Você está na página 1de 4

Economische Vooruitzichten Update

reed conjunctuurherstel zet zich voort B VS opnieuw met echte begroting Fed-tapering eindelijk van start ECB geconfronteerd met stijgende geldmarktrente het gevaar voor een nieuwe sluiting van de federale overheid na 15 januari 2014 geweken is. Bovendien worden de automatische bijkomende besparingen in het kader van het zogenoemde sequester licht afgezwakt. Voor de Amerikaanse conjunctuur is dat goed nieuws. De rem van het budgettair beleid op de economische groei zal in 2014 immers met slechts circa 0,3 procentpunt een stuk lager liggen dan in 2013.

Januari 2014

Goudlokje
Het brede herstel van de wereldconjunctuur zet zich onverminderd voort. Dat kwam onder meer tot uiting in de verdere stijging van het producentenvertrouwen in de VS, de EMU, het VK en Japan. De opwaartse bijstelling van de raming voor de groei van het Amerikaanse rele bbp in het derde kwartaal tot 3,6% past in deze trend. De inflatiedruk blijft ondertussen gering. Op dit ogenblik bedraagt de inflatie in de VS en de EMU respectievelijk 1,0% en 0,9%. De voornaamste onderliggende oorzaken blijven de nog altijd hoge werkloosheid, de negatieve jaarwijzigingen van de energieprijzen en de recente appreciatie van de euro ten opzichte van de munten van de belangrijkste handelspartners.

ledig wordt stopgezet. De voorbije maanden waren de financile markten bevreesd dat het begin van de tapering door de Fed ook een signaal zou zijn dat een eerste verhoging van de beleidsrente een stap dichterbij komt. Voor de Fed was het daarom een prioriteit om de band tussen beide luiken van haar beleid door te knippen. Ze bevestigde haar forward guidance, die stelt dat de Fed haar rentebeleid niet zal aanpassen zolang de werkloosheidsgraad boven 6,5% ligt en de inflatieverwachtingen op korte termijn niet boven 2,5% uitstijgen. Ook de stabiliteit van de inflatieverwachtingen op lange termijn zijn een kritische voorwaarde. Het nieuwe in de jongste Fed-communicatie was de verklaring dat de Fed haar beleidsrente waarschijnlijk zelfs niet zal verhogen indien de werkloosheidsgraad onder 6,5% daalt. Sowieso stelt de Fed dat een eerste renteverhoging pas aan de orde is geruime tijd nadat het jongste aankoopprogramma is beindigd. De overgrote meerderheid van de Fedbestuurders verwacht die eerste renteverhoging ten vroegste in de loop van 2015. Voor de langere termijn rijst echter de vraag hoe geloofwaardig dat verwachte rentepad is. De overgrote meerderheid van de Fedbestuurders verwacht immers tegen eind

Fed-tapering eindelijk van start


Op 18 december nam de Fed een tweede bron van onzekerheid weg. Vanaf januari 2014 begint ze met de afbouw van haar jongste aankoopprogramma van overheidsobligaties en hypotheekgerelateerde obligaties. Het totale maandelijkse aankoopbedrag zal met 10 miljard USD per maand dalen tot 75 miljard USD per maand. De vermindering wordt gelijk verdeeld tussen beide activaklassen. De Fed benadrukte dat het verdere verloop van de afbouw afhangt van de toekomstige indicatoren, en in het bijzonder van die van de arbeidsmarkt. Niettemin gaan we op basis van de sterke dynamiek van de recente conjunctuurindicatoren ervan uit dat het aankoopprogramma aan een tempo van zon 10 miljard USD per maand zal worden teruggeschroefd en rond september 2014 vol-

VS opnieuw met begroting


Tegen de achtergrond van het verrassend krachtig wereldwijd conjunctuurherstel stond het Amerikaanse economische beleid de voorbije weken in het middelpunt van de belangstelling. Wat het budgettaire beleid betreft, raakten de Democraten en Republikeinen het op 10 december verrassend genoeg eens over een begroting voor de komende twee jaar. Dat betekent op de eerste plaats dat

Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u op de hoogte van alle analyses en vooruitzichten van de KBC-economisten.

Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens (32) (0)2 429.62.87 E-mail: dieter.guffens@kbc.be Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Gompel, Havenlaan 2, B-1080 Brussel Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel, E-mail: economic.research@kbc.be Deze publicatie komt tot stand op de Chief Economist Department van KBC Groep. Noch de mate waarin de voorgestelde scenarios, risicos en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledigheid ervan. 1 Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 18 december 2013, tenzij anders vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 19 december 2013.

