HIV

Werking van afweersysteem en virus:

Het immuunsysteem vecht tegen het HIV-virus. Het immuunsysteem is echter niet in staat het lichaam te genezen van HIV omdat het immuunsysteem door het HIV-virus zelf wordt aangevallen. Als het HIV-virus in het lichaam komt wordt het door het immuunsysteem herkend aan zijn antigenen. Dit gebeurt door een fagocyt. Deze zal nu het herkende HIV-virus opeten en de antigenen van het HIV-virus op zijn celmembraan plaatsen. Een T-cel met de goede receptor voor dat antigeen zal zich daaraan hechten. De fagocyt gaat vervolgens cytokine (signaalstoffen) sturen naar de T-cel. De T-cel zal zich hierna gaan delen in geheugencellen (om latere infecties snel tegen te kunnen gaan) en nieuwe T-cellen die vervolgens cytokinen gaan sturen naar de B-lymfocyten en cytotoxische Tcellen die bij dat antigeen horen. Deze cytokinen geven de B-lymfocyten en cytotoxische T-cellen opdracht om snel te gaan delen. Hierdoor kunnen alle HIV-virussen snel worden opgeruimd. Maar deze immuunreactie wordt verstoord door het HIV-virus zelf. Het HIV-virus kan de T-cellen namelijk infecteren. Het HIV-virus gebruikt de T-cellen namelijk als gastheercel en gebruikt deze dan voor het maken van nieuwe HIV-virussen. De T-cel sterft hierna. Omdat de T-cellen sterven kunnen ze geen cytokinen meer sturen naar de B-lymfocyten en cytotoxische T-cellen. Deze zullen zich niet meer gaan delen en de immuunreactie wordt dus stilgelegd en het HIV-virus kan niet meer worden bestreden. Het immuunsysteem gaat ook antistoffen afgeven tegen het HIV-virus maar deze antistoffen zijn niet effectief. Het HIV-virus zal het immuunsysteem steeds verder gaan aantasten tot op een gegeven moment Aids ontstaat. Naast het feit dat HIV het immuunsysteem tegenwerkt in zijn strijd tegen het HIV-virus doordat het de T-cellen van het immuunsysteem zelf als gastheercel gebruikt zijn er nog twee eigenschappen van het HIV-virus die ongunstig zijn voor de werking van het HIV-virus, namelijk: Het muteert zeer snel Het kan zich verbergen voor het immuunsysteem Doordat het HIV-virus zich zeer snel muteert ontstaan er zeer veel varianten van het HIV-virus. Dit betekent dat als het immuunsysteem n variant heeft herkend er nog veel meer zijn die het lichaam nog niet herkend heeft en dus ongestoord zich kan vermenigvuldigen. Het immuunsysteem werkt dus tevergeefs tegen het virus omdat het iedere keer dat ze er n ontdekt er al weer nieuwe varianten zijn. Daarnaast kan het virus zich verbergen voor het immuunsysteem. Als het HIV-virus zich in een T-cel plaatst, is deze onzichtbaar voor het immuunsysteem. Na enige tijd begint de genfecteerde T-cel nieuwe kopien van het virus in de bloedbaan af te geven en die kunnen dan weer nieuwe cellen besmetten. Het lichaam kan dus nooit door middel van het immuunsysteem alle HIV-virussen vernietigen omdat het niet bij die virusdeeltjes in de T-cellen kan. Hiv is het virus dat iemands afweersysteem afbreekt en aids kan veroorzaken. Het virus zit in bloed, sperma en voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk. Je spreekt van aids als het afweersysteem niet meer Dringt het hiv-virus het lichaam binnen, dan pakt het bepaalde cellen vast, de zogenaamde CD4 cellen. Vervolgens dringt het virus die CD4 cellen binnen en maakt ze kapot. En dat heeft grote gevolgen. De CD4 cellen zorgen er namelijk voor dat een bepaald soort witte bloedlichaampjes (lymfocyten) antistoffen maken tegen indringers, zoals bijvoorbeeld virussen, bacterin of schimmels.

Het hiv-virus schakelt dus de CD4 cellen uit, de lymfocyten doen het niet meer en de aanmaak van antistoffen neemt af. Anders gezegd: de verdedigingslinie die indringers moet tegenhouden, begint gaten te vertonen. De indringers kunnen zich zo in het lichaam vermenigvuldigen en het lichaam ziek maken opgewassen is tegen virussen en bacterin die het normaal gesproken goed aankan.

Ziekteverschijnselen:
Als je hiv oploopt, gebeurt dit meestal ongemerkt. De meeste mensen ondervinden geen klachten van hiv. Zelf kun je het virus dan ook weer ongemerkt doorgeven aan anderen.

Soms krijgen mensen griepachtige verschijnselen meteen nadat ze hiv hebben opgelopen. Je spreekt dan van een acute hiv-infectie. Maar zij voelen zich daarna voor langere tijd weer gezond. Wel wordt je afweer aangetast en krijg je op een gegeven moment klachten. Dat kan na twee jaar gebeuren, maar kan ook langer dan tien jaar duren. Dat is van tevoren niet te voorspellen. Het verschilt van persoon tot persoon. Diverse factoren spelen mee, bijvoorbeeld: de algehele gezondheid, leeftijd, erfelijke factoren, het hiv-virus dat je oploopt. Gevolgen die je op termijn kunt oplopen: Enorme moeheid Nachtzweten Veel gewichtsverlies zonder duidelijke reden Koorts Hardnekkige diarree Kortademigheid

Werking vaccin tegen de infectieziekte:

Er is nog geen vaccin tegen HIV. Er wordt flink onderzoek naar gedaan of er een mogelijk vaccin is.

Andere relevante informatie die nuttig is voor jongeren:

U kunt besmet raken met hiv als u in aanraking bent gekomen met het bloed, sperma, vaginaal vocht of voorvocht van iemand met een hiv-infectie. Een hiv-besmetting kan, zonder tijdige behandeling, leiden tot aids.

Hiv-besmetting

U kunt met hiv besmet raken door: Onbeschermd seksueel contact; Drugs innemen met gebruikte naalden of per ongeluk prikken met besmette naalden; Onveilige bloedproducten of een transfusie met besmet bloed; Donorzaad of donorweefsel.

Een seropositieve moeder kan haar kind besmetten tijdens de zwangerschap en de bevalling of via borstvoeding.

Besmetting met hiv voorkomen

U loopt het meeste risico om hiv op te lopen door onveilige handelingen met bloed of sperma. U kunt een hiv-besmetting vooral voorkomen door veilig te vrijen (met condoom). Meer informatie over welke handelingen veilig zijn en welke niet vindt u op de website van Soa Aids Nederland.

Geen oorzaken hiv-besmetting

U kunt het hiv-virus niet krijgen door: Huidcontact (bijvoorbeeld handen schudden); Tongzoenen; Gebruik van het toilet en andere gebruiksvoorwerpen; Hoesten of niezen; Etenswaren; Zwemwater en sauna's.

Virus hiv in lichaamsvocht

Het hiv-virus dat aids veroorzaakt, bevindt zich in bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk. Speeksel, zweet, traanvocht, urine en ontlasting zijn alleen gevaarlijk als er zichtbaar bloed in zit en het risico bestaat dat dit rechtstreeks in de bloedbaan terecht kan komen. Hiv-test Een hiv-test toont aan of u het hiv-virus heeft. U kunt deze test laten afnemen bij de huisarts, de GGD en sommige ziekenhuizen en poliklinieken. Het is van belang om u tijdig te laten testen.0