Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
Hoorcollege 2.
Handhaving II
Last onder dwangsom, gedogen en beginselplicht tot handhaving.
Een BO dat een last onder bestuursdwang kan opleggen, kan ook
kiezen voor een last onder dwangsom. Het zijn bestuurlijke sancties
en herstelsancties. Bij een last onder bestuursdwang kan de
overheid (BO) tot handhaving overgaan, die kan de overtreding
ongedaan maken( herstellen, herstel sanctie), zorgen dat de
feitelijke situatie weer overeenkomstig de rechtsregels is, en bij
bestuursdwang doet het Bo dat zelf. De overtreder krijgt een
termijn, bijvoorbeeld je fiets is illegaal geparkeerd en je fiets wordt
door de overheid weggehaald. De overtreding wordt ongedaan
gemaakt door het BO zelf, typisch bestuursdwang. Dwang door het
bestuur, de overheid treedt zelf op, de kosten worden verhaald op
de overtreder.
De last onder bestuursdwang.
Oudste bestuurlijke herstelsanctie.
Kenmerken.
- Feitelijk ongedaan maken overtreding en (zonodig) herstel
van de rechtmatige toestand
- O.m. stilleggen, beletten, sluiten, ongedaan maken,
herstellen.
- Aan zie op te leggen/op wie kostenverhaal?
Bevoegdheidsgrondslag vereist (artikel 5:4 awb lid 1. ) waar te
vinden?
Last onder dwangsom.
Algemene karakteristieken.
- Herstelsanctie (zie 5:31d AWB)
Een andere vorm van een bestuurlijke sanctie zijnde een
herstelsanctie. Het herstel ziet steeds op het feitelijk in
overeenstemming brengen met het recht. Je moet altijd
beginnen om te kijken of er wel sprake is van een
overtreding want anders is er niets te herstellen en kom je
niet toe aan de last onder bestuursdwang en ook niet aan
de last onder dwangsom. Je hebt ook bestraffende sancties,
een voorbeeld daarvan is de bestuurlijke boete. Het
typische verschil tussen een herstelsanctie en een
bestraffende sanctie is dat een bestraffende sanctie ook
leed wil toevoegen aan de overtreding. Bij die bestraffende
sanctie heb je aan de kant van de overtreder iets nodig dat
je bij de herstelsanctie niet nodig hebt. Als je leed wil
toevoegen kun je dat alleen maken als er aan de kant van
de overtreder schuld of opzet in het spel is. Verwijtbaarheid
is en voorwaarde om een bestuurlijke boete op te leggen.
Wie is de overtreder?
- zie art 5:1 AWB: pleger en medepleger.
- Hij die het feitelijk en juridisch in zijn macht heeft de
overtreding te beindigen.
Wie heeft het laatste woord bij het vaststellen van de hoogte,
bestuur of rechter? De bestuursrechter.
- Uitgangspunt is enigszins afstandelijke toetsing.
- Ook recente rechtspraak wijst daar op, echter wisselend
(tijdigheids-en finaliteitsstreven)
Implicaties evenredigheidsnorm (zie art. 3:4 lid 2 Awb en
art.5:32b lid 3 Awb).
De rechter toetst marginaal. Met andere woorden als je een
last onder dwangsom wil aanvechten kun je je beter richten
op andere dingen dan de hoogte van de dwangsom. Je moet
aanvechten dat er geen overtreding is of dat je geen
overtreding bent. De hoogte van de dwangsom is een tamelijk
ongrijpbaar iets, de wet en jurisprudentie geeft wel wat
handvatten, mag niet bestraffend zijn maar daartussen is het
een behoorlijk flexibel gebeuren.
Enige rechtspraak.
ABRvS 19 september 1996, AB 1997, 91 (Chalet Caris)
- Herstelsanctie, dus een meer marginale toetsing van
de hoogte van de dwangsom is aangewezen
- Relateren aan voordeel is aanvaardbaar
Gedogen en Handhaving.
Wat is gedogen, is het aanvaardbaar?
Gedogen is niet handhaven. Gedogen doen we in Nl heel veel.
Er zijn veel situaties waarbij het duidelijk een overtreding is
maar er geen bestuurlijke sanctie wordt opgelegd. Gedogen is
typisch bestuursrechtelijk. Als het OM bepaalde zaken niet
vervolgd is dat niet gedogen. Bestuursrechtelijke handhaving
en srtafrechtelijke handhaving kan tegelijkertijd. Als de
bestuursorgaan dan gedoogd, sluit dat niet uit dat
strafrechtelijk je wel wordt aangepakt. De overtreding van een
vergunningsvoorschrift of van een bestemmingsplan is ook
strafrechtelijk een overtreding op basis van de wet
economische delicten. Dat gedogen kan niet altijd daar is een
hoop rechtspraak over.