Você está na página 1de 23

Tekstverwerking

Deel 2

Tabellen ............................................................................................. 2

Tabs.................................................................................................. 8

Opmaakprofielen .............................................................................. 13

Documentopmaak ............................................................................ 18

Formules .......................................................................................... 23

TABELLEN

1.1

VOORBEELD

Tegen het einde van dit hoofdstuk heb je onderstaand document gemaakt.

1.2

BESTURINGSELEMENTEN

Invoegen
werkbalk

Om een tabel in te voegen maak je gebruik van de werkbalk Invoegen Tabel.

2 werkbalken

Hierna en ook telkens wanneer je een tabel aanklikt verschijnt de contextgevoelige


werkbalk Hulpmiddelen voor tabellen bestaande uit 2 werkbalken.
Ontwerpen

Indeling

1.3

TABEL INVOEGEN

Klik in het tabblad Invoegen op Tabel.


Selecteer vervolgens het aantal kolommen (verticaal) en rijen
(horizontaal). Het is mogelijk om kolommen of rijen achteraf nog in
te voegen of te verwijderen.

OPDRACHT
Voeg bovenaan een nieuw document een tabel in met 4 rijen en 2 kolommen.
Sla het document op als WordTabellen.docx.

1.4

RIJEN EN KOLOMMEN INVOEGEN EN VERWIJDEREN

1.4.1

Rijen en kolommen invoegen

Snelmenu

Om rijen en/of kolommen in te voegen maak je best


gebruik van het snelmenu (klikken met rechter
muisknop). Klik met de cursor in een cel waarnaast je
een rij of kolom wenst in te voegen. Klik op Invoegen >

Indeling

Daarnaast kan je ook in het tabblad Indeling op de betreffende knop drukken. Sinds Office
2013 kan je ook rijen en kollommen toevoegen door op de rand te staan met de cursor en
op het +-teken te drukken.

OPDRACHT
Voeg een nieuwe kolom in.

1.4.2

Rijen en kolommen verwijderen

Cellen verwijderen

Klik met de cursor in een cel die deel uitmaakt van de rij of
kolom die je wenst te verwijderen. Klik vervolgens in het
snelmenu op Cellen verwijderen.
In het dialoogvenster kies je n van de mogelijkheden.

Indeling

OF: klik op de werkbalk Indeling op de juiste knop


OPDRACHT
Verwijder n van de rijen.

Snelmenu

1.5

CELLEN SAMENVOEGEN EN SPLITSEN

1.5.1

Cellen samenvoegen

Selecteer de cellen die je wenst samen te voegen. Klik met de rechter muisknop op de
selectie en klik op Cellen samenvoegen in het snelmenu dat verschijnt.

OPDRACHT

Voeg de nodige cellen samen zodat je bovenstaand resultaat krijgt.

1.5.2

Cellen splitsen

Snelmenu

Klik met de rechter muisknop op de cel die je wenst te splitsen en klik op Cellen splitsen
in het snelmenu.

Aantal

Geef het aantal kolommen en/of het aantal rijen in waarin je de cel wenst te splitsen.

1.6
Hele kolom

RIJEN EN KOLOMMEN VERBREDEN EN VERSMALLEN

Een kolom of rij verbreden of versmallen doe je door de rand te


verslepen. Via het tabblad Indeling kan je zelf de afstanden instellen.

OPDRACHT

5
Versmal de eerste kolom zodat deze ongeveer 3 cm breed wordt.
Verdubbel de hoogte van de rijen.
1 rij van de kolom

Als je enkel een cel wil verbreden of versmallen, selecteer je de 2 cellen waarbinnen zich de
rand bevindt die je wenst te verleggen. Vervolgens versleep je opnieuw de rand.

OPDRACHT
Plaats de lijnen tussen de kolommen zoals in het voorbeeld.

1.7

TABEL OPMAKEN

1.7.1

Randen

Ontwerpen

Je kan een alinea beklemtonen door gebruik te maken van een rand. Hiertoe maak je
opnieuw gebruik van de werkbalk Ontwerpen bij Hulpmiddelen voor tabellen, onderdeel
Randen tekenen.

