Você está na página 1de 22

Kennisportfolio, Kenneth Boumen

Periode 2, Avans Hogeschool, jaar 2014-2015

Kennisportfolio HRM P2
Uitvoering van HRM
Het topmanagement is verantwoordelijk voor het HR-beleid/personeelsbeleid
De HR-manager/personeelsmanager/afdeling HRM/P&O heeft met name een
ondersteunende en (beleids)adviserende rol
De lijnmanager zorgt voor de daadwerkelijke uitvoering van het HRbeleid/personeelsbeleid met behulp van instrumenten

Competenties
De combinatie van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie die
iemand nodig heeft om succesvol te kunnen zijn
De functiebeschrijving
Omvat:
- Taken
- Bevoegdheden
- Verantwoordelijkheden
Instroom
Het aannemen van personeel:

doet een organisatie niet ad-hoc, maar op basis van een gedegen
personeelsplanning

rekening houdend met (toekomstige) ontwikkelingen in en rond een


organisatie

Stappenplan personeelsplanning

- Breng de personeelsbehoefte in kaart


- Intern: bepaal het personeelsaanbod in de organisatie
- Extern: bepaal het personeelsaanbod op de arbeidsmarkt (landelijk n
regionaal)
- Plannen: instroom - doorstroom - uitstroom
- Evalueren
De arbeidsmark
= geen plaats, maar een abstracte markt
Het geheel van vraag naar arbeid en hoeveelheid beschikbare
arbeidskrachten (aanbod)

Diverse deelmarkten

Geografisch

Branche (sector)

Functieniveau

Vraagzijde: werkgevers (met vacatures)


Aanbodzijde: werknemers (bieden arbeid aan)
Krappe arbeidsmarkt:
veel vraag (vacatures), weinig aanbod (werkzoekenden)
Ruime arbeidsmarkt:
weinig vraag (vacatures), veel aanbod (werkzoekenden)
Arbeidsmarkt = dynamisch
Om de juiste medewerkers aan te trekken en in dienst te hebben:
Is personeelsplanning een must
Dien je rekening te houden met de arbeidsmarkt en ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt
Moet je jouw werkgeversmerk goed communiceren met die arbeidsmarkt
Werving
Het geheel van activiteiten dat erop is gericht (interne en externe) kandidaten te
doen solliciteren naar bepaalde functies in de organisatie

Je werft op functieprofiel n competenties:

Een functie- en competentieprofiel is startpunt voor

Je werving dient aan te sluiten op wat je wilt uitstralen als werkgever:


kernwaarden

Selectie:
Het geheel van activiteiten dat gericht is op en leidt tot het uitkiezen van de
juiste personen (met de gewenste competenties!) voor de invulling van vacatures

Je selecteert op basis van:


Functie- en competentieprofiel
Potentile ontwikkeling
Je selectie dient aan te sluiten op je kernwaarden

Introductie
Belangrijk, want:

Nieuwe medewerker voelt zich welkom

Kennismaking organisatie en collegas

Bevordert productiviteit en voorkomt fouten

Professioneel

D.m.v. introductieprogramma en kennismakingsrondes

Evaluatie

imago/werkgeversmerk

Doorstroom
Werktevredenheid afhankelijk van 4 As
- Arbeidsinhoud; wat doe je?
- Arbeidsomstandigheden; inrichting werkplek, temperatuur, lawaai,
intimidatie/pestgedrag, --gevaarlijke stoffen etc.
- Arbeidsverhoudingen; relatie met collegas en LG
- Arbeidsvoorwaarden; tijden, vakantie, loon
Waarom beoordelingsgesprek?
1.Loopbaanmanagement
2.Competentiemanagement
3.Bijsturen
4.Belonen
5.Motiveren
Competentiemanagement
Richt zich op:
De ontwikkeling van de mensen in de organisatie: IN-, DOOR- en UITSTROOM
In lijn met de kerncompetenties van de organisatie
Uitgaande van competenties n ambities

