1 Zuren

Test Test TEst TEst Test asdfasdfasfasdfvwer afv

Veel voorkomende zuren:
Sterke zuren Zoutzuur H
+
+ Cl

Salpeterzuur H
+
+NO

3
Zwavelzuur 2H
+
+SO
2
4
Zwakke zuren Koolzuur H
2
CO
3
(H
2
O +CO
2
)
Fosforzuur H
3
PO
4
Azijnzuur (ethaanzuur) CH
3
COOH
Mierenzuur (methaanzuur) HCOOH
Ammonium-ionen NH
+
4
Koolzuur kan 2 Htjes afstaan, bijvoorbeeld (met een sterke base OH

)
H
2
CO
3
+ 2 OH

CO
2
3
+ 2 H
2
O
Fosforzuur kan in totaal 3 Htjes afstaan (wederom met sterke base OH

)
H
3
PO
4
+ 3 OH

PO
3
4
+ 3 H
2
O
Dit zijn dus aopende reacties, dit is altijd het geval als er een sterke base
of sterk zuur wordt gebruikt. De overige zwakke zuren kunnen allemaal een
Htje afstaan. Tesst
Sterke basen Natronloog OH

+Na
+
oxide-ion O
2
Zwakke basen Ammoniak NH
3
Het oxide-ion komt vaak voor in combinatie met een ander ion, bijvoorbeeld
magnesiumoxide (MgO). Let op dat we dit niet schrijven als losse ionen
omdat BINAS tabel 45A laat zien dat magnesiumoxide slecht oplosbaar is.
We hebben dan bijvoorbeeld de volgende reactie (met overmaat zuur):
MgO + 2 H
+
Mg
2+
+H
2
O
in deze reactie wordt de Ionbinding tussen Mg
2+
en O
2
dus verbroken.
1
2 Slecht oplosbare oplossingen (o.a. zouten)
Veel voorkomende slecht oplosare zouten zijn:
Zout Afkorting
Calciumsulfaat CaSO
4
Calciumcarbonaat CaCO
3
Bariumsulfaat BaSO
4
Zilverchlorie AgCl
Ijzer(III)Oxide (roest) Fe
2
O
3
De romeinse 3 bij ijzeroxide, duidt er op dat we te maken hebben met
ijzerionen met lading 3+. Zoals te zien is in tabel 45A zijn er zowel ijzerionen
met lading 2+ als 3+. Het gebruik van romeinse cijfers komt vaak terug.
Het is verder ook handig om alle ionen uit tabel 45A bij naam te kennen
(zie ook 66B).
asdfwaefasdcdf
3 Evenwichten
Stel we hebben de stoen A, B, C en D en de volgende reactie vergelijking
(een evenwichtsreactie, alleen de dubbele pijl kon ik er niet bij krijgen)
3 A+B C +D
3.1 Vuistregels
Als men de druk verhoogt wordt (of het volunme verkleint) dan schuift het
evenwicht naar de kant met de minste deeltjes, dus in dit geval zal de reactie
van links naar rechts vaker gaan gebeuren en er dus meer van C+D ontstaan.
Als men de temperatuur verhoogt, schuift het evenwicht naar de endotherme
kant, dus als bijvoorbeeld voor de reactie van rechts naar links warmte nodig
is, dan zal deze reactie vaker plaatsvinden naarmate de temperatuur hoger
wordt (ofwel er meer warmte beschikbaar is).
Het is ook mogelijk om een reactieproduct aan een van de kanten weg te
halen. Stel bijvoorbeeld dat A een gas is. Dan kan dit gas opgevangen
worden en dus kan de reactie naar rechts dan niet meer plaatsvinden dus
loopt de reactie af naar links (dit kan bijvoorbeeld ook als A een vaste stof
is, door deze te ltreren of iets dergelijks).
2
4 Scheidingsmethoden
De volgende scheidingsmethoden moet je zeker kennen: ltreren, adsor-
beren, destilleren, extraheren, bezinken, centrifugeren en kristalliseren.
5 Redoxreacties
5.1 Elektrochemische cel
Een elektrochemische cel bestaat uit twee (bijvoorbeeld) bakken, waarin
elektroden zitten, welke verbonden zijn door een stroomdraad en in het
midden door een brug bestaande uit ionen om de stroomkring volledig te
maken. Deze elektroden kunnen gemaakt zijn van o.a. koolstof en platina.
Dit zijn voorbeelden van onaantastbare elektroden. Dit betekent dat deze
(bijna) nooit deel zullen nemen aan een redoxreactie. De elektroden kunnen
ook gemaakt zijn van metalen zoals zink of ijzer. Deze kunnen wel deelnemen
aan de redoxreactie. Hierbij brokkelen de elektrode af.
Bij een elektrochemische cel reageert de sterkste oxidator aan de pluspool
en de sterkste reductor aan de minpool.
5.2 Elektrolyse
Dit is het tegenovergestelde van een elektrochemische cel. Hier wordt en-
ergie aan een systeem toegevoegd om redoxreacties te laten plaatsvinden die
normaal niet kunnen (dus in dit geval staat de reductor boven de oxidator
in tabel 48).
Bij elektrolyse reageert de sterkste reductor aan de pluspool en de sterkste
oxidator aan de minpool.
Dit is dus precies tegenovergesteld aan de elektrochemische cel.
Merk op dat water kan reageren als zowel reductor als oxidator
TEst
3