Você está na página 1de 4

1

Economische
Vooruitzichten
Voor vragen i.v.m. de inhoud van deze publicatie kunt u terecht bij: Dieter Guffens (32) (0)2 429.62.87
E-mail: dieter.guffens@kbc.be
Verantwoordelijke uitgever: Johan Van Gompel, Havenlaan 2, B-1080 Brussel
Correspondentieadres & abonnementenbeheer: KBC Groep NV, GCE, Havenlaan 2, 1080 Brussel,
E-mail: economic.research@kbc.be
Deze publicatie komt tot stand op de Chief Economist Department van KBC Groep. Noch de mate waarin de voor-
gestelde scenarios, risicos en prognoses de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de
realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De prognoses zijn indicatief. De gegevens in deze
publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies conform de
Wet van 6 april 1995 inzake secundaire markten, het statuut van en het toezicht op beleggingsondernemingen, de
bemiddelaars en beleggingsadviseurs. KBC kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de juistheid of de volledig-
heid ervan. Alle historische koersen, statistieken en grafieken zijn actueel tot en met 14 mei 2014, tenzij anders
vermeld. De beschreven meningen en vooruitzichten zijn die zoals ze gelden op 14 mei 2014.
Update
Juni 2014
Inflatieloze groei zet zich voort
Amerikaanse arbeidsmarkt verrassend sterk
Obligatierentes onder neerwaartse druk
Vertrouwen in stabiliteit eurozone teruggekeerd
Conjunctuurverbetering met
schoonheidsfoutje
De voorbije weken zette de wereldcon-
junctuur haar verbeterende trend voort.
Weliswaar stagneerde het Amerikaanse
rele bbp in het eerste kwartaal, maar
dat had veel te maken met de uitzon-
derlijk koude Amerikaanse winter die nu
voorbij is. Dat wordt bevestigd door de
forser dan verwachte netto-banencrea-
tie in april. Met per saldo 288000 extra
banen daalde de werkloosheidsgraad
verder tot 6,3%. Dat ligt onder de drem-
pel van 6,5% die de Amerikaanse cen-
trale bank tot eind 2013 hanteerde om
over een eventuele verhoging van haar
beleidsrente te beginnen nadenken.
Ook in Europa zet het conjunctuurherstel
zich voort. Zo steeg het producentenver-
trouwen in de verwerkende nijverheid in
de eurozone in april opnieuw en zette
daarmee zijn opwaartse trend sinds de
tweede helft van 2012 voort. Het rele
bbp in de eurozone groeide in het eer-
ste kwartaal met 0,8% op jaarbasis. De
Spaanse economie groeide in die peri-
ode zelfs met een forse 1,6%. Dat wijst
erop dat het lange en pijnlijke proces
van herstel van concurrentiekracht in
perifere eurolanden vruchten begint af
te werpen. Dat komt bovendien ook tot
uiting in een sleuteldeterminant van de
binnenlandse vraag, de werkloosheids-
graad. In de eurozone is die eindelijk aan
het stabiliseren en zelfs opnieuw licht aan
het dalen tot 11,8%. Die daling voedt de
hoop dat de Europese consumptie de
komende kwartalen een grotere groeibij-
drage zal leveren, zodat het herstel een
bredere basis krijgt. Voor een snelle start
van een betekenisvolle investeringscyclus
is het allicht nog te vroeg. Op de Duitse
na is de capaciteitsbezettingsgraad in
de verwerkende nijverheid immers nog
relatief laag. Tot nu toe speelde voor de
eurozone de netto-uitvoer de belangrijk-
ste rol, wat onder meer tot uiting kwam
in het ontstaan van een fors overschot op
de lopende rekening van de betalingsba-
lans. In de komende kwartalen zal de bin-
nenlandse vraag allicht een toenemende
groeibijdrage voor haar rekening nemen.