Eerst instellen

Vooraleer je een rand kan aanpassen stel je een bepaalde stijl/dikte/kleur in.
Lijnstijl instellen.
Lijndikte instellen.
Lijnkleur instellen.

Dan toepassen

Eens je de gewenste randopmaak ingesteld hebt kan je deze rand


instellen op de cel(len) / rij(en) / kolom(men) / tabel(len) die je op
deze manier wenst op te maken, door deze te selecteren en
vervolgens gebruik te maken van de keuzebox Randen in
dezelfde werkbalk, bij het onderdeel Stijlen voor tabellen.

Het is ook mogelijk om de lijnen van een cel de ingestelde stijl te geven door
gebruik te maken van het pictogram Tabel tekenen. Klik het pictogram aan en
klik de lijnen die je wenst op te maken aan.

6
OPDRACHT
Maak de randen van de tabel op zoals in het voorbeeld.

1.7.2

Opvulling

Met de knop Arceringskleur en de bijhorende kleurenkeuzelijst in de


werkbalk Ontwerpen bij Hulpmiddelen voor tabellen, onderdeel
Stijlen voor tabellen
kleur je de cel(len) / rij(en) / kolom(men) / tabel(len) in.
Selecteer de cellen die je wenst te kleuren en klik op Arcering.

OPDRACHT
Vul de cellen op zoals in het voorbeeld.

1.7.3
Uitlijning

Tekstuitlijning

De tekstuitlijning (positie van de tekst in de cel) in een cel pas je aan met de knoppen bij
het onderdeel Uitlijning op de werkbalk Indeling.
Selecteer de cel(len) waarvan je de uitlijning wenst te wijzigen en klik vervolgens op de
gewenste uitlijning. Je kan hiermee tevens de Tekstrichting en marges aanpassen.

OPDRACHT
Voeg de afbeelding en tekst toe aan de tabel.
Vul de cellen op zoals in het voorbeeld en zorg voor dezelfde uitlijning.

1.8
Ontwerpen

Uitklappen

OPMAAKSJABLOON

Je kan eveneens gebruik maken van een standaard opmaaksjabloon door een tabel te
selecteren en vervolgens via de tabblad Ontwerpen het sjabloon aan te klikken.

7
Door op het knopje rechts onderaan te klikken klap je het sjablonenpallet uit waardoor je
nog heel wat meer sjablonen te zien krijgt.
OPDRACHT
Creer de 2de tabel in het document naar analogie van het voorbeeld.

TABS

Tegen het einde van dit hoofdstuk heb je onderstaand document gemaakt.

2.1

INLEIDING

Regelpositie

Dankzij het gebruik van tabstops kan je heel nauwkeurig de positie van tekst bepalen op
een regel. Je kan via het liniaal of via Start Alinea Tabs een aantal posities
instellen en vervolgens spring je naar de gewenste positie door n of meerdere keren via
het toetsenbord op de tabtoets te drukken.

Onder elkaar

Tabs zijn onder andere handig om tekst op eenzelfde positie onder elkaar te plaatsen.

Niet met spaties!

Als je dit hetzelfde resultaat met spaties wil bereiken zal je merken dat de tekst meestal
niet exact onder elkaar staat. Als je het lettertype of de lettergrootte wijzigt dan zal alles
volledig schots en scheef komen te staan. Moraal van het verhaal: gebruik tabs!

2.2

HANDIGE HULPMIDDELEN

Zorg ervoor dat de liniaal wordt weergegeven. Aan de hand van de liniaal kan je zien of er
tabs zijn ingesteld en op welke afstand. De liniaal kan weergegeven worden via het tabblad
Beeld Weergeven Liniaal aanklikken.

Om te zien waar je op de Tab-toets hebt gedrukt, kan je gebruik maken van het weergeven
van verborgen tekens. Deze kan je weergeven via Start Alinea

2.3

SOORTEN TABS

Linkse tab
De tekst wordt na de tabstop geplaatst en links uitgelijnd.
Gecentreerde tab De tekst wordt rond de tabstop gecentreerd.
Rechtse tab De tekst wordt voor de tabstop geplaatst en rechts uitgelijnd.
Decimale tab
De tekst wordt uitgelijnd op het decimale teken.
Lijntab
Er wordt een verticale lijn getrokken op de positie van de tab.

