Você está na página 1de 14

Universitair Medisch Centrum Groningen

Neurologie / Neurochirurgie

Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen

De stereotactische operatie
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

Inleiding

In verband met uw klachten heeft u met uw arts gesproken over een


hersenoperatie. Patiënten ervaren een hersenoperatie vaak als een
ingrijpende operatie. U wordt door de betrokken medewerkers
vanzelfsprekend zorgvuldig en uitvoerig geïnformeerd over de operatie.
Als naslagwerk op de mondelinge informatie ontvangt u deze
brochure. Zowel de vooronderzoeken, de hersenoperatie als de nazorg
komen in deze brochure aan de orde. U kunt de informatie hierover nog
eens rustig nalezen. Als u naar aanleiding van de informatie vragen heeft
kunt u terecht bij een van de leden van de werkgroep stereotaxie. De
telefoonnummers vindt u achter in deze brochure.

Stereotaxie
Voor een hersenoperatie bij bewegingsstoornissen wordt vaak de term
stereotaxie gebruikt. Hiermee wordt de methode van opereren bedoeld
waarbij via een kleine opening in de schedel een elektrode in de hersenen
wordt gebracht. Van tevoren wordt tot op de millimeter nauwkeurig het
gebied in de hersenen bepaald waar de elektrode(n) moet(en) komen. De
ingebrachte elektrode geeft een ‘stroompje’ af in het vooraf gekozen
gebied in de hersenen of brengt door verhitting een klein letsel aan.

Het doel van de hersenoperatie

Het doel van de operatie is het verminderen van de klachten die van
invloed zijn op uw dagelijkse bezigheden. Er zijn verschillende
ziektebeelden waarbij verschijnselen horen als beven, spierverstijving,
traagheid en overbeweeglijkheid. U kunt bijvoorbeeld denken aan de
ziekte van Parkinson, dystonie of bewegingsstoornissen waarbij door het
beven problemen ontstaan bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden.
Als de klachten toenemen en medicijnen niet of niet meer voldoende
helpen of als u teveel bijwerkingen van de medicijnen krijgt, kan een
hersenoperatie een mogelijkheid zijn. Het is belangrijk dat u zich realiseert
dat bij deze hersenoperatie alleen de verschijnselen van de ziekte worden
bestreden. De ziekte zelf wordt niet genezen. Ook moet u zich realiseren
dat, ondanks een positief effect van de operatie, na verloop van jaren
nieuwe of andere klachten kunnen optreden.

2
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

Is een operatie voor u de beste oplossing?


Omdat niet iedereen met bewegingsstoornissen baat heeft bij een
hersenoperatie, is het nodig om een goed beeld te krijgen van u en uw
ziektebeeld. Tijdens de polikliniekbezoeken bespreekt u uw klachten en
verschijnselen met de neuroloog. De neuroloog beoordeelt in eerste
instantie of u aan een aantal voorwaarden voldoet zoals:
• uw algehele conditie (lichamelijk en geestelijk) is goed genoeg om
een hersenoperatie te ondergaan.
• er zijn geen andere factoren die een operatie in de weg staan, zoals
de aanwezigheid van andere ziektes of andere aanwezige
implantaten, bijvoorbeeld een pacemaker.
• u heeft geen verschijnselen van een depressie of van dementie.
• u heeft ondanks de maximale hoeveelheid medicijnen veel
klachten als beven, stijfheid, overtollige bewegingen en/of
verkrampingen.
• als u de ziekte van Parkinson heeft, moet u reageren op het
medicijn levodopa (Sinemet® of Madopar®).
• een operatie moet bij uw klachtenpatroon zinvol en mogelijk zijn.

Als blijkt dat u aan deze voorwaarden voldoet bespreekt de neuroloog


met u de voor- en nadelen van een hersenoperatie.

