1. a. Ja het is een vatbaar stoffelijk object artikel 3:2 BW
b. ja het is een vatbaar stoffelijk object artikel 3:2 BW c. Nee het is geen vatbaar stoffelijk object artikel 3:2 BW d. Nee, het is geen vatbaar stoffelijk object artikel 3:2 BW Het is een vordering, dus hoort het bij vermogensrecht. 3:6 BW e. Ja, het tankje is een vatbaar stoffelijk object artikel 3:2BW f. Persoonlijk of relatief rechten, omdat het voorvloeit uit een overeenkomst
2. a. Onroerend goed/zaak artikel 3:3 BW b. Roerende zaak/goed Artikel 3:3 lid 2 BW c. Zaak/goed (on) roerend artikel 3:3 BW (Zit hij nog vast aan de boom) d. vermogensrecht / goed artikel / registergoederen beperkt recht 3:6 BW e. Goed / vermogensrecht 3:1 / 3:6 BW f. Roerende zaak / goed artikel 3:2 en artikel 3:3 g. Onroerende zaak /goed artikel 3:2 en artikel 3:3 h. Roerende zaak / goed artikel 3:2 en artikel 3:3 i. Roerende register zaak / goed art 3:3 lid 2 en artikel 3:10 BW (Schepen boven bepaald tonnage)
3. Niets,want bij de verkoopovereenkomst is de trap niet los vernoemd. Dus deze is met het huis mee verkocht. Daarnaast is de trap een bestanddeel, volgens 3:4 lid1 BW, van het huis. De trap is niet te scheiden van het huis, zonder te beschadigen. Is vast gebonden. Goederenrechterlijk is er niks aan te doen. Verbintenissenrecht aantonen dat het is vastgelegd. Nakoming en schadevergoeding eisen. Dus wanprestatie.
4. Tuinstoelen: Geldt een vorderingsrecht op. De buurman verwacht door de leenovereenkomst zijn tuinstoelen terug. Bruikleen, Hij is absoluut gerechtigde.
Houtskool en aanmaakblokjes, Geldt het absoluut recht. De buurman verwacht ze niet terug omdat deze tijdens de BBQ verbruikt worden. Verbruikleen, deels wel deels niet. Deels een relatief recht.
Goederenrecht opgave week 2
1. a. Hij is geen eigenaar, bezitter. Dus houderschap. Hij kan eigenaar worden als hij melding/aangifte doet en na 10 jaar nog niet de eigenaar heeft gevonden. Hij heeft niet de intentie om hem voor zichzelf te houden.
b. Geen eigenaar, maar bezitter te kwade trouw. Hij heeft de intentie hem voor zichzelf te houden.
c. Bezitter te kwade trouw
d. Bezitter te kwade trouw
e. Eigenaar occupatie
f. Bezitter (je bent rechthebbende) van het vruchtgebruik
g. Eigenaar voor de helft
h. Eigenaar
i. Bezitter te kwade trouw
j. Bezitter te kwade trouw erfenis neem je ook de gebreken over. art.3:116
k. Eigenaar
l. Eigenaar
m. Eigenaar na laatste betaling
2. a. Nee, want je kan ook een zaak houden of bezitten.
b. Nee, want kan zich ook onder de houder of bezitter zijn, of verloren zijn gegaan.
c. Nee, want hij kan de zaak verhuren of een beperkt zakelijk genots recht op de zaak vestigen (recht van opstal).
d. Nee, diegene blijft eigenaar. Als er een beperkt zakelijk recht aan de zaak is toegevoegd noemen we hem bloot eigenaar.
e. Nee, dit hoeft niet zo te zijn bijvoorbeeld door het uitlenen.
f. Nee, omdat het een bestandsdeel van de auto is geworden en niet van de zaak te scheiden is door schade.
