Você está na página 1de 15

Les 1

Waarom is er belasting?
- Financiering van uitgaven van de overheid
- Stimuleren / ontmoedigen gedrag
Soorten / manieren belasting:
- Directe belasting
o Belasting die er direct van af gaan
- Indirecte belasting
o Belasting die je niet in de gaten hebt
- Tijdvakbelasting
o Belasting over een bepaalde periode
o Binnen een bepaalde periode betalen
- Tijdstipbelasting
o 2%
o Op een bepaald moment belasting moeten betalen
Bijv. bij het kopen van een huis overdrachtsbelasting
Mag dat zo maar wel?
- Draagkracht
o Het percentage van belasting
- Minste pijn
o Per keer wordt er al ingehouden zodat je het niet achteraf
hoeft af te staan
- Profijtbeginsel
o Je hebt er profijt van
- Bevoorrechte verkrijging
o Belasting die je betaald wanneer je bijvoorbeeld geld wint.
Loonbelasting
= voorheffing op de inkomstenbelasting
Belangrijkste belastingplichtige voor de Loonbelasting WERKNEMER
(ART. 1 WET LB)
Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in
privaatrechtelijk of publiekrechtelijke dienstbetrekking staat
(ART. 2 WET LB)
Wat voor dienstbetrekking:
Privaatrechtelijke dienstbetrekking Art 7:610 BW (Niet in de
belastingbundel!!!)
Drie voorwaarden:
- Gezagsverhouding (ondergeschiktheid)
- Persoonlijk verrichten van arbeid
- Loon

Fictieve dienstbetrekking Art 3 en 4 Wet LB en Hoofdstuk 2


Uitvoeringsbesluit
Opdracht sheet 13.
1. Er is sprake van een privaatrechtelijk dienstverband, en er wordt
voldaan aan alle eisen. Dus er MOET belasting worden betaald
2. Er is geen sprake van een privaatrechtelijk dienstverband, omdat er
niet sprake is een gezagsverhouding.
3. Er is sprake van een fictieve dienstbetrekking.

Wie houdt Loonbelasting in:


Art. 6 Wet LB: Inhoudingsplichtigen bij dienstbetrekking
- Tegenwoordige dienstbetrekking
- Vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander
- Uitkeringen of verstrekkingen uit een dienstbetrekking tot
een ander
Art. 7 Wet LB: Inhoudingsplichtige bij fictieve
dienstbetrekking
Zie voor voorbeelden bladzijde 28 boek Belastingrecht
Waarover moet ik Loonbelasting betalen:
Art. 9 Wet LB:
Belastbaar loon = gezamenlijke bedrag aan
loon
Art. 10 Wet LB:
Loon al hetgeen uit (vroegere)
dienstbetrekking
wordt genoten!
Loonbegrip is ruim gedefinieerd, maar let op:
Causaal verband met de dienstbetrekking
= het geld dat je krijgt moet een verband hebben met het
bijvoorbeeld verrichte werk.
Werkgever moet zich van de beloning bewust zijn
Waarover moet ik Loonbelasting betalen:
Loon in geld, zoals;
- Maandloon
- Vakantiegeld
Loon in natura, zoals;
- Werkkleding (volgende week)
- Auto van de zaak (Art. 13bis LB)
Fictief loon;
- Gebruikelijk loon voor groot aandeelhouder (Art. 12a Wet LB) zelf
lezen in boek!
Vrijwel nooit loonbelasting (wl inkomstenbelasting);
- Fooien (Art. 12 Wet LB)
Samengevat:

Wie?
houdt de belasting van het loon in? De inhoudingsplichtige!
De Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting (dus
later gaat dat van de te betalen IB af). Zie voor de
inhoudingsplichtige Art. 6 t/m 8a Wet LB.
Waarover?
Loon (ruim begrip), zoals maandloon, vakantiegeld, lease-auto,
Alle voordelen, als er maar een causaal verband is met de
dienstbetrekking en de werkgever op de hoogte is van de
bevoordeling!
Waarom wordt niet alles met Loonbelasting belast:
Ruim loonbegrip in de Wet LB, maar niet alles wordt belast in de
loonbelasting!
Vind je het eerlijk om:
Een vergoeding van een shirtje te belasten als dat shirtje kapot gaat
omdat je op je werk ergens achter bent blijven hangen?
Kleding die ik alleen maar op mijn werk kan aandoen, omdat er veel
logos op staan gedrukt.
Een door de werkgever betaalde maaltijd van 10.
Art. 11 wet LB; tot het loon behoren niet lid 1 sub k
Art. 3.7 Uitvoeringsregeling LB
Art. 3.8 Uitvoeringsregeling LB