Vijf fasen:
1.Kerncompetenties
2.Functie-en competentieprofielen
3.Individuele competenties
4.POP (persoonlijk ontwikkelingsplan)
5.Werken met competenties
Beloning, waarom?
Waarom belonen?
Aantrekken van geschikte medewerkers (instroom, les 2)
Motiveren en stimuleren tot gewenst arbeidsgedrag (doorstroom, les 4)
Compenseren voor geleverde prestatie (arbeidsvoorwaarden, les 3)
Vasthouden en binden van medewerkers (en loslaten en ontbinden) (door-, en
uitstroom)
Uitstroom
Welke manieren?
- Verloop
- Exitgesprek
- Ontslag
- Outplacement
Push & Pull factoren
Outplacement = Hulp na ontslag!
Voordelen voor het bedrijf:
-Goede verstandhouding
-Juridische voordelen
Werkgeversmerk
Onderdeel Sociaal Plan: MVO!
Employer Branding
= Een authentieke en onderscheidende voorkeurspositie verkrijgen en
behouden als werkgever in de mindset van de (potentile) medewerkers en hun
benvloeders met als doel het aantrekken en behouden van de juiste
medewerkers. = werkgeversmerk

Kennisportfolio Bedrijfseconomie
Persoonlijke ondernemingsvormen:
1.Inbreng priv vermogen
2.Deel van winst
BV of NV (rechtspersoon):
1.Aandelenvermogen
2.Reserves
Aandelen BV staan op naam en zijn niet vrij overdraagbaar
Waarom aandelen?
Voor een NV een financieringsfunctie => aantrekken van eigen vermogen
Meestal ziet aandeelhouder zichzelf als belegger in plaats van eigenaar.
Aandeelhouder heeft recht op winstuitkering (= dividenduitkering)

1.Gewone aandelen (zeggenschap en dividend)


2.Preferente aandelen (bijzondere rechten)
vr alle overige aandelen recht op een vast dividend.
bij ontbinding van het bedrijf vr de andere terugbetaald
3.Prioriteitsaandelen (meer zeggenschap) =>type preferent aandeel.
de houders van deze aandelen kunnen bijvoorbeeld een nieuw bestuurslid
benoemen

Nominale waarde
waarde zoals die op het aandeel staat staat op balans als aandelenkapitaal
Intrinsieke waarde
Waarde van het eigen vermogen van een onderneming / het aantal geplaatste
aandelen
Rentabiliteitswaarde
Gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige geldstromen
Beurswaarde
Wordt bepaald door vraag en aanbod
Emissie?
Waarom ?? aantrekken van extra (eigen) vermogen.

Hoe : uitgeven van aandelen.


Reserves
indeling volgens ontstaanswijze
Agioreserve
Winstreserve
herwaarderingsreserve
Indeling volgens afleiding uit de balans
Open reserve
Stille reserve
Geheime reserve
Winstverdeling
Winst voor VPB (vennootschapsbelasting) - VPB = Winst na vpb - Dividend
(primair dividend) = Overwinst *Dividend (secundair dividend) *Tantiemes
*Reserve
Dividenduitkering
Vormen van dividend
CASH dividend
STOCK dividend
Primair dividend en secundair dividend
Interim dividend, slotdividend
Dividend belasting
Dividendpercentage
Vermogensmarkt
Kapitaalmarkt > 2 jaar
Vreemd vermogen
Lang > 1 jaar
Obligatielening
Hypothecaire lening
Onderhandse lening
(achtergestelde lening)
VVL
voorzieningen
Kort 1 jaar

