markt-Turnova

005_station Turnhout-Zuid

PPS T Werk
ten ark un rp sp ge ing vin op oene n nk gr op Aa het nlo tje in lijn ore lijk ef r irg es B sho oste Bels e M on ken klo et ug o r h n e s B ld se bij elb en Ve laris tie and ek C crea n w eld in nv eple kt e re ts e n n r S VENNENGEBIED fie atio egij rand Ma NHOUT TUR natuur en landbouwgebied) st rk B Wa rote (gevarieerd pa euw e G ni euw ni
Heiz ijde
Boones Blijk

tad belevingss Turnhout rpar k ge in ev en het Gro

Van het kasteel in het stadshart tot aan de eerste vennen aan de Heizijde groeit een nieuw stadspark.

tennis

Het woonuitbreidingsgebied in het noorden wordt niet gewoon volgebouwd. Er komen drie gehuchten met Groene Vingers ertussen. Dankzij een nieuwe fiets- en wandelbrug worden die doorgetrokken richting station en kasteel. De honderden nieuwe bewoners van de kanaalomgeving zijn vlug met de fiets in de stad. Dat is duurzame mobliteit. En stadsbewoners hebben vlakbij een aangename wandeling langs kanaal en het nieuwe parkgebied. Dat is belevingsvol wonen.
St
Ziekenhuis

Kastelein

Klooster

Heyzijdse V e
Parkgeb

ld

e
n

Bels Lijntje

Meirgorenloop

Fonteinstraa

pM

er ks pla s

en e Vingers

Fie yne Str ijd

ru tsb

No

ord

In het groengebied zelf is plaats voor rustige recreatie: wandelpaden, picnicplaatsen, ligweiden, ... En af en toe iets actiever: een BMXparcours, een trapveld, ...

Begijne Veldekens

Bru
Fietspad kanaal

007_Begijneveldekens
OMGEVING - januari 2009 - R403_PR_002-k16

De oude Veldekensweg is een echte wandelroute, in de Veldekenshoef kunnen jong en oud kennis maken met streekfruit en groenten, en het kleinvee van de oude tijd.

008_Groenevingerpark

AN
Ni e uw e Kaai

CO

Begijnhof

Guld

ens

pore

nlei

kasteel

i thle abe Elis

Het clarissenklooster wordt een zorgcentrum voor de hele omgeving, met kindercreche en bejaardenzorg. Dat is een zorgzame buurt.
Nass aulaan

en we go

Boones Hof

bou

lev

ard

Oud

eK

aai

ied

Gro

2
2.2 Ontwikkelingen in Turnhout
15

Het project Stedelijke Innovatiepool Turnhout vormt een schakel in een uitgebreid netwerk van stedelijke vernieuwingsprojecten. Verspreid over heel de stad genereren projecten een nieuwe dynamiek voor haar bewoners en bezoekers. Zowel in het centrum als in de stadsrand dragen verschillende uiteenlopende projecten bij tot de transformatie van Turnhout tot een levendige centrumstad: Bedrijventerrein Veedijk Uitbreiding tot een duurzaam gemengd regionaal bedrijventerrein met bosbuffer en groen overgangsgebied. Woonproject Meuletiende Verkavelingsproject in groene omgeving. R13 - Stedelijk Plateau Masterplan voor ondertunneling van de Parklaan met groene dijk als overgang tussen stad en stadspark. Turnova Inrichting van de voormalige Brepolssite tot woon-, werk en commercieel centrum Grote markt De Grote Markt werd heraangelegd en is het salon van Turnhout geworden. Warande Renovatie en uitbreiding van het cultuurcentrum Woonproject Melkhoek Ontwikkeling groene woonwijk in het noorden van Turnhout Stedelijk woongebied Heizijdse velden Nieuwe woonclusters, met elkaar verbonden door het landschapspark Groene Vingers

16

2
2.3 Vervuiling
17

Gezien het industrile verleden is er een lichte verontreiniging op de FORESCO site. Het beschrijvende bodemonderzoek werd gefinaliseerd en ter conform verklaring opgestuurd naar OVAM. Op de andere percelen is er op vandaag geen vervuiling gekend. Om de kosten van sanering en grondverzet te minimaliseren is het toegelaten om de positionering van de ondergrondse volumes bij te sturen. Ten alle tijde moet de goede mobiliteitsafwikkeling en ruimtelijke kwaliteit van het project gevrijwaard blijven. De bouwlijnen van de bovengrondse constructies kunnen dus niet gewijzigd worden.

< 001_Vervuiling grondgebied Foresco

18

Eigendom ASK nv (terrein Atelfond) Eigendom Hectare 4 bvba (terrein Foresco) Eigendom De Lijn Eigendom stad Turnhout Eigendom particulieren of private eigenaars

2
2.4 Grondeigendom
19

Op dit ogenblik is de grond van het projectgebied in handen van de volgende eigenaars: - ASK nv (dochtervennootschap van het autonoom gemeentebedrijf van stad Turnhout) bezit de voormalige gronden van Atelfond nv - Hectare 4 bvba zal de eigendom van Foresco nv verwerven - De Lijn heeft de stelplaats in haar bezit - kleinere percelen zijn in handen van particulieren of private eigenaars Voor de ontwikkeling van de eerste fase van het project, het Noordelijke deel zonder de bussenstelplaats van De Lijn, wordt een nieuwe structuur opgezet. De twee grootste grondeigenaren, ASK nv en Hectare 4 bvba, zullen samen met PMV (ParticipatieMaatschappij Vlaanderen) een akkoord sluiten betreffende een coontwikkeling van het project (o.a. gezamelijke aanleg van de infrastructuur, uitgiftebeleid, etc.). SLIM Turnhout nv zal worden opgericht en de opties verwerven op de volledige eigendom van ASK nv en van HECTARE 4 bvba. De resterende gronden binnen het projectgebied (excl. De Lijn) zullen via aankoop of ruil in handen komen van SLIM Turnhout. In de vennootschap zijn zowel private als publieke partijen vertegenwoordigd, waarbij er steeds in consensus door de Raad van bestuur van Slim Turnhout nv beslissingen moeten genomen worden.

< 001_Grondeigendom

20

N19 N124 N12

R13

R13

N12

N140

N19

E34

2
2.6 Verkeerstructuur
VOETGANGERS Vandaag vormt de stationsomgeving een belangrijke barrire in het stedelijk weefsel. Dit effect is het sterkst voor voetgangers, aangezien hun snelheid veel lager is dan die van ander modi en vooral zij hier dus veel tijd verliezen. Aangezien het hier gaat om een belangrijke openbaar vervoersknoop in een stedelijk centrum (met veel herkomsten en bestemmingen op wandelafstand) is bereikbaarheid voor voetgangers echter van fundamenteel belang. Momenteel kan men de sporen enkel oversteken via de Merodelei en de Guldensporenlei (en verder naar de R13 via de Spoorwegstraat). De ruimtelijke kwaliteit van deze oversteken is bovendien suboptimaal. FIETSERS Aangezien de site in het stadscentrum gelegen is, waar fietsers in principe steeds voorrang krijgen op het autoverkeer, zou de site goed bereikbaar moeten zijn voor fietsers. Het huidige, zeer drukke, autoverkeer neemt echter alle ruimte in, waardoor de fietsers verdrukt worden. In Turnhout vinden twee fiets-o-strades hun eindpunt. In noord-zuid richting wordt de spoorweg gevolgd (richting Herentals), in oost-west richting loopt deze route langs het kanaal (richting Antwerpen). De route langs de spoorweg is in principe uitermate geschikt voor de ontsluiting van de stationsomgeving en de Innovatiepool. Deze route is echter onvoldoende gematerialiseerd om deze functie te vervullen. Buiten deze fiets-o-strades wordt de site ook bediend door de functionele fietsroutes langs de Guldensporenlei en de de Merodelei. De lokale route via de Kongostraat bereikt de site langs de huidige achterzijde van het station. OPENBAAR VERVOER De bereikbaarheid met het openbaar vervoer van deze omgeving is logischerwijze optimaal. De onmiddellijke nabijheid van zowel trein als bus geven deze locatie tot een hoog potentieel naar openbaar vervoersgebruik. Bekijken we de bereikbaarheid van deze locatie voor het openbaar vervoer, dan zien we wel nog enkele knelpunten. De frequentie van het treinverkeer is momenteel relatief laag. Het enkelspoor tussen Herentals en Turnhout zorgt hier voor een sterke21 beperking van de capaciteit en heeft negatieve gevolgen voor de stiptheid. Voor busverkeer vormt voornamelijk de hoge autointensiteit in het centrum een knelpunt. AUTOVERKEER Turnhout sluit aan op de E34 via de N140 (Steenweg op Gierle) en de N19 (Steenweg op Zevendonk). De N19 is hierbij de hoofdontsluiting. Het verkeer van en naar de stad en omgeving wordt van daaruit verder verdeeld via de ring (R13) en de overige steenwegen. De voorkeursroutes naar de site verlopen via de de Merodelei enerzijds en de Guldensporenlei anderzijds. Binnen de huidige circulatie in het centrum van Turnhout is het echter ook mogelijk de site vanop de verschillende invalsassen te bereiken. Het gebruik van deze assen is minder wenselijk, aangezien men hierbij via het stadshart of door de woonwijken moet rijden om de site te bereiken.

< 001_Huidige verkeersituatie voetgangers en categorisering wegen

22

3
23

INNOVATIE POOL TURNHOUT

24

INNOVATIEPOOL TURNHOUT

001_De oude overkapping van het station

3.1

Historiek

25

Turnhout werd gevestigd op een zandrug ten noorden van de Aa. De stad ontwikkelde zich verder op de zandgronden. De natte valleigebieden bleven lange tijd onbebouwd. De twee steenwegen, de Merodelei en de Guldensporenlei zijn al terug te vinden op de Ferraris kaart uit 1778. De spoorlijn (29) werd aangelegd rond 1855. Het station Turnhout is het eindpunt van het traject Herentals - Turnhout. In vroegere tijden was er echter een doorgaande verbinding via Baarle naar Tilburg in Nederland, het zogenoemde Bels lijntje. Het huidige, in neorenaissance stijl uitgevoerde stationsgebouw, dateert uit 1900. Het station had een grote overdekte spoorhal van staal en glas die was overgehaald van het station Antwerpen-Oost. Door de te hoge onderhoudskosten is de oude overkapping in 1950 afgebroken. De industrile ontwikkeling van het einde van de 19de en begin 20ste eeuw werd mogelijk dankzij de aanleg van Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten (1844-1846) en de spoorlijn (1855). In de late middeleeuwen was Turnhout een gekend centrum voor het weven van bedlinnen en de handel in linnen. Aan het begin van de 19de eeuw werden deze industrien verdrongen door die gebaseerd op papier. De Innovatiepool kent een industrieel verleden, nu nog zichtbaar door de aanwezigheid van een aantal grote industrile hallen van de bedrijven Foresco NV en Atelfond NV, grote open asfalt vlaktes en oude muren van de verschillende bedrijfsterreinen.

< 001_Kaart 1882

26

3
3.2 Stedenbouwkundige structuur
Evenals andere Belgische steden kenmerkt de stedenbouwkundige structuur van Turnhout zich door oude steenwegen die de steden met elkaar verbinden en doorkruisen. Het patchwork van grote veelvormige of driehoekige bebouwingsvelden dat daar uit volgt kenmerkt ook het gebied rondom de Innovatiepool. Het gebied tussen de Merodelei en de Guldensporenlei kenmerkte zich vroeger door boerderijen, weilanden en boomgaarden. Door de verstedelijking van het gebied in de vorm van lintbebouwing langs de Merodelei en Guldensporenlei werden restanten van de agrarische bedrijven ingesloten door de rondom gesitueerde kleinschaligere bebouwing. De grote binnengebieden met een grootschalige structuur van bebouwing en lege open ruimtes die daaruit resulteerde zijn nog herkenbaar. De latere aangelegde buurtstraat met langsliggende bebouwing als de Prinsenstraat en Harmoniestraat doorsnijden het gebied in kleinere bebouwingsvelden, maar in de innovatiepool is nog het grote binnengebied met grootschalige bebouwing zichtbaar. De functie is alleen in de loop van de tijd veranderd van agrarisch naar industrieel.

001_Prinsenstraat

27

002_Merodelei

003_De grote binnengebieden

004_Grootschalige bedrijfshallen

005_Grote lege binnengebieden

< 001_Stedenbouwkundige structuur

006_Grootschalige bedrijfshallen

28
001_de oude loods, nu hotel 002_Het stationsgebouw uit 1900

003_Bedrijfshal langs de Diksmuidenstraat

004_Bedrijfshal en kleinere private woningen

005_Prinsessenstraat

006_Guldensporenlei

007_Diksmuidenstraat

008_Prinssenstraat

3
3.3 Bestaande bebouwing
29

De bestaande bebouwing op en rond het plangebied kenmerkt zich door grootschalige gebouwen in de binnengebieden en kleinschalige grondgebonden woningen of appartementen langs de straten. De grootschalige gebouwen zijn bedrijfshallen, oude loodsen of monumentale gebouwen zoals het oude, in neorenaissance stijl uitgevoerde, stationsgebouw. Een aantal industrile gebouwen heeft een uitgesproken dakvorm door stalen spanten, lichte constructies en glas die grote sheddaken en zadeldaken vormen. De gevels zijn van rode baksteen of licht gekleurd plaatmateriaal. De kleinschalige bebouwing langs de straten kenmerkt zich door een afwisselend beeld van gesloten straatgevels van grondgebonden woningen en appartementen met verschillende hoogtes en gootlijnen. De bebouwing is niet hoog, klein van schaal, van een verdieping met n kap tot drie bouwlagen. De noklijnen liggen evenwijdig aan de straat zodat de hellende daken niet het karakter van de straten bepalen. Vaak is een rode baksteen gebruikt die in de zon heel mooi diep rood oplicht.

30

001_Bebouwingstypologie

3
3.4 Bebouwingstypologie
31

Het contrast tussen enerzijds de grootschalige hallen met lege ruimtes en terreinen rondom, en anderzijds kleinschalige woningen die samen een gesloten straatgevel vormen, is een kwaliteit die in het masterplan behouden blijft en zelfs wordt doorgezet in de nieuwe stedenbouwkundige structuur van het plan. De afwisseling tussen groot en klein, hoog en laag, leeg en vol zijn kenmerken van het gebied die in het masterplan herkenbaar zullen blijven.

001_Mariabeeldje in de gevel Prinsessenstraat

007_Stationsgebouw

013_Zicht op de Anco-toren

32

002_Kopgevel Prinsessenstraat

008_Oude loods aan de Stationsstraat, nu hotel

014_De leegte met de watertoren op achtergrond

003_Achtergevel spoorzijde van loods Bareelstraat

009_De dakkappen van Forseco NV

015_Een villa langs de Guldensporenlei

004_Muur Diksmuidestraat

010_Bomen Diksmuidenstraat - Guldensporenlei

016_Tuin met bomen op het Anco-terrein

005_Achtergevel spoorzijde van loods Bareelstraat

011_Tuin langs Prinsessenstraat

017_Smalle entree naar de Prinsessenstraat

006_Daken zichtbaar net boven de oude muur

012_Grote poort loods Bareelstraat

018_Bomen zichtbaar in de achtertuinen

3
3.5 Het verborgene
Aan de achterzijde van het station in Turnhout liggen twee verouderde bedrijventerreinen en braakliggende percelen te wachten op herontwikkeling. De twee grote industrile bedrijven die hier lange tijd gevestigd waren hebben hun activiteiten gestaakt en zijn weggetrokken uit het stadshart. Het station bevindt zich in een monumentaal pand uit 1896. Ernaast is een oude loods gelegen waarin nu een hotel is gevestigd. Tussen deze twee gebouwen bevindt zich het stationsplein met het busstation, het vertrekpunt voor ons bezoek aan de locatie. De locatie ligt ingeklemd tussen twee drukke verkeersstraten, De Merodelei en Guldensporenlei. We lopen eerst om het gebied heen. Door het besloten karakter lijkt deze omtrekkende beweging, voordat we het gebied inlopen, het meest voor de hand liggend. De straten rondom kenmerken zich door een afwisselend beeld van grondgebonden woningen en appartementen. De bebouwing is niet hoog, klein van schaal, van n verdieping met een kap tot drie bouwlagen. Via de Prinsenstraat lopen we de Harmoniestraat in. Op een aantal plekken vangen we door een aantal gaten in de bebouwing een glimp op van de achtertuinen van de huizen. Grote bomen contrasteren met de stenige straten met autos. Vanaf het begin van de Guldensporenlei hebben we tussen twee woonhuizen zicht op de nieuwe woontoren van het Anco terrein. De witte toren steekt af tegen de rode bakstenen van de woonhuizen rondom. Als we weer bij het spoor en het station aankomen, lopen we over de parkeerplaats achter het perron weer naar De Merodelei. We komen een aantal loslopende kippen tegen en een mooie oude bakstenen gevel van een loods met een aantal berken en een groene haag ervoor. De gevel van de loods trekt onze aandacht, een stalen vakwerk ingevuld met verschillende soorten bakstenen. Zeker de moeite waard te behouden als het mogelijk is. Via de smalle Bareelstraat komen we in het midden van de locatie. Een leegte waar omheen een aantal loodsen staan. Een stedenbouwkundige toevalligheid, maar de stilte en leegte bevallen wel. De lege ruimte, nu een parkeerplaats, is prettig na alle drukke straten waar we doorheen hebben gelopen. Niet alleen de achtergevel, maar ook de voorgevel van de oude33 loods aan de Bareelstraat is de moeite waard. En als we naar binnen spieken door een gat in de poort zien we een fantastische stalen spantconstructie. Ook de kapconstructies van de loodsen van Foresco hebben een uitgesproken vormgeving, typisch voor oude industrile bedrijven. Er zijn mooie doorkijkjes allerlei richtingen uit. We zien rafelige achterkanten met bomen en tuinmuren. Langs een oude muur kunnen we het spoor weer zien met op de achtergrond de watertoren. Achter de woningen langs de Diksmuidestraat zien we hele grote oude bomen staan. Ook aan de andere zijde bij de Prinsessenstraat trekken grote bomen onze aandacht. Volgens ons kenmerkt de locatie zich door verlaten grote loodsen met fantastische kapconstructies, stenen muren, rafelige achterkanten, kleine grondgebonden woningen, Mariabeelden, oude tuinen met grote bomen en een station. Verborgen kwaliteiten die verweven in een nieuwe stedenbouwkundige structuur weer tot leven kunnen komen.