Loon in natura belasten via werkkostenregeling


Werkgever kiest:
- De extras laten belasten bij de werknemer
- Zelf de belasting op zich nemen
Hoofdregel
=
Waardering loon in natura = factuurkosten of
waarde economisch
verkeer : consumentenprijs
Soms:

forfaitaire waarderingsnorm Uitvoeringsregeling LB


o Waardering op nihil
(Art. 3.7 Uitvoeringsregeling LB)
o Waardering tegen waarde lager dan economisch verkeer
(Art. 3.8 Uitvoeringsregeling LB)

Les 2
Einde loonbelasting
Begin inkomstenbelasting
Pensioenen omkeerregel
Je betaald je belasting wanneer je je pensioen betaald.
Pensioenpremie is aftrekbaar.
Berekenen te betalen loonbelastinf schijventarief
Nieuw deze les
Inleiding inkomstenbelasting (boxenstelsel)
Winst uit onderneming (ondernemerschap)
Start bepalen belastbare winst uit onderneming
Tip: kijk altijd eerst in je opgave waar het over gaat! Gaat het
over de loonbelasting, dan pak je het tabje Loonheffingen erbij,
gaat het over een andere belasting, dan pak je een ander tabje!
Inkomstenbelasting; hoe zit het in elkaar?
Wat hoort erbij?
Box 1; voorheffing is loonbelasting
Inkomen uit werk en woning (Hoofdstuk 3 Wet IB).
Tarief: progressief. Schijventarief
(Art. 2.10 Wet IB)
Box 2; voorheffing is dividendbelasting
Inkomen uit aanmerkelijk belang (Hoofdstuk 4 Wet IB).
Aanmerkelijk belang: o.a. aandelenbezit van minstens 5% in
een BV/NV.
Tarief: 22% tot 250.000, 25% vanaf 250.000
(Art. 2.12 Wet IB)
Box 3; (eventuele) voorheffing is dividendbelasting

Inkomen uit sparen en beleggen (Hoofdstuk 5 Wet IB).


Er wordt geacht 4% rendement te zijn behaald (zelfs bij
verlies!) van het vermogen op 1 januari minus het
heffingsvrije vermogen. Tarief: 30% (Art. 2.13 Wet IB)
Onderneming
Voldoen aan de volgende eisen:
Duurzame organisatie (bedoeling)
Van (kapitaal en) arbeid
Deelname aan het economisch verkeer
Winstoogmerk
=
Gericht op het behalen van winst en op
termijn een
redelijke verwachting van winst.
Voorbeeld sheet 12:
o Duurzaam bedrijf
o Er is sprake van kapitaal en arbeid
o Ze doen mee aan het economisch verkeer
o Ze zijn uit op winst
Ze zijn een onderneming
In inkomstenbelasting is de winst belast van (denk terug aan de P2):
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma (Vof)
Vof is geen rechtspersoon
Vennoten zijn ondernemers
Commanditaire vennootschap
Eenmanszaak of Vof PLUS n of meer geldschieters
In VPB belast is de winst van NV of BV.
Ondernemer (Art. 3.4 Wet IB)
Voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven
Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen Aansprakelijk met
privvermogen
Commanditaire (of stille) vennoten
in principe geen ondernemer (want niet verbonden voor
verbintenissen)!
o Ontvangen een deel van de winst
o Niet aansprakelijk met privvermogen (tenzij zij beheersdaden
verrichten)
o Winst in box 3
Waarom wil je ondernemer zijn?
Voordeel:
o Aftrek van kosten

o Ondernemersaftrek (Art. 3.74 wet LB)