10

STANDAARD TABS PLAATSEN

2.4
Per 1,25 cm

Als je in het begin van een regel staat en je drukt op de tabtoets dan
springt de cursor naar positie 1,25 cm. Als je dit nogmaals herhaalt
springt de cursor naar 2,5 cm,

Wijzigen

Standaard tabs kan je wijzigen via het tabblad Start > Alinea > klikken op pijltje
rechtsonder > Tabs
Je kan ook de cursor op een bepaalde plaats in een regel zetten en dan de tekst die rechts
van de cursor staat naar rechts laten verspringen, naar het dichtstbijzijnde veelvoud van de
standaardtab door op de tabtoets te drukken.
Titel
The Departed
Million dollar baby

Prijs
18
5

De standaard tabstop is links uitgelijnd.


OPDRACHT
Open WordTabs.docx.
Gebruik standaard tabs om onderstaande tekst op de juiste plaats te krijgen.

Warme Nootham en kalkoenfilet


met gefruite aardappeltjes en groenten
of
Vol-au-vent
met gefruite aardappeltjes en groenten
Volwassenen:
Kinderen:

10
6

11

TABS INSTELLEN

2.5

Ofwel stel je eerst tabs in en begin je dan op die positie de nodige tekst met tabs te
plaatsen. Je kan ook eerst de inhoud typen, deze selecteren, de tabs instellen en de
tabstops toepassen. De laatste optie draagt de voorkeur weg.
Procedure

Liniaal weergeven

Je gaat als volgt te werk:


*

klik via de Werkbalk Start Alinea


klikken op pijltje rechtsonder Tabs

geef via Tabpositie: aan hoeveel cm de


tab moet staan van de linker marge;

selecteer onder Uitlijnen de gewenste


tabsoort;

via Opvulteken kan je desgewenst de lege


ruimte vr de tab opvullen;

door op Instellen te klikken stel je de


tabstop met de ingestelde opties in;

eens alle tabstops ingesteld zijn klik je op


OK.

de tabs verschijnen in het liniaal, tekst kan nu naar deze posities geplaatst worden.

De tabs worden weergegeven in de liniaal. Als deze niet zichtbaar is, kan je deze
weergeven via Beeld vinkje naast Liniaal.
De combinatie van opvultekens en tabs kan je gebruiken om op een professionele manier
kniplijnen en invullijntjes en dergelijke te creren.
OPDRACHT
Maak gebruik van een tab op 16 cm en een opvulteken om de kniplijn te creren.

Het kan gebeuren dat Word vervolgens van het schaartje een opsommingsteken maakt.
Door CTRL+Z (ongedaan maken) te klikken, maak je deze automatische actie ongedaan.
OPDRACHT
Gebruik onderstaande tabinstelling om de titel juist te plaatsen.
12 cm

centreren

12
OPDRACHT
Gebruik onderstaande tabinstelling om de contactgegevens juist te plaatsen.
7,5 cm

rechts

____
8,5 cm

links

geen
16 cm

rechts

____
Druk zelf nog op de corecte plaats op de Tab-toets zodat je onderstaand beeld krijgt.

OPDRACHT
Gebruik onderstaande tabinstelling om de bestellinggegevens juist te plaatsen.
4 cm
links

geen
6 cm
links

____
7 cm
links

geen
9 cm
decimaal
geen
11 cm

links

geen
12 cm

links

geen
14 cm

links

____
Druk zelf nog op de corecte plaats op de Tab-toets zodat je onderstaand beeld krijgt.

2.6

TABS WIJZIGEN EN VERWIJDEREN

Via de Werkbalk Start Alinea klikken op pijltje rechtsonder Tabs kan je een
tab selecteren en de eigenschappen wijzigen, kan je een tab selecteren en wissen, kan je
tabs toevoegen en kan je alle tabs wissen.

13

OPMAAKPROFIELEN

3.1

VOORBEELD

Tegen het einde van dit hoofdstuk heb je onderstaand document gemaakt.