Geldmarkt < 2 jaar

Rekening-courantkrediet
Leverancierskrediet
Afnemerskrediet
Nog te betalen bedragen
KVV of vlottende passiva
Afnemerskrediet
Afnemer verleent krediet
Vooruitbetaling door de afnemer
Vooruit ontvangen bedragen
Nog te betalen bedragen
Crediteuren
Nog te betalen belastingen
Nog te betalen dividend
Nog te betalen
Financile structuur
Voor wie
Leiding
EV verschaffers (aandeelhouders)
VV verschaffers (banken ea)
Werknemers
Overheid
Elementen
Samenstelling activa (activastructuur)
Samenstelling passiva (vermogensstructuur)
Omzet en kosten winst

Gouden balansregel
Afstemming tussen activastructuur en vermogensstructuur :
Vaste activa en vaste deel van vlottende activa financieren met EV en VVL.
Rentabiliteit

Winstgevendheid van een onderneming

T.o.v. het gemiddelde in de onderneming genvesteerde vermogen.


Wat hebben we nodig :
Winst en bedrijfsresultaat (EBIT)

resultatenrekening

Gemiddeld genvesteerd vermogen balans(en)


Kerngetallen
Brutowinstmarge = EBIT / omzet (excl.BTW)
RTV = EBIT / gemiddelde totale vermogen
KVV = rentekosten / gemiddelde vreemd vermogen
REV = winst na belasting / gemiddelde eigen vermogen
Hefboomfactor
REVvb =

RTV + (RTV KVV) x VV/EV

REVnb =

(1-f) x (RTV + (RTV KVV) x VV/EV)

Kerngetallen
Geven indicatie voor beoordeling van balans en resultaat van een onderneming.
Vooral van belang als vergelijkingsmateriaal :
- met branchegenoten
- in tijd
Rentabiliteit (gehad)
Liquiditeit in staat tot betalen verplichtingen op korte termijn
Solvabiliteit in staat aflossen schulden bij liquidatie
Activiteitskengetallen (voorraad, debiteuren, crediteuren)
Liquiditeit:
Current ratio = VLA / VVK
Quick ratio = (VLA voorraden) / VVK
Liquiditeitsoverzicht.
Solvabiliteit:
Solvabiliteitspercentage = EV / TV * 100%
Debt ratio = VV / TV * 100%
OF: EV / VV * 100%
Activiteitskerngetallen
Voorraad

Omzetsnelheid van de voorraad

Opslagduur van de voorraad


Debiteuren
Gemiddelde krediettermijn van debiteuren
Crediteuren
Gemiddelde krediettermijn van crediteuren
Omzet
Omloopsnelheid van het totaal vermogen

Kennisportfolio Management P2
Strategie
Missie

Visie
Doelstellingen
Strategie
sleutelvaardigheden
Een kernbekwaamheid is een unieke combinatie van kennis, vaardigheden,
structuren, technologien en processen in de onderneming die het mogelijk
maken om producten of diensten te leveren die geen enkele andere onderneming
op dezelfde manier op hetzelfde moment kan produceren
strategie
Bij het bepalen van een strategie, zal je eerst een keuze moeten maken wat de
basis van de onderneming is.
Volgens Treacy en Wiersema bestaan er 3 waardedisciplines: Product Innovation,
Operational Excellence, Costumer Intimacy
organisatiestructuur
Bij de interne afstemming letten we vooral op het ontwerp van een passende
organisatiestructuur.
Om als organisatie goed te functioneren is nodig:
-De arbeid moet zo goed mogelijk worden verdeeld (functies, afdelingen etc.)
-Alles moet goed worden afgestemd en moet worden gecordineerd

Interne Differentiatie
F-Indeling
Alle taken en functies en RELATIES binnen het primaire proces zorgen allemaal
samen dat het product / de dienst van de hele organisatie tot stand komt.
Er zijn vaak veel mensen bij een primair proces betrokken. Het is daarom nodig te
groeperen in een organisatie.
Taken en functies worden ondergebracht in afdelingen.
Interne Specialisatie
Er zijn ook organisaties die wat complexer zijn.
In dergelijke organisaties zijn meerdere primaire processen te ontdekken die
steeds een ander product / een andere dienst leveren.
De primaire processen vinden plaats in zelfstandige organisatorische eenheden
(bedrijfsonderdelen)
Groepering op basis van het product / de dienst dat / die de organisatorische
eenheid moet opleveren.
Het kan gaan om een indeling naar