Nadeel:
o Hoofdelijk aansprakelijk
Winstbepaling
Art. 3.8 Wet IB Totaalwinst
o Zr ruim begrip
o Voordelen kunnen ook negatief zijn
Art. 3.25 Wet IB
Jaarwinst
o Goed koopmansgebruik
o Bestendige gedragslijn
o Balanscontinuteit
Goed Koopmans Gebruik
Drie beginselen (GKG staat genoemd in Art. 3.25 Wet IB)
o Realiteitsbeginsel (matchingprincipe)
o Voorzichtigheidsbeginsel
o Eenvoudbeginsel
Wat mag/moet er op de balans?
Winst afhankelijk van begin- en eindvermogen balans, dus
onderscheid tussen
privvermogen en ondernemingsvermogen is belangrijk.
Drie categorien voor vermogen (=vermogensetikettering):
Verplicht privvermogen
Vermogen dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (= 90% of
meer) wordt voor priv.
Verplicht ondernemingsvermogen
Vermogen dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (= 90% of
meer) wordt gebruikt binnen de onderneming.
Anders Keuzevermogen
Vermogen dat zowel binnen de onderneming als priv gebruikt
wordt.
Bij >10%, altijd zelf kiezen? NEE, niet bij een pand!
Mag niet als: Pand technisch splitsbaar is
Zo te splitsen dat de waarde voor het ondernemingsdeel en privdeel te bepalen
zijn (dan kan je niet kiezen maar moet het ondernemingsdeel aan de
onderneming worden toegekend).
Niet technisch splitsbaar dan keuze tussen:
o Administratieve splitsing naar overeenkomstig gebruik
o Hele pand is bedrijfsvermogen
o Hele pand is priv vermogen

Hoe waardeer ik op de balans?


1. Bedrijfsmiddelen
(Art. 3.30 Wet IB)
Standaardregel tegen boekwaarde
Bij lagere bedrijfswaarde mag het tegen lagere bedrijfswaarde
(verlies nemen)
2. Vorderingen
3. Voorraden
Standaardregel tegen koopprijs (systeem is vrij, FIFO LIFO
YVS)
Bij incourante voorraden waarderen op lagere marktwaarde
(verlies nemen)
4. Onderhanden werk
Gedeelte waar toe te kennen is aan het gedeelte van het werk
dat al gedaan is
VB. aantal uren dat al gemaakt is, deel dat al af is van het
eind
(Art. 3.29b Wet IB)
5. Schulden
6. Voorzieningen
Winst bepaling voor de casus
Vermogensvergelijking
Vermogen op 31 december
Vermogen op 1 januari
-/Priv-opnamen (onttrekkingen)
Priv-stortingen (stortingen) -/Les 3

+/+

Herhalen vorige week:


Boxen Inkomen Box 1, Box 2, Box 3
Kenmerken onderneming: Vaak discussie
Eisen ondernemer (Art. 3.4 Wet IB)
Start vermogensvergelijking
Nieuwe stof:
Beperkt en niet aftrekbare kosten
Vrijstellingen
Box 1 = direct inkomen
Art. 3.1 Wet IB o.a. inkomen uit loon, onderneming, resultaat uit
overige werkzaamheden, eigen woning,
Box 2 = aandelen bezit meer dan 5%
Art. 4.1 Wet IB de voordelen uit aanmerkelijk belang, dus 5% of
meer aandelenbezit
Box 3 = vermogen waar niet veel mee wordt gedaan
Art. 5.1 Wet IB men gaat uit van een fictief rendement over het
vermogen -/- heffingsvrije vermogen
En dan?

Na berekenen inkomen in de boxen, tarieven toepassen (Art. 2.10,


2.12 en 2.13 Wet IB). Wat voor soort tarieven zijn dat?
Niet vergeten Heffingskortingen eraf (bij een IB vraag altijd IB
artikelen noemen!!!!!)
Niet vergeten: voorheffing in mindering brengen (is al van tevoren
betaald/afgedragen)
Let op:
Bij een negatief bedrag heb je dus TE VEEL betaald (zoals jullie als
jullie minder dan ongeveer 6.500 verdienen)
Bij een positief bedrag heb je TE WEINIG betaald en moet er
bijbetaald worden (zoals bij werk wat ik heb wat geen
dienstbetrekking is, nooit voorheffing dus nu pas belasting over
berekend!!)
Onderneming:
Winst uit onderneming (Art. 3.2 Wet IB dus Box 1 inkomen)
1. Kijken of sprake is van een onderneming NIET IN DE WET!
- Duurzaam
- Arbeid & kapitaal
- Deelname economisch verkeer
- Winstoogmerk
2. Kijken of er sprake is van een ondernemer Art. 3.4 Wet IB
- Onderneming wordt gedreven voor rekening van
- Priv aansprakelijk
Vermogensvergelijking
Vermogen op 31 december
-/- vermogen op 1 januari
+/+ priv-opnamen (onttrekkingen)
-/- priv-stortingen (stortingen)
-