3. Antwoord: A omdat Ali door het aan de straat te zetten afstand doet van de zaak. Deze mag door iedereen mee genomen worden. 5:18BW 5:4BW B Beziter te kwade trouw C Houder
4. Zijn de ovens duurzaam verenigd met de onroerende zaak? De ovens staan niet aard en nagelvast met de grond, maar de ovens zijn voor de broodfabriek essentieel 3:4BW volgens verkeersopvatting is het een bestanddeel van de fabriek. Arrend is de eigenaar. (Arresten: Depex en Portocabin)
Goederenrecht week 3
1. Verkrijging van goederen Bijzondere titel overdracht
3 vereisten voor overdracht (3:84) - Geldige titel ( er is sprake van een meerzijdige rechtshandeling, koopovereenkomst) - Beschikking bevoegdheid (In beginsel is hij niet beschikkingbevoegd omdat hij houder is en niet eigenaar, hij zou gemachtigd moeten zijn.) - Levering (Roerende zaak, niet registergoed. Bezitsoverdracht, hij is geen bezitter dus kan geen bezitsoverdracht doen)
Derde bescherming volgende week???
2. De Vet-Koopman 3 vereisten voor overdracht (3:84) Geldige titel: koopovereenkomst is op zich genomen geldig. Echter is er sprake van vernietigbaarheid. Er is sprake van wilsgebreke, misbruik van omstandigheden. Art. 3:44 Er is strijd geweest tussen de wil en verklaring van mevr. Vet. Dhr koopman wist dit en heeft er gebruik van gemaakt. Doordat het hier om vernietigbaarheid gaat, moet mevr. Het wel inroepen anders is de koopovereenkomst gewoon geldig. De vernietigbaarheid heeft terugwerkende kracht op de koopovereenkomst volgens Art. 3:53BW.
Koopman-Lievens Geldige titel: koopovereenkomst, geldig. Beschikkingsbevoegdheid: Maar door de vernietigbaarheid van de eerdere overeenkomst, is het juridisch zo dat mevr. Vet altijd eigenaar is gebleven. Levering: geldig, de sleutel is overgedragen en is ingeschreven.
Derde bescherming volgende week ??????? Zolang je ter goede trouw koopt, heeft dit geen gevolgen. Art 3:88BW Lievens is eigenaar geworden van het huis.
De Vet schadeverhalen op Koopman.(verschil tussen prijs 1 en prijs 2) Art 3:53 lid 2 BW Maar dit is ook een onrechtmatige daad 6:162
3. a. Geldige titel: Titel is in strijd met de wet, openbare orde of goede zede.(de overeenkomst is nietig) 3:40BW de overeenkomst heeft dus nooit bestaan.
b.Vordering op naam is gecedeerd. 6:34BW, bescherming schuldenaar bij betaling onbevoegde. De hogeschool kon niet weten dat deze wijziging werd gebruikt om B om te kopen, handelde dus goede trouw. De hogeschool moet alleen betalen en hoeft er verder niets voor te doen, of te controleren.
c.Vordering is overgedragen aan C. Geldige titel: ja Beschikkingsbevoegdheid: de oorspronkelijke overdracht van A naar B, is nietig. Vandaar is er geen beschikkingsbevoegdheid. De overdracht is niet gecedeerd, maar moet er geen derde bescherming optreden??
4. a. Geldige titel: koopovereenkomst Beschikkingsbevoegdheid: Alida is eigenaar en heeft beschikkingsbevoegdheid. Levering: Art3:115 sub c, longa manu. Eigendom gaat over. Fietsenmaker is niet relevant, er wordt gewoon overgedragen.
b. Fietsenmaker heeft een vordering op Alida. Vordering op naam, deze moet overgedragen worden door akte van cessie. De fietsenmaker moet de kosten verhalen op Alida.
Fietsenmaker kan retentierecht 3:290 ev. BW uitoefenen jegens de nieuwe eigenaar, zolang de kosten niet zijn betaald hoeft de fietsenmaker de fiets niet mee te geven.
Art 3:94=cessie. Levering recht op naam.
Goederenrecht week 4
1. a. Ja, want er wordt voldaan aan de artikel 3:84BW voor overdracht. Levering, beschikkingsbevoegdheid en geldige titel. Het eigendom gaat over op moment dat de notarile acte wordt ingeschreven in het register (kadasterwet).
b. onroerende zaak register goed 3:88 BW - Te goeder trouw 3:11. Er is geen goede trouw wanneer je de werkelijkheid niet kende of behoorde te kennen. - beschikkingsonbevoegdheid voorganger was gevolg van titel- of leveringsgebrek. Witz was achteraf gezien beschikkingsonbevoegd. Buters heeft gekregen van een beschikkingsonbevoegde. Duikers koopt vervolgens ter goeder trouw.