De Werkgroep stereotaxie
Vervolgens brengt de neuroloog u ter sprake in de Werkgroep
stereotaxie. Dit is een werkgroep die bestaat uit verschillende
deskundigen die betrokken zijn bij de hersenoperatie. De leden van deze
werkgroep komen regelmatig bij elkaar om u en andere patiënten te
bespreken. In nauw overleg wordt vastgesteld of u aan de voorwaarden
voldoet en baat kunt hebben bij een hersenoperatie. Ook wordt bepaald
met welke operatietechniek uw klachten het beste kunnen worden
verholpen.
De neuroloog bespreekt de uitkomst van dit werkgroepoverleg
met u tijdens uw bezoek aan de polikliniek.
Als u een goede kandidaat lijkt voor een hersenoperatie krijgt u
informatie over het vervolgtraject en heeft u een gesprek met de
verpleegkundig consulent. Tijdens dit gesprek krijgt u algemene
informatie over de operatie. De verpleegkundige stelt ook een aantal
vragen over uw persoonlijke situatie om te kunnen beoordelen of u voor,
tijdens of na de operatie extra hulp of zorg nodig heeft.

3
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

De vooronderzoeken

Screening
Naast de gesprekken met de neuroloog en de verpleegkundig consulent is
aanvullend onderzoek nodig. Dit zijn onderzoeken die informatie geven
over uw lichamelijke gezondheid en psychische conditie. De medisch
coördinator van de Werkgroep Stereotaxie geeft u informatie over de
onderzoeken, vraagt de verschillende onderzoeken aan en zorgt voor
onderlinge afstemming van de geplande onderzoeken. Achter in de folder
vindt u het telefoonnummer van de medisch coördinator. Als u vragen
heeft over de verschillende onderzoeken kunt u altijd contact opnemen
met de coördinator. De meeste onderzoeken worden poliklinisch
uitgevoerd.

Poliklinisch onderzoek
U krijgt thuis bericht wanneer u wordt verwacht voor een onderzoek. Bij
iedereen wordt een MRI (hersenscan) gemaakt. Verdere onderzoeken zijn
afhankelijk van uw ziektebeeld en uw algehele conditie.
Als bijvoorbeeld beven (tremor) één van uw voornaamste klachten
is, wordt er een meting van de tremor gedaan. Een onderzoek door de
internist of neuropsychologisch onderzoek wordt alleen gedaan als
hiervoor redenen zijn. Bij een neuropsychologisch onderzoek worden
testen gedaan om uw geheugen, aandacht, concentratie, snelheid van
denken, inzicht en dergelijke te beoordelen.

Klinisch onderzoek en opname


Voor sommige onderzoeken is een opname in het ziekenhuis nodig. U
wordt dan opgenomen op de afdeling Neurologie van het UMCG. U
ontvangt bij opname informatie over welke onderzoeken er bij u nodig
zijn. Een aantal onderzoeken is van algemene aard en wordt bij iedereen
gedaan, zoals een lichamelijk onderzoek en een ECG (hartfilmpje).
Wanneer u de ziekte van Parkinson heeft wordt bijvoorbeeld uw
functioneren zowel met als zonder medicijnen beoordeeld.

Uitslag vooronderzoeken
Als de uitslagen van de verrichte vooronderzoeken bekend zijn, neemt de
medisch coördinator telefonisch contact met u op. De medisch
coördinator bespreekt met u de uitkomst van de verschillende
onderzoeken en vertelt welk advies aan de Werkgroep Stereotaxie wordt
uitgebracht op basis van deze resultaten. Dit advies houdt in of u wel of

4
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

niet voor de hersenoperatie wordt voorgedragen. Niet iedereen komt in


aanmerking voor een operatie. Er kunnen klachten of omstandigheden zijn
die een operatie onmogelijk maken. Als dit bij u het geval is wordt u
uitgenodigd voor een gesprek om dit met de neuroloog verder te
bespreken.