001

34
016 013

015

018 009 020 010

004

006 014 008 012 002 003 005

019

011

011

007

001

017

3
Kaart 001_ Het verborgene 001_Mariabeeldje in de gevel Prinsessenstraat 002_Kopgevel Prinsessenstraat 003_Achtergevel spoorzijde van loods Bareelstraat 004_Muur Diksmuidestraat 005_Gevel oude bakkerij 006_Daken zichtbaar net boven de oude muur 007_Stationsgebouw 008_Oude loods aan de Stationsstraat, nu hotel 009_De dakkappen van Forseco NV 010_Bomen Diksmuidenstraat - Guldensporenlei 011_Tuin langs Prinsessenstraat 012_Grote poort loods Bareelstraat 013_Zicht op de Anco-toren 014_De leegte met de watertoren op achtergrond 015_Een villa langs de Guldensporenlei 016_Tuin met bomen op het Anco-terrein 017_Smalle entree naar de Prinsessenstraat 018_Bomen zichtbaar in de achtertuinen 019_Bomen Stationsstraat 020_Muur oude bakkerij
35

< 001_Het verborgene

36

3
3.6 Identiteit
De stad Turnhout wil het plangebied ontwikkelen tot een Innovatiepool voor Life Science en Global Care. Turnhout wil zich graag specialiseren in de integrale kwaliteitszorg in verzorging en welzijn. De stad wil inspelen op het tekort in zorgaanbod en de aankomende vergrijzingsgolf die leidt tot een toenemende veranderende zorgbehoefte en hogere kwaliteitseisen van de zorgconsument. Daarbij gaat het niet alleen om onderzoek en innovatieve projecten rond zorg en wonen maar ook om nieuwe integrale woonzorg concepten en een integrale hoogwaardige openbare ruimte. Wij hebben ons de vraag gesteld in hoeverre deze wensen van de stad Turnhout ook vertaald kunnen worden in een onderscheidende stedenbouwkundige structuur, als identiteit voor de Innovatiepool. Hoe kan Innovatiepool Turnhout zijn vertaling vinden in een karakteristieke stedenbouwkundige typologie en bijhorende publieke ruimte? We gaan even terug in de tijd. In de loop van de 19de eeuw zorgde ontwikkelingen in de medische wereld tot een geheel nieuwe stedelijke typologie: het kuuroord. Hotels, casinos en balzalen vormden samen met promenades, parken en gaanderijen een stad die tot doel had het door de arts vastgestelde dagrooster van hydratherapien, gymnastiekoefeningen en wandelingen voor de patint te faciliteren. De sociale samenleving die rondom deze kuuroorden ontstond is veelvuldig in romans uit deze tijd beschreven en droeg bij aan de identiteit van deze steden.Een typische stedenbouwkundige typologie die leidend is in de wandeling en routing door deze steden is de gaanderij. In Karlovy Vary, Marianske Lazne, Spa en tal van andere kuuroorden is de gaanderij integraal onderdeel van het stedenbouwkundig weefsel. Als overgang tussen priv en publiek, een drempelruimte tussen gebouw en straat. Een overdekte stedelijke ruimte die verbindt maar ook een dak biedt voor activiteiten en bezigheden. Als terras, tijdelijke concertruimte of gewoon om even tijdens de lunch je broodje op te eten. De gaanderij als onderdeel van de wandeling door de Innovatiepool, als identiteit en als middel een prettige openbare ruimte te creren voor alle bewoners, werkenden en bezoekers van de Innovatiepool.

001_Markt Colonnade, Karlovy Vary, Tsjechi

37

002_Gaanderij, Marianske Lazne, Tsjechi

003_Gaanderij, Marianske Lazne, Tsjechi

004_Mill Colonnade, Karlovy Vary, Tsjechi

005_Gaanderij, Spa, Belgi

006_Mill Colonnade, Karlovy Vary, Tsjechi

>>
38

Masterplan Stedelijke Innovatiepool Turnhout >

39

40

Guld

ensp

oren

lei

hofje

tuin

plein

straat

Merod

elei

3
3.7 Het plein, het hofje, de straat en de tuin
41

Vier verschillende stedenbouwkundige elementen, elke met een eigen karakter, schaal en inrichting vormen de basis van het masterplan voor de Innovatiepool. Midden in de Innovatiepool bevindt zich een plein als centrale ontmoetingsplek van het gebied. Het plein, een knipoog naar de huidige leegte, is een stedelijke ruimte is die in maat en rust een verademing is ten opzichte van de rondom gelegen drukke straten. Onder de bomen is het tijdens de lunch heerlijk toeven of je kunt er genieten van de avondzon luisterend naar het geklater van de in ere herstelde waterbron. Vanuit de omliggende straten rond de Innovatiepool is het plein te bereiken via een straat, een hofje of een tuin. Het hofje en de tuin verbinden de Guldensporenlei met het plein. De straat verbindt de Merodelei via de Prinsessenstraat met het plein. De straat heeft het zelfde profiel als de andere buurtstraten als de Prinsenstraat en de Harmoniestraat.

< 001_Het plein, het hofje, de straat en de tuin

42

Bels Lijntje

Boones Blijk

Clarissenklooster O.L.Vrouw ter Engelen Veldekenshoef

Begijneveldekens

Begijnhof

Stadspark Flipkens Vijver

3
3.8 In de reeks van groene ruimtes
Het plein, het hofje, de straat en de tuin voegen zich in een reeks van groene ruimtes langs een aantal recreatieve routes die Turnhout en het omliggende land met elkaar verbinden. Wandelend over de Heizijde passeer je verschillende vennen: Boones Blijk, de Vennekens, het Muizenven en het Peerdsven, restanten van het veengebied waaruit de blekers van de Heizijde hun waswater onttrokken. Het zijn de oudste getuigen van dit oorspronkelijke heidegebied. Langs het Bels Lijntje, Boones Blijk, Veldekenshoef en het Clarissenklooster O.L.Vrouw ter Engelen nader je dan weer de binnenstad van Turnhout. Via de nieuwe fiets- en wandelbrug over het kanaal kan je in een keer doorsteken, de stad in. Ter afsluiting van de aangename dag in het groene land van Turnhout fiets je langs de Guldensporenlei en de mooie binnentuin van de Innovatiepool naar het plein om daar een borreltje te drinken. Ook kunnen de nieuwe bewoners van de kanaalomgeving vlug met de fiets de stad in, waarbij ze niet langs de drukke straten hoeven te fietsen. Hun fietstocht voert langs rustige woonstraten en door de Innovatiepool over het nieuwe plein richting de binnenstad.

001_Boones Hof

43

002_Begijnhof

003_Stadspark

004_Bels Lijntje

005_Warande

< 001_In de reeks van groene ruimtes

006_Boones Blijk

44

Begijneveldekens

Anco-terrein

Begijnhof

Warandeplein Nieuwe Kaai Kasteel plein

Grote Markt

Kerkplein

3
3.9 In de reeks van stedelijke ruimtes
Het plein voegt zich in een reeks van stedelijke ruimtes en pleinen in Turnhout. De Nieuwe Kaai die nu door de ontwikkelingen op het Anco-terrein verder wordt doorgetrokken, het Kongoplein, het nieuwe plein in de Innovatiepool, het stationsplein, de stedelijke ruimte rondom het Kasteel, de Grote Markt, het Begijnhof, het Zegeplein en het Kerkplein. Turnhout is de afgelopen jaren druk bezig geweest met de herinrichting en het autovrij maken van een aantal van deze pleinen. Het nieuwe plein in de Innovatiepool is eveneens autovrij en zal zo een goede schakel vormen in de reeks. Het nieuwe plein is qua maat en schaal bescheiden ten opzichte van de Grote Markt maar is zeker een ruimte met een belangrijke status. De grote bomen op het plein geven het plein tevens een eigen identiteit onderscheidend van de andere pleinen in Turnhout.

001_Nieuwe Kaai

45

002_Kasteelplein

003_Grote Markt

004_Warandeplein

005_Kerkplein

< 001_In de reeks van stedelijke ruimtes

006_Grote Markt

46

GEBOUW 1

GEBOUW 2

GEBOUW 3

3
3.10 Drie gebouwen
Midden in de Innovatiepool bevindt zich een plein als centrale ontmoetingsplek van het gebied. Rond dit nieuwe stedelijke plein liggen drie markante gebouwen die samen het kloppende hart vormen van de Innovatiepool. Door schaal en vormgeving refereren ze duidelijk naar de industrile activiteiten van weleer. De iconische gebouwen verschillen duidelijk van karakter en materiaalgebruik van de omliggende grondgebonden bestaande en/of nieuwe woningen.

001_Hal langs de Diksmuidestraat

47

002_REF

003_REF

004_REF

005_REF

006_REF

48

3
3.11 Een nieuw gezicht
De ontwikkeling van de Innovatiepool achter het station van Turnhout maakt het mogelijk ook het gehele stationsgebied met stationsplein, bushalte en stationsgebouw te optimaliseren. Een herinrichting van het plein, een reorganisatie van de verkeerstromen, positionering van het station, de fietsenstalling met fietspunt, de bushaltes en de K&R-zone, dit alles moet in overweging worden genomen. De nieuwe gevel van de Innovatiepool is het decor, waarvoor de bedrijvigheid van het station wordt opgevoerd bewegend tussen de gebouwen op het plein. De nieuwe gevel krijgt een markant silhouet als vertaling van het industrile verleden van het gebied. Deze skyline wordt het nieuwe gezicht van Turnhout en de Innovatiepool, die aantrekt en uitdaagt de Innovatiepool te bezoeken.

001_Zicht vanuit de Stationstraat op de Innovatiepool

49

< 001_Een nieuw gezicht

50

001_Gaanderijen

3
3.12 Gaanderijen
bescherming voor zorgbehoevenden en/of ouderen bij51 ongure weersomstandigheden. De gaanderijen kunnen aan verschillende activiteiten en bezigheden onderdak bieden: terrasplekken, tijdelijke concertruimte, commercile ruimtes, rustruimte, speelruimte, flaneerruimte, ... Een typische stedenbouwkundige typologie die leidend is in de wandeling en routing door steden en publieke gebouwen, is de gaanderij. Vaak zijn het overgangen tussen privruimtes en een gemeenschappelijke tuin zoals bij een kloostertuin, zijn het overdekte verblijfsruimtes die het kloppende hart vormen van een stadsdeel zoals bij winkelgalerijen of zijn het subtiele doorgangen naar binnengebieden als bij begijnhoven. De gaanderijen in de Innovatiepool van Turnhout zullen een integraal onderdeel van het stedenbouwkundig weefsel uitmaken. De gaanderijen bevinden zich steeds in n van de 3 markante gebouwen rond het nieuwe plein. De respectievelijke gaanderijen vormen een informele route die de stedeling bij uitstek de wandelaar of de fietser- op een comfortabele wijze door het gebied loodst. Het biedt tevens de nodige

52

1 3

001_Binnenplaatsen

3
3.13 Binnenplaatsen
Ieder gebouw langs het plein omarmt een buitenruimte, een te ontdekken plek binnen het bouwblok. De binnenplaats heeft een semi-publiek karkater en vormt een graduele overgang tussen publiek en priv. Iedere plek heeft zijn eigen karakter en vormt zo een nieuwe verblijfs- of doorgangsruimte in de Innovatiepool. Binnenplaats Gebouw 1: Onder de grote steeneik op de binnenplaats van het Gebouw 1 kan je op een bankje even wegdromen. De bedrijvigheid op het plein kan je van een afstand gadeslaan. De grijze bladeren en stam van de boom vormen samen met de betonnen bestrating een verstild geheel. Vanaf het plein kan je via deze binnenplaats in het Pioniersgebouw doorsteken naar de Guldensporenlei. Binnenplaats Gebouw 2: Vanaf het plein en de Diksmuidestraat zijn de twee hoven van het woongebouw toegankelijk. Ze zijn openbaar maar53 horen de bewoners toe. Evenals bij een Begijnhof ben je te gast. Plantvakken met bloeiende geurende planten en hoge en lage grassen verdelen de hoven in verschillende open, beschutte en verborgen plekken waartussen je kan lopen en zitten. Zo kunnen de hoven gebruikt worden voor diverse activiteiten. Je kan er zonnebaden, spelen, een boek lezen of buurtfeest geven. Vanuit de binnenhoven kan je via een achterpad naar de verlengde Prinsessenstraat lopen. Binnenplaats Gebouw 3: De plaatsen vormen de gemeenschappelijke buitenruimte voor de omliggende appartementen en kantoorgebouwen. De gefragmenteerde indeling brengt de ruimte op schaal van de bewoner. Van de ene plek loop je in de andere. Even verpozen op een bankje of doorsteken naar het station.

54

001_Poorten

3
3.14 Poorten
55

De massieve bouwblokken worden op zorgvuldig gekozen plaatsen doorbroken met een grote doorgang. De binnenplaatsen zijn publiek toegankelijk en er ontstaat een visuele relatie tussen private en publieke ruimte en tussen de publieke binnenplaatsen en het publieke centrale plein. De aantrekkingskracht van de poort doet voorbijgangers een nieuwsgierig ommetje maken en nieuwe doorsteken ontdekken. Het gebouw wordt zeer voelbaar en de binnenplaats staat in gecontroleerd contact met het buitenwereld. Het gebouw heeft geen voor- en achterkant. De dimensionering van de openingen is voldoende groot, op schaal van het gebouw en vormt zo een uitnodigend gebaar naar het publiek.

56

001_Schakering van openbare ruimte

3
3.15 Schakering van openbare ruimte
De rijke schakering aan verschillende openbare ruimtes creert een buurt die tot doel heeft het dagritme van de bewoners, de bezoekers en de werkende mens te faciliteren. De overgang tussen priv en publiek is heel divers en kent vele verschillende gradinten daartussen. Verschillende vormen van toegankelijkheid, openbaarheid en schakeling worden gecombineerd met een verscheidenheid aan materialen, beplanting en inrichting. Doorzichten naar tuinen en grote bomen en het zicht op markante gebouwen zijn bewust geconstrueerd en onderdeel van de wandeling door de buurt of de fietsrit door naar het centrum. Het plein, de gaanderijen, de binnenplaatsen, de poorten, de tuin, de straat, het hofje, steegjes, doorsteekjes en achterpaden staan op verschillende manieren met elkaar in verbinding en vormen samen een buurt waar je doorheen kan dwalen.

001_REF Bomen plein

57

002_REF Hofje

003_REF Tuin

004_REF Hangende tuin in binnenplaats

005_REF Gaanderij

006_REF Binnenplaats

58

001

002

001

004 003

002

001

005

006
001

001

001

Kaart 001_ Historische relicten 001_Bestaande kopgevels en tuinmuren 002_Bestaande kopgevels doorgetrokken in nieuwe kopgevels en tuinmuren 003_De bakkerstuin 004_De muur van de oude bakkerij 005_Kopgevel geintegreerd in een nieuwe pleinmuur met paviljoen, fontein en kunstwerk 006_De loods en kantoorruimte langs de Bareelstraat
001_Historische relicten

3
3.16 Historische relicten
Tijdens ons eerste bezoek aan de locatie vielen ze al op. De twee binnentuinen met de hele grote volgroeide bomen. Verborgen maar duidelijk zichtbaar, zonder bladerdek tijdens ons bezoek maar met zwarte stammen en takken die een mooi silhouet tegen de blauwe wolkenlucht vormde. We konden niet in de tuinen, maar erlangs lopen. De bomen zien en je bewust zijn van hun aanwezig in de stad is al waardevol. Wij willen deze twee tuinen met hun grote bomen graag behouden, priv dan wel publiek toegankelijk. Ze zijn een gewenste bijdrage voor de nieuwe stedelijke structuur van de Innovatiepool. De tuin tussen de Diksmuidestraat en de Guldensporenlei heet in de volksmond de bakkerstuin. De tuin wordt openbare toegankelijk en vormen samen met het plein, het hofje en de straat de structuur van het masterplan. Langs de tuin staat nu een loods waarvan een gevel de oude gevel van de bakkerij is. Het is een mooie bakstenen muur met een zaagtand beindiging die laat zien dat de bakkerij vroeger een sheddak had. De muur blijft behouden en wordt, eventueel met een stutconstructie, de afscheiding van de tuin. Langs de Bareelstraat staat een loods en een markante bijbehorend gebouw met kantoorruimtes. De dakconstructie, de grote binnenruimte en de gevels herinneren aan het verleden van deze wijk. Het karakter van de gebouwen is stoer en stevig. Het contrast tussen de kleinere schaal van de woonhuizen aan de Bareelstraat en dit gebouw is karakteristiek voor het oude industrile terrein. Het is daarom volgens ons belangrijk deze gebouwen bij voorkeur te behouden. Kopgevels die overgaan in een tuinmuur komen veel voor in de omgeving. De gevels zijn vrij gesloten en een raam en muurankers, soms met begroeiing of een Mariabeeld, vormen samen met mooie rode bakstenen het beeld. In het masterplan worden deze gevels niet verstopt, ze krijgen juist een prominente positie en vormen samen met een aantal toegevoegde kopgevels en muren de hoekstenen van de buurt.