14

3.2

INLEIDING

3.2.1

Wat

Een opmaakprofiel is een verzameling van een aantal opmaakkenmerken (vb. lettertype,
nummering, rand,) die je kan toepassen op een alinea (of eventueel op een deel van een
alinea).

3.2.2

Waarom

Automatisch

Als je een bepaald opmaakprofiel wijzigt in een document, dan worden alle stukjes tekst
waarop dit profiel is toegepast automatisch mee gewijzigd.

Consequente
opmaak

Als je opmaakprofielen consequent toepast, kan je ervan op aan dat gelijksoortige stukjes
tekst (vb. titeltjes) op eenzelfde manier zijn opgemaakt.

Inhoudsopgave

Het gebruik van de bestaande opmaakprofielen Kop 1, Kop 2, Kop3, biedt je de


mogelijkheid om met enkele klikken een perfecte inhoudsopgave van je document te
genereren (zie verder).

Stijlen

3.3

OPMAAKPROFIELEN TOEPASSEN

3.3.1

Ingebouwde stijlen

Wanneer je een stuk tekst selecteert kan je hieraan een bestaand opmaakprofiel koppelen
via de stijlen in het tabblad Start.

OPDRACHT
Pas in WordOpmaakprofielen.docx opmaakprofiel Kop 1 toe op de hoofdtitel.

3.3.2
Kop 1, 2, 3

Titels

Om opmaak toe te kennen aan titels maak je in principe gebruik van de opmaakprofielen
Kop 1, Kop 2, Kop 3,
Het opmaakprofiel Kop 1 is bestemd voor hoofdmenuitems, Kop 2 is bestemd voor
submenuitems van Kop 1, Kop 3 is bestemd voor submenuitems van Kop 2,
OPDRACHT
Pas opmaakprofiel Kop 2 toe op de subtitels.

15

3.4

OPMAAKPROFIELEN WIJZIGEN

3.4.1

Stijl wijzen

Het is mogelijk om de globale stijl van een document te wijzigen via het tabblad Ontwerpen
> Documentopmaak > Themas. Een wijzigt de opmaak op verschillende niveaus vb.
stijlreeks, kleuren, lettertypes,... Je kan deze instellingen manueel aanpassen via hetzelfde
tabblad Ontwerpen > Documentopmaak

OPDRACHT
Pas het thema Facet toe op het document.
Pas de stijlreeks aan naar Arcering.
Pas een kleurenset naar keuze toe.

3.4.2
Lijst met niveaus

Nummering toepassen

Om snel een correcte automatische nummering toe te passen in combinatie met de


opmaakprofielen Kop 1, Kop 2, plaats je de cursus in de eerste regel met als
opmaakprofiel Kop 1 en vervolgens selecteer je via het Start-lint onderstaande optie.

OPDRACHT
Pas een volgens de BIN-normen correcte nummering toe op het document (bovenstaande optie).

16

17

3.4.3

Een opmaakprofiel wijzigen

Wijzigen

Klik met de rechter muisknop


op het profiel dat je wenst te
wijzigen en selecteer Wijzigen
uit het snelmenu.

Via het venster Opmaakprofiel wijzigen kan je een aantal standaard


opmaakmogelijkheden wijzigen. Er staat tevens een overzicht van de
opmaakkenmerken die momenteel gekoppeld zijn aan het
geselecteerde profiel.
ICT semester 2

Via de knop Opmaak onderaan links in het venster kan je enkele


geavanceerde opties instellen. De belangrijkste opties zoals
Lettertype (tekstopmaak), Alinea (alineaopmaak), Rand en
Nummering werden in de cursus deel 1 besproken.
OPDRACHT
Vul tekst waaraan opmaakprofiel Standaard werd toegekend uit.
Kop 2 wordt in klein kapitaal weergegeven.

3.5
Stijl opslaan

ZELF OPMAAKPROFIELEN DEFINIREN

Stel de gewenste stijl in op een alinea of een stuk tekst. Selecteer de opgemaakte tekst.
Klap het stijlenoverzicht uit en klik op . Geef
een passende naam in
voor de stijl.
OPDRACHT

18
Maak het profiel Inleiding aan met volgende opmaak: Lettergrootte 9, Cursief. Pas dit toe.

DOCUMENTOPMAAK

4.1

VOORBEELD

Tegen het einde van dit hoofdstuk heb je onderstaand document gemaakt (enkel het
bovenste deel van iedere pagina is weergegeven).