Planning van de operatie


Als u voor een operatie in aanmerking komt, wordt u uitgenodigd voor
een gesprek met de neurochirurg. Hij beoordeelt of er nog resterende
bezwaren bestaan die een mogelijke operatie in de weg kunnen staan. Als
er geen bezwaren zijn, wordt u op de operatiewachtlijst van de afdeling
Neurochirurgie geplaatst. U moet dan rekening houden met een wachttijd
van enkele maanden.

Aansluitend aan het gesprek met de neurochirurg heeft u een gesprek met
de technisch specialist. Deze medewerker geeft u technische uitleg over
de operatie waarbij u de elektrode, de stimulator en het frame dat op uw
hoofd wordt geplaatst, te zien krijgt. Het frame is nodig om de plaats van
de elektrode precies te kunnen bepalen. Tevens is de technisch specialist
betrokken bij de planning, de organisatie en de uitvoering van uw
operatie. Als u tijdens de wachttijd vragen heeft over de planning kunt u
tijdens het telefonisch spreekuur altijd contact met hem opnemen. Het
telefoonnummer staat achter in deze brochure.

De stereotactische hersenoperatie

Een stereotactische hersenoperatie wordt meestal uitgevoerd onder


plaatselijke verdoving. U bent bij bewustzijn zodat u uw spraak, uw gevoel
en uw spieren kunt controleren. Tijdens de operatie wordt er regelmatig
een beroep op u gedaan om bepaalde bewegingen te maken.

De hersengebieden
Uw klachten zijn bepalend voor de keuze van de operatietechniek en het
gebied waarin geopereerd gaat worden. De gebieden
(kernen) die met een elektrode beïnvloed kunnen worden zijn de
Thalamus, de Globus Pallidus en de Subthalamische kern.

De verschillende technieken
Er zijn twee operatietechnieken mogelijk:

5
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

• een letseloperatie
• een stimulatie-operatie.

Een letseloperatie
De neurochirurg plaatst een elektrode in het doelgebied (kern) van de
hersenen. Tijdens de operatie wordt de punt (tip) van de elektrode verhit.
De verwarmde elektrodetip schakelt een stukje hersenweefsel uit.
Hierdoor stopt of vermindert het beven of de overbeweeglijkheid en
eventuele spierstijfheid en traagheid. Nadat het weefsel is uitgeschakeld
wordt de elektrode verwijderd.
Deze operatie duurt ongeveer drie uur. Een letseloperatie wordt
enkelzijdig uitgevoerd om bijwerkingen als problemen bij het spreken en
slikken te voorkomen. Enkelzijdig wil zeggen dat uw klachten die zich aan
één zijde van het lichaam voordoen hiermee worden behandeld.

Er zijn twee gebieden in de hersenen waarin een letsel succesvol kan


worden aangebracht. Dit zijn de Thalamus (thalamotomie) en de Globus
Pallidus (pallidotomie).
- De thalamotomie wordt uitgevoerd bij patiënten die ondanks het
gebruik van medicijnen veel last hebben van beven. Bij 85% van de
operaties vermindert het beven.
- De pallidotomie wordt uitgevoerd bij patiënten bij wie het
dagelijks functioneren ernstig wordt beïnvloed door perioden van
spierstijfheid, spierspasmen, traagheid en overbeweeglijkheid.

Een stimulatieoperatie
Een stimulatieoperatie bestaat uit twee operaties. Allereerst plaatst de
neurochirurg een stimulatie-elektrode in een kern van de hersenen. Deze
ingebrachte elektrode blijft daar zitten.
Na een aantal dagen volgt een tweede operatie, deze wordt onder
algehele narcose uitgevoerd. Bij de tweede operatie wordt een soort
batterij(stimulator) geplaatst onder het sleutelbeen. De stimulator wordt
met een onderhuidse verlengdraad verbonden aan de elektrode(n).
De stimulatieoperatie kan zowel enkel- als dubbelzijdig worden
uitgevoerd. Bij een dubbelzijdige operatie worden de klachten van beide
lichaamshelften behandeld. De neurochirurg plaatst in dat geval in beide
hersenhelften een blijvende stimulatie-elektrode, die op dezelfde
stimulator worden aangesloten. Een dubbelzijdige operatie duurt
ongeveer vijf à zes uur.