001_Tuinmuur en kopgevel

59

002_Kopgevel met Mariabeeld en muurankers

003_De bakkerstuin

004_De muur van de oude bakkerij

005_Markante gevels langs de Bareelstraat

006_De loods langs de Bareelstraat

60
001_Open terrein in het midden van de Innovatiepool 002_Een tijdelijke tuin voor de omwonende

003_De kermis of een festival

004_De ommuurde plaats

005_de loods aan de Bareelstraat

006_Een overdekte markthal met heerlijke lekkernijen

007_Een theatervoorstelling

008_De loods van Foresco

3
3.17 Activering van het gebied
61

Een industriegebied of een weiland aan de rand van de stad, vaak kennen de bewoners van een regio of stad deze gebieden niet, ze komen er niet, het is geen onderdeel van hun mental map. Ze zullen daarom minder snel geneigd zijn een woning te kopen of kantoorruimte te huren als het gebied wordt ontwikkeld tot woon- of werkgebied. Daarom is het bij de ontwikkeling van een gebied belangrijk bewoners van de stad in een vroeg stadium van de ontwikkeling al kennis te laten maken met de locatie door het organiseren van activiteiten in het gebied. In de Innovatiepool bevinden zich op dit moment een aantal grote bedrijfshallen en open verharde terreinen. Een aantal zijn uitermate geschikt om in te zetten bij de activering van het gebied, voor het organiseren van een theatervoorstelling of als tijdelijk festivalterrein. De loods aan de Bareelstraat die gehandhaafd zal blijven staat nu al leeg en kan met een aantal kleine ingrepen worden gebruikt als ruimte voor een tentoonstelling of overdekte markthal. De ommuurde vlakte op de hoek van de Diksmuidestraat en de Bareelstraat kan gebruikt worden voor de kermis of een buurtfeest met kraampjes en een barbecue. Tijdens deze activiteiten worden de plannen voor het gebied onder de aandacht gebracht en met de maquette kan iedereen zich dan een heel goed beeld vormen van de toekomstige ontwikkelingen. Samen met een pakkende naam voor het gebied kunnen al deze activiteiten zorgen dat het gebied besproken wordt. Voordat de buurt ontwikkeld is, zal deze bezocht worden door de bewoners van Turnhout en zo onderdeel worden van hun mentale kaart van de stad.

>>
62

1
N

001_Fase 1: activatie bestaande loods

3
3.18 Fasering
63

De innovatiepool zal gefaseerd worden ontwikkeld. Het masterplan stelt een mogelijke fasering voor waarbij rekening is gehouden met beschikbare gronden, de ontsluiting van het gebied en de aansluiting op het stationsgebied. Fase 1 is de in 3.17 beschreven activering waarbij de bestaande loods langs de Bareelstraat al tijdelijk gebruikt kan worden voor een culturele activiteit. Fase 2 is de realisatie van het hofje en Gebouw 1. De ontsluiting van dit gebied vindt plaats via de Guldensporenlei zodat voor dit deel zowel de bebouwing als de openbare ruimte volledig kunnen worden uitgevoerd. Het hofje kan dan als zelfstandige entiteit functioneren zonder dat de bewoners last hebben van de ontwikkelingen in de rest van het gebied. Fase 3 is de uitvoering van een deel van Gebouw 2, het plein met paviljoen, fontein en muur aan de zuidzijde van het plein. Het deel van gebouw 2 dat zich bevindt op grond van De Lijn zal pas in een latere fase worden ontwikkeld. Fase 4 is de bebouwing rondom de tuin en de muur van de oude bakkerij. De bebouwing aan de oostzijde sluit ook aan op het stationsgebied. Fase 5 is gebouw 3 aan de oostzijde van het plein en aan de westzijde van het stationgebied. Fase 6 is de ontwikkeling van de stelplaats van De Lijn. Indien de bouwblokken gefaseerd uitgevoerd worden, worden de wachtgevels steeds op een kwalitatieve manier afgewerkt.

>>
64

2
N

001_Fase 2: Gebouw 1 en bebouwing aan het hofje

>>
65

3
N

001_Fase 3: deel Gebouw 2

>>
66

4
N

001_Fase 4: Bebouwing rond de tuin

>>
67

5
N

001_Fase 5: Gebouw 3

>>
68

6
N

001_Fase 6: Ontwikkeling op eigendom De Lijn

3
3.19 Supervisie en kwaliteitsbewaking
69

Om tijdens het gehele proces tijdens alle fases van uitvoering de kwaliteitsbewaking van het plan te garanderen is de Stad Turnhout voornemens een supervisieteam aan te stellen. Het supervisieteam heeft tot taak de samenhang tussen de verschillende fases en bouwprojecten te waarborgen. Zij zorgen er voor dat de uitgangspunten zoals verwoord in dit masterplan tot aan de uitvoering van de laatste bebouwingsonderdelen, van openbare ruimte tot aan bebouwing, zullen worden nageleefd. Om de ambitie van het onderhavige document te waarborgen zorgt het supervisieteam voor een constante factor die alle partijen continue weer attendeert op de uitgangspunten van het masterplan en het eventueel bijstellen van de uitgangspunten wanneer noodzakelijk begeleidt. Het supervisieteam neemt de taak van de welstandcommissie waar. Daar waar de welstand het plan slechts bij de bouwaanvraag controleert, doet het supervisieteam dit al meerdere malen tijdens het ontwerpproces. Het is belangrijk om een ontwerp in een vroeg stadium te kunnen bijsturen, daarom vinden er minimaal 3 overlegmomenten plaats: bij het schetsontwerp, het voorlopig ontwerp en bij de bouwaanvraag. Niet alleen de bouwplannen voor de bebouwing worden besproken in het supervisieteam ook de openbare ruimte passeert de revue. Het supervisieteam zou in het geval van de innovatiepool Turnhout kunnen bestaan uit een vertegenwoordiging van de volgende partijen: - SLIM Turnhout NV - Gemeente Turnhout (stedenbouwkundige en/ of openbare ruimte) - TV B+B+B - externe adviseur

70

3
3.20 Duurzaamheid en milieu
Duurzaamheid in de stedelijke ruimte is geen vrijblijvende keuze meer, maar een cruciale factor voor het vestigingsklimaat. Duurzaamheid is een allesomvattend en vanzelfsprekend uitgangspunt voor het gehele ontwerpproces, waar binnen dit masterplan zeer bewust mee is omgegaan. Het begrip beperkt zich niet tot energiezuinige straatverlichting, zonnepanelen of regenwateropvang (klimaatgerichte duurzaamheid), maar vormt de samenvatting van al de waarden. Sociale duurzaamheid heeft te maken met de leefbaarheid en leefkwaliteit van een plek steden veranderen, maar daarbij is het de uitdaging dat zij voor haar bewoners herkenbaar en vertrouwd blijven. In de stedelijke ruimte betekent duurzaamheid het maken en beheren van een robuust stelsel van openbare ruimtes, herkenbaar en passend bij het karakter van de stad. De stedelijke structuur van het plein, het hofje, de straat en de tuin verankert de wijk in de rest van de stad. Het plein in het midden van de Innovatiepool geeft een nieuwe identiteit aan het plangebied. Uitgangspunt bij het masterplan is de beweging van de voetgangers en fietser in en door het gebied via stedelijke ruimtes die uitnodigen gebruikt te worden. Dicht bij het station en het centrum van Turnhout moeten de bewoners uitgedaagd worden hun auto te laten staan. Bij de tot standkoming van dit masterplan is dit leidend geweest bij de bepaling van de maatvoering van de stedelijke ruimtes en de gebouwen. Hierbij een opsomming van maatregelingen om het gebruik van de auto te beperken: - Verbeteren bereikbaarheid en toegankelijkheid station voor fietsers en voetgangers; - Inrichting nieuw plein; - Minimaal aantal plaatsen voor bewonersparkeren op maaiveld; - Ondergronds organiseren van stationsparkeren maximaal vrijwaren van de publieke ruimte; - Aantrekkelijk organiseren van K&R, taxi en autodelen aan de voorzijde van het station. De centrale ligging van de site maakt het mogelijk voor bewoners om voor een groter aandeel van hun verplaatsingen gebruik te maken van alternatieve modi. Binnen het project wordt dit op verschillende manieren gestimuleerd: Voorzien van kwalitatieve, toegankelijke fietsenstallingen; - Een vlotte aansluiting op de belangrijke fietsroutes - Een vlotte toegankelijkheid van zowel bus als trein; - Een eerder beperkt aantal parkeerplaatsen (echter71 zonder een bijkomende druk op de achterliggende wijk te willen veroorzaken). Ook voor diensten geldt dat de centrale ligging van het gebruik van alternatieve modi zal stimuleren. Vooral de combinatie van de nabijheid van het station en kantoren is hier een groot pluspunt. De combinatie van een treinverplaatsing of woon-werk verplaatsing met een bezoek aan de hier gevestigde handel of horeca is evident. Hierdoor zal het aantal verplaatsingen naar de site die uitsluitend gericht zijn op de handel en horeca eerder beperkt zijn. Voor werknemers gelden uiteraard eveneens de hierboven reeds aangehaalde factoren. Voor hen zijn vooral volgende aspecten van belang: - Vlotte bereikbaarheid per trein, bus en fiets; - Goed toegankelijke en overdekte fietsenstalling met douche- en omkleedruimte; - Vlotte en logische voetgangerserbindingen tussen trein-bus-fietsenstalling-werkplek; - Een eerder beperkt aanbod aan parkeerplaatsen Daarnaast kunnen ook vanuit de werkgevers een aantal maatregelen genomen worden die het gebruik van alternatieve modi stimuleren. Voorbeelden hiervan zijn: - Fietsvergoeding; - Volledige terugbetaling openbaar vervoer; - Ter beschikking stellen van fietsen en voor werkverplaatsingen; -Ter beschikking stellen van autos voor werkverplaatsingen; -Mogelijkheid tot voordelig abonnement autodelen; Ook in de architectuur zijn duurzaamheid en ecologie noodzakelijke actuele themas. De keuze voor duurzame materialen en materiaalgebuik is een must, echter moet ook de structuur van de gebouwen herinterpreteerbaar zijn. Architectuur leeft niet alleen langer dan diegenen die haar gebouwd hebben, maar overleeft ook de functie van het gebouw. De capaciteit van een gebouw om in functie te veranderen is essentieel, want niet alleen het gebouw, maar ook de publieke ruimte lijdt onder leegstand en verkommering.

72

001_Spreiding verkeer van en naar de site - ochtendspits

002_Spreiding verkeer van en naar de site - avondspits

3
3.21 Verkeer
Voor de bepaling van het mobiliteitsprofiel van de site wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van het regionaal verkeersmodel van de stadsregio turnhout. Hierbij wordt als referentie-scenario uitgegaan van de situatie 2007 aangevuld met de volgende ontwikkelingen: - stedelijk plateau; - gerealiseerde woonprojecten tussen 2007 en 2010; - verplaatsing KHK; - knip Apostoliekenstraat. Aan dit scenario wordt de Innovatiepool toegevoegd met daarin de aanpassing in de verkeerstructuur waarbij het kruispunt Bareelstraat/Diksmuidestraat wordt geknipt. Door middel van een zogenaamde Selected Link Analyse (SLA) kan weergegeven worden welke routes het verkeer van en naar de site volgt. Op basis van deze SLAs kunnen we volgende aspecten vaststellen: - De de Merodelei is de belangrijkste invalsweg naar de site; - De Guldensporenlei is de belangrijkste uitvalsweg; - Een aanzienlijk aandeel van het verkeer rijdt door de woonwijk tussen Paterstraat en de spoorweg; - Er bestaat een duidelijke noord-zuid-spanning tussen de Guldensporenlei en de de Merodelei, met sluipverkeer door de woonwijken en via de Stationsstraat tot gevolg. In de onmiddellijke omgeving van de Innovatiepool valt onmiddellijk op dat er een groot aandeel extra verkeer rijdt op de noord-zuid-bewegingen in de Karel Oomsstraat/Prinsenstraat en Stationstraat. Op de Guldensporenlei merken we een stijging met bijna 100% op bij het verkeer vanuit centrum in ochtendspits en naar het centrum in avondspits. Ook op het westelijk deel van de Kasteeldreef en de Wezenstraat (richting Warandestraat) merken we bijna een verdubbeling van het verkeer. Dit verkeer is afkomstig uit het gebied ten oosten van Turnhout en rijdt via de Begijnendreef of via de Begijnenstraat naar de site. Op grotere schaal blijkt er tijdens de ochtendspits extra verkeer te rijden op Koning Albertstraat en Begijnenstraat. Ook op de Spoorwegstraat (richting noorden tijdens ochtendspits, richting zuiden tijdens avondspits) rijdt er extra verkeer. Tijdens de ochtendspits blijkt er een verkeersafname te zijn tussen de Lokerenstraat en het kruispunt R13/73 Steenweg op Gierle. Dit verkeer kiest in het scenario voor de Lokerenstraat, waardoor de verkeersdruk hier toeneemt met de helft. De toegenomen stromen op de Steenweg op Antwerpen zorgen immers voor een bijkomende belasting op het kruispunt met de R13. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om naar de R13 te rijden via de Lokerenstraat. Afwikkeling kruispunten Guldensporenlei/ Warandestraat/Stationstraat en de Merodelei/ Stationstraat/Spoorwegstraat: Op beide kruispunten zien we een duidelijke toename van de verkeersstromen ten gevolge van de nieuwe ontwikkeling. Deze heeft onder andere tot gevolg dat de verkeersintensiteiten op de Stationsstraat en de Warandestraat duidelijk stijgen. Sluipverkeer Spanning Guldensporenlei de Merodelei Verkeer dat de site uit het noorden nadert maar een ingang aan de zuidzijde gebruikt of omgekeerd maakt gebruik van de as K. Oomsstraat Prinsenstraat of van de Stationsstraat om de juiste toegang te gebruiken. Hierdoor verhoogt de verkeersdruk op beide straten. Voor beide straten is een verkeersluw karakter echter gewenst, het gaat hier immers enerzijds om een woonstraat, anderzijds om de hoofdtoegang tot het station. Om deze ongewenste bewegingen tegen te gaan lijkt het wenselijk de verschillende parkings bereikbaar te maken via beide zijden. Dit kan door een relatie tussen de verschillende parkings voor autos, maar ook door alle gebruikers toegang te geven tot de verschillende parkings en vanuit de parkings een toegang naar het centrale plein te voorzien. Gebruikers kunnen dan te voet het juiste gebouw bereiken. WOBEG-wijk Verkeer vanuit het gebied ten oosten van Turnhout rijdt via deze wijk en de Warandestraat naar de site. Aangezien men hier wil streven naar een verkeersluw karakter zijn de toenames niet aanvaardbaar. Aangezien deze problematiek zich relatief ver van het projectgebied situeert en een totaalaanpak van de wijk vraagt valt het buiten de scope van deze nota om hier een oplossing aan te rijken. Dit wordt bij voorkeur door de stad Turnhout op wijkniveau bekeken.

>>
74

Masterplan Stedelijke Innovatiepool Turnhout >

75

76

77

78

4
79

ROND HET PLEIN

80

GEBOUW 1

GEBOUW 2

GEBOUW 3

ROND HET PLEIN

001_Huidige leegte middenin de Innovatiepool

4.1

Het plein en drie gebouwen

81

In dit hoofdstuk wordt het plein en de drie gebouwen toegelicht. De bouwregels voor de afzondelijke bouwblokken zijn vastgelegd in 4.3 t/m 4.5.