De vraag is tot hoever moet je terug gaan in de keten?
Nee, op basis van artikel 3:88 is er sprake van derden bescherming. Duiker heeft het huis te goeder trouw gekocht van Buters. Volgens 3:88 is er wel een geldige overdracht als de beschikkingsbevoegdheid voortvloeit uit de ongeldigheid van de vroegere overdracht. Buters heeft probleem, Duiker is eigenaar.
Het gaat hier dus om beschikkingsonbevoegdheid van de rechts voorgangers.
2. Duiker Spijtman vriendin Opzicht schenking Roerende zaak niet registergoed3:86BW
Ter goeder trouw Verkrijging anders dan om niet, betekent zonder tegenprestatie, of onevenredige tegenprestatie Ze kan geen beroep doen op art.3:86bw omdat hier sprake was van een verkrijging om niet. Dus door de schenking heeft ze geen recht op derdebescherming.
3. a . Duiker van Dijk koopt
Het gaat over een koopovereenkomst en moet aan de 3 verreisten van overdracht voldoen. Artikel 3:84 BW. - Er is sprake van een geldige titel meerzijdige rechtshandeling - Hij is beschikkingsbevoegd hij is eigenaar - Levering is geldig normaal gesproken roerende zaak, door feitelijke bezitsverschaffing, maar levering cp. Vervreemder wordt houder. Door wils verklaring is er sprake van een levering.
b. Vernietiging van de overeenkomst op grond van een wilsgebrek; bedrog 3:44BW. Dwaling als hij niet wist dat ze vals waren. Vernietigen doe je volgens art 3:49BW. Rechtelijke uitspraak of buitengerechtelijke verklaring.
c. Nee, want als de overeenkomst wordt vernietigd. Is Duiker weer eigenaar geworden. Vernietiging terugwerkende kracht 3:53BW geldige titel ontbreekt.
Malheur kan geen beroep doen op derde bescherming, want schenking. Stel Malheur niet in beeld. Maar stel klok is bij goedhart.
Persoon wiens eigendom is gestolen kan binnen drie jaar het goed opeisen. Behalve als de klok zich bevind bij een particulier die het gekocht heeft in een winkel van soort gelijke goederen.
Goedhart is gewoon eigenaar geworden. 3:86 lid 3 is niet van toepassing. Hier gaat het namelijk om diefstal, in de casus draait het om verduistering. LEERmoment: diefstal is iets anders dan verduistering!
5. a. Ars museum bos lening verkoop
ars picasso gestolen door alkapo verkoopt picasso aan bos Mondriaan verkoopt Mondriaan aan de eigenaar van bos die vervolgens deze schenkt aan Bos
Ars leent aan museum en museum verkoopt aan bos. Art 3:86. Het museum was geen eigenaar en dus niet beschikkingsbevoegd, maar bos kan zich beroepen op derdenbescherming. Hij is te goede trouw. Ars kan niet vorderen op Bos, kan wel schadevergoeding eisen van het museum.
b. een houder kan zich niet als bezitter of eigenaar voor doen. Je kan dus het bezit als houder niet overdragen via lange, korte hand of cp. Ars kan het dan nog opvorderen omdat museum nog houder is er was nog geen feitelijke overdracht.
c. ArsAl kapobos Ars kan zich beroepen op art 3:86 lid 3. In het geval van diefstal kan de eigenaar zijn eigendom binnen drie jaar terugvorderen. Tenzij meneer bos het in de winkel kocht.
d.Arssteelt Al kapokoopt baasschenking bos Baas kan een beroep doen op art3:86 lid 1. Bos kan echter geen beroep doen op art 3:86 lid 1, hij heeft verkregen om niet.
Goederenrecht week 5
1. a. Erfpacht is overdraagbaar hypotheek en erfdienstbaarheid bijvoorbeeld niet. Hoekstra is blote eigenaar van het stuk grond. Boersma heeft recht op erfpacht. Art: 5:85 BW Ja op het erfpacht kan een hypotheek gevestigd worden. Banken gaan met een recht van erfpacht om alsof er sprake is van eigendom.