EconomischeVooruitzichten

Update
nieuwe hypothecaire kredietverlening. In vergelijking met de andere grote centrale banken oogt het beleid van de ECB het meest orthodox. De belofte van de ECB dat haar liquiditeitsinjecties voor de financile sector door hun constructie uitdovend zijn en de omvang van de balans van de ECB zich automatisch zou normaliseren bij afloop van die leningen, blijkt correct. In het voorjaar van 2011 was dat al even het geval voordat de heropflakkering van de eurocrisis de ECB verplichtte om liquiditeit met een zeer lange looptijd ter beschikking te stellen. Door de ver gevorderde terugbetaling van die leningen is ondertussen de hoeveelheid voorzorgsliquiditeit op de EMU-geldmarkt opnieuw voelbaar geslonken. Daardoor steeg de daggeldrente de voorbije weken van circa 10 basispunten tot net onder 20 basispunten. De vraag is in welke mate de ECB op deze automatische verkrapping op de geldmarkt zal reageren. De verlaging van de refirente tot 25 basispunten in november was onder meer expliciet ingegeven door de wens om het opwaartse potentieel van de daggeldrente te beperken. Indien de hogere daggeldrente een doorn in het oog van de ECB zou zijn, heeft ze de middelen om daar een stokje voor te steken. Een verlaging van haar refirente tot bijvoorbeeld 5 basispunten met een duidelijke forward guidance zou de rentecurve op de geldmarkt duurzaam op een laag peil fixeren.

2016 een terugkeer naar volledige werkgelegenheid, met een werkloosheidsgraad rond 5,5%. Desondanks ziet diezelfde meerderheid haar beleidsrente op dat ogenblik niet hoger dan 2%. Samengenomen met een budgettair beleid dat tegen dan niet meer op de economische groei weegt, lijkt dit rentebeleid een recept voor inflatoire spanningen vanaf 2016. Op korte termijn heeft de Fed echter met haar communicatiestrategie haar doel bereikt. Zowel de geld- en obligatiemarkten, alsook de aandelenmarkten reageerden zoals gewenst. De Amerikaanse tienjaarsrente had al sinds enige tijd de start van de tapering ingeprijsd. Op de geldmarktrente valt op dat de belofte van een lange beleidsrente voor een lange periode (low for long) de rentecurve tot aan een looptijd van twee jaar bijzonder vlak hield. De aandelenmarkten ten slotte interpreteerden de beleidsommezwaai als een teken van de relatieve sterkte van de Amerikaanse conjunctuur en maakten een einde aan hun bescheiden neerwaartse correctie van de voorbije dagen.

Duidelijk minder geloofwaardigheid geniet het beleid van de Bank of England. Begin augustus introduceerde ze op vraag van de Britse minister van Financin Osborne haar versie van forward guidance. Concreet zou de Bank of England haar beleidsrente niet verhogen zolang de werkloosheidsgraad boven 7% ligt. Als randvoorwaarde mag de inflatieverwachting voor de komende 18 tot 24 maanden niet meer dan 0,5% hoger liggen dan de langetermijndoelstelling van 2%, moeten de inflatieverwachtingen op lange termijn stabiel blijven en mogen zich geen risicos voor de financile stabiliteit vormen. Een viertal maanden na de introductie van haar forward guidance komt de Bank of England echter al in de problemen. De Britse economie kende de voorbije kwartalen immers een onevenwichtige ontwikkeling. Enerzijds is het groeitempo van het bbp de voorbije twee kwartalen stevig, maar blijft het niveau van het bbp nog altijd onder het peil van voor de financile crisis. Tegen die achtergrond werd de Bank of England koud gepakt door de veel sterker dan voorziene daling van de werkloosheidsgraad tot actueel 7,4%. Indien die trend zicht voortzet, is haar forward guidance weldra aan herziening toe. Dat zou de Bank of England echter in een moeilijke positie brengen, vermits de Britse centrale bank een verder versterkend pond, met het neerwaarts effect op groei en inflatie, wil vermijden. Ook de randvoorwaarde van financile stabiliteit kwam in het gedrang door de sterke ontwikkeling van de Britse huizenmarkt. Dat zette de Bank of England er alvast toe aan om haar Funding for Lending Scheme te stoppen voor

Andere centrale banken aan zet


Nu de Fed haar kaarten op tafel heeft gelegd, verschuift de aandacht naar de overige grote centrale banken. De Japanse centrale bank heeft de voorbije dagen aangekondigd dat ze kost wat kost haar inflatiedoelstelling van 2% wil bereiken in 2015. Indien nodig zal ze niet aarzelen om in haar nu al grootschalige aankoopprogramma nog een tand bij te steken. Zoals blijkt uit de inflatieverwachtingen gaan de financile markten ervan uit dat de Japanse centrale bank haar doelstelling ook effectief kan realiseren.