6
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

De elektroden voor stimulatie kunnen in de volgende hersengebieden


(kernen) worden ingebracht: de Thalamus, de Globus Pallidus en de
Subthalamische kern.
- De stimulatie van de Thalamus wordt uitgevoerd bij patiënten die
ondanks het gebruik van medicijnen veel last hebben van beven.
Bij de meeste patiënten is het beven na de operatie grotendeels
verdwenen.
- De stimulatie van de Globus Pallidus wordt uitgevoerd bij
patiënten met pijnlijke verkrampingen in het lichaam (dystonie).
- De stimulatie van de Subthalamische kern wordt uitgevoerd bij
patiënten met de ziekte van Parkinson, die ernstige
schommelingen hebben in het functioneren. Periodes van stijfheid
en overbeweeglijkheid wisselen elkaar af. Hierbij zijn de
schommelingen in het functioneren niet meer met medicijnen te
reguleren.

Voorbereidingen op de operatie

Medicijngebruik
Als u op voorschrift van uw arts bloedverdunnende medicijnen zoals
Ascal, aspirine, Sintrom of Marcoumar gebruikt, moet u in overleg met uw
arts hiermee tien dagen voor de operatie stoppen. Deze medicijnen
hebben effect op de bloedstolling waardoor de kans op een bloeding
tijdens de operatie toeneemt. Paracetamol kunt u wel blijven gebruiken.

Verwachtingen
Goede informatie kan bijdragen aan reële verwachtingen. De verschillende
medewerkers van de afdeling Neurologie en Neurochirurgie zullen u dan
ook zo goed mogelijk informeren over de operatie. Naast de mondelinge
informatie en deze folder kunt u contact zoeken met een
patiëntenvereniging waar u misschien in contact kunt komen met mensen
die de operatie al hebben ondergaan. Achter in deze folder vindt u
informatie over de patiëntenverenigingen.

Opname voor operatie

Eén dag voor de operatie wordt u opgenomen. Er wordt dan een aantal
onderzoeken gedaan waaronder een algemeen bloedonderzoek.

7
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

Daarnaast komen de neurochirurg, de technisch specialist en eventueel de


anesthesioloog bij u langs. Zij informeren u nogmaals over de operatie en
u krijgt de gelegenheid om vragen te stellen. Vanaf 24.00 uur blijft u
nuchter, dit betekent dat u niets meer eet en drinkt.

Medicijngebruik
Als u dagelijks medicijnen gebruikt, bijvoorbeeld voor de ziekte van
Parkinson, stopt u de nacht voor de operatie met het innemen van deze
medicijnen. Voor een letseloperatie krijgt u een medicijn voorgeschreven
dat de kans op vocht in de hersenen vermindert. Als u een
stimulatieoperatie ondergaat schrijft de arts u een aantal dagen een
antibiotica voor om de kans op infecties te verminderen.

De dag van operatie

De hoofdhuid scheren
Voor de operatie is het nodig de voorste helft van uw hoofdhuid te
scheren.

Blaaskatheter
Om het plassen tijdens de operatie zo gemakkelijk mogelijk te laten
verlopen krijgen vrouwen tijdelijk een blaaskatheter (slangetje) ingebracht
om de urine af te voeren. Na de operatie wordt deze weer verwijderd.

