Begrippen scheikunde

Chemische reactie De woorden zeg het eigenlijk al. Er vindt een reactie plaats door de chemie.De stofeigenschappen veranderen door dat er verschillende stoffen met elkaar reageren. Je herkent dus een chemische reactie als : stoffen verdwijnen, nieuwe stoffen ontstaan of misschien veranderen er wel stoffen. De beginstoffen veranderen dus in reactieproducten. Biokatalysator / enzym Een enzym is een organische molecuul dat biologische reacties mogelijk maakt of versnelt. De enzym wordt hier niet verbruikt of van samenstelling veranderd. Het enzym verbindt zih wel tijdens de reacties even met het substaat( datgene watm met de stofwisselingof vertering een reactie aangaat. Voor elk enzym gebeurt dit op een eigen manier. Enzymen bevinden zich in voedsel die nog niet verhit zijn. In cellen van organisme worden zij zelf gemaakt. Enzymen worden ook wel biokatalysatoren genoemd. Reagens Met reagens kun je stoffen aantonen. Het is een chemise stof of een mengsel van chemise stoffen. Kalkwater is bijvoorbeeld een reagens voor koolstofdioxide. Met kalkwater kun je namelijk koolstofdioxide aantonen. Ontledingsreactie: Een ontledingsreactie reactie waarbij de beginstof ( uitgansstof ) veranderd in twee of meer reactieproducten. Bijvoorbeeld: H2O H + 20 , zon ontledingsreactie kan je waarnemen bij verschillende soorten proefjes bijvoorbeeld met; Elektrolyse, Fotolyse, Thermolyse en Hydrolyse. Bij een ontledingsreactie moet er altijd een ontleedbare stof zijn , dit is een stof die bestaat uit 2 of meer atoomsoorten. Als dit niet het geval is kan er geen ontledingsreactie plaatsvinden want dan is er maar 1 stof en die stof kan niet ontleed worden. Zuurgraad: Met zuurgraad bedoelen ze hoeveel zuur er bijvoorbeeld in water zit of in ammonia. De zuurgraad meet je met een pH papiertje en een zuurgraadmeter. Je doet dit door een druppel van de vloeistof op een universeelindicator pH papiertje te doen, als het goed is veranderd het pH papiertje van kleur. Hoe lager het nummer van de kleur is hoe hoger de zuurgraad is. Een waterige stof wordt zuur genoemd als de zuurgraad lager dan 7 is. Mensen kunnen ook zuur herkennen zoals bij het eten van een citroen. Zuren kunnen ook schadelijk zijn dit gebeurd als de pH lager dan 1 is. De zuurgraad meet je altijd met een universeelindicatorpapiertje of met lakmoespapier of met koolsap. Molecuul en Atoom: Als je een stof hebt, neem als voorbeeld water (H2O), dan bestaat deze uit meerdere Atomen. Atomen zijn hele kleine stofjes, in water heb je bijvoorbeeld twee waterstoffen (H2) en een zuurstof (O). Dit noem je dan waterstofatomen en zuurstofatomen. Deze stoffen samen vormen een Molecuul. Je kunt het bijvoorbeeld zien als bouwstenen, iedere atoom is een bouwsteen en samen word het een compleet gebouw, een Molecuul dus. Katalysator: Een katalysator is een bepaalde stof die er voor zorgt dat een reactie tussen twee stoffen sneller verloopt. Dus de reactiesnelheid is korter. Ook word de stof die hier voor zorgt wel gebruikt, maar deze word niet verbruikt, hij gaat dus niet op. Reactiesnelheid Stel je doet twee stoffen bij elkaar, dan gebeurd er iets en dit noem je een reactie. Wat er gebeurd hangt af van de stoffen die je bij elkaar doet. De duur van deze reactie verschild ook per stoffen die je

bij elkaar doet. De tijd hoelang stoffen erover doen om te reageren op elkaar noemt men de reactiesnelheid. Indicator Indicator houd ook wel in dat de kleur van een stof verandert als de pH (zuurgraad) verandert. Als Jodium bijvoorbeeld in aanraking komt met zetmeel zal het donkerpaars verkleuren. Botsende deeltjes model Dit model beschrijft een chemische reactie als het gevolg van botsingen tussen deeltjes. Als twee stoffen met elkaar reageren moeten de moleculen van die stoffen elkaar tegenkomen. Als ze elkaar tegenkomen, zullen ze met elkaar botsen. Slechts een klein gedeelte van de botsingen leidt uiteindelijk tot een reactie. We noemen deze botsingen effectieve botsingen.