Hoekstra (blote)eigenaar, en vestigd ten behoeve Boersma een erfpacht, recht om de grond te gebruiken. Op basis van 3:228 kan er een hypotheek op de blote eigendom worden gevestigd door de eigenaar. Ook op het erfpachtrecht kan er een hypotheek worden gevestigd, op basis van hetzelfde artikel. Beide geschieden met een notarile akte en inschrijving in de registers. De hypotheek wordt dus gevestigd op het recht, niet op de grond zelf.
3:98 je moet kijken naar de eisen voor overdracht levering beschikkingsbevoegdheid en geldige titel -- 3:89 met een notarile akte en inschrijving in de registers. De hypotheek wordt dus gevestigd op het recht, niet op de grond zelf.
De eigenaar en de erfpachter kunnen recht op hypotheek vragen op de erfpacht! Het is een zekerheidsrecht. De eigenaar heeft een hypotheek gegeven aan de bank, dan kan de erfpachter nog een hypotheek geven op het erfpacht recht. De bank kijkt bij de laatste hoeveel het waard is en of er al hypothecaire inschrijvingen zijn. Want je kan een hypotheken op elkaar stapelen, eerste hypotheek, tweede etc. Dus wanneer er al veel hypothecaire inschrijvingen zijn doet de bank het niet zo snel.
b. Hoekstra is eigenaar van de grond en alles wat er mee verenigd is. Art 3:3. Het erfpachtrecht neemt niet het eigendom weg. Natrekking.
Recht van opstal artikel 5:101 BW
2. a. Art 5:70. Erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak ten behoeve van een andere onroerende zaak is bezwaard. Art 5:71 De last is iets te dulden of te laten. Dit houdt dus altijd een passieve actie in, nooit iets actiefs. Het schilderen valt dus niet onder dit artikel, er is sprake van actief.
Als Peter via Dekkers huis zijn huis moest bereiken, was dekkers het dienende erf en Peter het heersende erf. Dulden of niet doen is PASSIEF. Iets doen is ACTIEF.
b. Kwalitatieve verplichting: bij een overeenkomst kan worden bedongen daar de verplichting van een der partijen om iets te dulden of iets niet te doen ten aanzien van een van haar toebehorend registergoed, zal overgaan op degene die het goed onder bijzondere titel heeft verkregen. Art 6:252
(Men komt iets overeen voor een passieve zaak, dit levert normaal een relatief recht op Dit geldt alleen tussen jou en mij. Wanneer het vastgelegd wordt via een notarile akte en inschrijving gaat wordt het meer absoluut.)
Lid 2: vereisten= notarile akte en inschrijving in het register. Nee, het schilderen is nog steeds een actieve handeling en valt niet onder het niet dulden of doen. Er is dus niet sprake van kwalitatieve verplichting.
3. Er kan geen beperkt recht op gevestigd worden: - Erfdienstbaarheid: Kan niet middels een erfdienstbaarheid omdat het gaat om iets te doen en niet om iets te dulden of niet doen. Ook is er geen sprake van een dienend en heersend erf.
- Gronden erfpachten: de grond blijft in eigendom van de gemeente, maar de erfpachter wordt houder en mag de grond gebruiken. De inhoud van deze koop wordt bepaald door de wet en erfpachtvoorwaarden. In deze voorwaarden kan de antenneaansluiting worden opgenomen.
- Vruchtgebruik: kan niet.
- Recht van opstal: kan niet.
- Kan niet op basis van een kwalitatieve verplichting, dulden of niet doen.
4. Ans wilt bouwen op het stuk waar erfdienstbaarheid zit, dit mag natuurlijk niet. Maar op grond van artikel 5: 78 kan de erfdienstbaarheid opgeheven of gewijzigd worden. Beindigen kan via art 5:78. De rechter kan het opheffen op basis van onvoorzienbare omstandigheid of na 20 jaar het nut van de dienstbaarheid is vervallen. Het antwoord is dus ja. Zolang de rechter op basis van bovenstaande aspecten zo beslist.
