Você está na página 1de 5

Staatsrecht.

Werkgroep 21.
=--Beperking van grondwettelijke grondrechten.
Algemene en bijzondere beperkingen.
Overheidshandelingen worden onderscheiden in 2 soorten
handelingen.
1. Bijzondere beperkingen handelingen die specifiek beogen
om de uitoefening van een bepaald grondrechte te beperken.
2. Algemene beperkingen. Handelingen die een onbedoeld
effect hebben op de uitoefening van een grondrecht als
gevolg van de behartiging van andere belangen zoals
verkeersveiligheid. Deze handelingen hebben dus een heel
ander motief dan het beperken van grondrechten.
Grondwet herziening van 1983: beide beperkingen moeten
herleidbaar zijn tot een grondwettelijke beperkingsclausule. Hier
kun je aan ontkomen door grondrechten restrictief uit te leggen en
te bepalen dat bepaalde belemmeringen niet met dat grondrecht
van doen hebben.
AANTEKENINGEN.
Onder welke omstandigheden kan gedrag dat onder de reikwijdte
van een grondrecht valt reguleren?
1. terminologie.
a. Het verschil tussen een beperking en een inbreuk.
Een beperking is iets neutraals en dat zegt dat gedrag wordt
gereguleerd dat onder reikwijdte van een grondrecht valt. Er
wordt niet gezegd wat rechtmatig of niet is alleen maar dat
het beperkt wordt. Een inbreuk is iets negatiefs, het is een
onrechtmatige beperking. Een voorbeeld: er geldt een
absoluut verbod op de doodslag en dan is er een wettelijk
voorschrift dat onder omstandigheden toch de doodslag moet
worden opgelegd dat is een inbreuk op het recht om vrij te
blijven van de doodstraf.
b. De algemene versus de bijzondere beperkingen.
Een bijzondere beperking is een beperking die beoogd is. Het
beoogd een grondrechtelijke beschermd gedrag te reguleren.
Een algemene beperking is een beperking van een grondrecht
die niet beoogd is. Voorbeeld: bijzondere beperking is een
strafbepaling van beledigingsdelicten, de wetgever bedoelde
de vrijheid van meningsuiting te beperken. Algemene
beperking artikel 42 van het reglement verkeersvoorschriften
je mag niet lopen op snelweg, doel is veiligheid, beperking op
demonstratie vrijheid. Een onbedoeld neveneffect van dat
artikel is dat de betogingsvrijheid wordt beperkt.
2. De grondwettelijke beperkingssystematiek.

a. De Hoofdregel.
Wil je een gedraging reguleren die onder de reikwijdte van
een grondwettelijke grondrecht valt dan zegt de grondwet dat
iedere beperking, algemeen of bijzonder, herleidbaar moet
zijn tot een grondwettelijke beperkingsclausule. Dus ook de
algemene onbedoelde beperking moet herleidbaar zijn tot een
grondwettelijke beperkingsclausule. Sommige grondrechten
hebben geen beperkingsclausule. Dit zijn absoluut geldende
grondrechten, 114 grondwet: verbod op doodstraf, 1 verbod
op discriminatie. 5 petitierecht, 3 elke Nederlander is gelijk. 16
legaliteitsbeginsel. 18 lid 1 recht op rechtsbijstand. Dit zijn alle
absoluut geldende grondrechten het zijn er dus niet zo heel
veel. In een samenleving als de onze een drukbevolkt land, is
het onvermijdelijk om sociale rust te bewaren, dat niet alle
grondrechten absoluut zijn. Als grondrechten niet worden
beperkt dan zou de samenleving niet goed te handhaven zijn.
b. De beperkingsclausules.
1. ten eerste kennen wij competentievoorschriften. Daarin
staat wie bevoegd is een beperking te stellen aan een
grondrecht. Daar zijn verschillende varianten van.
a. Soms is dat uitsluitende de wet in formele zin.
Bijvoorbeeld artikel 7 grondwet.
b. Soms kan de formele wetgever het grondrecht beperken
maar met de mogelijkheid tot delegatie. De
beperkingsbevoegdheid wordt dan doorgegeven aan
een ander. Er staat dan bij of krachten, regelen, of
regels. Dat betekent dat de wetgever het zelf kan
regelen maar de beperkingsbevoegdheid ook kan
doorgeven aan een ander ambt. De wet die de
bevoegdheid overdraagt aan een ander, de delegerende
wet, moet specifiek zijn. Dat houdt in dat uit de wet of
uit de toelichting daarop, moet blijken dat een
grondrecht beperkt kan worden en om welk grondrecht
het gaat. Is dat niet zo dan mag dat ambt waaraan de
bevoegdheid is gedelegeerd geen grondrechten
beperken. Klassiek voorbeeld is de WOM wet openbare
manifestaties. In artikel 2 wordt aangegeven om welke
grondrechten het gaat en dat die grondrechten beperkt
kunnen worden :Clausulering van gebruik beperkende
bevoegdheden
De bij of krachtens de bepalingen uit deze paragraaf
aan overheidsorganen gegeven bevoegdheden tot
beperking van het recht tot het belijden van godsdienst
of levensovertuiging en het recht tot vergadering en
betoging, kunnen slechts worden aangewend ter
bescherming van de gezondheid, in het belang van het
verkeer en ter bestrijding of voorkoming van
wanordelijkheden.