4.2

De drie gebouwen

De drie gebouwen zijn de belangrijkste bouwmassas van het masterplan. Zij bepalen de identiteit van het gebied rond het plein. 4.2.1 Typologie, massa en volume VISIE De drie hoofdgebouwen omkaderen het centrale plein in de woon-werksfeer van de innovatiepool in Turnhout gebouw 1 ten noorden, gebouw 2 ten westen en gebouw 3 ten oosten van het plein . Genspireerd door de oorspronkelijke industrile context van de locatie, ontstaat d.m.v. schaal, materiaalgebruik, dakvorm en detaillering een markante architectuur met een industrieel karakter. De gebouwen vormen een uniform geheel met een robuuste industrile uitstraling en verschillen zo duidelijk van karakter en materiaalgebruik van de omliggende grondgebonden bestaande en/of nieuwe woningen. Op deze manier geeft het industrile verleden van het gebied de nieuwe hoofdgebouwen een specifieke uitstraling en omgekeerd zullen de nieuwe ontwikkelingen een sterke impuls geven aan de Innovatiepool, die bewoner en bezoeker aantrekt en uitdaagt. Ieder gebouw is samengesteld uit verschillende bouwblokken die in verschillende fasen uitgevoerd kunnen worden. Het gebouw lijkt organisch ontstaan, volgens de pragmatische logica van een groeiend industrieel gebouwencomplex. De architectuur van deze bouwblokken is gerelateerd aan elkaar. Ze hebben dezelfde beeldtaal, materiaal en kleurgebruik. Toch blijven de verschillende bouwblokken herkenbaar als aparte volumes door subtiele verschillen in raamopeningen, geleding, in- of uitpandige terrassen, geveldetaillering, enz. De plaatsing van de bouwblokken zorgt ervoor dat er binnenplaatsen omsloten worden met een publiek toegankelijk karakter. Door de onderbrekingen die ontstaan door de verschillende bouwblokken heen, ontstaan toegangen en doorzichten naar de binnenplaatsen die de beleving van de publieke
< inplanting Gebouwen 1, 2 en 3

82

De 3 hoofdgebouwen hebben een afwijkende schaal en dakvorm t.o.v. de omgeving

De bundeling van bouwblokken maakt een groot gebouw

4
ruimte verrijken. De maatvoering van deze openingen en onderbrekingen dragen bij tot de architecturale uitwerking van een schaalovergang tussen stationsomgeving, centraal plein, binnenplaatsen en woonwijk. SCHAAL Door hun morfologie en grootschaligere korrel verschillen de drie hoofdgebouwen duidelijk van schaal ten opzichte van de omliggende woonstraten. De gebouwen zijn opgevat als een cluster van kleinschaligere bouwblokken, die onderling variren in hoogte en lengte. Hierdoor ontstaat een gefragmenteerd gevelbeeld, waardoor een geleidelijke schaalovergang tussen hogere volumes rond het centrale plein en lagere volumes van de omliggende woonwijk mogelijk is. BOUWLAGEN EN VERDIEPINGSHOOGTEN Per bouwblok wordt er een maximale bouwhoogte en maximale bruto vloeroppervlakte opgelegd. Op deze manier is er een zekere ontwerpvrijheid voor het bepalen van de verdiepingshoogte. STRUCTUUR De structuur van de bouwblokken dient logisch, eenvoudig, flexibel en orthogonaal opgevat te worden. Het is belangrijk een gemakkelijk herinterpreteerbare structuur te voorzien, zodat deze in de toekomst na een eventuele verbouwing ook voor andere functies gebruikt kan worden. Immers, zelfs in de korte periode tussen planning en oplevering kan de vraag naar wonen veranderen in de vraag naar extra kantoorruimte of omgekeerd. Het is de bedoeling dat de structuur flexibel genoeg is om deze wijzigingen in planning op te vangen. Verder zal de aanwezigheid van een ondergrondse parkeergarage een grote invloed hebben op de structuur van het bovengrondse gebouw. Er dient vanaf het eerste ontwerp voldoende rekening gehouden te worden met dit aspect, zodat de ritmering van de structuur van de ondergrondse parkeergarage ook de andere bovengrondse functies ten goede komt. 4.2.2 Beeldkwaliteit bebouwing MATERIAAL EN KLEUR Het gesloten karakter van het bouwblok geeft uitdrukking aan de eenvoudige stedenbouwkundige structuur. Onderbrekingen in de bouwblokwanden kunnen mits ze het gesloten karakter respecteren.

001_REF pakhuizen

83

002_REF pakhuizen

003_REF industrile shed-daken

004_REF woongebouwen New York

005_REF industrile architectuur

006_REF industrile architectuur

84

Ieder gebouw heeft een uniforme materiaalkeuze van beton of lichte natuursteen. Per bouwblok zorgt innovatief materiaalgebuik, detaillering, terrassen en raamverdelingen voor verschil in gevel.

De omliggende grondgebonden woningen worden in roodbruine baksteen voorzien.

4
De keuze van materiaal voor de gevelafwerking van de 3 hoofdgebouwen moet gelijkaardig zijn, namelijk lichtkleurig materiaal, bij voorkeur natuursteen of beton. De kleur van elk hoofdgebouw, moet licht afwijken tov de andere twee gebouwen. Eenzelfde keuze van materiaal wordt toegepast op alle gevelvlakken van het hoofdgebouw en zijn verschillende bouwblokken. Voor-, achter en zijgevels worden gelijkwaardig opgevat. Materialisatie gevels: - lichtkleurig materiaal, bij voorkeur natuursteen of beton - matte, natuurlijke materiaalkleur - geen glazen gevels - geen spiegelende beglazing DAKVORMEN De bouwblokken hebben hellende dakvormen die refereren naar oude industrile fabrieksgebouwen. Deze morfologie wijkt af van de omliggende gebouwen, en vormt het nieuwe daklandschap van de innovatiepool. Omwille van deze beeldtaal is de enige toegelaten dakvorm het type lessenaarsdak, vlinderdak, sheddak of uitzonderlijk een zadeldak. De dakhelling is minimaal 12 graden. Platte daken zijn bijgevolg niet toegelaten. Per bouwblok wordt verderop in deze bundel de hellingsrichting van het dak aangegeven en beschreven hoeveel knikken maximaal per zone mogen gevormd worden in de dakvorm. Door middel van knik- en breuklijnen wordt aangegeven waar verplichte knikken en verspringingen van de kroonlijst gepositioneerd zijn. - Een kniklijn is een as waarop de hellingsrichting van het dak verandert , waarbij de kroonlijst continu is. - Een breuklijn is een as waarop er een hoogteverschil van min. 3m is tussen de aangrenzende kroonlijsten. De dakvlakken worden beschouwd als gevelvlakken. Het dakniveau kan een inpandig terras en/of duplexniveau kan bevatten. Technische ruimten, liftopbouwen, schoorstenen of machines die los op het dak staan, moeten ten alle tijde worden vermeden. Zij worden gentegreerd als deel van het bouwvolume ofwel worden ze opgesteld achter een voldoende hoge dakrand zodat ze niet zichtbaar zijn vanaf het maaiveld. Materialisatie daken: - keidaken - groendaken - materialisatie van de gevel doorgetrokken op het dak

001_REF materialisatie ETH e-Science Lab, Zrich, Zwitserland

85

002_REF materialisatie Museum M, Leuven, Belgi

003_REF materialisatie Ribera del Duero Winery, Roa, Spanje

004_REF materialisatie Zollverein School, Essen, Duitsland

005_REF materialisatie

006_REF materialisatie Delbrck-Haus, Berlijn, Duitsland

86

Door (semi-)publieke functies op het gelijkvloers ontstaat een levendige sokkel Voor-en achtergevel worden gelijkwaardig behandeld.

4
GELIJKVLOERS Op het gelijkvloers bevindt er zich een mix van publieke en private functies. Het is belangrijk extra aandacht te schenken bij het ontwerpen van de architectuur van de gelijkvloerse bouwdelen, om een goede wisselwerking te verkrijgen tussen privacy en toegankelijkheid van de publieke en private delen. Wanneer er zich een publieke functie bevindt in de gelijkvloerse bouwdelen, maken deze mee deel uit van de publieke ruimte. Een hogere verdiepingshoogte, grotere gevelopeningen en een subtiele variatie in gevelelementen is noodzakelijk. De drie hoofdgebouwen hebben elk een gaanderij, als overgang tussen binnen en buiten. De afmetingen worden per gebouw vastgelegd. De materialisatie van de kolommen, hoogte en breedte van de gaanderij is continu over de ganse lengte van de passage. Wanneer grondgebonden woningen of appartementen grenzen aan de publieke ruimte, moet er extra aandacht besteed worden bij het ontwerpen van de grens tussen buiten en binnen. Het kan een oplossing bieden om het vloerniveau binnen te verhogen t.o.v. het maaiveldniveau of de gelaagdheid van de gevelafwerking op het gelijkvloers te accentueren. Gesloten bergingen en ontsluitingsruimtes bevinden zich niet aan de gevel. RAAMOPENINGEN De gebouwen hebben een massief en gesloten karakter. Noch glazen (gordijn)gevels, noch spiegelende beglazing is toegelaten, de gevel moet opgevat worden als gesloten met raamopeningen in. De rationele no-nonsens architectuur van een pakhuis of ander industrieel complex moet een leidraad zijn bij het gevelontwerp. Er worden geen beperkingen opgelegd naar ritme en afmetingen van gevelopeningen. Toch moeten deze verschillen tussen de aangrenzende panden en naastliggende bouwblokken, om een subtiele differentiatie te genereren tussen de verschillende bouwblokken. IN- EN UITPANDIGE TERRASSEN Afmetingen van terrassen en gevelopeningen mogen verschillen binnen hetzelfde geveloppervlak van een bouwblok. Om een differentiatie te genereren tussen de verschillende bouwblokken per gebouw, moet de keuze voor het toepassen van een in- of uitpandig terras verschillen van de aangrenzende of naastliggende bouwblokken. Dakterassen zijn toegelaten, op voorwaarde dat deze inpandig zijn,

001_REF uniforme dakbekleding, Parijs

87

002_REf uniforme dakbekleding, China

003_REF groendak

004_REF terrasdak

005_REF

006_REf dakvorm The Whale, Amsterdam, NL

88

KLOOSTERTUIN

GALLERIJ

BEGIJNHOF

GEBOUW 1

GEBOUW 2

GEBOUW 3

4
dwz dat de hellende kroonlijst niet mag onderbroken worden voor open terrassen. 4.2.3 Parkeren Het parkeren wordt ondergronds georganiseerd, bij voorkeur te concentreren onder de footprint van het gebouw en eventueel de afgebakende binnenplaats. Het aantal in- en uitritten dient zich te beperken. Deze toegangen zijn gesitueerd binnen het bouwvolume. Bij de vormgeving van de toegangen en de in- en uitritten moet er extra aandacht besteed worden aan de architecturale uitwerking van deze ruimtes, zodat het niet louter storende elementen zijn in het gevelvlak maar dat ze bijdragen tot de totale compositie en uitstraling van de gevel. Ruime aandacht voor de verkeersveiligheid bij het uitrijden van het gebouw is nodig. 4.2.4 Binnenplaatsen PUBLIEK - PRIVAAT De binnenplaats is publiek toegankelijk, zodat circulatie tussen de achterliggende straten en het centrale plein overdag via de doorgangen tussen de verschillende bouwblokken mogelijk is. s Avonds kan de binnenplaats eventueel afgesloten worden. Een zone van maximaal 4 meter, grenzend aan de gevels kan ingericht worden als priv-tuin of terras, de overige ruimte van de binnenplaats is publiek toegankelijk. De binnenplaats is direct bereikbaar vanuit de omliggende straten en het naastliggende centrale plein via publieke doorgangen, gecreerd door de onderbrekingen tussen de afzonderlijke bouwblokken en doorgangen door het gebouw. Deze onderbrekingen en openingen maken deel uit van de publieke ruimte en moeten dus een evenwaardige materialiteit en architecturale kwaliteit hebben. SFEER EN INRICHTING De groene binnenplaatsen zijn publiek toegankelijk en zichtbaar vanuit de private ruimten en vanaf het publieke centrale plein. Ze versterken de beleving in de publieke ruimte en dragen bij tot een aaneenschakeling van publieke ruimten op een grotere schaal. Er is onderscheid in de sfeer en inrichting van de binnenplaats ten opzichte van het plein, het hof, de tuin, de straat en de ander binnenplaatsen. De diepte van de ondergrondse parkeergarages moet beplanting mogelijk maken in de niet-bebouwde zone. Zo wordt de beplanting een onderdeel van de sfeer en inrichting van de binnenplaats en dragen deze bij aan een groen karakter. Het hemelwater wordt zichtbaar afgevoerd.

001_REF

89

002_REf

003_REF

004_REF

005_REF

006_REF binnenplaats Iroko housing, Londen, GB

90

3D model - gaanderijen rond het plein

3D model - 3 hoofdgebouwen met afwijkende schaal en volumetrie

91

3D model - een nieuw gezicht aan het stationsplein

3D model - geleidelijke schaalovergang in Diksmuidestraat richting nieuwe plein

92

licht kleurige natuursteen

zicht op groene binnentuinen

de bakkerstuin

verlichting

dakvormen die refereren naar oude industrile fabrieksgebouwen

hemel van staaldraad voor verlichting plein

kasseien

paviljoen aan de rand van het plein

grote boom in binnentuin

lichte natuursteen

93

bestrating binnentuinen

robuuste uitstraling

fabriekscomplex

overgang tussen woning en binneplaats

94

4
4.3 Gebouw 1
Aanvullende op de algemene richtlijnen voor de drie gebouwen, worden in dit hoofdstuk specifieke regels voor Gebouw 1 verduidelijkt. INPLANTNG Gebouw 1 is samengesteld uit 10 bouwblokken: 1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f , 1g, 1h, 1i en 1j. Voor ieder bouwblok worden specifieke bouwregels vastgelegd. De zuidgevel grenst aan het centrale plein en biedt samen met de andere hoofdgebouwen een sterke omkadering van wat er zich op het centrale plein afspeelt. Grenzend aan het centrale plein of tegenover kantoorgebouwen, hebben bouwblokken 1f, 1g en 1h een grotere bouwhoogte. De overige bouwblokken grenzen aan woonstraten met een lage bebouwing en zijn lager. De binnenplaats van Gebouw 1 wordt via een doorgang aan de zuidkant verbonden met het publieke plein en via een doorgang aan de noordkant verbonden met de straat. Aan de buitenzijde van bouwblok 1f, 1g en 1h, grenzend aan het centrale plein, wordt een gaanderij voorzien. Deze heeft een minimale breedte van 4m en een minimale hoogte van 4m. De gaanderij loopt over de gehele lengte aan de buitenzijde van bouwblok 1f, 1g en 1h en heeft een open karakter naar het centrale plein toe. PARKING Onder gebouw 1 en eventueel onder de omsloten binnenplaats wordt een ondergrondse parking voorzien, ontsloten aan de noordzijde. De inrit van de parking wordt voorzien in het bouwvolume van bouwblok 1c. De exacte locatie van de ondergrondse parking dient de bouwlijnen van de bovengrondse constructies niet te volgen. PROGRAMMA Gebouw 1 is een samengesteld gebouw uit verschillende bouwblokken die een mix van functies bevatten. Op de verdiepingen zijn in de bouwblokken 1a, 1b, 1i en 1j verschillende woonvormen mogelijk. In de bouwblokken 1c, 1d, 1e, 1f , 1g, en 1h zijn er op de verdiepingen woon-, kantoor- en publieke functies mogelijk. Genspireerd op de typologie van een kloostertuin,
< inplanting Gebouw 1

wordt door de plaatsing van de verschillende95 bouwblokken een binnenplaats met een (semi-)publiek toegankelijk karakter omsloten. Aan de buitenzijde van de bouwblokken 1f, 1g en 1h, grenzend aan het centrale plein, wordt er een gaanderij voorzien. De functies gesitueerd op het gelijkvloers zijn (semi-) publiek. Om de flexibiliteit in programma te maximaliseren zijn er twee varianten mogelijk voor Gebouw 1. Bij beide varianten blijft de totale maximale vloeroppervlakte ongeveer gelijk, maar de maximale bouwhoogte en vastgelegde bouwdiepte verschilt. Bij de 16m variant hebben de bouwblokken 1a, 1b, 1c, 1d, 1e, 1f , 1g, 1h, 1i en 1j een vastgelegde bouwdiepte van 16m. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw 1 bedraagt hier 17.250m. De binnenplaats heeft een rechthoekige vorm en een minimale oppervlakte van 33m x 48m. Bij de 20m variant hebben de bouwblokken 1a, 1b, 1i en 1j een vastgelegde bouwdiepte van 16m en de bouwblokken 1c, 1d, 1e, 1f , 1g, en 1h een bouwdiepte van 20m. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw 1 bedraagt in dit geval 17.350m. De binnenplaats heeft een rechthoekige vorm en minimale oppervlakte van 29m x 44m. FASERING Gebouw 1 is een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. Bij de uitvoering is het belangrijk dat er geen andere fasen gehinderd worden en dat er rekening gehouden wordt met het totaalbeeld van het masterplan. Indien de bouwblokken gefaseerd uitgevoerd worden, worden de wachtgevels op een kwalitatieve manier afgewerkt. Het is mogelijk om de ondergrondse parkeergarage in meerdere fasen uit te voeren. Gebouw 1 en zijn bouwblokken hebben een gesloten karakter. Op het gelijkvloers van bouwblok 1b en 1g wordt een opening gemaakt die de binnenplaats met het publieke plein of de straat verbindt. Deze hebben een minimale breedte van 5m en een minimale hoogte van 4m en respecteren het gesloten karakter van gebouw 1. Deze openingen zorgen dat de binnenplaats (semi-) publiek toegankelijk is en er een visuele relatie is tussen

16m variant
96

20m variant

tuin

plein

plein

verplichte bouwlijn maximale bouwdiepte doorgang

fig. 1_Gebouw 1_maximale bouwdieptes

tuin

hof

hof

4
private en publieke ruimte en tussen de publieke binnenplaatsen en het publieke centrale plein en n van de omliggende straten. Op deze manier dragen ze bij aan een positief woonklimaat. 4.3.1 Bouwblok 1a DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1a bedraagt 1110m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1a dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). - Kniklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.3.2 Bouwblok 1b DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1b voor de 16m variant bedraagt 2290m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1b voor de 20m variant bedraagt 2010m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1b dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden.
97

BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b) - Kniklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.3.3 Bouwblok 1c DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1c voor de 16m variant bedraagt 1110m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1c voor de 20m variant bedraagt 1390m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1c dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b).