Onttrekkingen zijn onterecht van de winst af gegaan dus dat


moet gecorrigeerd (anders heel makkelijk 0 euro winst!!)
Stortingen zijn onterecht toegevoegd aan de winst dus
corrigeren!
Hoe?
o Balanscontinuteit
o Bestendige gedragslijn
o Goed koopmans gebruik (Art. 3.25 Wet IB)

Vrijstellingen
Sommige resultaten buiten de belasting (vaak andere motieven). De
belangrijkste vrijstellingen zijn
Bosbouwvrijstelling (Art. 3.11 Wet IB)
Landbouwvrijstelling (Art. 3.12 Wet IB)
Kwijtscheldingsvrijstelling (Art. 3.13 lid 1 sub a Wet IB)
MKB/winstvrijstelling (Art. 3.79a Wet IB)

Basis vermogensvergelijking:
Eindbalans beginbalans
Balansposten volgens regels zojuist besproken!
Stortingen
+
Onttrekkingen
+
Beperkt en niet aftrekbare kosten
Vrijstellingen
Ondernemersfaciliteiten
=
Belastbare winst uit onderneming voor Box 1
Urencriterium (de eisen waaraan je moet voldoen om jezelf een
onderneming te mogen noemen)
Artikel 3.6 Wet IB
o Minimaal 1.225 uur werken in onderneming!
o Ondersteunende taken: Telt niet mee als je bijvoorbeeld
partners bent!
o Uitzondering als je starter bent ten aanzien van voorwaarde
tijdsbesteding 50%.
LEES ZELF IN HET BOEK!
Les 4
Loonbelasting:
Belasting op loon van mensen met een dienstbetrekking
Voorheffing op de inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting:
Belasting op het inkomen (3 boxen) van natuurlijke personen.
Hieronder valt ook de winst uit onderneming van
personenvennootschappen (eenmanszaak, v.o.f., commanditaire
vennootschap)
Nu Vennootschapsbelasting:
Belasting op de winst van vennootschappen zoals een BV of NV.
Let op: Uitgekeerde dividend valt bij de aandeelhouder in Box 2 of
3!!!
VENNOOTSCHAPSBELASTING
Wie is er belastingplichtig?
NV
BV
Art. 2 lid 1 Wet VPB: Lichamen die genoemd worden en in Nederland
gevestigd:
- De belangrijkste lichamen zijn de rechtspersonen: Besloten
Vennootschap en Naamloze Vennootschap
Art. 3 Wet VPB: Buitenlands belastingplichtigen die Nederlands inkomen
hebben en zijn
genoemd in art. 3 Wet VPB

Ook hier: voor jullie belangrijkste lichamen zijn de


rechtspersonen!

Waarover moet dan VPB betaald worden?


Veelal zijn dezelfde regels als voor een IB-onderneming van belang
Schakelbepaling Art. 8 lid 1 Wet VPB
o Totaalwinst wordt belast
o Sommige activiteiten vrijgesteld
o Sommige kosten niet of beperkt aftrekbaar
o Regels van Goed Koopmans Gebruik gebruiken
o Bepaalde ondernemingsfaciliteiten (bijv. investeringsaftrek of
willekeurige afschrijvingen)
Zoals:
o Wat is vrijgesteld?
o Wat is aftrekbaar?
o Welke ondernemingsfaciliteiten dan?
Welke tarieven?
Ook een progressief schijventarief Art. 22 Wet VPB
Eerste
200.000
20%
Meer dan 200.000
25%
Vragen hierbij:
o Waarom omlaag?
Door het buitenland. Nederland mag niet te hoge belastingen
heffen.
o Nog wat gedaan voor de IB-ondernemer om het goedkoper te
maken?
MKB-winstvrijstelling.
o Uitkering van dividend nog ergens belast?
o
Hoe werkt het voor de Directeur Groot Aandeelhouder (DGA) [oprichter
van de BV]

Betalen vennootschapsbelasting over winst in


BV
Overgebleven winst uitkeren naar priv in
vorm van dividend
Betalen inkomstenbelasting over dividend (Box
2!)