Product, Markt(-segment) of Geografische plaats


De (P)roduct-, (M)arkt(-segment)- of (G)eografische-indeling
Matrixstructuur
VOORDELEN matrixorganisatie:
Multidisciplinaire projecten uit kunnen voeren
Alle expertise is direct bij de hand in het project
Nadelen matrixorganisatie:
Medewerker heeft minimaal 2 bazen (= meerhoofdige zeggenschap!) Welke zijn
dat dan?
Balans afdeling- en projectwerkzaamheden kan scheef komen te liggen
Verstrengelde belangen
Projectstructuur
In dit soort gevallen is er in een organisatie sprake van
projecten (veelal voor externe klanten)
Het kenmerk van een project is dat een project eindig is
Is een project klaar dan valt de projectgroep uit elkaar
De multidisciplinaire leden van de projectgroep wachten op een nieuw project
Systeem
Een systeem is het geheel van formele en informele procedures en
werkinstructies (processen) die een bepaald resultaat moeten opleveren
Flowchart
Een flowchart is een schematische weergave van een proces
Verbeteren van kwaliteit
De kwaliteitscyclus in een continu proces :
Plannen - Doen - Controleren - Acteren (bijstellen) - Plannen - Doen - Controleren Acteren (bijstellen) - Plannen enz enz
PDCA cyclus
Morele waarden en normen
Conclusies morele waarden en normen
Iedereen moet zich houden aan de genormeerde morele waarden (wetten)
Iedereen heeft daarnaast eigen persoonlijke waarden en normen
Persoonlijke waarden en normen zijn niet algemeen bindend
Ethiek

Ethiek of moraalwetenschap is een tak van de filosofie die zich bezighoudt met
de kritische bezinning over het juiste handelen.
Drie typen ethiek
Deugden-ethiek
Plichten-ethiek
Gevolgen-ethiek
MVO
In Nederland ook wel genoemd:
Duurzaam Ondernemen
In Engelstalige landen ook wel genoemd:
Sustainability
Meestal gaat het begrip gepaard met de 3Ps
Codes of Conduct
Richtlijnen van de organisatie
Principles of Organisation
Hoe gaan medewerkers met elkaar om?
Management beslissingen
Managers in verschillende lagen / niveaus nemen andersoortige beslissingen
3 soorten beslissingen:
Strategische beslissingen
Tactische/organisatorische beslissingen
Operationele beslissingen
1. Autocratisch / autoritair leiderschap
Leider geeft 'bevelen' aan medewerkers
Macht als middel van gezagsuitoefening
Strikt hirarchische verhoudingen
Geen inspraak/discussie
De leider beslist
Geld is belangrijke stimulans voor medewerker
Leider gericht op het behalen van resultaat

2. Consulterend leiderschap

Leidinggevende behoudt de eindverantwoordelijkheid


Medewerkers participeren in overlegorganen
Informeren en adviseren leidinggevende
De leider neemt de uiteindelijke beslissingen

3. Participatief leiderschap
Leidinggeven is een groepsfunctie geworden
Besluiten komen democratisch in de groep tot stand
Leidinggevende is begeleider/cordinator
Gevaar: geringe slagvaardigheid / besluiteloosheid
gemeenschappelijke waarden
Cultuur is een patroon van denken en doen van mensen, gebaseerd op
overtuigingen wat goed en fout is.
typering van harrison en handy
hoge spreiding macht x hoge mate van samenwerking = taakcultuur
hoge spreiding macht x lage mate van samenwerking = persoonscultuur
lage spreiding macht x hoge mate van samenwerking = machtscultuur
lage spreiding macht x lage mate van samenwerking = rollencultuur