Dieter Guffens dieter.guffens@kbc.be

Balanstotalen centrale banken divergeren


(lokale munt, januari 2007=100)

(jaargemiddelde verwachte inflatie op tweejaarshorizon, in %)

Markten verwachten geen deflatie

600 500 400 300 200 100 0 2007 Fed 2008 ECB 2009 2010 2011 2012 2013 Japanse centrale bank Bank of England

5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 2008 2009 VS 2010 EMU 2011 2012 Japan 2013 VK

EconomischeVooruitzichten

Grafieken

Economische activiteit in OESO


(kwartaalwijziging op jaarbasis in %)
6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 Q1 2007 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 Q1 2008 Q1 2009 Q1 2010 Q1 2011 Q1 2012 Q1 2013 BBP (reel, in %) Voorlopende indicator (rechtse schaal)

(standaardafwijking van het LT-gemiddelde)


2 1 0 -1 -2 -3 -4 2007 2008 2009 Ondernemers 2010 2011 2012 Consumenten 2013

Vertrouwen G4

(consumptieprijsindex, jaarwijziging in %)
6 5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 2007 2008 VS 2009 2010 EMU 2011 2012 OESO 2013

Inflatie

Grondstoffenprijzen
(januari 2007=100)
250

200

150

100

50

0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013


Olie (brent, dollar per vat) Industrile metalen (S&P GSCI) Landbouw en voeding (S&P GSCI)

Renteverloop VS
(in %)

Renteverloop EMU
(in %)

6 5 4 3 2 1 0 2007

6 5 4 3 2 1 0 2007

2008 2009 2010 Obligatierente (10-jaar)

2011

2012 Beleidsrente

2013

2008

2009

2010

2011

2012 Beleidsrente

2013

Obligatierente (10-jaar)

EconomischeVooruitzichten

Tabellen

Rele bbp-groei
2013 2014 2013

Inflatie
2014 18-12-2013 +3m

Beleidsrentes
+6m +12m

VS EMU Belgi Duitsland VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechi Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australi NIeuw-Zeeland Canada

1,8 -0,4 0,2 0,5 1,4 0,9 1,9 1,7 0,8 1,3 -1,3 1,1 0,5 1,6 3,7 1,8 7,6 2,2 2,5 1,7

2,7 1,1 1,2 1,9 2,5 2,4 2,6 1,8 1,5 2,8 1,5 1,8 1,8 2,3 3,3 1,7 7,2 2,5 2,8 2,3

1,4 1,3 1,1 1,5 2,6 0,1 1,9 0,0 1,5 1,1 1,0 1,7 0,4 6,5 7,4 0,3 2,6 2,3 1,3 1,0

1,6 1,0 0,9 1,5 2,3 1,1 2,1 1,1 1,5 1,8 1,0 1,5 2,2 5,1 6,2 2,1 2,9 2,2 2,1 1,1

VS EMU VK Zweden Noorwegen Zwitserland Polen Tsjechi Hongarije Rusland Turkije Japan China Australi Nieuw-Zeeland Canada

0,25 0,25 0,50 0,75 1,50 0,13 2,50 0,05 3,00 8,25 4,50 0,10 6,00 2,50 2,50 1,00

0,25 0,25 0,50 0,75 1,50 0,13 2,50 0,05 2,70 8,25 4,75 0,10 6,00 2,25 2,75 1,00

0,25 0,25 0,50 0,75 1,50 0,13 2,50 0,05 2,70 8,25 4,75 0,10 6,00 2,25 3,00 1,00

0,25 0,25 0,50 0,75 1,75 0,13 2,75 0,05 3,50 8,25 5,00 0,10 6,00 2,25 3,00 1,00

Wisselkoersen
18-12-2013 +3m +6m +12m 18-12-2013 +3m

Tienjaarsrentes
+6m +12m

USD per EUR GBP per EUR SEK per EUR NOK per EUR CHF per EUR PLN per EUR CZK per EUR HUF per EUR RON per EUR BGN per EUR RUB per EUR TRY per EUR JPY per EUR RMB per USD USD per AUD USD per NZD CAD per USD

1,38 0,85 8,98 8,41 1,22 4,18 27,67 298,72 4,47 1,96 45,37 2,81 141,72 6,07 0,89 0,83 1,06

1,30 0,83 9,10 8,20 1,23 4,15 27,45 300,00 4,50 1,96 44,00 2,84 133,90 6,05 0,91 0,81 1,06

1,27 0,82 9,00 8,00 1,25 4,13 27,20 310,00 4,55 1,96 44,25 2,88 132,08 6,00 0,91 0,80 1,06

1,25 0,81 8,80 7,80 1,30 4,10 27,00 300,00 4,60 1,96 44,50 2,92 131,25 5,95 0,90 0,80 1,06

VS Duitsland Belgi VK Zweden Noorwegen Zwitserland Slowakije Polen Tsjechi Hongarije Bulgarije Rusland Turkije Japan China Australi Nieuw-Zeeland Canada

2,84 1,83 2,41 2,86 2,36 2,87 1,02 2,53 4,38 2,27 5,65 7,94 9,55 0,67 4,61 4,23 4,72 2,64

2,90 1,90 2,45 2,95 2,30 3,00 1,10 2,70 4,30 2,35 5,90 8,00 9,40 0,65 4,50 4,40 4,85 2,75

3,25 2,25 2,80 3,35 2,60 3,35 1,40 2,90 4,50 2,70 6,20 8,25 9,60 0,75 4,50 4,50 5,00 3,10

3,50 2,40 2,90 3,55 2,70 3,50 1,75 3,00 4,70 2,85 5,70 8,50 10,00 0,90 4,50 4,80 5,10 3,35

Você também pode gostar