In de jurisprudentie is het bevestigd dat de wet specifiek


moet zijn. drugspand venlo.
Er werd een besluit genomen om een huis te sluiten.
Omdat er in dat huis drugs werden vervaardigd, en dat
daardoor overlast ontstaat. die verklaring berustte op de
bepaling 35b van de APV van Venlo en die bepaling
berusten op artikel 149 gemeentewet( algemene
verordenende bevoegdheid). Eigenaar pand zegt mijn
recht op privacy wordt beperkt door die verklaring
artikel 10 grondwet, daarin staat bij of krachtens.
Crvb zegt artikel 149 gemeentewet is niet specifiek
genoeg om grondrechten te beperken. Want de bepaling
zegt niet uitdrukkelijk dat een grondrecht mag worden
beperkt en om welk grondrecht het gaat. Komt er een
casus met een beperking van een grondrechte op basis
van de Nederlandse gemeentewet dan kan dat niet.
Want niet specifiek genoeg. Je moet nog goed
onthouden het verschil tussen delegatie en uitvoering.
(jamin en bromfietshelm) de beperkingssytematiek ziet
niet op de overdracht van uitvoeringsbevoegdheid, dat
was het overdragen van een gebonden bevoegdheid,
het ambt dat de bevoegdheid krijgt niets meer te kiezen
heeft.
2. dan zijn er nog doelclausuleringen.
6 lid 2, 9 lid 2, 7 lid 3,8.
Artikel 8 zegt dat het recht tot vereniging wordt erkend en
bij de wet kan worden beperkt in het belang van de
openbare orde, dus niet in een ander belang. Je kunt de
beperkingsbevoegdheid alleen uitoefenen als het het
openbaar belang dient.
3. Dan zijn er nog de procedure voorschriften.
Artikel 12 lid 2. Het binnentreden van een woning in
beginsel niet toegestaan, als politie wil binnentreden, moet
hij legitimeren en zeggen waarvoor hij komt. Ander
voorbeeld is echt briefgeheim van 13 lid 1 kan worden
beperkt, overheid kan u post lezen, maar slechts in de
gevallen bij de wet bepaald en op last van de rechter. Dus
steeds moet de rechter daarvoor toestemming geven.
3. De praktijk van beperkingen.
Er was een hele strenge leer. Algemene beperkingen moesten
herleidbaar zijn op grondwettelijke beperkingsclausule.
Daarom vaak versoepeld.
2 ontwikkelingen.
1. Aanvaarding van de algemene beperkingen.
Het aanvaarden van grondrechtenbeperkingen die niet zijn
beoogd en ook niet zijn te herleiden tot een grondwettelijke
beperkingsclausule zoals de hoofdregel vereist.