19

4.2

INHOUDOPGAVE

4.2.1

Wat

Aan de start van deze cursus vind je een automatisch gegenereerde inhoudsopgave. In
deze inhoudstafel staan de titeltjes en de respectievelijke paginas waar het aangegeven
onderdeeltje start.
OPDRACHT
Bekijk de inhoudsopgave van deze cursus.

4.2.2
Kop 1, 2, 3

Voorwaarde

Je kan een inhoudsopgave op een heel eenvoudige wijze invoegen op voorwaarde dat je
gebruik maakt van de opmaakprofielen Kop 1, Kop 2, Kop 3,

4.2.3

Een inhoudsopgave maken

Verwijzingen

Om een inhoudsopgave te genereren,


plaats je de tekstcursor op de plaats
waar je deze wenst in te voegen.
Meestal wordt deze bij de start of
eventueel aan het eind van een
document ingevoegd.
Selecteer in het tabblad Verwijzingen
op Inhoudsopgave. Selecteer n van
de automatische inhoudsopgaves.
OPDRACHT
Voeg een inhoudsopgave in na de hoofdtitel van het document WordDocumentopmaak.docx.

4.2.4

Opmaakprofielen

Inhopg

Ook voor de verschillende niveaus in een inhoudsopgave worden een aantal standaard
opmaakprofielen gebruikt, namelijk Inhopg 1, Inhopg 2,

Ctrl+shift+s

Je kan het opmaakprofiel van een item in de inhoudsopgave weergeven door de hele regel
te selecteren (door in de kantlijn voor het item te klikken) en vervolgens de sneltoets ctrl +
shift + s (van stijl) in te drukken. Vervolgens klik je op Wijzigen om het opmaakprofiel te
wijzigen.

OPDRACHT

20
Plaats het profiel Inhopg 1 in vet.

4.2.5

Een inhoudsopgave wijzigen

Niet automatisch!

Wanneer je reeds een inhoudsopgave gemaakt hebt en je hebt nadien nog een
onderdeeltje toegevoegd aan een document, dan kan je de inhoudsopgave nog op een
eenvoudige manier bijwerken.
De inhoudsopgave wordt dus niet automatisch gewijzigd!

Veld bijwerken

Klik met de rechter muisknop op de inhoudsopgave en selecteer Veld bijwerken in het


snelmenu. Vervolgens verschijnt het dialoogvenster Inhoudsopgave bijwerken.
Kies voor Alleen paginanummers bijwerken als je de inhoud hebt gewijzigd zonder dat je
titels hebt toegevoegd of gewijzigd.
Kies in alle andere gevallen voor In zijn geheel bijwerken.

OPDRACHT
Aan het eind van dit hoofdstuk zal het document uit meer paginas bestaan en andere wijzigingen
bevatten. Zorg er aan het eind voor dat de inhoudsopgave in zijn geheel bijgewerkt wordt.

4.3

SECTIES

4.3.1

Wat

Standaard bestaat een Word-document uit n deel of n sectie. Het is ook soms
noodzakelijk om een document te verdelen in verschillende delen of secties.
Noodzaak

Enkele situaties waarin een document wordt ingedeeld in meerdere secties:


* de kop- en/of voettekst moet variren in het document;
* een onderdeel van de tekst moet in kolommen worden geplaatst;
* een nieuw hoofdstuk moet automatisch beginnen op de volgende oneven pagina;
* enkele paginas moeten staand worden weergegeven, andere liggend.

Visueel weergeven

Sectie-eindes kan je visueel zichtbaar maken door de verborgen tekens weer te geven via
onderstaand pictogram in de Start tab.

21

4.3.2

Invoegen

Invoegen

Een sectie-einde kan je invoegen door met de


cursor te gaan staan op de plaats waar een
sectie-einde moet ingevoegd worden en waar
dus een nieuwe sectie moet beginnen.
Vervolgens klik je in het menu op Paginaindeling Eindmarkering. Tenslotte kan je
het type sectie-einde nog selecteren uit de lijst
(onder Sectie-einden).