16m variant

98

fig. 2a_Gebouw 1_regelgeving 16m variant

4
DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). - Kniklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.3.4 Bouwblok 1d DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1d voor de 16m variant bedraagt 2050m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1d voor de 20m variant bedraagt 2080m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1d dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.3.5 Bouwblok 1e - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 99 1e voor de 16m variant bedraagt 2050m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1e voor de 20m variant bedraagt 1730m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1e dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.3.6 Bouwblok 1f DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1f voor de 16m variant bedraagt 1560m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1f voor de 20m variant bedraagt 2050m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1f dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE

DENSITEIT

20m variant

100

fig. 2b_Gebouw 1_regelgeving 20m variant

4
- De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). - Kniklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.3.7 Bouwblok 1g DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1g voor de 16m variant bedraagt 3210m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1g voor de 20m variant bedraagt 2980m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1g dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen.
101

BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is fig.2_Gebouw 1_ regelgeving (fig. 2a en 2b). - Kniklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.3.8 Bouwblok 1h DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1h voor de 16m variant bedraagt 1300m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1h voor de 20m variant bedraagt 1640m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1h dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening.

102

Gebouw 1 - mogelijke volumetrie

4
4.3.9 Bouwblok 1i DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1i bedraagt 1280m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1i dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn afhankelijk aangegeven op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.3.10 Bouwblok 1j DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 1j bedraagt 1280m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 1j dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 1. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 1_regelgeving (fig. 2a en 2b). - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening.
103

104

4
4.4 Gebouw 2
Aanvullende op de algemene richtlijnen voor de drie gebouwen, worden in dit hoofdstuk specifieke regels voor Gebouw 2 verduidelijkt. INPLANTING Gebouw 2 is samengesteld uit 7 bouwblokken: 2a, 2b, 2c, 2d, 2e, 2f en 2g. Voor ieder gebouw worden specifieke bouwregels vastgelegd. De oostgevel grenst aan het centrale plein en biedt samen met de andere hoofdgebouwen een sterke omkadering van wat er zich op het centrale plein afspeelt. Bijgevolg hebben bouwblokken 2d en 2e een grotere bouwhoogte. De overige bouwblokken grenzen aan woonstraten met een lage bebouwing en zijn gradueel lager. De binnenplaats van Gebouw 2 wordt via een doorgang aan de oostzijde verbonden met het publieke plein. Aan de binnenzijde van bouwblok 2c en 2d wordt een gaanderij voorzien. Deze heeft een minimale breedte van 3m en een minimale hoogte van 4m. De Gaanderij loopt over de gehele lengte avn de binnenzijde van bouwblok 2c en 2d en heeft een open karakter naar de binnenplaats toe. PARKEREN Onder bouwblok 2d en 2e en de daartussen omsloten binnenplaats wordt een ondergrondse parking voorzien, ontsloten aan de noordzijde, via de Diksmuidelaan. De exacte locatie van de ondergrondse parking dient de bouwlijnen van de bovengrondse constructies niet te volgen. PROGRAMMA Gebouw 2 is een samengesteld gebouw uit verschillende bouwblokken die een mix van woonvormen bevatten: grondgebonden individuele woningen, appartementen, serviceflats en appartementen voor zorgwonen. Genspireerd op de typologie van een begijnhof, wordt door de plaatsing van de verschillende bouwblokken twee binnenplaatsen met een publiek toegankelijk karakter omsloten. De functies gesitueerd op het gelijkvloers van bouwblok 2c en 2d zijn (semi-)publiek en openen zich naar de binnenplaats toe of naar de eventueel voorziene gaanderij, grenzend aan de binnenplaats. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw 2
< inplanting Gebouw 2

105 bedraagt 16400 m. De binnenplaatsen hebben een rechthoekige vorm en een minimale oppervlakte van 34m x 41m (oostelijke binnenplaats) en 30m x 39m (westelijke binnenplaats).

FASERING Gebouw 2 is een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd kunnen uitgevoerd worden. Bij de uitvoering is het belangrijk dat er geen andere fasen gehinderd worden en dat er rekening gehouden wordt met het totaalbeeld van het masterplan. Indien de bouwblokken gefaseerd uitgevoerd worden, worden de wachtgevels op een kwalitatieve manier afgewerkt. Het is mogelijk om de ondergrondse parkeergarage in meerdere fasen uit te voeren. RELATIE BINNENPLAATS - PUBLIEKE RUIMTE Gebouw 2 en zijn bouwblokken hebben een gesloten karakter. Onderbrekingen worden gegenereerd door de vrije ruimte tussen de bouwblokken 2a en 2b, 2a en 2g, 2g en 2f, 2f en 2c, 2f en 2e, 2c en 2d en respecteren het gesloten karakter van gebouw 2. Op het gelijkvloers van bouwblok 2d wordt een opening gemaakt die de binnenplaats met het publieke plein verbindt. Deze heeft een minimale breedte van 5m en een minimale hoogte van 4m. Deze onderbrekingen en openingen zorgen dat de binnenplaatsen publiek toegankelijk zijn en er een visuele relatie ontstaat tussen private en publieke ruimte en tussen de publieke binnenplaatsen en het publieke centrale plein. Op deze manier dragen ze bij aan een positief woonklimaat. 4.4.1 Bouwblok 2a DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2a bedraagt 1190 m. BOUWLIJN - De bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 2a dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. - Onderbrekingen worden gegenereerd door de vrije

106

gevel noord

verplichte bouwlijn maximale bouwdiepte doorgang

fig. 1_Gebouw 2_maximale bouwdieptes

gevel west gevel zuid

gevel oost

4
ruimte tussen de bouwblokken 2a en 2g, en tussen de bouwblokken 2a en 2b. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 2. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.4.2 Bouwblok 2b DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2b bedraagt 980 m. BOUWLIJN - De bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 2b dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 15m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 2. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogte bedraagt minimaal 9m en maximaal 27m gemeten vanaf het maaiveldniveau. DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden,
107 bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening.

4.4.3 Bouwblok 2c DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2c bedraagt 1020 m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 2c dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 17m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 2. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogte bedraagt minimaal 14m en maximaal 22m gemeten vanaf het maaiveldniveau. DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Het dak heeft een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.4.4 Bouwblok 2d DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2d bedraagt 7650 m. BOUWLIJN - De bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 2d dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. - Onderbrekingen worden gegenereerd door de vrije ruimte tussen de bouwblokken 2c en 2d.

108

fig. 2_Gebouw 2_regelgeving

4
BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 17m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 2. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. DAKVORM - Het dakprofiel van de oostgevel van gebouw 2 gaat een relatie aan met het dakprofiel van de gevels van gebouw 1 en 2, die grenzen aan het centrale plein. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening. 4.4.5 Bouwblok 2e DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2e bedraagt 1060 m. BOUWLIJN - De bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 2e dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. - Onderbrekingen worden gegenereerd door de vrije ruimte tussen de bouwblokken 2e en 2f. - Bouwblok 2d en 2e moeten aan elkaar aangesloten worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving.
109

DAKVORM - Het dakprofiel van de oostgevel van gebouw 2 gaat een relatie aan met het dakprofiel van de gevels van gebouw 1 en 2, die grenzen aan het centrale plein. - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken zijn aangegeven op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. 4.4.6 Bouwblok 2f DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2f bedraagt 3120 m. BOUWLIJN - De bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblok 2f dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. - Onderbrekingen worden gegenereerd door de vrije ruimte tussen de bouwblokken 2f en 2e tussen bouwblok 2f en 2c en tussen bouwblokken 2f en 2g. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 20m. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. DAKVORM - De daktypologie is een vlinderdak. - De hellingsrichting van de daken ligt iin NoordZuidrichting. - Er mag 1 knik in het dakprofiel zijn. 4.4.7 Bouwblok 2g DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 2g bedraagt 1390 m. BOUWLIJN - De bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te

110

Gebouw 2 - mogelijke volumetrie

4
worden. - Bouwblok 2g dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. - Onderbrekingen worden gegenereerd door de vrije ruimte tussen de bouwblokken 2g en 2a, en tussen de bouwblokken 2g en 2f. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok en vormt een rechthoekige binnenplaats met de binnengevels van de andere bouwblokken. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes zijn aangegeven op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. DAKVORM - Het dakprofiel van de oostgevel van gebouw 2 gaat een relatie aan met het dakprofiel van de gevels van gebouw 1 en 2, die grenzen aan het centrale plein. - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig. 2_Gebouw 2_regelgeving. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op de tekening.
111

112

4
4.5 Gebouw 3
INPLANTING Gebouw 3 is samengesteld uit 10 bouwblokken: 3a, 3b, 3c, 3d, 3e, 3f , 3g, 3h, 3i en 3j. Voor ieder bouwblok worden specifieke bouwregels vastgelegd. Een deel van de westgevel grenst aan het centrale plein en biedt samen met de andere hoofdgebouwen een sterke omkadering van wat er zich op het centrale plein afspeelt. Het hoogste bouwblok van gebouw 3 bevindt zich centraal in de bundeling van de bouwblokken. Door een lagere gebouwenrij aan de zijde van het station, wordt de gelaagde opbouw zichtbaar, als een decor voor het stationsgebied. De bouwblokken grenzend aan bestaande gebouwen of woonstraten zijn lager. Aan de buitenzijde van bouwblok 3a, 3b, 3g en 3h, grenzend aan het centrale plein of de straat, wordt een gaanderij voorzien. Deze heeft een minimale breedte van 4m en een hoogte van 6m. De gaanderij loopt over de gehele lengte aan de buitenzijde van bouwblok 3a, 3b, 3g en 3h en heeft een open karakter naar het centrale plein en de straat toe. PARKING De ondergrondse parking wordt maximaal onder gebouw 3 en de daartussen omsloten binnenruimtes voorzien. De inritten van de parking worden voorzien aan de oost- en/of de westzijde van het gebouw en zijn opgenomen in het bouwvolume. De exacte locatie van de ondergrondse parking dient de bouwlijnen van de bovengrondse constructies niet te volgen. PROGRAMMA Gebouw 3 is een samengesteld gebouw uit verschillende bouwblokken die een mix van functies bevatten. Aan de westzijde, grenzend aan het centrale plein, staat het wonen centraal. Aan de oostzijde, grenzend aan de spoorweg, staat de kantoorfunctie centraal. In de bouwblokken 3g, 3h, 3i en 3j zijn verschillende woonvormen mogelijk. In de bouwblokken 3a, 3b, 3d, 3 e en 3f zijn er woon-, kantoor- en publieke functies mogelijk. Genspireerd op de typologie van een stoa, wordt er aan de buitenzijde van de bouwblokken 3a, 3b, 3g en 3h, grenzend aan het centrale plein, een gaanderij113 voorzien. Een concentratie van commercile en publieke functies grenzen aan deze gaanderij op het gelijkvloers van bouwblokken 3a, 3b, 3g en 3h. Deze zijn (semi-) publiek en openen zich naar deze gaanderij en het centrale plein toe of naar de straat. Op het gelijkvloers van bouwblokken 3a, 3b, 3c en 3d en op het gelijkvloers van de tussenruimtes die ontstaan door de plaatsing van deze bouwblokken wordt een plint voorzien die een commercile of publieke functie inhoudt. Deze plint heeft een verplichte bouwhoogte van 6m. Het dak van deze commercile of publieke plint moet opgevat worden als een groendak, daktuin en/of dakterras. Eventueel kan de binnenplaats tussen de bouwblokken 3a, 3b,3c en 3d, zoals aangegeven op fig.1_Gebouw 3_maximale bouwdieptes, onbebouwd blijven en een binnenplaats worden. De tussenruimte tussen bouwblok 3a en 3b, tussen bouwblok 3b en 3c, tussen bouwblok 3c en 3d en tussen bouwblok 3a en 3d dient bij voorkeur bebouwd te worden, doch kan mits grondige argumentatie op ruimtelijk, functioneel en esthetisch vlak ook onbebouwd blijven. Indien ze bebouwd wordt dient er steeds een hoogte van 6m aangehouden te worden en een (semi-) publieke of commercile functie te bevatten. De gaanderij moet steeds 6m hoog zijn, en continu over de gehele noordgevel (3b, 3a, 3g en doorlopend in de daartussen liggende ruimtes). Om de flexibiliteit in programma te maximaliseren zijn er twee varianten mogelijk voor gebouw 3. Bij beide varianten blijft de totale maximale vloeroppervlakte ongeveer gelijk, maar de maximale bouwhoogte en vastgelegde bouwdiepte verschilt. Bij de 16m variant hebben de bouwblokken 3e, 3f, 3h, 3i en 3j een vastgelegde bouwdiepte van 17m en de bouwblokken 3a, 3b, 3c, 3d en 3g een vastgelegde bouwdiepte van 16m. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw 3 bedraagt hier 32.100m. Bij de 20m variant hebben de bouwblokken 3e, 3f, 3h, 3i en 3j een vastgelegde bouwdiepte van 17m en de bouwblokken 3a, 3b, 3c, 3d en 3g een vastgelegde bouwdiepte van 20m. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw 3 bedraagt hier 31.708m.

16m variant
114

20m variant

spoorweg

verplichte bouwlijn maximale bouwdiepte mogelijke patio doorgang

fig. 1_Gebouw 3_maximale bouwdieptes

spoorweg

plein

plein

4
FASERING Gebouw 3 is een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. Bij de uitvoering is het belangrijk dat er geen andere fasen gehinderd worden en dat er rekening gehouden wordt met het totaalbeeld van het masterplan. Indien de bouwblokken gefaseerd uitgevoerd worden, worden de wachtgevels op een kwalitatieve manier afgewerkt. Het is mogelijk om de ondergrondse parkeergarage in meerdere fasen uit te voeren. RELATIE BINNENPLAATS - PUBLIEKE RUIMTE Gebouw 3 en zijn bouwblokken hebben een gesloten karakter. Tussen bouwblok 3a en 3g en tussen bouwblok 3c en 3e zijn er onderbrekingen die de binnenplaats met het publieke plein of de straat verbindt. Deze onderbrekingen zorgen dat de binnenplaats (semi-)publiek toegankelijk is en er een visuele relatie is tussen private en publieke ruimte en tussen de publieke binnenplaatsen en het publieke centrale plein en n van de omliggende straten. 4.5.1 Bouwblok 3a DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3a voor de 16m variant bedraagt 5.040m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3a voor de 20m variant bedraagt 5.390m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3a dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. BOUWHOOGTE
115 - De maximale bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b).

DAKVORM - De daktypologie is een vlinderdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.2 Bouwblok 3b DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3b voor de 16m variant bedraagt 3.610m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3b voor de 20m variant bedraagt 3.480m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3b dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een zadeldak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - De hellingsrichting van de daken is aangeduid op de tekening.

116

16m variant

fig. 2a_Gebouw 1_regelgeving 16m variant

4
4.5.3 Bouwblok 3c DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3c voor de 16m variant bedraagt 3.360m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3c voor de 20m variant bedraagt 3.175m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3c dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.4 Bouwblok 3d DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3d voor de 16m variant bedraagt 5.745m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3d voor de 20m variant bedraagt 6.360m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3d dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden.
117

BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.5 Bouwblok 3e DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3e bedraagt 2.780m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3e dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de bedraagt 17m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogtes zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten.

118

20m variant

fig. 2b_Gebouw 1_regelgeving 20m variant

4
- Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.6 Bouwblok 3f DENSITEIT -De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3f bedraagt 975m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels, zoals aangegeven op de tekening, dienen gerespecteerd te worden. - Bouwblok 3f dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 20m, gemeten vanaf de bouwlijn op de perceelgrens aan de buitenste meest oostelijke zijde van bouwblok 2f. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogtes zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.7 Bouwblok 3g DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3g voor de 16m variant bedraagt 4.420m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3g voor de 20m variant bedraagt 4.230m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3g dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte voor de 16m variant bedraagt 16m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De maximale bouwdiepte voor de 20m variant bedraagt 20m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - De daktypologie is een lessenaarsdak. - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.8 Bouwblok 3h DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3h bedraagt 2.270m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3h dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 17m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten.
119

120

Gebouw 3 - mogelijke volumetrie

4
- Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b). 4.5.9 Bouwblok 3i DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3i voor de 16m variant bedraagt 3.530m. - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok 3i voor de 20m variant bedraagt 3.060m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijnen van achter- en zijgevels dienen volledig bebouwd te worden, zoals aangegeven op de tekening. - Bouwblok 3i dient als een volledig aaneengesloten volume gebouwd te worden. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 17m, gerekend vanaf de bouwlijn op de perceelsgrens aan de buitenkant van gebouw 3. - De bouwdiepte is gelijk over heel het bouwblok. - De gevels moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. BOUWHOOGTE - De bouwhoogtes voor de 16m variant en 20m variant zijn aangegeven op fig.2_Gebouw 3_ regelgeving (fig. 2a en 2b). DAKVORM - Daken hebben een minimale helling van 12 graden, bijgevolg zijn platte daken niet toegelaten. - Knik- en breuklijnen zijn aangeduid op fig.2_Gebouw 3_regelgeving (fig. 2a en 2b).
121

122

Fiets

Inrit Parkeergarage Gebouw 2

Invalide/ laden + lossen

4
4.6. Ontsluiting en parkeren
123

Het plein is voor autos bereikbaar vanaf de Merodelei via de Bareelstraat. Er is ruimte aan de oostzijde van het plein om te laden en lossen en hulpbehoevenden en invaliden uit te laten bij de entrees van de drie gebouwen. Het autoverkeer kan niet doorrijden naar de Diksmuidestraat maar moet weer terug via de Bareelstraat naar de Merodelei. Er wordt niet geparkeerd op het plein. De parkeergarage onder gebouw 2 is bereikbaar vanaf de Prinsenstraat en de Harmoniestraat. De Diksmuidestraat is alleen maar toegankelijk voor autos tot aan de inrit van de parkeergarage. De Diksmuidestraat wordt opgenomen in het plein als fietspad richting het station. Onder de drie gebouwen worden ondergrondse parkeergarage voorzien. De exacte locatie van de ondergrondse parking dient de bouwlijnen van de bovengrondse constructies niet te volgen. Hier zijn geen inritten aan de zijde van het plein. De toegangen en inritten zijn gesitueerd binnen het bouwvolumes van de gebouwen. Bij de vormgeving van de toegangen en de in- en uitritten moet er extra aandacht besteed worden aan de architecturale uitwerking van deze ruimtes, zodat het niet louter storende elementen zijn in het gevelvlak maar dat ze bijdragen tot de totale compositie en uitstraling van de gevel.