Frame
Nadat het haar in het operatiegebied is weggeschoren wordt plaatselijk de
hoofdhuid verdoofd. Daarna krijgt u een vierkant frame over uw hoofd
geplaatst. Aan dit frame kan later een richtapparaat worden bevestigd
waarmee nauwkeurig bepaald kan worden waar de elektrode(n) moet
worden ingebracht. Het frame wordt met vier schroeven aan uw hoofd
bevestigd. Op de plaats waar de schroeven in uw huid komen, wordt uw
huid plaatselijk verdoofd. Bij het aandraaien van de schroeven voelt u
kortdurend een drukkend gevoel.

De CT-scan
Om het doelgebied in de hersenen nauwkeurig te berekenen is een
afbeelding van uw hersenen ten opzichte van het frame noodzakelijk. Dit
kan met behulp van een CT-scan. Daarom wordt u na het plaatsen van het

8
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

frame op de brancard naar de CT-scanner gebracht. De CT-scan maken is


een pijnloos onderzoek en duurt ongeveer één minuut. In sommige
gevallen wordt een MRI-scan gemaakt. Dit onderzoek duurt langer,
ongeveer 45 minuten.

De operatie

Nadat de CT-scan is gemaakt gaat u weer terug naar de operatiekamer. Als


u op de operatietafel ligt, wordt het frame aan de operatietafel
vastgemaakt. U kunt uw hoofd dan niet meer bewegen. Wel kunt u uw
armen en benen normaal bewegen. Tijdens de operatie bent u geen
moment alleen.

Vlak voordat met de operatie wordt begonnen verdooft de chirurg


plaatselijk het operatiegebied en maakt een deel van de hoofdhuid los.
Nadat de verdoofde hoofdhuid is geopend, boort de chirurg een gaatje in
uw schedel. Dit gaatje is zo groot als een eurocent. De chirurg gebruikt
hiervoor een speciale boor die automatisch stopt zodra het gaatje is
gemaakt. Het boren is niet pijnlijk maar kan wel als vervelend worden
ervaren vanwege het ‘dreunen’ en het ‘lawaai’ in het hoofd. Vervolgens
wordt de elektrode met behulp van een richtapparaat op de juiste plek in
uw hersenen gebracht. U voelt hier niets van, de hersenen zelf zijn
gevoelloos. Als er een dubbelzijdige operatie is afgesproken, wordt er aan
de andere kant van uw hoofd nog een gaatje geboord waarin ook een
elektrode wordt geplaatst.

Plaatsen elektrode(n)
Om het doelgebied voor de elektrode(n) zo goed mogelijk in kaart te
brengen en te beoordelen, wordt gebruik gemaakt van verschillende
beeldvormende apparatuur, zoals een röntgenapparaat of MRI-apparaat.
Als de elektrode(n) in uw hersenen wordt ingebracht, is het
belangrijk dat de tip van de elektrode op de juiste plaats in de hersenkern
komt. Met behulp van kleine stroomstootjes kan worden gecontroleerd of
de positie van de elektrode goed is, dit wordt ook wel stimuleren
genoemd. Dit is niet pijnlijk. Tijdens het stimuleren onderzoekt de
neuroloog of het beven minder wordt en/of het bewegen gemakkelijker
gaat. Omdat de operatie onder plaatselijke verdoving plaatsvindt, kunt u
gewoon reageren en een aantal bewegingen met uw armen en benen
maken. Tijdens het stimuleren kunt u tijdelijk tintelingen of bewegingen

9
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

voelen in bijvoorbeeld uw arm of been, aan de andere zijde dan waar er


gestimuleerd wordt in de hersenen. Ook kunnen er veranderingen in uw
spraak, kracht of gevoel ontstaan en kunnen er klachten over dubbelzien
optreden. Deze verschijnselen geven informatie over de positie van de
elektrode en verdwijnen meestal direct na het stoppen van de
stroomstootjes.

Afronding operatie
Bij de letseloperatie wordt de elektrode verwijderd en uw hoofdhuid
gehecht.
Bij een stimulatieoperatie legt de chirurg de ingebrachte
elektrode(n) onderhuids achter het oor langs en zet deze vast. Daarna
wordt de hoofdhuid gesloten. Na de operatie wordt het metalen frame
verwijderd en krijgt u een verband om uw hoofd.