Ondertussen zet in het VK het econo-
misch herstel en de opklaring op de
arbeidsmarkt zich veel sneller dan ver-
wacht voort. Het begon allemaal in juli
2013, toen de Bank of England onder
haar nieuwe gouverneur Carney haar
versie van forward guidance introdu-
ceerde. Net zoals in de VS is de werk-
loosheidsgraad in het VK (actueel 6,8%)
ondertussen al gedaald onder de oor-
spronkelijk vooropgestelde drempel van
7%. Het rele bbp in het eerste kwartaal
van 2014 groeide met een forse 3,2%
op jaarbasis. Het is daarom waarschijnlijk
dat de Bank of England als een van de
eerste grote centrale banken begin 2015
haar beleidsrente zal verhogen.
Groei hand in hand met
lagere inflatie
Opvallend is dat de positieve conjunc-
tuurverrassingen in de westerse econo-
mien gepaard gaan met een klimaat van
dalende inflatie (in de VS, het VK en de
eurozone bedragen die nu respectievelijk
1,5%, 1,6% en 0,7%) of zelfs negatieve
inflatie. Het duidelijkste voorbeeld hiervan
is de Zweedse economie. In het vierde
kwartaal van 2013 groeide het Zweedse
rele bbp met een forse 7,1% op jaarba-
sis, niettegenstaande de inflatie negatief
werd (-0,2%). Ook het hoger vermelde
herstel van de Spaanse economie gaat
gepaard met een daling van het prijspeil
Onze webstek www.kbceconomics.be houdt u
op de hoogte van alle analyses en vooruitzich-
ten van de KBC-economisten.
2
Werkloosheidsgraad (in %, linkse schaal)
Participatiegraad (in %, rechtse schaal)
(-0,4%). De veel voorkomende associatie
van lage of negatieve inflatie met krimpen-
de economische activiteit blijkt, alleszins in
deze conjunctuurcyclus, onterecht te zijn.
Kanttekeningen
Het wereldwijde conjunctuurplaatje is
echter niet onverdeeld gunstig. Een eerste
aandachtspunt is de verdere ontwikkeling
van de Japanse conjunctuur na de btw-
verhoging in april. Die zorgde ervoor dat
vele Japanse gezinnen hun bestedingen
voor een stuk vervroegden naar het eerste
kwartaal, met een negatief effect op de
consumptiegroei in het tweede kwartaal.
Het is nog te vroeg om de volledige impact
op de conjunctuur hiervan in te schatten.
De officile Tankan-vertrouwensindicator
blijft zich nog gunstig ontwikkelen, maar
het maandelijks gemeten producenten-
vertrouwen in de verwerkende nijver-
heid vertoonde in april toch al een forse
dip. We stellen ook vast dat het nieuwe
expansieve monetaire beleid van gou-
verneur Kuroda weliswaar de defla-
tieverwachtingen heeft doorbroken en
ook de werkelijke inflatie opnieuw in de
positieve terrein heeft getild, maar dat de
inflatie toch nog een eind verwijderd is
van het vooropgestelde doel van 2%. Een
belangrijk beleidsmiddel om die inflatie
te bereiken, de depreciatie van de yen, is
sinds begin 2014 tot stilstand gekomen.

De overgang naar een consumptiegedre-
ven groeimodel in China komt niet echt
van de grond. Een periode van minder
hoge economische groei ligt allicht voor
de boeg. In de overige groeimarkten is
er de voorbije weken wat rust terug-
gekeerd, vooral door de communicatie
van Fed-voorzitster Yellen dat een eerste
renteverhoging nog enige tijd niet in het
verschiet ligt. Een recente studie van de
Wereldbank wees erop dat het vooral de
groeimarkten waren met liquide en goed
ontwikkelde financile markten die vanaf
eind 2013 hebben geleden onder de vrees
voor een ommezwaai van het monetair
beleid. Internationale beleggers kunnen
immers via die markten hun portefeuil-
les zonder al te veel transactiekosten
herschikken. Ondanks de huidige kalmte
blijven die groeimarkten kwetsbaar voor
het moment dat de verkrappingscyclus
door de Fed effectief op gang komt. Een
ander verhaal zijn markten als Venezuela,
Argentini en vooral Oekrane, die door
hun politieke instabiliteit door een diepe
economische crisis gaan.