< 001_Bereikbaarheid en parkeren

001_REF Sculptuur kopgevel Bareelstraat

007_REF Kronkelige iep

013_REF Koperen markering

124

002_REF Plein met bomen

008_REF Paviljoen aan het plein

014_REF Drempelruimte tussen gebouw en straat

003_REF Bomen met versiering

009_REF Zitten op het plein

015_REF Muurfontein op het plein

004_REF Kasseien

010_REF Kasseien, behakt en gezaagd

016_REF Drempelruimte tussen gebouw en straat

005_REF Patroon van kasseien

011_REF Zitten op het plein

017_Hoogteverschillen organiseren de verkeerstromen

006_REF Tijdelijke versiering op het plein

012_REF Braderie

018_REF Terrassen aan de rand van het plein

4
4.7 Inrichting van het plein
125

Het plein is de meest publieke ruimte van de Innovatiepool. Midden in de buurt. Er is bewust voor gekozen deze ruimte duidelijk te omsluiten door pleinwanden, de gevels van de drie gebouwen rondom. De smalle toegangen tot het plein contrasteren met dit open midden, zodat een geborgen levendig plein ontstaat. Een geborgen plein dat wel degelijk zichtbaar is vanaf het station. De binnenplaatsen en de gaanderijen begeleiden je vanaf het station naar het plein. En de hoge gebouwen rondom zijn al vanaf ver zichtbaar. Het plein is de ontmoetingsplek voor de omwonende en de bewoners van de Innovatiepool. Maar ook de kantoorklerken kunnen hier een heerlijk pilsje drinken aan het einde van hun werkdag. Er is ook ruimte om occasioneel een evenement te organiseren die dan ook bewoners van heel Turnhout kan aantrekken. De kasseien glimmen op een regenachtige morgen. Vlakken met gezaagde kasseien voeren de voetgangers over het plein van het ene gebouw naar het andere. Autos zijn te gast op het plein. Het plein is voor de voetganger. Met markeringen en hoogte verschillen worden fietsers en autos langs het plein begeleid. Aan de oost en noordzijde van het plein komen terrassen die goed op de zon zijn georinteerd en waar je in de luwte kan genieten van een drankje. Onder de grote hoge bomen (bijvoorbeeld iepen) is het fijn toeven. Je kan er petanque spelen en kijken naar de langskomende fietsers en voetgangers. In het voorjaar bloeien de iepen, ze krijgen rode bloemen met dikke bossen frisgroene zaden. Voordat de bladeren aan de bomen komen laten de zaden los en dwarrelen de iependubbeltjes over het plein. Andere grote inheemse boomsoorten (of een afgeleide daarvan) zijn ook zeker denkbaar, zoals lindes of essen van de eerste categorie (15-20m hoog) met een ovale kruinvorm. De kopse gevel van het woonhuis aan de Bareelstraat flankeert het plein als relict van de rafelige zij- en achterkanten die voorheen zichtbaar waren in de buurt. De dichte bakstenen gevel met tuinmuur wordt onderdeel van een sculptuur met een fontein of een paviljoen die aan deze zijde het plein beindigt.

001_ Een patroon van verschillend bewerkte kasseien

126

127

128

5
129

AAN HET HOFJE

130

AAN HET HOFJE

001_Hallen van Foresco

5.1

Het hofje

kunnen worden uitgevoerd.

131

Ten westen van gebouw 1 bevindt zich het hofje. Duidelijk onderscheidbaar van de drie hoofdgebouwen aan het centrale plein, begeleiden de woonlinten als een slangachtige bebouwing de woonstraten van het centrale plein naar de Merodelei. Met de woonlinten wordt beoogd aan te sluiten bij de schaal van de omliggende woonwijken. Evenals de omliggende straten kenmerkt deze bebouwing zich door een afwisselend beeld van bouwmassas en parcellering. De bebouwing bestaat uit lage grondgebonden woningen (2 of 3 bouwlagen). De afwisselende kroonlijsthoogte zorgt voor een kleinschaligere en gefragmenteerde morfologie. Op de hoeken zijn hogere accenten mogelijk in de vorm van appartementsgebouwen (4 bouwlagen). Om het onderscheid met de hoofdgebouwen en hun lessenaarsdaken zo duidelijk mogelijk te maken, worden voor de woonlinten platte daken opgelegd. Deze moeten uitgevoerd worden als groendaken of keiendaken. Deze uitwaaienrende straten worden ingericht als pleintjes. Mogelijks kan het bezoekersparkeren hier georganiseerd worden mits het uitgangspunt is dat de auto hier te gast is en de verblijfsruimte primeert. De bomen staan centraal in het hofje, en vormen een geleidelijke schaalovergang tussen de lagere grondgebonden woningen en gebouw 1. De tuinen van de woningen zijn bereikbaar via achterpaden. Deze structuur van achterpaden weeft door de locatie heen en maakt de tuinen van de bestaande woningen aan de Harmoniestraat bereikbaar. Wanneer grondgebonden woningen of appartementen grenzen aan de publieke ruimte, moet er extra aandacht besteed worden bij het ontwerpen van de grens tussen binnen en buiten. Het kan een oplossing bieden om het vloerniveau binnen te verhogen t.o.v. het maaiveldniveau of extra aandacht te besteden aan de gelaagdheid van de gevelafwerking op het gelijkvloers. FASERING De woonlinten zijn een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd
< inplanting aan het hofje

MATERIAAL EN KLEUR De gevels van de woonlinten worden uitgevoerd in roodbruine baksteen met een differentiatie in tinten tussen de verschillende woningen of appartementsgebouwen. Hierdoor sluit de baksteenarchitectuur van de woonlinten aan bij de omliggende woonwijken en vallen de drie hoofdgebouwen rond het nieuwe plein, die bij voorkeur in beton of natuursteen uitgevoerd worden, op in het stedelijk landschap. De achtergevels van de woonlinten moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen Voor de materiaalkeuze van de woonlinten dient er rekening gehouden te worden met volgende criteria: - baksteen in matte uitvoering - eigen kleur van materiaal - rood-bruine tinten - geen spiegelende beglazing

132

positionering bouwblokken aan het hofje

5
5.2 Bebouwing
5.2.1 Bouwblok Ia DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok Ia bedraagt 2.000m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 16m in de richting loodrecht op de Diksmuidestraat en 12m evenwijdig met die van de woningen van Ib. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogte is 4 bouwlagen. - De maximale bouwhoogte is 15m gemeten vanaf het maaiveldniveau. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak. 5.2.2 Bouwblok Ib DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok Ib bedraagt 3.240m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m BOUWHOOGTE - Voor de bouwhoogte van de verschillende rijwoningen kan gekozen worden uit twee types. - type 1: 3 bouwlagen, minimale bouwhoogte 9m en maximale bouwhoogte 11m. - type 2: 2 bouwlagen, minimale bouwhoogte 6m en maximale bouwhoogte 8m - 2/3 van de woningen moet gebouwd worden volgens type 1. De overige 1/3 dient gebouwd volgens type 2. - De verschillende types moeten willekeurig verdeeld 133 worden over de woningen. - Bij deze verdeling van de types moet rekening gehouden worden met volgende beperkingen: - er mogen nooit meer dan 3 woningen van hetzelfde type naast elkaar voorkomen - Flankerende woningen moeten ofwel even hoog zijn, ofwel minstens 2m in hoogte verschillen. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak.

134

positionering bouwblokken aan het hofje

5
135

5.2.3 Bouwblok Ja DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok Ba bedraagt 1.860m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogte is 4 bouwlagen. - De maximale bouwhoogte is 15m gemeten vanaf het maaiveldniveau. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak. 5.2.4 Bouwblok Jb DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok Jb bedraagt 1.155m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m BOUWHOOGTE - Voor de bouwhoogte van de verschillende rijwoningen kan gekozen worden uit twee types. - type 1: 3 bouwlagen, minimale bouwhoogte 9m en maximale bouwhoogte 11m. - type 2: 2 bouwlagen, minimale bouwhoogte 6m en maximale bouwhoogte 8m - Flankerende woningen moeten ofwel even hoog zijn, ofwel minstens 2m in hoogte verschillen. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak.

5.2.5 Bouwblok Jc DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok Jc bedraagt 2000m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogte is 4 bouwlagen. - De maximale bouwhoogte is 15m gemeten vanaf het maaiveldniveau. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak. 5.2.6 Bouwblok Jd DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok Jd bedraagt 1.150m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 12m BOUWHOOGTE - Voor de bouwhoogte van de verschillende rijwoningen kan gekozen worden uit twee types. - type 1: 3 bouwlagen, minimale bouwhoogte 9m en maximale bouwhoogte 11m. - type 2: 2 bouwlagen, minimale bouwhoogte 6m en maximale bouwhoogte 8m - Flankerende woningen moeten ofwel even hoog zijn, ofwel minstens 2m in hoogte verschillen. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak.

136

impressie van het hofje

5
137

5.2.7 Bouwblok K DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok K bedraagt 3000m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 20m. BOUWHOOGTE - De maximale bouwhoogte is 4 bouwlagen. - De maximale bouwhoogte is 15m gemeten vanaf het maaiveldniveau. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak.

Inrit Parkeer garage

P P P P P P P

bezoekers/ laden en lossen

P P

P P P
Inrit Parkeer garage Gebouw 1

Inrit Parkeer garage

138

5
5.3 Ontsluiting en parkeren
139

Het hofje is voor autos bereikbaar vanaf de Guldensporenlei. Er is ruimte om te laden en lossen en hulpbehoevende en invaliden uit te laten bij de woningen en Gebouw 1. Het autoverkeer kan niet doorrijden naar de Diksmuidestraat maar moeten weer terug naar de Guldensporenlei. Er zijn een aantal parkeerplaatsen voor bezoekers en invaliden onder de bomen in het hofje. De parkeergarage onder gebouw 1 is direct bereikbaar vanaf de Guldensporenlei. De Diksmuidestraat is alleen maar toegankelijk voor autos tot aan de inrit van de parkeergarage van Gebouw 2 en de parkeergarage onder de bebouwing op de hoek met het hofje. Vanuit de Guldensporenlei zijn van achter via een afsluibare poort de tuinen, een aantal parkeerplaatsen en een parkeergarage van de hofwoningen toegankelijk. Via de steeg zijn ook de tuinen van de woningen aan de Guldensporenlei bereikbaar. De toegangen en inritten zijn gesitueerd binnen het bouwvolume van de gebouwen. Bij de vormgeving van de toegangen en de in- en uitritten moet er extra aandacht besteed worden aan de architecturale uitwerking van deze ruimtes, zodat het niet louter storende elementen zijn in het gevelvlak maar dat ze bijdragen tot de totale compositie en uitstraling van de gevel. Ruime aandacht voor de verkeersveiligheid bij het uitrijden van het gebouw is nodig. Een afsluitbaar achterpad ontsluit de tuinen van de woningen aan de Harmoniestraat en de tuinen van de hofwoningen. Via de steeg, het achterpad en het hofje is een collectieve speelplaats bereikbaar die door de direct omwonende gebruikt kan worden. Via de binnenplaats en een tweetal poorten van gebouw 1 kunnen voetgangers van het plein doorsteken naar de Guldensporenlei.

< 001_Bereikbaarheid en parkeren

140
001_Verschillend bewerkte kasseien 002_Hoogteverschil

003_Kasseien en bomen in het hofje

004_Geveltuintjes

005_Overgangszone tussen woning en hofje

006_Begroeide gevels

007_Een hofje

008_Een tuinmuur

5
5.4 Inrichting van het hofje
141

Het hofje rondom gebouw 1 verbindt het plein met de Guldensporenlei. Het hofje is evenals het plein bestraat met kasseien die op verschillende manieren behandeld zijn. Met markeringen en hoogte verschillen worden fietser en autos begeleid en de parkeerplaatsen onder de grote kloeke iepen aangegeven. De kopse gevel en een nieuwe tuinmuur bij het woonhuis aan de Guldensporenlei, ten oosten van de entree vanaf de Guldensporenlei, flankeert het hofje als relict van de rafelige zij- en achterkanten die voorheen zichtbaar waren in de buurt. De dichte bakstenen gevel met tuinmuur wordt onderdeel van een sculptuur die de voetgangers begeleidt naar de bakkerstuin toe. Boven de tuinmuur zijn de bomen en struiken van de tuinen zichtbaar. De woningen aan het hofje krijgen de mogelijkheid hun gevels te laten begroeien. Geveltuintjes en stoepjes verzachten de overgang van de woning naar het hofje.

142

6
143

IN DE TUIN

144

IN DE TUIN

001_zicht op de huidige tuin

6.1

De tuin

145

De tuin is een te ontdekken plek. Boven een bakstenen muur, een relict van het industrile verleden, zijn enkele grote kruinen zichtbaar. Deze bestaande groene zone wordt opengesteld voor het publiek en vormt de groene long van de innovatiepool. Rondom de tuin worden nieuwe functies geplaatst die de tuin activeren en het op alle tijdstippen een levendige plek maken. Ten noorden is een huizenrij (bouwblok L) ingeplant, op schaal van de omliggende woningen. De woningen zijn grondgebonden en hebben een privtuin. Ten westen en zuiden vormt een grootschaliger gebouw (bouwblok M) de overgang naar het stationsgebied. Het gelijkvloers wordt geactiveerd door publieke en commercile functies die direct aansluiten op de tuin. Op de verdiepingen kunnen kantoren en allerhande woonvormen gecombineerd worden. Om het onderscheid met de hoofdgebouwen en hun lessenaarsdaken zo duidelijk mogelijk te maken, worden de gebouwen rond de tuin platte daken opgelegd. Deze moeten uitgevoerd worden als groendaken of keiendaken. De tuinen van de woningen zijn bereikbaar via een achterpad. FASERING De bouwblokken zijn een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. MATERIAAL EN KLEUR De gevels worden uitgevoerd in rood-bruine baksteen met een differentiatie in tinten tussen de verschillende woningen, appartements- en kantoorgebouwen. Hierdoor sluit de baksteenarchitectuur van de woonlinten aan bij de omliggende woonwijken en vallen de drie hoofdgebouwen rond het nieuwe plein op in het stedelijk landschap. De achtergevels van de woonlinten moeten steeds n vlak vormen over alle verdiepingen Voor de materiaalkeuze van de woonlinten dient er rekening gehouden te worden met volgende criteria: - baksteen in matte uitvoering - eigen kleur van materiaal - rood-bruine tinten - geen spiegelende beglazing
< inplanting in de tuin

146

positionering bouwblokken in de tuin

6
6.2
6.2.1

Bebouwing
Bouwblok L

147

DENSITEIT - De maximale bruto vloeroppervlakte van bouwblok L bedraagt 1.635m. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van het bouwblok ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - De bouwlijn aan de binnenzijde van het bouwblok loopt evenwijdig met de bouwlijn aan de buitenzijde. BOUWDIEPTE - De maximale bouwdiepte bedraagt 10m BOUWHOOGTE - Voor de bouwhoogte van de verschillende rijwoningen kan gekozen worden uit twee types. - type 1: 3 bouwlagen, minimale bouwhoogte 9m en maximale bouwhoogte 11m. - type 2: 2 bouwlagen, minimale bouwhoogte 6m en maximale bouwhoogte 8m - De helft van de woningen moet gebouwd worden volgens type 1. De overige helft dient gebouwd volgens type 2. - De verschillende types moeten willekeurig verdeeld worden over de woningen. - Bij deze verdeling van de types moet rekening gehouden worden met volgende beperkingen: - er mogen nooit meer dan 3 woningen van hetzelfde type naast elkaar voorkomen - Flankerende woningen moeten ofwel even hoog zijn, ofwel minstens 2m in hoogte verschillen. DAKVORM - De daktypologie is een plat dak.