Pagina-einde

Je kan ook een pagina-einde invoeren zonder


een nieuwe sectie te starten (eerste optie). Dit
is handig om een titel of een eerste regel van
een alinea mee over te zetten naar een
volgende pagina en dus niet te laten zweven
op een vorige pagina.
OPDRACHT
Zorg dat 3.4 Vogels naar een volgende pagina springt zonder een nieuwe sectie te starten.

4.3.3

Volgende pagina

Het type Volgende pagina voeg je


in als je wenst dat de volgende
sectie op de volgende pagina start.
OPDRACHT
Zorg dat iedere titel (Inleiding, Gewervelde dieren, Ongewervelde dieren) op een volgende pagina start als
een nieuwe sectie.

4.3.4

Doorlopend

Kolommen

Met doorlopend voeg je een sectie-einde in dat start op dezelfde


pagina (als hiervoor de ruimte is uiteraard). Dergelijke sectie-eindes
worden onder andere automatisch ingevoegd wanneer je een deel van
een tekst in kolommen zet.

Kolommen

Om een stuk tekst in kolommen weer te geven selecteer je dat stuk tekst, vervolgens klik
je op de tabknop Pagina-indeling. Klik op de knop Kolommen en selecteer het gewenste
aantal kolommen.
De tekst wordt in kolommen weergegeven en er wordt een sectie-einde ingevoegd voor en
na de kolommen.
OPDRACHT
Zorg dat de tekst onder 1. Inleiding in 2 kolommen wordt weergegeven.

22

4.3.5

(On)even pagina

De volgende sectie start op de volgende (on)even pagina.

4.3.6

Afdrukstand staand / liggend

Door gebruik te maken van secties is het mogelijk om de afdrukstand te laten variren van
sectie tot sectie.
Een voorbeeld is een lesvoorbereidingsformulier.
Plaats de cursor binnen de sectie waarvan je de
afdrukstand wenst te wijzigen. Selecteer in de tab Paginaindeling de gewenste Afdrukstand.
OPDRACHT
Zorg ervoor dat de eerste pagina liggend wordt weergegeven.
Werk de inhoudsopgave in zn geheel bij.

4.3.7

Kop/voettekst variren per sectie.

Door gebruik te maken van sectie-eindes kan je de kop- en/of voettekst laten variren per
sectie.
Zo kan het bijvoorbeeld wenselijk zijn om op de startpagina een andere kop- of voettekst
in te voegen dan op de andere paginas. Vaak zie je ook dat kop- of voettekst varieert per
hoofdstuk (voornamelijk wanneer de titel van een hoofdstuk wordt weergegeven in de
kop- of voettekst).
Om een koptekst te laten variren tussen 2 secties ga je als volgt te werk:
*
*
*

typ een koptekst (Vb. Hoofdstuk 1) in het koptekstveld van de eerste sectie;
blader naar de tweede sectie en plaats de cursor in de koptekst (standaard is de
koptekst voor sectie 1 en sectie 2 dezelfde);
klik nu in de contextgevoelige werkblak (Hulpmiddellen voor koptekst en voettekst)
op het icoon Aan vorige koppelen om de link te verbreken (de knop zal wanneer de
koppeling verbroken is niet meer gearceerd worden weergegeven);
nu kan je de koptekst van de tweede sectie wijzigen zonder deze van de eerste sectie
te benvloeden.

Met hetzelfde pictogram kan je de koppeling naar de vorige sectie desgewenst ook
opnieuw herstellen.
OPDRACHT
Stel de kopteksten in zoals het voorbeeld.

23

5
Vergelijking

FORMULES

Om gebruik te maken van formules klik je Invoegen > Vergelijking.

Vervolgens kan je een formule intypen.

Hulpmiddelen

Uiteraard wens je bij formules gebruik te maken van speciale tekens. De contextgevoelige
werkbalk Hulpmiddelen voor vergelijkingen zal je hierbij helpen.

OPDRACHT
Creer een nieuw document creer enkele eenvoudige formules.

Você também pode gostar