Ontwerpend leren en de mogelijkheden van ICT

Inleiding
Bij ontwerpend leren met ICT gaan we uit van het model zoals je dat
ziet op de voorpagina. Het is een combinatie van het model van
ontwerpend leren, zoals je dat van W&T kent, compuational thinking en
creativiteit.
Als je leerlingen een ontwerpprobleem geeft helpt het om uit te gaan
van een bepaald thema. Themas zijn rijk van inhoud en bieden
genoeg aanknopingspunten om ontwerpproblemen bij te formuleren.
Het is de kunst van de leerkracht om een goed ontwerpprobleem te
formuleren. Een goed ontwerprobleem is uitdagend en haalbaar in de
tijd. Het zorgt er ook voor dat kinderen kennis en vaardigheden opdoen
over een bepaald onderwerp. Dat kan kennis zijn over een bepaald
onderwerp of technische kennis. Dat zelfde geldt voor de
vaardigheden. Als je het ontwerpprobleem hebt geformuleerd voor
kinderen moeten kinderen ideen verzamelen om het
ontwerpprobleem op te lossen. Creatief denken zorgt er voor dat niet
direct de eerste de beste oplossing wordt gekozen maar dat een
probleem van alle kanten is bekeken. Om er voor te zorgen dat je je
ideen ook daadwerkelijk kunt uitvoeren is het nodig om je te
verdiepen in de materialen waarmee je wilt gaan werken. Hoe werkt
het gereedschap dat je wilt gebruiken eigenlijk? Je vergroot je
vaardigheden op dit gebied door gestructureerdere opdrachten uit te
voeren.
Ontwerpproblemen kun je opknippen in kleinere delen. Uit welke
onderdelen bestaat het probleem eigenlijk? Weten we al hoe we al die
verschillende onderdelen moeten oplossen? Of zijn er nog
onderdelen waarvan we niet weten hoe die werken. Als je het opknipt
in kleinere stukjes dan weet je waar je aan moet denken bij het
oplossen van je probleem. Belangrijk daarbij is om tot de kern te
komen van wat je precies moet doen. Wat hebben we echt nodig?
En wat is leuk voor erbij? Als je dat duidelijk hebt kun je gaan bouwen.
Daarbij doorloop je verschillende stappen. Eerst moet dit gemaakt
worden, daarna dat enzovoort. Heb je het gebouwd dan test je het en
kun je het evalueren. Hoe werkt het? Kan het nog anders, efficinter,
creatiever? Tot slot kun je wat je geleerd hebben generaliseren: wat
hebben we er van geleerd? En hoe kunnen we dit meenemen naar
een volgend probleem?

Opdracht 1 BeeBot (onderbouw)

Thema: Sinterklaas
Ontwerprobleem: Help Sinterklaas de pakjes te bezorgen op 5
december

Ideen verzamelen
Op welke manieren kan Sinterklaas allemaal rijden om de pakjes te
verzamelen?
Teken hieronder de routes in die gereden zou kunnen worden:

Hoe werkt het eigenlijk?

Je moet de wagen van Sinterklaas programmeren.

Eerst maak je het programma

De pijl naar voren is 1 blokje naar voren
De pijl naar achteren is 1 blokje naar achteren
De pijl naar rechts is draaien naar rechts (gaat ie niet vooruit)
De pijl naar links is draaien naar links (gaat ie niet vooruit)
Is je programma klaar klik dan op GO
Wil je het programma opnieuw maken klik dan op het kruisje
Wil je de auto 1 seconde laten wachten klik dan op het
pauzeknopje.

Onderdelen van het probleem

Je gaat eerst proberen om Sinterklaas naar zijn eerste schoen te
brengen om daar de pakjes te bezorgen. Je legt hiervoor de code neer
met de kaartjes die bij deze opdracht horen.

Wat moet je precies doen?

Leg de instructiekaarten achter elkaar neer zodat Sinterklaas

met zijn auto alle schoenen kan bezoeken.

Hieronder zie je hoe je de kaarten achter elkaar zou moeten leggen.

LET OP: dit is niet de goede code!

Bouwen
Voer de code in zoals die op de instructiekaarten staat.
Klik op Go en kijk hoe de auto van Sinterklaas rijdt.
Hoe werkt het?

Heeft Sinterklaas alle cadeaus kunnen bezorgen? Of ging het

ergens mis?
Herschrijf de code als het ergens mis is gegaan.

Het volgende probleem

Bedenk nu zelf een route die Sinterklaas zou kunnen afleggen. Leg de
blokken zo neer dat je de instructiekaarten op een andere manier
achter elkaar neer moet leggen.
EXTRA
Nu is niet alleen Sinterklaas op weg om de cadeautjes te bezorgen
maar is er ook een hulpsinterklaas onderweg. Kun je de twee autos zo
programmeren dat ze niet met elkaar zullen botsen onderweg? De
autos beginnen elk aan een andere kant van je stratenplan.