Kennisportfolio marketing P2
Model/Theorie
Auteur : Abell
Vakgebied : Marketing
Beschrijving : Het Abell-Diagram

Relevantie/Te gebruiken voor : Klantenbehoeften / Klantengroepen /


Technologin
Marketinguitvoering
De 4 P's.
- Product
- Prijs
- Plaats
- Promotie
Interne analyse
Gericht op Micro omgeving
Onderzoekt de situatie binnen het eigen bedrijf
Brengt sterkten en zwakten van een bedrijf in kaart
Analyseren is meer dan beschrijven!
Beoordeel interne omgeving altijd in RELATIE tot
- Eigen missie en visie
- Concurrenten
Inhoud van interne analyse
Organisatie : 7-S McKinsey model
Model/Theorie

Auteur : McKinsey

Vakgebied : Marketing

Beschrijving : Het McKinsey 7-S model

Relevantie/Te gebruiken voor : Hoe een onderneming is opgebouwd


d.m.v de 7 S'en.
Financieel : Ratio's solvabiliteit/liquiditeit/rentabiliteit
Marketing : De marketingmix (4 P's)
Positief : sterkte
Negatief : zwakte
Externe analyse
Gericht op meso en macro omgeving
onderzoekt toekomstige TRENDS /ontwikkelingen die buiten de onderneming
liggen
brengt kansen en bedreigingen van een bedrijf in kaart
je bruikt woorden die een verandering aangeven
er staan geen dingen in over de situatie op dit moment
de naam van jou bedrijf komt hier niet voor
Meso omgeving
de meso omgeving kan ook worden aangeduid als de directe markt waarin de
onderneming actief is
beschrijf algemene kenmerken zoals grootte van de markt, groei,
winstgevendheid, TRENDS .
beschrijf bedrijfskolom en bedrijfstak
beschrijf de invloed van andere schakels middels het vijfkrachten model van
Porter
Model/Theorie

Auteur : Porter

Vakgebied : Marketing

Beschrijving : Het vijfkrachten model van Porter

Relevantie/Te gebruiken voor : Analyseren Potentile toetreders,


concurrenten, leveranciers, afnemers, substituten.
neemt de dreiging toe of af?

neemt de kracht toe of af?


wordt de rivaliteit kleiner of groter?
wat is de ontwikkeling?
Macro omgeving externe analyse
Kansen & bedreigingen
Kans = ontwikkeling binnen de markt die in de toekomst (nieuwe) mogelijkheden
biedt
bedreiging = ontwikkeling binnen de markt die in de toekomst voor
belemmering/nadelige effecten zorgt
De SWOT analyse
- geeft inzicht in bedrijfsvoering (wat speelt er bij het bedrijf, welke problemen
zijn er?)
- helpt bij ontwikkelen strategie
S = strenghts
W = weakness
O = opportunities
T = threats
Waardestrategie Treacy en Wiersema
Model/Theorie

Auteur : Treacy en Wiersema

Vakgebied : Marketing

Beschrijving : Waardestrategie Treacy en Wiersema model

Relevantie/Te gebruiken voor : Waar voeg je als bedrijf de meeste


waarde toe?
Generieke concurrentiestrategie Porter
Hoe wil een onderneming zich duurzaam onderscheiden van de concurrentie?
Kostenleiderschap: accent op laagste kosten
Differentiatie: meerwaarde leveren door uniek te zijn
Focus & kostenleiderschap: richten op specifieke doelgroepen en lage kosten
Focus & differientatie: richten op specifieke doelgroep en meerwaarde door
uniek te zijn