Evangeliegemeente De Deur.
Was geen beperking van de godsdienstvrijheid want door de
woningsluiting mochten ze alleen niet in de woning hun geloof
uitoefenen maar ergens anders mocht dat wel gewoon dus de APV
bepekte niet volledig. Dat kun je ook bij vraag 3 toepassen en dat
deed de afdeling ook. In strijd met welstandsnota, berust op
woningwet die staat niet in de beperkingsclausule van 6 lid 2
grondwet. Toch mag gemeente handhavend optreden omdat de ma
niet volledig beperkt wordt in het uitten van zijn mening, hij kan ook
kleinere letters op zijn dakpannen plaatsen. Je kunt via Hr
gewetensbezwaren, dit valt niet onder vrijheid van meningsuiting
dingen op daken zetten en dan mag gemeente alles reguleren. Dan
heb je nog de oplossing dat de welstandnota niet binnen de
doelcriteria zijn en ook niet binnen de competentievoorschriften van
bijvoorbeeld artikel 7. Dan kun je nog zeggen regulering is
toegestaan want het is geen volledige beperking.
2. Erkenning ongeschreven beperkingsgrond. Het voorbeeld
daarvan is het arrest ambtenaar- rij- instructeur.
Het ging daarbij om een politie agent die part time rij
instructeur wilde worden. Hij mocht van zijn baas dat niet
doen hij had daar een vergunning voor nodig en die baas
geeft die vergunning niet omdat hij bang was voor
belangenverstrengeling. Als je iemand les hebt gegeven en
geholpen hebt naar het rijbewijs en later moet je die
persoon eigenlijk een boete geven maar je wil die dan geen
boete geven. De politie agent doet echter na de weigering
van de vergunning een beroep op een grondrecht namelijk
vrijheid van onderwijs. Het recht om onderwijs te geven.
Geen op de grondwet te herleiden grondwetsclausule voor
de beperking van dit recht op onderwijs, dit klopt maar
toch vindt de raad dat je beperkingen moet stellen op het
recht van onderwijs. Maar toch een zelfstandige
beperkingsnorm. Daarvoor noemt de centrale raad het
criterium dat het geven van onderwijs niet is toegestaan
als dit in volstrekt ontoelaatbare mate de vervulling van de
openbare dienst aantast. Dictum luidt vergunning is ten
onrechte niet verleend.
Ambtenaren die beperkt worden in een grondrecht
waarvoor geen regeling in de wet is opgenomen geldt dat
de uitoefening van de dienst in volstrekt ontoelaatbare
mate wordt beperkt dan wordt dat niet toegestaan.
3. Noodbevoegdheden.
Ook hierbij iets makkelijke beperking mogelijk.
Vraag 5: eigenlijk is artikel 11 van toepassing bij fouillering.
Als ze in de tas wilde kijken zou artikel 10 van toepassing
zijn. Mag de burgemeester op basis van die
noodverordening dat grondrecht beperken.

4. personen die in een bijzondere relatie tot de


overheid staan.
1. Gedetineerde
De grondrechten kunnen makkelijke worden beperkt dan
de grondrechten van gewone burgers, dat volgt uit 15
lid 4 Gw. Dat artikel zegt hij aan wie rechtmatig zijn
vrijheid is ontnomen kan worden beperkt in de
uitoefening van grondrechten voor zover de uitoefening
van die grondrechten zich niet met de
vrijheidsbeneming kan vinden
Geen competentieclausule. Verder een
belangenafweging tussen de grondrechten. Kiesrecht
kan wel in een gevangenis, maar vrijheid van betoging
niet. De schans arrest is interessant door positieve
verplichtingen die uit sociale grondrechten kunnen
voortvloeien. Ontzeggen van een zaaltje om te
vergaderen wat gedetineerde willen is een beperking
van de vergadervrijheid. De overheid moet de
omstandigheden mogelijk maken om te kunnen
vergaderen. Of je dit moet nakomen hangt af van de
omstandigheden in de gevangenis.
2. ambtenaren.
125a van de ambtenaren wet. Onthouden van uitingen
die kunnen zorgen voor moeilijkheden met de
uitoefeningen van hun ambt.???
de ambtenaren wet heeft allemala bepalignen over dingen
die ambtenaren niet mag. Dat zijn beperkingen van
grondrechten maar is toegstaan door de bijzondere relatei
van de ambtenar met de overheid.

Você também pode gostar