Netto winst na belasting

VERMOGENSVERGELIJKING VPB
Eindvermogen volgens balans (EV)
-/- Beginvermogen volgens balans (EV)
+ Onttrekkingen
+ Kapitaalterugbetalingen
(kapitaal dat je terug betaald aan je
priv vermogen)
-/- Kapitaalstortingen (kapitaal dat je aan je BV geeft uit je priv
vermogen)
VERMOGENSMUTATIE
-/- Objectieve vrijstellingen (landbouw enz.)
+ Niet of beperkt aftrekbare kosten
+ Giften
-/- Investeringsaftrek
+ / -/- Fiscale reserves
-/- Correctie deelnemingsvrijstelling
FISCALE WINST
-/- Aftrekbaar deel van de giften
BELASTBARE WINST
-/- Te verrekenen verliezen
BELASTBAAR BEDRAG
Onttrekkingen
Winstuitdelingen / (verkapte) dividenduitkeringen
Art. 10 lid 1 letter a, b en c Wet VPB

Ingehouden bronbelastingen
Art. 10 lid 1 letter f Wet VPB

Kapitaalstortingen
Drie vormen van kapitaalstortingen:
- Nominaal gestort kapitaal
- Agio(reserve)
- Informeel kapitaal (fiscaal begrip)
Informele kapiteelstorting / verkapt dividend
Bij een willekeurige derde had de vennootschap/aandeelhouder nooit
op deze
manier gehandeld
o Verkapt dividend
De vennootschap verstrekt een voordeel aan de DGA /
aandeelhouder.
o Informele kapitaalstorting
De DGA / aandeelhouder verstrekt een voordeel aan de
vennootschap.
Aftrekbare kosten
Onder andere:
o Winstuitdelingen (tantime)
Art. 9 lid 1 letter a Wet VPB
o Oprichtingskosten vennootschap
Art. 9 lid 1 letter d Wet VPB
o Kosten van wijziging van kapitaal (emissie- en
notariskosten)
Art. 9 lid 1 letter d Wet VPB
Let hierbij op de tegenprestatie!
Niet- of beperkt aftrekbare kosten
Niet-aftrekbaar, onder andere:
o Rentevergoedingen op bepaalde leningen (principe
kennen!)
Art. 10 lid 1 letter d Wet VPB
o Fictief loon, tenzij redelijk tarief
Art. 10 lid 1 letter g Wet VPB
Beperkt aftrekbaar, onder andere:
o Giften
Art. 16 Wet VPB
(aftrek ten hoogste 50% van de winst met een maximum
van 100.000)
o Commissarisbeloning voor een commissaris met
aanmerkelijk belang
Art. 11 lid 1 Wet VPB
Verliesverrekening
Art. 20 Wet VPB
Negatieve winst = verlies

Carry Back:
Verrekening met belastbare winst van voorafgaand
jaar
- Carry Forward:
Verrekening met belastbare winst van 9
opvolgende jaren
Oudste verlies wordt eerst verrekend !

Vrijstellingen
Sommige resultaten buiten de belasting (vaak andere motieven).
De belangrijkste vrijstellingen zijn:
Bosbouwvrijstelling (Art 3.11 Wet IB)
Landbouwvrijstelling (Art. 3.12 Wet IB)
Kwijtscheldingsvrijstelling (Art. 3.13 lid 1 sub a Wet IB)
2. investeringsaftrek
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (Art. 3.41 Wet IB)
Energie-investeringsaftrek (Art. 3.42 Wet IB)
Milieu-investeringsaftrek (Art. 3.42a Wet IB)
Bijvoorbeeld Artikel 3.41 Wet IB
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek GEEN URENCRITERIUM!
3. Fiscale reserves

Você também pode gostar