16m variant

20m variant

148

fig. 1_Gebouw M_maximale bouwdieptes

fig. 2_Gebouw M_mogelijke volumetrie

6
6.2.2 Bouwblok M INPLANTING Gebouw M is samengesteld uit 9 bouwblokken: Ma, Mb, Mc, Md, Me, Mf, Mg, Mh en Mi. De bouwvolumes van gebouw M hebben platte daken, uitgevoerd als groendaken of keiendaken. Variaties in hoogte fragmenteren het bouwlint. Hoger dan de omliggende woningen vormt het een duidelijke gevel aan de stationszijde, een overgang naar de hogere 3 gebouwen van de Innovatiepool. Aan de buitenzijde van bouwblokken Md, Me, Mf, Mg, Mh en Mi, grenzend aan het station, wordt een gaanderij voorzien. Deze heeft een minimale breedte van 4m en een minimale hoogte van 5m. PARKING Onder gebouw M wordt een ondergrondse parking voorzien, ontsloten via de Guldensporenlei. De inrit van de parking wordt voorzien in bouwblok Mi. De exacte locatie van de ondergrondse parking dient de bouwlijnen van de bovengrondse constructies niet te volgen. PROGRAMMA Gebouw M is een samengesteld gebouw uit verschillende bouwblokken die een mix van functies bevatten. Op het gelijkvloers zijn commercile en (semi-)publieke functies gelegen en op de verdiepingen zijn woon- en kantoorfuncties mogelijk. Bergingen, gaanderijen en ontsluitingsruimtes bevinden zich niet aan de gevel. Technische ruimte, liftopbouwen, schoorstenen of machines die los op het dak staan, moeten te alle tijden worden vermeden. Zij worden gentegreerd als deel van het bouwvolume. Om de flexibiliteit in programma te maximaliseren zijn er twee varianten mogelijk voor gebouw M. Bij beide varianten blijft de totale maximale vloeroppervlakte ongeveer gelijk, maar de maximale bouwhoogte en vastgelegde bouwdiepte verschilt. Bij de 16m variant hebben de bouwblokken Ma, Mb en Mc een vastgelegde bouwdiepte van 16m en de bouwblokken Md, Me, Mf, Mg, Mh en Mi een vastgelegde bouwdiepte van 17m. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw M bedraagt 13.000m. Bij de 20m variant hebben de bouwblokken Ma, Mb en Mc een vastgelegde bouwdiepte van 20m149 en de bouwblokken Md, Me, Mf, Mg, Mh en Mi een vastgelegde bouwdiepte van 17m. De maximale bruto vloeroppervlakte van Gebouw M bedraagt tevens 13.000m. FASERING Gebouw M is een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. Bij de uitvoering is het belangrijk dat er geen andere fasen gehinderd worden en dat er rekening gehouden wordt met het totaalbeeld van het masterplan. Indien de bouwblokken gefaseerd uitgevoerd worden, vormen wachtende gevels de scheiding tussen de aansluitende gebouwen. RELATIE MET TUIN De verschillende bouwblokken van gebouw M bakenen aan de binnenzijde van het gebouw een publieke tuin af die toegankelijk is vanaf de zijkant van gebouw 1 alsook vanuit de kantoren, winkels en horeca gelegen aan het stationsplein. Vanaf de achterzijde is de tuin direct toegankelijk. Deze bestaande tuin vormt door het publieke karakter een nieuwe schakel in een reeks van groene ruimtes in en rond Turnhout en speelt hierdoor in op de grotere schaal van de omgeving. MATERIALISATIE EN KLEUR Voor de gevels van gebouw M wordt eenzelfde materiaal voorzien op alle gevelvlakken. Hierbij gaat de voorkeur op de verdiepingen uit naar een roodbruine baksteen met een zekere differentiatie in tinten naargelang het bouwblok. Hierdoor sluit het bouwblok inzake materialiteit meer aan bij de omliggende woonwijken en vallen de drie hoofdgebouwen, die in beton of natuursteen uitgevoerd worden, meer op in het stedelijk landschap. De achtergevel van gebouw M moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen. Voor de materiaalkeuze van de verdiepingen van gebouw M gelden de volgende criteria: - baksteen in matte uitvoering - eigen kleur van materiaal - rood-bruine tinten - geen spiegelende beglazing De gelijkvloerse verdieping van het gebouw M vormt een doorlopende sokkel en wordt in een ander

150

fig. 3a_Gebouw M_regelgeving 16m variant

fig. 3b_Gebouw M_regelgeving 20m variant

6
materiaal uitgevoerd. Dit houdt in dat ze onder elke bouwblok visueel blijft doorlopen en steeds dezelfde verdiepingshoogte en materialiteit aanhoudt. De sokkel beslaat een gelijkvloerse verdieping met een hoogte van 5m van vloer tot vloer waarvan de gevels in beton worden uitgevoerd. BOUWLIJN - De verplichte bouwlijn aan de buitenzijde van gebouw M ligt op de perceelgrens en dient volledig bebouwd te worden. - Bouwblokken Ma, Mb en Mc hebben dezelfde bouwdiepte, hun achtergevels vormen 1 vlak. - Bouwblokken Md, Me, Mf, Mg, Mh en Mi hebben dezelfde bouwdiepte, hun achtergevels vormen 1 vlak. BOUWHOOGTE De maximale bouwhoogtes van de bouwblokken zijn aangegeven op fig. 3a_Gebouw M_regelgeving 16m variant en fig. 3b_Gebouw M_regelgeving 20m variant.
151 Er mogen maximaal 2 bouwblokken van dezelfde hoogte naast elkaar gelegen zijn. Bij verschil in hoogte moet dit minimaal 2m zijn.

DAKVORM Alle bouwblokken van gebouw M hebben een plat dak. DENSITEIT De maximale bruto vloeroppervlaktes van de bouwblokken zijn: - Bouwblok Ma 1.430m in 16m variant 1.785m in 20m variant - Bouwblok Mb 1.430m in 16m variant 1.080m in 20m variant - Bouwblok Mc 1.430m in 16m variant 1.320m in 20m variant - Bouwblok Md 2.990m - Bouwblok Me 930m - Bouwblok Mf 1.180m - Bouwblok Mg 1.180m - Bouwblok Mh 1.930m - Bouwblok Mi 1.625m

Zicht in de tuin

152

Inrit Parkeer garage

P P PP P P P P P P

6
6.3 Ontsluiting en parkeren
De tuin is publiek toegankelijk en bereikbaar vanaf het plein langs gebouw 1 en via een steeg direct vanaf de Guldensporenlei. De woningen aan de zijde van de Guldensporenlei hebben hun entree aan de zijde van de tuin. De woningen zijn aan de achterzijde met de auto bereikbaar via een collectieve steeg, waar elke bewoner zijn auto kan parkeren op eigen terrein. De muur van de oude bakkerij vormt een afscheiding tussen de tuin en het hofje. De woningen aan de stationzijde en langs gebouw 3 zijn eveneens bereikbaar vanuit de tuin, net als de functies op de begane grond. De inrit van de parkeergarage is bereikbaar vanaf de Guldensporenlei. Eventueel wordt een ondergrondse verbinding met gebouw 1 voorzien, op voorwaarde dat er geen bomen in de tuin hiervoor moeten wijken.

001_REF

153

002_REF

003_De muur langs de bakkerstuin

6.4

Inrichting van de tuin

Zoveel mogelijk van de bestaande bomen blijft behouden. Samen met nieuwe bomen en beplanting ontstaat een arboretum waarin tussen het rustig toeven is. Kinderen kunnen er spelen en je kan er ook rustig een boek lezen in de zon. De woningen aan het hofje krijgen de mogelijkheid hun gevels te laten begroeien. Geveltuintjes en stoepjes verzachten de overgang van de woning naar het hofje.
004_REF

005_REF

< 001_Bereikbaarheid en parkeren

006_De bakkerstuin

154

7
155

LANGS DE STRAAT

156

LANGS DE STRAAT

7.1

De straat

In het zuiden van de site wordt het stedenbouwkundig weefsel vervolledigd. Aansluitend op de Prinsessenstraat wordt een nieuwe woonstraat aangelegd. Met de woonlinten wordt beoogd aan te sluiten bij de schaal van de omliggende woonwijken. Evenals de omliggende straten kenmerkt deze bebouwing zich door een afwisselend beeld van bouwmassas en parcellering. De bebouwing bestaat uit lage grondgebonden woningen (2 of 3 bouwlagen). De afwisselende kroonlijsthoogte zorgt voor een kleinschaligere en gefragmenteerde morfologie. Op de hoeken zijn hogere accenten mogelijk in de vorm van appartementsgebouwen (4 bouwlagen). Om het onderscheid met de hoofdgebouwen en hun lessenaarsdaken zo duidelijk mogelijk te maken, worden voor de woonlinten platte daken opgelegd. Deze moeten uitgevoerd worden als groendaken of keiendaken. De tuinen van de woningen zijn bereikbaar via achterpaden. Enkele doorsteken tussen de woningen maken een informele routing via Gebouw 2 naar het plein van de innovatiepool mogelijk. Op het ogenblik van afronding van dit masterplan, was er nog geen duidelijkheid over de toekomstige ontwikkeling van Merodelei 140. Deze is dan ook niet mee opgenomen in dit plan. Mogelijk zal het resultaat van de studie over Merodelei 140 enkele doorbrekeningen van de woningenrij aan de oostzijde van de straat (in bouwblok G) vereisen.
mogelijke volumetrie langs de straat

De ontwikkeling van de terreinen van De Lijn kan nog157 zeer lang op zich laten wachten. De eigendom is ook niet opgenomen in het huidige businessplan voor de ontwikkeling van de Stationsomgeving. Daarom wordt hier nog niet in detail de bouwblokken vastgelegd, enkel de belangrijke hoofdlijnen die ervoor zorgen dat het terrein later als onderdeel van de stationsomgeving gelezen kan worden. FASERING De woonlinten zijn een samenstelling van verschillende bouwblokken die op eenvoudige wijze gefaseerd kunnen worden uitgevoerd. MATERIAAL EN KLEUR De gevels van de woonlinten worden uitgevoerd in roodbruine baksteen met een differentiatie in tinten tussen de verschillende woningen of appartementsgebouwen. Hierdoor sluit de baksteenarchitectuur van de woonlinten aan bij de omliggende woonwijken. De drie hoofdgebouwen rond het nieuwe plein vallen door hun afwjikende materialisatie op in het stedelijk landschap. De achtergevels van de woonlinten moet steeds n vlak zijn over alle verdiepingen Voor de materiaalkeuze van de woonlinten dient er rekening gehouden te worden met volgende criteria: - baksteen in matte uitvoering - eigen kleur van materiaal - rood-bruine tinten

< inplanting aan de straat

Mogelijke ontwikkeling Merodelei 140 (bron: stad Turnhout)

158

Inrit Parkeer garage Inrit Parkeer garage

P bezoekers langs straat

7
7.2 Ontsluiting en parkeren
De straat steekt vanaf de Merodelei de buurt in en sluit aan op de Prinsessenstraat. De straat heeft hetzelfde profiel als de huidige Prinsessenstraat. Aan beide zijde kan worden geparkeerd. De bestrating is hetzelfde als de bestaande Prinsessenstraat. Op een aantal strategische plaatsen staan bomen zodat de smalle straat samen met de bebouwing een afwisselend geheel is. Onder de kopen hoekbebouwing (de appartementengebouwen) bevinden zich parkeergarages. De toegangen en inritten zijn gesitueerd binnen het bouwvolumes van de gebouwen. Bij de vormgeving van de toegangen en de in- en uitritten moet er extra aandacht besteed worden aan de architecturale uitwerking van deze ruimtes, zodat het niet louter storende elementen zijn in het gevelvlak maar dat ze bijdragen tot de totale compositie en uitstraling van de gevel. Ruime aandacht voor de159 verkeersveiligheid bij het uitrijden van het gebouw is nodig. Twee afsluitbare achterpaden ontsluiten de tuinen van de woningen aan de Prinsenstraat, aan de Prinsessenstraat en de tuinen van de woningen aan de straat. Via een doorstreek tussen de tuin zijn de binnenplaatsen van Gebouw 2 bereikbaar van waaruit je naar het plein door kunt lopen. .

7.3

Inrichting van de straat

De straat en de trottoirs aan beide zijden hebben dezelfde bestrating als de Prinsessenstraat.

< 001_Bereikbaarheid en parkeren

mogelijk beeld in de straat

160

161

162

foto maquette

foto maquette

163

foto maquette

foto maquette

164

BIJLAGE
165

P 166

B K&R

S
F
001_Het huidige station

TAXI

002_Het stationsplein

003_De onderdoorgang als entree van de Innovatiepool

004_De luifel

HET STATION

001_

De Stad Turnhout wil graag het station optimaliseren als overstapknoop. Een knoop waar iedereen goed zijn weg kan vinden om verder te voet, met de fiets, de auto of het openbaar vervoer te gaan . De ontwikkeling van de Innovatiepool achter het station van Turnhout maakt het mogelijk ook het gehele stationsgebied met stationsplein, bushalte en stationsgebouw te optimaliseren. Een herinrichting van het plein, een reorganisatie van de verkeerstromen, een andere positie voor het station, de fietsenstalling met fietspunt, de bushaltes en de K&R-zone, dit alles moet in overweging worden genomen. De stad start hiervoor een studie spoorontsluiting Turnhout op met de NMBS-groep, waarin ook De Lijn zal betrokken worden. Vanuit de opmaak masterpaln Innovatiepool hebben wij als studiebureau ook een visie ontwikkeld voor de stationsomgeving die als inspiratie kan dienen voor de studie met de NMBSgroep. Uitgangspunt voor de herinrichting van het stationsgebied is een publieke ruimte als podium waarop het oude stationsgebouw, het hotel en de woningen tussen de Guldensporenlei en de Stationsstraat als decorstukken een plek hebben. De nieuwe gevel van de Innovatiepool is het decor, waarvoor de bedrijvigheid van het station wordt opgevoerd bewegend tussen de gebouwen op het plein. Een volwaardige publieke ruimte als entree voor Turnhout en de Innovatiepool. Het zwaartepunt van het stationsgebied bevindt zich nu rondom het monumentale stationsgebouw. Voor de ontwikkeling van de Innovatiepool is vooral ook een goede en directe verbinding voor voetgangers en fietsers tussen centrum, station, Innovatiepool en de kanaalomgeving belangrijk. Ruimte om deze verbinding onder het spoor te maken en deze tevens te koppelen aan de entree van de Innovatiepool bevindt zich tussen het hotel en de bebouwing aan de A B F K&R P S Autos Bussen Fietsers Kise & Ride Parkeren Station 007_Schemas station

167

002_

003_

004_

005_

<<<<<

006_

M1
168

B
Stationsstraat/Renier Sniedersstraat. Een koppeling op deze plek tussen deze onderdoorgang en het station lijkt een uitgelezen kans alle verkeerstromen meer lucht te geven, goed optimaal te organiseren en de entree naar het centrum en de Innovatiepool te concentreren. Een grote kruisvormige luifel markeert dit kruispunt. De luifel functioneert als schakel, een verbindend element waar rondom alle functies van het station een plek kunnen vinden. De kruisluifel overdekt de perrons en het stationsplein en begeleidt iedereen richting binnenstad en de Innovatiepool. De luifel is een bijzonder sculpturaal element dat identiteit geeft aan Turnhout, het station en de Innovatiepool. De kruisluifel is een ijle, transparante structuur, een geplooide glasplaat, meegaand in de

001_Het stationsgebouw

169

002_Het busstation

003_De oude overkapping

004_REF Luifel Lissabon

dynamiek van de nieuwe skyline. De kruisluifel fungeert als een molenwiek waar rondom de functies van het station op verschillende manieren een plaats kunnen krijgen. Drie modellen hebben wij uitgewerkt. Twee modellen (M1+M2) gaan uit van bovengronds sporen, een ophoging van de perrons naar +0,76 m en een verbreding naar 4,50 m. Bij het derde model (M3) liggen de sporen op niveau-1 in een open sleuf. Al deze modellen functioneren onder de nieuwe kruisluifel. De kruisluifel geneert een dusdanige flexibiliteit dat eventueel ook andere modellen bekeken zouden kunnen worden. Bij alle drie de modellen is uitgegaan van zeven

005_REF Luifel Theaterplein Antwerpen

006_REF Luifel Kiel Antwerpen, B-architecten

170

001_M1:Verbreding bovengrondse perrons naar 4m

002_M1: De onderdoorgang

003_M1:Voetgangers

Inrit parking

Inrit parking

004_ M1:Auto
N

005_M1: Fietsers

Fiet

sfla

006_M1:Bus
N

B
halteplaatsen in het busstation (25% meer dan het huidige aantal), een fietsenstalling/fietsflat met 400 plaatsen en een fietspunt voor service, herstel, beheer, toezicht en verhuur. Een verbinding voor voetgangers, rolstoelgebruikers en fietsers tussen het centrum en de Innovatiepool, Kiss & Ride en 231parkeerplaatsen Park & Ride. M1 Aan de stadzijde komt onder de kruisluifel het stationsplein en de trappen naar de onderdoorgang richting de Innovatiepool. Hier onder de luifel bevinden zich alle faciliteiten en voorzieningen behorend bij het station zoals bijvoorbeeld de treininformatie en de kaartautomaten. Je kan hier direct het perron op of even een koffie drinken op het terras. Het huidige hotel aan de zuidzijde van het plein blijft gehandhaafd en kan worden aangevuld met horeca aan het stationsplein. Het oude stationsgebouw krijgt een publieksfunctie. Het terras tussen het hotel en het oude stationsgebouw loopt door in het perron en ligt op de route naar het centrum via De Merodelei. Via de onderdoorgang loop je vanaf het stationsplein direct de Innovatiepool in. De onderdoorgang is breed en kort zodat een veilige verbinding ontstaat, geen smalle tunnel maar helder lichte verbinding. De perrons zijn toegankelijk met liften en trappen zowel vanuit de onderdoorgang als vanaf het stationsplein en de omliggende openbare ruimte. De Stationsstraat is niet meer toegankelijk voor doorgaand verkeer. De straat wordt verkeersluw. Alleen bussen en bestemmingverkeer kunnen nog gebruik maken van de Stationsstraat. De huidige rotonde aan de Merodelei wordt vervangen door een voorrangsgeregeld T-kruispunt. Het busstation komt voor het hotel aan de Stationsstraat waar alle ruimte is voor zeven halteplaatsen. Aan de noordzijde van het plein is de fietsstalling met fietspunt gesitueerd eventueel nog gecombineerd met een aantal faciliteiten voor het station. De fietser die vanuit de stad komt, kan vanuit de Renier Sniedersstraat zo de fietsenstalling in rijden, zijn fiets parkeren en aan de andere kant de stalling uitlopen richting stationsplein en onderdoorgang. Een hellingsbaan langs de stalling verbindt deze stadzijde met de onderdoorgang. Fietsers kunnen aan de Innovatiepool zijde omhoog fietsen via een helling die uitkomt in een binnenhof van de nieuwe bebouwing.
171

