Você está na página 1de 3

Bestuursrecht: vragen met betrekking tot de Awb

Wanneer is er sprake van een besluit?


Bepaal aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (awb) aan welke criteria een besluit
dient te voldoen:

Is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, zoals neergelegd in 1:3 lid 1 Awb?

Is er sprake van een beslissing? Aanwijzing: is de beslissing een gevolg van een
rationele overweging door het bestuursorgaan? Let op: het niet tijdig nemen van een
beslissing door een bestuursorgaan kan worden aangemerkt als een besluit;

Is het besluit genomen door een bestuursorgaan, inz. 1:1 Awb? Het bestuursorgaan is
tevens een rechtspersoon, ingesteld krachtens publiekrecht, op grond van art. 2:1 BW.
Maak een onderscheid tussen a-organen en b-organen;

Is er een publiekrechtelijke grondslag voor het besluit?

Is er sprake van een rechtshandeling? Een rechtshandeling beoogt het in het leven
roepen van een rechtsgevolg, ex. 3:3 BW (ter onderscheiding van de feitelijke
handeling en blote rechtsfeiten). Het verlenen van een vergunning is een
rechtshandeling. De beschikking is een concreet en individueel besluit, ex. 1:3 lid 2
Awb.

Een onbevoegd bestuursorgaan ontvangt per abuis een bezwaarschrift of aanvraag van
een burger. Hoe dient het bestuursorgaan te handelen?
Artikel 2:3 Awb verplicht een onbevoegd bestuursorgaan het geschrift zo spoedig mogelijkonverwijld- door te zenden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling aan de
afzender. Mocht doorzenden niet mogelijk zijn, dan dient het geschrift te worden
teruggezonden aan de afzender, zoals bepaald in 2:3 lid 2 Awb. De doorzendplicht is van
groot belang: immers, op het moment van de ontvangst van een aanvraag/ bezwaarschrift,
gaat de termijn in waarbinnen het bevoegde bestuursorgaan een beslissing dient te nemen.
Er zal door de burgemeester op termijn vergunning worden verleend aan een instantie
die mogelijk geluidsoverlast veroorzaakt voor omwonenden. Welke beginselen dienen in
deze situatie in acht te worden genomen?
Het beginsel van de zorgvuldige voorbereiding is n der algemene beginselen van behoorlijk
bestuur. Het zorgvuldigheidsbeginsel is gecodificeerd in 3:2 Awb; de nodige kennis, relevante
feiten en af te wegen belangen dienen door het bestuursorgaan te worden vergaard;
Het evenredigheidsbeginsel, ex. art. 3:4 lid 2 Awb, bepaalt dat de voor de belanghebbende/
burger nadelige gevolgen van het besluit, niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot het
algemeen te dienen belang van het besluit.
Wat als de in een vergunning opgenomen voorwaarden (bijv. tijden die zijn gesteld aan
het veroorzaken van `vergunde overlast) ruim worden overschreden?
Let op: de melding, dan wel het bezwaar van een belanghebbende is niet noodzakelijk in een
dergelijke kwestie. Het behoeft geen ingewikkelde uitleg dat een bestuursorgaan ambtshalve
kan en moet optreden. Een bestuursorgaan treedt op eigen initiatief op. Of er een

belanghebbende in de zin van 1:2 Awb in het spel is, is niet aan de orde. De opera-criteria
(waarover later meer) worden dan ook niet getoetst.

Om een en ander kort uiteen te zetten:

Handhavend optreden door een bestuursorgaan is geregeld middels de beginselplicht


tot handhaving. Zoek beginselplicht in de jurisprudentie; zie uitspraak ABRvS 30 juni
2004, JB 2004, 293. Enkele criteria worden nader toegelicht:

Het algemeen belang is gediend met handhaving. Het bestuursorgaan dient in beginsel
gebruik te maken van de bevoegdheden die haar toekomen met betrekking tot
handhaving;

Is er concreet zicht op legalisatie? Wordt er naar alle waarschijnlijkheid op korte


termijn een wet aangenomen die de situatie legaliseert? Zo nee, dan wordt de
handhaving voortgezet;

Wordt de overlast veroorzakende partij onevenredig in haar belangen getroffen door


handhavend optreden van het bestuursorgaan? Een bevestigend antwoord is niet erg
aannemelijk, als er reeds een vergunning is verschaft en/ of als de (potentieel) overlast
veroorzakende partij geen zwaarwegende belangen heeft;

Is er een uitzondering op grond waarvan de beginselplicht tot handhaving buiten


beschouwing kan worden gelaten? Zo nee, dan wordt er handhavend opgetreden.

Eerst nu rijst de vraag: als besloten wordt om niet handhavend op te treden, wie kan er dan als
belanghebbende bezwaar indienen?
Wanneer is een rechtspersoon of natuurlijke persoon belanghebbende?
Artikel 1:2 Awb geeft de definitie van de belanghebbende (een natuurlijke persoon, hetzij een
rechtspersoon). Een rechtspersoon kan ex. 1:2 lid 3 Awb als belanghebbende worden
aangemerkt, als zij middels statuut* en feitelijke werkzaamheden het algemeen of collectief
belang behartigt. Let op het volgende: een incidentele vergadering om de sloop van een
monument tegen te gaan, is onvoldoende om te kunnen spreken van feitelijke
werkzaamheden. Zo is ook een groep die bij gelegenheid zaken aanspant of stichtingen
opricht om de eigen ideologie uit te dragen, geen belanghebbende in de zin van 1:2 lid 3 Awb.
Om nader te bepalen of er sprake is van direct bij het besluit betrokken belangen, zijn er
criteria geformuleerd, te weten de OPERA-criteria:

Objectief. Het belang dient objectief bepaalbaar te zijn. Emotionele waarde is moeilijk
aan te merken als belang. Wl objectief is overlast die objectief wordt ervaren en in de
regel ook aan te tonen zal zijn (geluidsoverlast is vast te stellen met de decibelmeter);

Persoonlijk. De belanghebbende onderscheidt zich voldoende van anderen. Aan dit


criterium is zeker voldaan als het er een normadressaat betrokken is bij een besluit.

Voorts onderscheidt een belanghebbende zich als is voldaan aan het


nabijheidscriterium (afstand en zicht);

Eigen. Het eigen belang wordt beoordeeld. Zie 2:1 lid 1 Awb: een ieder kan zich bij de
behartiging van zijn belangen in het verkeer met bestuursorganen laten bijstaan of
door een gemachtigde laten vertegenwoordigen. Machtiging van een
vertegenwoordiger doet niets af aan het te beoordelen `eigen belang;

Rechtsreeks. Er dient causaal verband te zijn tussen het besluit en de getroffen


belangen;

Actueel. Het belang mag geen betrekking hebben op uitsluitend toekomstige factoren.
Als vast is komen te staan, dat binnen n maand een potentieel overlastgevende
onderneming zich zal vestigen in een woonwijk, dan is er weliswaar sprake van een
toekomstig, maar redelijk actueel belang. Immers, de zekerheidsfactor is hier
doorslaggevend.

* Voor rechtspersonen geldt, dat statuten de criteria voor het persoonlijk en eigen belang
vervangen.

Você também pode gostar