Você está na página 1de 42

3.

1 Wat heb je nodig voor


een eigen bedrijf?
De omzet in een bedrijf is de totale opbrengst die een
bedrijf ontvangt van haar klanten.
De afzet is het aantal producten (of diensten) dat
verkocht is.
De omzet bereken je door de afzet maal de
verkoopprijs te nemen.
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
Formule

Omzet (totale opbrengst) = afzet (aantal producten) x
verkoopprijs
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
Voordat je een bedrijf begint, schrijf je een
ondernemingsplan.
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
In je ondernemingsplan staan alle zaken die voor je
bedrijf van belang zijn:
Assortiment (wat wil je verkopen?)
Doelgroep (aan wie?)
Marketingmix (hoe, waar?)
Om je ondernemingsplan te schrijven moet je
marktonderzoek doen.
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
De brutowinst per product is de verkoopprijs minus
de inkoopprijs van een product.
De brutowinst als totaal is de omzet minus de
inkoopwaarde van de omzet.
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
Formule

Brutowinst per product = verkoopprijs inkoopprijs

Brutowinst totaal = omzet inkoopwaarde
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
BTW (Belasting over Toegevoegde Waarde) is de
belasting die consumenten betalen op producten.
Deze belasting wordt door ondernemers afgedragen
aan de overheid.
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
In Nederland bestaan drie BTW percentages:
0% - alleen goederen die worden gexporteerd
6% - eerste levensbehoeften
21% - luxe goederen

3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
Formule

Prijs inclusief BTW = prijs exclusief BTW + BTW

Bijvoorbeeld: een fiets kost 150 exclusief BTW.
De BTW is 150 : 100 x 21% = 31,50
De prijs inclusief BTW is 150 + 31,50 = 181,50
3.1 Wat heb je nodig voor
een eigen bedrijf?
Formule

Prijs exclusief BTW (100%) = prijs inclusief BTW
(121%) BTW (21%)

Bijvoorbeeld: een fiets kost 181,50 inclusief BTW.
De BTW is 181,50 : 121 x 21% = 31,50
De prijs inclusief BTW is 181,50 - 31,50 = 150
3.2 Hoe verkoop je meer?
Marketinginstrumenten zijn instrumenten om je
klanten zo goed mogelijk te benaderen: de vier Ps.
Product
Prijs
Plaats
Promotie
3.2 Hoe verkoop je meer?
Product de kwaliteit, de verpakking, het merk, de
garantie, de service
Prijs wat zijn klanten bereid te betalen voor een
product
Plaats de plaats waar je de producten kunt kopen
Promotie reclame maken
voor je product
3.2 Hoe verkoop je meer?
Bedrijfskosten zijn de kosten, naast inkopen, die
gemaakt moeten worden om omzet te kunnen maken.
3.2 Hoe verkoop je meer?
Er zijn vier hoofdsoorten bedrijfskosten:
Loonkosten
Overheadkosten
Rentekosten
Afschrijvingskosten
3.2 Hoe verkoop je meer?
Afschrijvingskosten zijn de kosten die een
ondernemer maakt doordat machines, autos en
dergelijke ieder jaar minder waard worden. De
ondernemer schrijft jaarlijks een bedrag af.
De waarde van een machine bij verkoop na
afschrijving noem je de restwaarde.
3.2 Hoe verkoop je meer?
Formule

(aanschafwaarde restwaarde) : aantal gebruiksjaren =
afschrijvingskosten per jaar

Bijvoorbeeld: je koopt een auto van 30.000 en verwacht
er 5 jaar in te rijden. Je verwacht hem dan te kunnen
verkopen voor 5.000.
Jaarlijkse afschrijvingskosten: (30.000 5.000) : 5 =
5.000

3.2 Hoe verkoop je meer?
De brutowinst is de omzet minus de inkoopwaarde
van de omzet (zie paragraaf 3.1).
Nettowinst is de winst die overblijft als alle kosten
van de omzet (opbrengsten) zijn afgetrokken.
3.2 Hoe verkoop je meer?
3.2 Hoe verkoop je meer?
Formule