Groeistrategien van Ansoff


Bestaand product x bestaande markt = marktpenetratie
Bestaand product x nieuwe markt = marktontwikkeling
Nieuw product x bestaande markt = productontwikkeling
nieuw product x nieuwe cave = diversificatie
de stappen van SWOT naar een nieuwe strategie
1. Vergelijk de uitkomsten van de SWOT met elkaar...
2. Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten (positief en negatief) voor het
bedrijf?
3. Hoe (met welke strategie) kan het bedrijf dit oplossen?
Assortiment.
Het geheel aan productlijnen
Productlijn/ Productgroep/ Productcategorie.
Een groep producten die nauw verwant zijn om dat ze min of meer:
hetzelfde functioneren
aan dezelfde klanten groepen worden verkocht

via dezelfde verkooppunten verkocht worden


binnen dezelfde prijscategorie vallen.
Dimensies van een assortiment
Breedte
aantal productgroepen
Diepte
aantal productvarianten (binnen groep)
Lengte
totaal aantal artikelen (binnen groep)
Consistentie
mate van verwantschap artikelen
Merkstrategie: merkontwikkeling
bestaande merknaam x bestaande productcategorie = lijnextensie
bestaande merknaam x nieuwe productcategorie = merkextensie
nieuwe merknaam x bestaan productcategorie = merkextensie
nieuwe merknaam nieuwe productcategorie = nieuwe merken
promotiemix
Reclame (actie/thema)
Marketing PR* (corp. Imago)
Direct marketing*
Internet
Beurzen
Persoonlijke verkoop*
Sales promotion* (actie!)
Sponsoring (naambekendheid, imago, relatie)
Winkelcommunicatie (schap, licht, kleuren etc.)

Kennisportfolio Recht P2
ondernemingsvormen
Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid
Eenmanszaak
Maatschap
VOF
(CV)
Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid
BV
NV
(vereniging, coperatie, OWM, stichting)
Maatschap
Definitie (art. 7A:1655 BW)
Overeenkomst (vormvrij)
twee of meer personen
verbinden om iets in gemeenschap in te brengen
oogmerk: winstdeling
bevoegdheid tot handelen (bestuur)
Met bevoegdheid tot handelen wordt bedoeld: wie mag beslissingen nemen die
de maatschap bindt?

Beheersdaden behoren tot de normale gang van zaken binnen de


onderneming
Hangt af van het doel van de maatschap
Beschikkingsdaden zijn handelingen die geen beheersdaden zijn
Stappenplan
Stap 1: Wie zijn de partijen?
Stap 2: Wat is het juridisch leerstuk? (in maximaal 5 woorden)
Stap 3: Wat is of zijn de relevante artikelen?
Stap 4: Benoemen en toepassen van de criteria
Stap 5: Wat is de conclusie?

Verwerk in je conclusie het antwoord op de vraag.

VOF
Art. 16 Wetboek van Koophandel
bijzondere maatschap
uitoefening van bedrijf
onder een gemeenschappelijke naam
bevoegdheid tot handelen
ieder der vennoten bevoegd tot beheer en beschikken (art. 17,eerste lid, WvK)
Tenzij (artikel 17, tweede lid, WvK):
buiten doel vennootschap of,
afgesproken bevoegheidsbeperking
Artikel 29 WvK: beperkingen tweede lid gelden alleen naar derden indien
ingeschreven in Handelsregister
externe aansprakelijkheid
T.o.v. derden (schuldeisers)
vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK)
(d.w.z.: ieder afzonderlijk kan voor 100% worden aangesproken!)
de vof heeft een afgescheiden vermogen; schuldeisers van de vof hebben
voorrang op dit vermogen boven privschuldeisers
ook verhaal op privvermogen van vennoten
rechtspersoon
Drager van rechten en plichten
Deelnemer aan het rechtsverkeer
Gelijk gesteld aan natuurlijk persoon
(art. 2:5 BW)
Privaatrechtelijke rechtspersonen (art. 2:3 BW)
- besloten vennootschap
- naamloze vennootschap