Referentierentes blijven dalen
De rentes van referentieobligaties blij-
ven sinds begin dit jaar dalen. Naast
de daling van de inflatieverwachtingen,
wat vooral een fenomeen in de euro-
zone is, speelt de communicatie van de
Amerikaanse Fed een belangrijke rol.
De marktverwachting van een snelle en
forse renteverhogingscyclus is sinds eind
2013 grotendeels verdwenen. De Fed
is allicht bezorgd dat de Amerikaanse
conjunctuur een te snelle stijging van de
rente nog niet kan verteren. Die kwets-
baarheid wordt gellustreerd door de
verzwakkende activiteit in de vastgoed-
sector sinds het midden van 2013.
De afnemende renteverschillen tussen
overheden in de eurozone weerspiege-
len dan weer een toenemend vertrou-
wen in de eurozone. De belofte van de
ECB van haar OMT-programma speelt
nog een rol, maar ook de recente stap-
pen in de richting van een volwaardige
bankenunie dragen bij tot het vertrou-
wen in de financile stabiliteit.
Risicos
Op korte termijn is een verdere verster-
king van de euro een risico voor de ont-
wikkeling van de inflatie en de conjunc-
tuur in de eurozone. Op haar vergadering
in juni zal de ECB daar allicht gepast op
reageren door op zijn minst haar beleids-
rente nog een stapje te verlagen. Op
middellange termijn zou de Amerikaanse
groei wel eens duurzaam positief kun-
nen verrassen. Dan zal het uur van
de waarheid aanbreken. Hoe krap is
de Amerikaanse arbeidsmarkt werkelijk,
blijft de inflatie gematigd en kan de Fed
haar huidige forward guidance waarma-
ken? Het antwoord op die vragen zal het
verdere verloop van de obligatierentes
bepalen, zowel in de VS als in Europa.
1
1,5
2
2,5
3
3,5
Jan-2013 Jul-13 Jan-14
Duitsland VS
Amerikaanse werkloosheidsgraad blijft dalen

VS-rente fluctueert in ruime band, maar verschil
met Duitse rente loopt op
(10-jaarse overheidsrente in %)
61
62
63
64
65
66
67
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
2006 07 08 09 10 11 12 13 14
Werkloosheidsgraad (links, in %) Partcipatgraad (rechts, in %)
VS
Duitsland
Economische Vooruitzichten Update
Dieter Guffens
dieter.guffens@kbc.be
3
Economische Vooruitzichten Grafieken
Duitse obligatierente (10-jaar)
Beleidsrente
Obligatierente (10-jaar)
Beleidsrente
0
1
2
3
4
5
2008 09 10 11 12 13 14
Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente
Renteverloop VS
(in %)
0
1
2
3
4
5
2008 09 10 11 12 13 14
Obligatierente (10-jaar) Beleidsrente
Renteverloop eurozone
(in %)
VS OESO
Eurozone
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
2008 09 10 11 12 13 14
VS EMU OESO
Inflatie
(consumptieprijsindex, jaarwijziging in %)
Olie (brent, dollar per vat)
Industrile metalen (Economist)
Landbouw en voeding (S&P GSCI)
25
50
75
100
125
150
2008 09 10 11 12 13 14
Olie (brent, dollar per vat)
Industrile metalen (S&P GSCI)
Landbouw en voeding (S&P GSCI)