Er wordt wel gekeken wat is de minst inbreukmakende manier, dus als iemands iets wilt bouwen maar een gedeelte de erfdienstbaarheid te overlappen. Zodat de tegenpartij bijvoorbeeld nog een uitzicht heeft. Het gaat hier dus om een heel open norm in 5: 78 onvoorzienbare omstandigheden.
5. De recht of van een goed te genieten en te gebruiken. Hier dus een stoel, die mag Bert gebruiken.
Ad eigenaarBert vruchtgebruikBert verkoopt aan Cees. Nu claimt Ad het item op jegens Cees. Er is sprake van een overdracht. Er is geldige titel, levering en geen beschikkingsbevoegdheid. Art3:84 Maar Cees is beschermd volgens art 3:86. Wanneer Cees het te goeder trouw heeft gehandeld en anders dan om niet heeft verkregen, hoeft Cees het item niet af te geven en is dan eigenaar geworden.
Er is geen sprake van diefstal. 3:86 lid 3. Bert heeft een onrechtmatige daad gedaan ten opzichte van Ad. Dus Ad kan via de onrechtmatige daad geld terug vorderen van Bert.
6. Bas wordt dus eigenaar van het beleggingspand, maar Clara krijgt het vruchtgebruik op het pand. Ze vangt de huuropbrengsten van het huis.
a. Op het goed waarop het vruchtgebruik is gevestigd is ook een hypotheek gevestigd. De vraag is of de vruchtgebruiker de hypotheeklasten moet dragen. Dit is geregeld in art 3:220. Herstellingslasten en gewone lasten vallen voor de vruchtgebruiker. Onder gewone lasten behoren de rente over de hypothecaire lening. De aflossingen worden gedragen door Bas.
Hypothecaire lening vallen niet onder gewone lasten, maar bijvoorbeeld wel gas, water en licht.
b. Er zit een hypotheek recht en later zit er een recht van vruchtgebruik op het pand, zijn beperkte rechten. Nu betaald Bas niet en wordt het pand verkocht. Bij openbare verkoop vervallen alle beperkte rechten. Art 3:273 zuivering. Dit heeft met volgordelijkheid te maken, er was eerst hypotheek toen vruchtgebruik. Oudste regel gaat voor prioriteitsregel.
c. Ze blijft vruchtgebruiker, maar ze heeft een claim op Bas. Ze neemt de vordering over van de bank. Ook het hypotheekrecht gaat over naar Clara. De bank is geen eigenaar van het pand, dat is Bas. Wanneer Clara dit betaald kan ze achter haar geld aan bij Bas. Hypotheekrecht is gevestigd op het pand. Mocht het pand verkocht worden staat ze nu bovenaan de lijst, want ze heeft het andere recht (hypotheekrecht) opgekocht. 6:150 BW
Goederenrecht week 6 1. a. Cessie 3:94 BW. Cessie is manier van levering. Cessie zelfde eisen als overdracht (levering, titel, beschikkingsbevoegdheid) - Door middel van akte plus mededeling aan debiteur (openbaar pandrecht) Zie 3:236 lid 2 juncto 3:94 BW - Door middel van authentieke of onderhands geregistreerde akte (stil pandrecht) Zie 3:239 BW
b. Barend Jansen Fiducia bank Benaderen via: hoe vestig je een pandrecht? Hoe wordt er een pandrechtgevestigd? 3:98 BW Pandrecht staat in 3:98 BW. Een pandrecht is een beperkt goed en wordt gevestigd op een goed. In dit geval is er sprake van een vermogensrecht. Voldoen ze aan de eisen van overdracht 3:84 BW (geldige titel, levering en beschikkingsbevoegdheid). De formaliteiten 3:263 BW voor het vestigen van het pandrecht mededeling aan debiteur en door middel van akte.
Hebben ze geldig pandrecht gekregen? Barend Jansen Barend was beschikkingsonbevoegd, doordat hij de dag ervoor failliet verklaard was. Artikel 23 FW.
Jansen Fiducia Bank Wellicht is hier sprake van derdenbescherming 3:88BW. Hij wordt niet beschermd. De laatste zin is essentieel. die niet het gevolg was van de onbevoegdheid van de toenmalig vervreemder. Ze zijn wel te goeder trouw. De overeenkomst wordt vernietigd door wilsgebrek, er is geen recht op derdenbescherming.