Aandelhouders
Rechten van de aandeelhouder
Vergaderrecht
Stemrecht in de AVA
Financile rechten
Besluitvorming
In beginsel meerderheid van stemmen
Gekwalificeerde meerderheid
Bijeenroeping:
Minimaal 1 AVA per jaar
statuten BV
Statuten zijn grondregels die gelden binnen de BV
Worden opgenomen in de notarile akte
De bv zelf (oprichters) maken deze grondregels
Statuten moeten bevatten:
de naam, de zetel en het doel van de vennootschap
het nominale bedrag van de aandelen
Statuten mogen allerlei andere onderwerpen bevatten
Verschil aanvullend en dwingend recht van groot belang
handelingsbekwaam
Art 3:32 lid 1 BW: ieder natuurlijk persoon mag rechtshandelingen verrichten,
tenzij wet anders bepaalt.
Wie is handelingsonbekwaam?
Minderjarigen: zie art. 1:233 BW
Jonger dan achttien
Dan: art. 1:234 BW
alleen met toestemming vertegenwoordiger (lid 1)
of veronderstelde toestemming (lid 3)
Onder curatele gestelden: zie art 1:378 BW
Artikel 3:32 lid 2 BW: een rechtshandeling van een onbekwame is vernietigbaar

Wat is vernietigbaar?
wil en verklaring
Een rechtshandeling vereist een wil die zich door een verklaring heeft
geopenbaard.
Er kan een aantal dingen misgaan:
Je verklaart iets anders dan wat je wilt:
Misverstand, verschrijving (art. 3:35 BW)
Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW en art. 3:35 BW)
Je verklaring komt gebrekkig tot stand
Misbruik van omstandigheden, bedreiging, bedrog (art. 3:44 BW)
Dwaling (art. 6:228 BW)
MVO en Recht
HARD law: in wet opgenomen
Vanwege ethisch karakter blijven het MVO-normen
Maar vooral iets extras door soft law (zelfregulering) door:
Bepaalde sector of beroepsgroep
Een bedrijf
Ook MVO normen kunnen rechtens effect hebben, ook als ze niet zijn vervat in
HARD law
Invulling open normen zoals redelijk en billijkheid, opvatting in maatschappelijk
verkeer
voorbeeld bij niet nakoming
Er wordt helemaal niet nagekomen (niet geleverd, niet betaald, enz.)
Maar ook:
Een werknemer houdt zich niet aan zijn geheimhoudingsplicht
Een verzekeraar weigert -naar later blijkt- ten onrechte uit te keren
Een leverancier levert onvolledig, verkeerd verpakt, te veel, te laat, enz.
Toerekenbaarheid: wanprestatie of overmacht?
Tekortkoming niet toerekenbaar aan schuldenaar indien:
Niet te wijten aan zijn schuld
Niet krachtens rechtshandeling voor zijn rekening
Niet krachtens verkeersopvattingen voor zijn rekening
Niet krachtens de wet voor zijn rekening

Gebruik hulppersonen (6:76 BW)


Gebruikte zaken (6:77 BW)
moment van toerekening
Art. 6:81 BW: Recht op schadevergoeding als schuldenaar in verzuim is:
Prestatie uitblijft nadat zij opeisbaar is geworden
Aan eisen van art :6:82 en 6:83 BW is voldaan
Tenzij nakoming blijvend onmogelijk is
6:82 BW: verzuim treedt in:
Na schriftelijke ingebrekestelling
Met redelijke termijn
Na termijn blijft nakoming achterwege
6:83 BW: Situaties waarin schuldenaar in verzuim is zonder ingebrekestelling
overdracht van een goed
Eisen:
Geldige titel
Beschikkingsbevoegdheid
Levering (/vestiging)
beschikkingsbevoegdheid
Eigenaar is beschikkingsbevoegd
Geen eigenaar als:
Er sprake is van diefstal
Als er iets is misgegaan bij de vorige eigendomsoverdracht, bijv.:
de overeenkomst is vernietigd:
bijv. handelingsonbekwaamheid, bedreiging, dwaling
je hebt de zaak van een beschikkingsonbevoegde gekregen
Let op: een minderjarige kan wel eigendom hebben en dus ook
beschikkingsbevoegd zijn!

Você também pode gostar