Vervolg stimulatieoperatie

Als u een stimulatieoperatie heeft ondergaan is aansluitend een tweede


operatie nodig om de stimulator (een soort batterij) te plaatsen. De
operatie wordt onder algehele narcose uitgevoerd en duurt ongeveer
anderhalf uur.

Het plaatsen van de stimulator


De chirurg plaatst de stimulator onder het sleutelbeen en verbindt hem
via de reeds onderhuids aangelegde verlengdraad aan de elektrode(n). De
stimulator zorgt ervoor dat de elektrode de hersenkern met zwakstroom
‘prikkelt’. De stimulator heeft een afmeting van ongeveer 2 bij 8 cm en is
circa 2 cm dik. Deze stimulator blijft soms als verhevenheid van de huid
zichtbaar, ook al is deze onderhuids geplaatst.

Na de operatie
Na de operatie wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling waar u de
rest van de dag bedrust houdt. Regelmatig controleert de
verpleegkundige uw bloeddruk en polsslag. Als u zich goed voelt kunt u de
volgende dag weer uit bed. Veel mensen geven aan dat ze zich de eerste
dagen nog moe voelen.

10
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

Eerste keer instellen stimulator


Meestal wordt een aantal dagen na de operatie de stimulator voor de
eerste keer ingesteld. Vaak is dit op het moment dat de oude klachten
terugkeren. Dit moment is bij iedereen verschillend. Het kan ook zijn dat u
eerst naar huis gaat. U krijgt dan een afspraak bij de medisch coördinator
op de polikliniek om de stimulator in te stellen.

Bijverschijnselen

Kort na operatie
Zoals bij iedere operatie kunnen ook tijdens of na een hersenoperatie
bijverschijnselen optreden. Deze kunnen ontstaan door verschillende
oorzaken en kunnen zowel van tijdelijke of blijvende aard zijn.
Voorbeelden van problemen die na de operatie kunnen optreden zijn
verwardheid en geringe krachtvermindering rond de mond, hand of arm.
Het spreken gaat soms wat moeilijker en bij het lopen kunt u wat uit
balans raken. Ook fijne bewegingen kosten soms wat meer moeite. De
verschijnselen kunnen de eerste dagen na operatie optreden. Meestal gaat
het om lichte en tijdelijke klachten.

Langere tijd na operatie


Er zijn ook verschijnselen die zich na langere tijd voordoen zoals
problemen met het geheugen of gedrag. Ook komt een verhoogde kans
op depressie voor. Soms uit dit zich pas na de operatie, in andere gevallen
waren de problemen al sluimerend aanwezig. Bij een kleine groep mensen
blijven de verschijnselen langere tijd bestaan. In een enkel geval zijn ze
blijvend van aard.

Complicaties
Er bestaat een kleine kans dat er na de operatie een infectie ontstaat. Zeer
zelden komt een ernstige complicatie zoals een hersenbloeding voor.

Naar huis

Wanneer u een stereotactische hersenoperatie heeft ondergaan kunt u


ongeveer na vijf dagen weer naar huis. Bij ontslag wordt een
controleafspraak gemaakt met de neurochirurg, de medisch coördinator,

11
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

de neuroloog en de verpleegkundige consulent op de polikliniek


Neurologie. Meestal vindt deze afspraak binnen een aantal weken plaats.