M2
172

B
173

De westzijde van de sporen is het domein van de automobilist, hier kan geparkeerd worden op maaiveld (Park & Ride) en bevinden zich een tweetal inritten naar ondergronds parkeergarages onder de bebouwing. Hier is ook ruimte voor de Kiss &Ride en een taxistandplaats. Als 127 parkeerplaatsen van de Park & Ride worden ondergebracht in een parkeergrage, ontstaat er ruimte voor een Fiets-O-strade, een vrijliggend fietspad van 3m, direct aan de Innovatiepoolzijde van het spoor. M2 In dit model bevindt het busstation zich in het gebouw van het huidige hotel. Het dak en de constructie van dit gebouw blijven behouden (de gevels zijn verwijderd) en vormen een overdekt busstation direct aan het stationsplein en de perrons. Verder is dit model gelijk aan model 1. M3 Bij model M3 liggen de sporen op niveau-1 in een open sleuf. Zowel de fietsers als de voetgangers kunnen nu vanaf het stationsplein op maaiveld niveau de Innovatiepool bereiken. Het grote stationsplein bevindt zich midden onder de kruisluifel en verbindt het centrum en de Innovatiepool op maaiveld met elkaar. Vanaf het plein kan je met trappen en liften naar de perrons afdalen. Het huidige hotel aan de zuidzijde van het plein blijft gehandhaafd en kan worden aangevuld met horeca aan het stationsplein en ook aan de andere zijde bij het oude stationsgebouw. De Stationsstraat is niet meer toegankelijke voor doorgaand verkeer. Vanaf de Renier Sniedersstraat rijden de bussen naar het busstation en is de parkeerplaats voor het hotel bereikbaar. Met een lus rijden de autos weer terug naar de Renier Sniedersstraat. Het busstation is gesitueerd boven de sporen achter het huidige stationsgebouw. Het huidige stationsgebouw kan naast horeca ook functioneren als wachtlokaal voor het busstation. De kruisluifel kan eventueel verlengd worden zodat ook het busstation overdekt is. Aan de noordzijde van het plein is de fietsstalling met fietspunt gesitueerd eventueel nog gecombineerd met een aantal faciliteiten voor het station. Aan de westzijde van het station bevindt zich in het verlengde van de Noordboulevard de Kiss & Ride, een

M3
174

B
parkeerplaats op maaiveld en een tweetal inritten naar ondergronds parkeergarages. Het stationsplein Het stationsplein, het plein, de gaanderijen, de binnenplaatsen, de twee tuinen, de straten en de achterpadden staan op verschillende manieren met elkaar in verbinding en vormen samen een buurt waar je doorheen kan dwalen. De entree van de stad en de Innovatiepool is een overzichtelijk plein. Alles heeft een duidelijke plek rond het station en haar luifel. Zo ontstaat een rustig totaalbeeld. Een plein, prettig om over te steken, even op een bankje te zitten of te genieten van je lunch, alvorens de bus of trein te nemen of weer aan het werk te gaan. Een verblijfsruimte niet alleen voor rennende forensen maar ook voor buurtbewoners en kantoorklerken. Gezaagde en gehakte kasseien bestraten het gehele plein. Het plein is voor iedereen samen, alle gebruikers zijn gelijkwaardig. Met koperen markeringen worden de verschillende routes voor voetgangers, fietsers, autos en bussen begeleid. Samen met de bestaande bomen versterken schermen van krenteboompjes de lijnen van het spoor en de nieuwe gevel van de Innovatiepool aan de westzijde van het plein. De kruisluifel bepaalt het beeld van dit nieuwe station. Alleen twee keer per jaar nemen de krenteboompjes het over. De witte bloempjes kondigen het begin van het voorjaar aan. En in de herfst decoreert de rode kleur van de bladeren het plein.

001_REF Kasseien, behakt en gezaagd

175

002_REF Kasseien

003_REF Gezaagde kasseien

004_REF Krenteboompjes in de herfst

005_REF Krenteboompjes in de lente

006_REF Krenteboompjes in de lente

176

177

178

A D F E 2f Ia 2e 2d 1h 1i 1j 1a 1b 1e 1d 1c Jc Jc K Jb 1g 1f 3j Ma Mb 3d 3f 3c 3b Md 3e Mc Me 3a L 3i 3g 3h Ja Ib 2c 2g 2b

2a

Mf Mg

Mh

Mi

B
PROGRAMMA
16mvariant
gebouw bouwblok GEBOUW1 17233 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h 1i 1j totaal 2d 2e totaal 2a 2b 2c 2f 2g totaal 3a 3b 3c 3d 3e 3f 3g 3h 3i 3j totaal burelen loods totaal #bouwlagen 5 5 5 6 6 7 7 6 4 4 totaalm 1109 2288 1109 2048 2048 1557 3212 1301 1280 1280 17233 7650 1056 8706 1188 980 1020 3120 1386 7694 5045 3614 3360 5745 2780 974 4412 2270 3530 370 32100 690 1320 2010 1380,0 2926,0 675,0 927,0 552,0 1206,0 2928,3 920,0 2000,0 3231,7 5231,7 1860,0 1155,0 1972,0 1137,5

179

20mvariant
gebouw bouwblok GEBOUW1 17340 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h 1i 1j totaal 2d 2e totaal 2a 2b 2c 2f 2g totaal #bouwlagen 5 5 5 5 5 6 6 6 4 4 totaalm 1109 2011 1387 2080 1733 2053 2977 1643 1067 1280 17340 7650 1056 8706 1188 980 1020 3120 1386 7694

GEBOUW2fase1 8706

5 4

GEBOUW2fase1 8706

5 4

GEBOUW2fase2 7694

2 3 3 4 3

GEBOUW2fase2 7694

2 3 3 4 3

GEBOUW3 32100

9 6 6 11 4 2 8 6 5 2

GEBOUW3 32078

3a 3b 3c 3d 3e 3f 3g 3h 3i 3j totaal burelen loods totaal

8 5 5 10 4 2 7 6 5 2

5387 3481 3175 6359 2780 974 4223 2270 3059 370 32078 690 1320 2010 1380 2926 675 927 552 1206 2928 920 2000 3232 5232 1860 1155 1972

BEST.LOODS 2010

2 2

BEST.LOODS 2010

2 2

A B C appartementen D E rust en verzorgingstehuis F G H rijwoningen I service flats 5232 Ia Ib totaal appartmenten Ja Jb Jc Jd

4 2,3 3 3 3 3 2,5 4 4 2,3

A B C D E F G H I 5232 Ia Ib totaal Ja Jb Jc

4 2,3 3 3 3 3 2,5 4 4 2,3

sociale

kantoren J
6125

4 2,5 4 2,5

J 6125

maximale bruto-vloeroppervlaktes

4 2,5 4

180

A D F E 2f Ia 2e 2d 1h 1i 1j 1a 1b 1e 1d 1c Jc Jc K Jb 1g 1f 3j Ma Mb 3d 3f 3c 3b Md 3e Mc Me 3a L 3i 3g 3h Ja Ib 2c 2g 2b

2a

Mf Mg

Mh

Mi

2c 2f 2g totaal GEBOUW3 32100 3a 3b 3c 3d 3e 3f 3g 3h 3i 3j totaal

B
9 6 6 11 4 2 8 6 5 2 5045 3614 3360 5745 2780 974 4412 2270 3530 370 32100 690 1320 totaal2010 m 1109 1380,0 2288 2926,0 1109 675,0 2048 927,0 2048 552,0 1557 1206,0 3212 2928,3 1301 920,0 1280 1280 2000,0 17233 3231,7 5231,7 7650 1056 1860,0 8706 1155,0 1972,0 1188 1137,5 980 6124,5 1020 3120 2972,0 1386 7694 1635,0 51430 045 3614 858 31280 360 53609 745 2780 926 974 1172 41172 412 2270 926 31625 530 370 12998 32100 5 4 5 2,3 5 3 6 3 6 3 7 3 7 2,5 6 4 4 4 4 2,3 5 4 4 2,5 4 2 2,5 3 3 4 4 3 2,5 9 5 6 3 6 5 11 6 4 4 2 5 8 5 6 4 5 5 2

3 4 3

1020 3120 1386 7694

2f 2g totaal

4 3

3120 1386 7694

GEBOUW3 32078

PROGRAMMA
16mvariant 2010
BEST.LOODS

3a 3b 3c 3d 3e 3f 3g 3h 3i 3j totaal

8 5 5 10 4 2 7 6 5 2

5387 3481 3175 6359 2780 974 4223 2270 3059 370 32078 690 1320 totaal2010 m 1109 1380 2011 2926 1387 675 2080 927 1733 552 2053 1206 2977 2928 1643 920 1067 1280 2000 17340 3232 5232 7650 1056 1860 8706 1155 1972 1 188 1138 980 6125 1020 3 120 2972 1386 7 694 1635 1785 5 387 1071 3 481 1320 3 175 2984 6359 926 2 780 1172 974 1172 4926 223 2 270 1625 3059 12981 370 32078 078 89

181

burelen 2 loods 2 gebouw bouwblok totaal #bouwlagen 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h 1i 1j Ia totaal Ib totaal 2d 2e Ja totaal Jb Jc 2a Jd 2b totaal 2c 2f 2g totaal 3a Ma 3b Mb 3c Mc 3d Md 3e Me 3f Mf 3g Mg 3h Mh 3i Mi 3j totaal totaal burelen loods totaal

20mvariant 2010

BEST.LOODS

burelen 2 loods 2 gebouw bouwblok totaal #bouwlagen 1a 1b 1c 1d 1e 1f 1g 1h 1i 1j Ia totaal Ib totaal 2d 2e Ja totaal Jb Jc 2a Jd 2b totaal 2c 2f 2g totaal Ma 3a Mb 3b Mc 3c Md 3d Me 3e Mf 3f Mg 3g Mh 3h Mi 3i totaal 3j totaal 5 4 5 2,3 5 3 5 3 5 3 6 3 6 2,5 6 4 4 4 4 2,3 5 4 4 2,5 4 2 2,5 3 3 4 4 3 2,5 5 8 3 5 4 5 5 10 4 4 5 2 5 7 4 6 5 5 2

GEBOUWA 1 17233 B C D E F G H I 5232 GEBOUW2fase1 8706 J 6125 GEBOUW2fase2 7694 K L GEBOUWM 3 32 998 100 12

GEBOUWA 1 17340 B C D E F G H I 5232 GEBOUW2fase1 8706 J 6125 GEBOUW2fase2 7694 K L M GEBOUW 3 12981 32078

SUBTOTAAL LOODS zonder BEST. De Lijn 2010 TOTAAL A B C D E F G H I 5232

V/T

totale vloeroppervlakte (V) 4 1380,0 2,3 2926,0 78 215 3 675,0 totale oppervlakte plangebied (T) 3 927,0 3 552,0 V/T = 1,38 3 1206,0 2,5 2928,3 4 920,0 Ia Ib totaal Ja Jb Jc Jd 4 2,3 2000,0 3231,7 5231,7 1860,0 1155,0 1972,0 1137,5

89 010 2 690 totale vloeroppervlakte 2 1320 1082010 219

SUBTOTAAL zonder De Lijn BEST.LOODS 2010 TOTAAL A B C D E F G H I 5232

totale vloeroppervlakte burelen 2 690 loods 2 1081320 286 totaal totale vloeroppervlakte 2010 (V) 4 781380 215 2926 totale oppervlakte2,3 plangebied (T) 3 675 3 927 V/T = 1,38 3 552 3 1206 2,5 2928 4 920 Ia Ib totaal Ja Jb Jc 4 2,3 2000 3232 5232 1860 1155 1972

V/T

J 6125

4 2,5 4 2,5

J 6125

maximale bruto-vloeroppervlaktes

4 2,5 4

182

12 PP in RO voor om wonen den

maximaal 50 PP in

de OR voor bezoe

kers

In garage gebouw 2, fase 2, 86 PP voor bewoners

RO K, L 6 PP in zoekers I, J, voor be

In garage gebouw 2, fase 1, 29 PP voor bewoners

16 PP in OR bezoekers I,J, K,L In garage gebouw 1: 125 PP omwonende, 205 PP voor bewoners

in OR ende 10 PP omwon voor


10 P P bezo in OR eke rs I, J,
In garage gebouw 3: 244 PP voor kantoren en bewoeners, 17 PP voor burelen en loods

K, L

6 PP voo in OR r be zoe kers I,

J,K,L

burele n en lo ods

10 P P pri ve v oor L

3 PP voo in OR r + 3 omwo ne bezo eke nde rs P P vo o

rL

B
PARKEERNORM
PARKEERTABEL aantalunits/ brutooppm2 Pprive(1) Pbezoekers (2)

183

WoonenZorgCentra ServiceFlatsF1 ServiceFlatsF2 Living&CareLab(LiCaLab) RijwoningenF1 RijwoningenF2 RijwoningenF3

100,0 69,0 76,0 12,0 13,0 aantal units 15,0 / bruto opp m2 11,0 78,0 100,0 2,0 69,0 50,0 76,0 45,0 40,0 12,0 48,0 13,0 44,0 15,0 40,0 11,0 25,0 78,0 18,0 12,0 2,0 5,0 50,0 4,0 45,0 40,0 2,0 2,0 48,0 44,0 12.632 40,0 10.105 25,0 18,0 1.200 12,0 800 5,0 4,0 1.200 2,0 1.667 2,0 12.632 3.000 10.105 1.200 800 1.200 1.667 3.000

0,5perunit 1 1 0,5 1 1 Pprive(1) 1 1 0,5perunit 1 1 1 1 1 1 0,5 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0,8per100m2 1 0,8 1 1 0 1 0 1 1 0,8 1 0 1 0,8per0 100m2 0,8 0 0 0,8 0 0

0 0 0 0 0,2 Pbezoekers 0,2 (2) 0,2 0,2 0 0,2 0 0,2 0 0,2 0,2 0 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0 0,2 0 0,2 0,2 0 0,2 0 0,2 0,2 0 0,2 0 0,2 0 0 0 0 0 0 0

PARKEERTABEL

Socialeappartementen(GRONDenPANDENDECREET) WoonenZorgCentra Kangoeroewoningen ServiceFlatsF1 AppartementenXSF1 ServiceFlatsF2 AppartementenXSF2 AppartementenXSF3 Living&CareLab(LiCaLab) AppartementenSF1 RijwoningenF1 AppartementenSF2 RijwoningenF2 AppartementenSF3 RijwoningenF3 AppartementenMF1 Socialeappartementen(GRONDenPANDENDECREET) AppartementenMF2 AppartementenMF3 Kangoeroewoningen AppartementenLF1 AppartementenXSF1 AppartementenLF2 AppartementenXSF2 AppartementenXSF3 LOFTS(CASCO)F1 LOFTS(CASCO)F2 AppartementenSF1 AppartementenSF2 KANTORENTEKOOP(CASCO,mettechnieken) AppartementenSF3 KANTORENTEHUUR(CASCO,mettechnieken) AppartementenMF1 AppartementenMF2 RETAIL/BUURTWINKELS(CASCO) AppartementenMF3 HORECA(CASCO) AppartementenLF1 AppartementenLF2 POLYKLINIEK/GROEPSPRAKTIJK/KINDEROPVANG LOFTS(CASCO)F1 STUDENTENKAMERS LOFTS(CASCO)F2 DIVERSEFUNCTIES(LEISURE, KANTORENTEKOOP(CASCO,mettechnieken) PUBLIEKEFUNCTIE KANTORENTEHUUR(CASCO,mettechnieken) RETAIL/BUURTWINKELS(CASCO) HORECA(CASCO)

> parkeren omwonenden: 174 PP

POLYKLINIEK/GROEPSPRAKTIJK/KINDEROPVANG

> parkeren de lijn: zelfde p-norm STUDENTENKAMERS


DIVERSEFUNCTIES(LEISURE, PUBLIEKEFUNCTIE

184

COLOFON

Het Masterplan Stedelijke Innovatiepool Turnhout is tot stand gekomen in samenwerking met en op basis van bijdragen van: Stad Turnhout Mathias De Beucker Cedric Heerman Jef Konings Hugo Meeus Kelly Verheyen Participatiemaatschappij Vlaanderen Philip Borremans Sonja Put Hecta Davy Demuynck Paul Thiers Foresco Frederic De Vel B-architecten Evert Crols Dirk Engelen Sven Grooten Sarai Bervoets Christophe Combes Thomas Pirenne Ilse Maertens Toya Verstrepen Bureau B+B Danille Huls Janne van der Bom Jan Maas Saline Verhoeven Gert-Jan Wisse Ricky Rijkenberg Anne-Fleur Aronstein Technum Catherine Cassan Michael Verheyde mobiliteit stedenbouw en openbare ruimte stedenbouw en architectuur

185

Você também pode gostar