2. A Y-bank (hypotheek) A Z-bank ( leningen voor reperaties) a. Door middel van authentieke of onderhandsgeregistreerde akte (bezitloos pand). Zie 3:237 BW
b. Diegene die het huis koopt op de veiling die neemt de huurovereenkomst mee. Het relatieve recht, huurrecht gaat dus mee. Koop breekt geen huur. 7:226BW. Verbintenissen die over gaan huurbescherming.
B had er uit moeten gaan wanneer er van te voren een huurbeding opgenomen was in de hypotheek artikel 3:264BW.
c. De roerende zaken in stil pandrecht. Nee, omdat de pandrechter recht heeft op parate executie. Op basis van het pandrecht zelf een titel heeft. Zodra de schuldenaar in verzuim is kan het pandrecht ten uitvoer worden gelegd, artikel 3:248 BW
d. -Door middel van akte plus mededeling aan debiteur (openbaar pandrecht) Zie 3:236 lid 2 juncto 3:94 BW -Door middel van authentieke of onderhands geregistreerde akte (stil pandrecht) Zie 3:239 BW het wordt stil gehouden voor de debiteuren. Registratie gebeurd bij de belastingdienst (afdeling registratie)
e. B heeft vordering die heeft hij overgedragen aan A, onder bedreiging. A heeft op die vordering een pandrecht gevestigd ten behoeve van D. B: Ik heb die vordering overgedragen op naam, maar gedaan op basis van bedreiging. Hier is sprake van een wilsgebrek bedreiging. (bedrog, misbruik van omstandigheden en dwaling). Als je dit met succes doet tast het de titel aan. De overeenkomst is vernietigbaar. Er is nooit een overeenkomst tot stand gekomen. A is nooit eigenaar geworden, maar heeft wel een beperkt recht op gevestigd.
Heeft D recht op derdenbescherming: artikel 3:88 BW. Te goeder trouw: ja. Achteraf was a niet bevoegd om een beperkt recht te vestigen.
Artikel 3:88 in het boek lezen!!!3:239BW.
(bij wanprestatie wordt de overeenkomst niet terug gedraaid, geen terugwerkende kracht. Maar een ongedaanmakenings verbintenis)
Bakker is beschikkingsonbevoegd om die in pand te geven, want hij is geen eigenaar.
4. Deze vraag wordt niet beantwoord, is te lastig voor ons simpele zielen.
Goederenrecht week 7
1. a. Slecht, omdat er aan de vereisten van vestiging is voldaan. 3:98 juncto 3:84 - geldige titel - beschikkingsbevoegdheid - vestigingshandeling goederenrechtelijke overeenkomst van overdracht en vestigingsformaliteit (naar buiten toe kenbaar maken van de overdracht)
Dit kan door de zaak in macht pandhouder te brengenvuistpand. 3:236 BW. Dus de overbuurman kan de klok vorderen en deze zelf verkopen of iets dergelijks.
b. De overbuurman heeft een goede positie, omdat er wederom was voldaan aan de vereisten van overdracht, vestiging. Er is voldaan aan de eisen van bezitloos pandrecht omdat er een akte is getekend. 3:237 BW
De overbuurman kan de klok dus vorderen, of indien deze gexecuteerd word het geld wat hij zou krijgen.
c. ? Recht op derdenbescherming?
2. a. Nee, deze valt er buiten. Wanneer Anders het na laat aan de betaling jegens Bol te voldoen, wordt deze eigendom van Bol. En van deze situatie is er hier sprake. Dus Bol is eigenaar van de auto en de auto valt buiten het faillissement.
b. Ja, want Dirven had geen pandrecht op de motor. Dirven zou zich op derdenbescherming kunnen beroepen. Nee, want ten eerste heeft bol er pand recht op, en ten tweede dirven wil zijn 1000 euro ook terug. Dus hij geeft pas die auto terug wanneer hij zijn geld heeft, retentierecht.