Poliklinische bezoeken

Begeleiding
Naast de afspraken op de polikliniek van het UMCG blijft u onder controle
bij de neuroloog die u naar het UMCG heeft verwezen. In de meeste
gevallen is het ook na de operatie nodig om medicijnen te blijven
gebruiken.
U wordt op de polikliniek van het UMCG begeleid door de
medisch coördinator, de neuroloog en de verpleegkundig consulent. Met
de medisch coördinator en de neuroloog bespreekt u de medische
behandeling zoals de effecten van uw medicijnen en de instelling van de
stimulator alsmede de problemen die zich hierbij voordoen. Met de
verpleegkundig consulent kunt u de gevolgen van de operatie voor uw
dagelijks leven bespreken en hoe u hiermee kunt omgaan. Deze
verpleegkundige kan u ondersteunen en begeleiden in dit proces.

Bijstellen stimulator
Het goed instellen van de stimulator vraagt veel geduld en
uithoudingsvermogen. Hiervoor moet u regelmatig terugkomen op de
polikliniek Neurologie. De vele ziekenhuisbezoeken kunnen vermoeiend
en belastend zijn. Het kan soms enkele maanden duren voordat er een
optimaal resultaat wordt bereikt. Daar komt bij dat er vaak een balans
moet worden gevonden tussen de instelling van de stimulator en de
optimale dosering van uw medicijnen. Dat steekt nogal nauw en het effect
op lange termijn is niet altijd voorspelbaar. Ook kunt u na verloop van tijd
anders gaan reageren op een instelling van de stimulator. In dat geval
moet er een andere instelling geprobeerd worden.

Tot slot

Door de operatie verandert uw situatie. Het verdwijnen van hinderlijke


klachten kan uw zelfstandigheid verbeteren. Dit heeft gevolgen voor uw
dagelijks leven. U en de mensen in uw directe omgeving kunnen hier
verschillend op reageren. Wat voor de een reden tot vreugde is kan voor
de ander een aanleiding tot verwarring zijn. Als uw partner of familie altijd

12
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

voor u heeft klaargestaan, kan het voor alle betrokkenen een vreemde
gewaarwording zijn als dit niet meer (of in mindere mate) nodig is. De
nieuwe situatie zal van iedereen tijd en aanpassing vragen.

Vragen

U heeft in deze brochure veel informatie over een hersenoperatie


gekregen. Hieronder vindt u een aantal adressen waar u aanvullende
informatie kunt krijgen. Als u naar aanleiding van deze brochure nog
vragen heeft kunt u deze gerust stellen aan uw behandelend neuroloog,
de verpleegkundig consulent, de technisch specialist of de medisch
coördinator van de werkgroep Stereotaxie.

• Vragen over ondersteuning en begeleiding


Verpleegkundig consulent
Te bereiken op woensdag en donderdag via telefoonnummer (050) 361
61 61 pieper 55156.

• Vragen over de planning en informatie over de operatie


Technisch specialist
Telefonisch spreekuur: maandag 13.00 tot 14.00 uur, telefoonnummer
(050) 361 24 42.

• Vragen over de planning van de vooronderzoeken en het instellen


van de stimulator
Medisch coördinator
Telefonisch spreekuur: maandag 8.00 tot 13.00 uur, telefoonnummer
(050) 361 39 87.

Mocht u in geval van nood ’s avonds of in het weekend contact willen


opnemen met een neuroloog dan belt u de centrale van het UMCG,
telefoonnummer (050) 361 61 61 en vraagt u naar de dienstdoende
neuroloog. U kunt ook uw huisarts raadplegen.

Aanvullende informatie

Parkinson Patiënten Vereniging (PPV)

13
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen
Universitair Medisch Centrum Groningen
Neurologie / Neurochirurgie

De PPV behartigt de belangen van mensen met de ziekte van Parkinson.


De vereniging geeft voorlichting, organiseert contactgroepen, biedt
telefonische opvang en bevordert wetenschappelijk onderzoek naar de
ziekte.

Parkinson Patiënten Vereniging (PPV)


Postbus 46
3980 CA Bunnik
Telefoon (030) 656 13 69
www.parkinson-vereniging.nl

14
Hersenoperatie bij bewegingsstoornissen

Você também pode gostar