Grondstoffenprijzen
(januari 2008=100)
Bbp (reel, linkse schaal)
Voorlopende indicator (rechtse schaal)
-12
-10
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
8
-10
-8
-6
-4
-2
0
2
4
6
2008 09 10 11 12 13
BBP (reel) Voorlopende indicator
Economische activiteit in OESO
(kwartaalwijziging op jaarbasis in %)
Ondernemers
Consumenten
-4
-3
-2
-1
0
1
2
2008 09 10 11 12 13 14
Ondernemers Consumenten
Vertrouwen G4
(standaardafwijking van het LT-gemiddelde)
4
Economische Vooruitzichten Tabellen
Wisselkoersen
14-05-2014 +3m +6m +12m
USD per EUR 1,37 1,35 1,33 1,25
GBP per EUR 0,82 0,82 0,81 0,80
SEK per EUR 9,00 9,00 8,90 8,80
NOK per EUR 8,12 8,20 8,00 7,80
CHF per EUR 1,22 1,23 1,25 1,30
PLN per EUR 4,19 4,15 4,12 4,10
CZK per EUR 27,44 27,40 27,20 27,00
HUF per EUR 304,29 305,00 305,00 300,00
RON per EUR 4,44 4,43 4,43 4,43
BGN per EUR 1,96 1,96 1,96 1,96
RUB per EUR 47,66 50,00 50,00 48,00
TRY per EUR 2,85 2,90 2,85 2,80
JPY per EUR 139,68 143,10 143,64 137,50
RMB per USD 6,23 6,30 6,35 6,35
USD per AUD 0,94 0,91 0,89 0,87
USD per NZD 0,87 0,86 0,84 0,82
CAD per USD 1,09 1,12 1,12 1,14
Rele bbp-groei Inflatie
2014 2015 2014 2015
VS 2,3 3,0 1,6 2,1
Eurozone 1,2 1,7 0,8 1,3
Belgi 1,2 1,6 0,9 1,5
Duitsland 2,1 2,1 1,1 1,4
Ierland 1,9 3,0 0,5 1,0
VK 2,7 2,5 1,9 2,0
Zweden 2,5 2,9 0,5 1,5
Noorwegen 2,4 2,4 1,9 1,9
Zwitserland 2,1 1,9 0,5 1,0
Slowakije 2,0 3,0 0,6 1,7
Polen 3,0 3,5 1,3 2,0
Tsjechi 1,8 2,5 1,0 2,0
Hongarije 2,0 2,0 0,7 2,6
Bulgarije 1,8 2,5 -0,6 1,5
Rusland 0,0 1,0 6,2 5,4
Turkije 1,2 3,7 8,2 6,3
Japan 1,4 1,3 2,3 1,8
China 7,5 7,0 3,1 3,0
Australi 2,8 2,9 2,9 2,6
NIeuw-Zeeland 3,2 2,9 2,0 2,3
Canada 2,3 2,5 1,5 1,9
Tienjaarsrentes
14-05-2014 +3m +6m +12m
VS 2,58 3,00 3,20 3,60
Duitsland 1,39 1,70 1,90 2,25
Belgi 1,96 2,30 2,50 2,85
Ierland 2,65 3,00 3,10 3,40
VK 2,63 3,05 3,25 3,65
Zweden 1,86 2,15 2,30 2,65
Noorwegen 2,74 3,00 3,20 3,60
Zwitserland 0,75 1,10 1,35 1,70
Slowakije 2,30 2,40 2,50 2,85
Polen 3,74 4,15 4,30 4,50
Tsjechi 1,70 2,10 2,30 2,65
Hongarije 5,14 5,60 5,80 5,80
Bulgarije 3,19 3,55 3,70 4,05
Rusland 9,05 9,25 9,25 8,75
Turkije 9,33 8,80 8,70 8,60
Japan 0,60 0,60 0,70 0,90
China 4,16 4,50 4,50 4,50
Australi 3,81 4,25 4,45 4,85
Nieuw-Zeeland 4,30 4,70 4,90 5,30
Canada 2,32 2,80 3,00 3,40
Beleidsrentes
14-05-2014 +3m +6m +12m
VS 0,25 0,25 0,25 0,25
Eurozone 0,25 0,10 0,10 0,10
VK 0,50 0,50 0,50 0,75
Zweden 0,75 0,50 0,50 0,50
Noorwegen 1,50 1,50 1,50 1,75
Zwitserland 0,13 0,13 0,13 0,13
Polen 2,50 2,50 2,50 2,75
Tsjechi 0,05 0,05 0,05 0,05
Hongarije 2,50 2,50 2,50 2,50
Roemeni 3,50 3,50 3,50 3,50
Rusland 7,50 7,50 7,50 7,00
Turkije 10,00 10,00 10,00 10,00
Japan 0,10 0,10 0,10 0,10
China 6,00 6,00 6,00 6,00
Australi 2,50 2,50 2,50 2,75
Nieuw-Zeeland 2,50 3,00 3,25 3,75
Canada 1,00 1,00 1,00 1,00

Você também pode gostar