Opgave 3 paritas creditorum (gelijkheid der schuldeisers) art. 3:277 lid 1 BW = gelijk recht schuldeisers om uit de netto-opbrengst (=opbrengst verkoop -/- executiekosten verkoop) te worden voldaan, naar evenredigheid van ieders vordering. Ponds-ponds-gewijze verdeling
behoudens door wet erkende redenen van voorrang zoals pand, hypotheek, voorrecht en andere in de wet aangegeven gronden: art. 3:278 lid 1 BW
Kleine ondernemer en werknemer hebben een uitzondering op de regel. Daarom krijgen die alles terug, de rest wordt gelijk verdeeld. Daarnaast heeft de bank pandrecht op het inventaris, dus deze moet er ook eerst af(ik weet niet of die 5.000 die het overschrijdt nog door de bank gevorderd kan worden): Uitzonderingen op grond van redenen van voorrang 3:278 lid 1 BW: - pand en hypotheek 3:279 BW (door debiteur verleende voorrangsrechten; separatist)- speciale voorrechten (op een bepaald goed) 3:280 BW, 3:281 lid 1 BW (ontstaan uit wet 3:278 lid 2 BW) - vordering kleine ondernemer uit aanneming van werk 3:285 BW - algemene voorrechten (op alle goederen) 3:280, 3:281 lid 2 BW (ontstaan uit wet 3:278 lid 2 BW)) In volgorde 3:288 BW: + loonvorderingen werknemer
Van deze 20.000 krijgen de overige een gelijk deel: misschien 15.000 ligt eraan of de bank die 5000 nog mag vorderen.
35.000 euro totaal - A = 5/35*100 = 14 % 0,14*20 = 2800 - B = 10/35*100 = 29 % 0,29*20 = 5800 - C = 20/35*100 = 57 % 0,57*20 = 11.400
B is failliet Machine: 14.000 Auto 8.000 Voorraden 4.000 Inventaris 20.000 bezitloos pandrecht
Bank 25.000 pandrecht Reparateur 2.000 Speciale voorrechten, kleine werknemer Loonvordering 4.000 Algemene voorrechten A 5.000 B 5.000 C 5.000 D 10.000 E 20.000 Bank 5.000
Verdeling: 1. Bank op grond van pandrecht 20.000 resterende vordering 5.000 = concurrente crediteur 2. Reparateur speciale werknemer 3:85 2.000 3. Werknemer algemene bevoorrechting 3:228BW 4.000
46.000-26.000= 20.000 dus voor de rest is 20.000 over het totaal concurrente crediteuren is 50 000. 20/50*100 = 40% van wat er nodig zou moeten zijn is nog over. Daarom krijgt iedereen 40% van zijn aandeel.
4. A 5.000 = 5/20*100 = 40 % 2.000 B 5.000 = 5/20*100 = 40 % 2.000 C 5.000 = 5/20*100 = 40 % 2.000 D 10.000 = 10/20*100 = 40 % 4.000 E 20.000 = 20/20*100 = 40 % 8.000 Bank 5.000 = 5/20*100 = 40 % 2.000 Opgave 4 Boedelkosten staan helemaal bovenaan als pand en hypotheek is voldaan. Belangrijkste kosten van boedelkosten is het loon van de curator.
1. Borabank op basis van hypotheek, loods kantoorpand en opslagterrein = 530.000, maar ze hebben te vorderen 500.000. Dus blijft over 30.000 afdracht aan curator 2. Borabank op basis van pand, kraan bulldozer, inventaris, vrachtauto = 465.000. Maar hebben maar 200.000 nodig. Dus over 265.000 afdracht naar curator.
265.000 + 30.000 + 20.000 + 70.000 = 385.000
3. Boedelkosten 20.000 4. Fiscus 50.000 5. Jan Smid 1.500 In verband met reparatiekosten speciaal bevoorrecht, voegt waarde toe aan de kraan, alleen de kraan is op de veiling verkocht. Artikel 3:285BW 6. Abels 3.000 in verband met reparatie bulldozer, de bulldozer staat nog bij Abels. Abels heeft retentierecht, kan ook worden ingeroepen tegen de pandhouder. Abels zegt je krijgt hem mee, totdat die 3.000 is betaald. Hij is feitelijk bevoorrecht! Dus kan retentierecht uitoefenen ten opzichte van de bank. 7. Karelse 1.000 aanvraagkosten faillissement 3:288