Omzet 000
Inkoopwaarde 000 -
Brutowinst 000
Bedrijfskosten 000 -
Nettowinst 000

3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Een merk dat erg bekend, goed en relatief duur is en
in veel winkels verkocht wordt noemen we een A-
merk.
Een huismerk is een merk dat verkocht wordt in een
of enkele winkelketens. Het wordt gebruikt voor
artikelen die in opdracht van
deze winkelketen
geproduceerd zijn.
3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Constante kosten (vaste kosten) zijn kosten die niet
afhangen van de productie of afzet.
Je moet de constante kosten altijd betalen, ook als je
helemaal niets produceert of verkoopt.
3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Variabele kosten zijn kosten die wel afhangen van
de omvang van de afzet.
Hoe meer je produceert of verkoopt, hoe hoger je
variabele kosten zijn.
Voorbeeld: de inkoopwaarde
van de omzet
3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Bedrijfskosten is de verzamelnaam voor alle kosten
die je moet maken om je bedrijf te kunnen draaien.
Bedrijfskosten kunnen constant of variabel zijn.
3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Een resultatenrekening is een overzicht van de
opbrengsten en de bedrijfskosten waarmee de winst
of het verlies bepaald kan worden.
3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Formule

Omzet 000
Inkoopwaarde 000 -
Brutowinst 000
Bedrijfskosten 000 -
Nettowinst 000

3.3 Waarom is de Aldi goedkoper dan
de Albert Heijn?
Als de brutowinst minus de bedrijfskosten op nul
uitkomt, heeft de ondernemer quitte gespeeld (geen
winst, geen verlies).
Dit wordt vaak het break even point genoemd: het
punt waarbij je precies zoveel
produceert of verkoopt dat al
je kosten gedekt zijn, maar je
geen winst maakt.
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Niet iedereen doet hetzelfde binnen een bedrijf.
Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen:
Uitvoerende functies uitvoeren van taken
Leidinggevende functies bepalen wat er moet gebeuren
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Een organigram (organisatieschema) toont wie de
leiding heeft en wie welke functies heeft in een bedrijf.
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Om een bedrijf goed te kunnen leiden, moet je zorgen
voor een goede boekhouding.
De doelen hiervan zijn onder andere:
Overzicht hebben in de financile positie van het bedrijf
Inzicht krijgen in de winsten en verliezen
Afleggen van verantwoording over het gevoerde
financile beleid
Gegevens leveren voor kostprijsbepaling en
voorcalculaties en het uitbrengen van offertes
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Op een balans staan de bezittingen, het eigen
vermogen en de schulden van een onderneming.
Een balans is altijd in evenwicht.
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Een balans ziet er altijd zo uit:
Debet Credit
Voorraad xxx Eigen vermogen xxx
Inventaris xxx Crediteuren xxx
Debiteuren xxx
Totaal xxx Totaal xxx
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Een bezitting is een eigendom, iets dat van jou is.
Bijvoorbeeld:
Een gebouw
Voorraad
Inventaris
Een auto
Geld (bank of kas)
Bezittingen staan links op de
balans, aan de
debetzijde (de activa)

3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
De voorraad zijn de goederen die bedoeld zijn voor
de verkoop
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
De inventaris bevat alle voorwerpen die nodig zijn
voor een bedrijf maar die je niet gaat verkopen
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Debiteuren zijn de klanten die wel hebben gekocht
maar nog niet hebben betaald.
Dit is dus een bezitting.
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Een schuld is een geldbedrag dat vroeg of laat moet
worden (terug)betaald.
Bijvoorbeeld:
Crediteuren (leveranciers)
Banklening
Rood staan
Schulden staan rechts op de
balans, aan de
creditzijde (de passiva)

3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Crediteuren zijn leveranciers die jou wel goederen
hebben geleverd maar aan wie je nog moet betalen.
Dit is dus een schuld.
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Het eigen vermogen het geld dat de eigenaar van
het bedrijf in zijn zaak heeft gestoken.
Het eigen vermogen is het verschil tussen de
bezittingen en de schulden.
Ook het eigen vermogen
staat rechts op de balans,
aan de creditzijde (de
passiva)

3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Formules:

Balanstotaal = totaal bezittingen (activa)

Eigen vermogen = balanstotaal totaal schulden
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
Geheugensteun voor boekhouden:

SCR prima!

Schulden staan
Credit aan de
Rechterkant op de balans
Dit zijn de passiva
3.4 Hoe staat de zaak
ervoor?
SCR Prima!
Debet (activa) Credit (passiva)
Gebouw xxx Eigen vermogen xxx
Machines xxx Hypotheek xxx
Voorraad xxx Crediteuren xxx
Inventaris xxx Lening bank xxx
Debiteuren xxx
Kas / bank / giro xxx
Totaal xxx Totaal xxx

Você também pode gostar