Você está na página 1de 4

1.

01

De Arbowet

Op 1 juli 2005 is de Arbowet op het gebied van


deskundige ondersteuning grondig gewijzigd. De
Arbowet is een kaderwet, dat wil zeggen een raamwerk
voor nadere regels. Zij beperkt zich tot het geven van
algemene regels en doelstellingen over het arbobeleid in
het bedrijf. De weg om die doelstellingen te bereiken,
kan per bedrijf verschillen. Concrete uitvoeringsregels
zijn te vinden in het Arbobesluit en de Arboregeling. In
het Arbobesluit bijvoorbeeld over een veilige inrichting
van de werkplek en in de Arboregeling over de vereiste
deskundigheid bij bepaalde werkzaamheden, zoals
asbestsloop, werken met springstoffen en keuren van
hijskranen.

- Een werkgever met niet meer dan vijftien werknemers


mag zelf de taken van de preventiemedewerker op
zich nemen.
Verdere expertise
Een bedrijf kan in de regel echter niet volstaan met een
preventiemedewerker. De werkgever dient naast de preventiemedewerker gebruik te maken van:
- in- of externe arbo-expertise van n of meer gecertificeerde arbodeskundigen (toetsen RI&E/plan van
aanpak) n een bedrijfsarts (preventie en verzuim), f
- een arbodienst, overeenkomstig de oude regeling.
De eerste mogelijkheid noemt men maatwerkregeling en
de tweede vangnetregeling.

Normen en regels
Het fundament voor een goed arbobeleid bestaat
volgens de Arbowet achtereenvolgens uit de volgende
ingredinten:
- kijken waar het probleem ligt (de risico-inventarisatie
en -evaluatie);
- oplossingen kiezen (het plan van aanpak);
- de uitvoering organiseren (wie doet wat);
- evalueren en zo nodig bijstellen van het arbobeleid.
Onderstaand komen elementen hiervan terug.
Deskundige werknemer (preventiemedewerker)
- Een werkgever moet zich laten bijstaan door minstens n deskundige werknemer die de veiligheid en
gezondheid bij de dagelijkse werkzaamheden behartigt. Deze wordt ook wel preventiemedewerker
genoemd. De te verlenen bijstand moet in ieder geval
omvatten:
. meewerken aan uitvoeren en opstellen RI&E;
. adviseren aan en nauw samenwerken met de OR
of PVT inzake maatregelen voor een zo goed
mogelijk arbobeleid;
. uitvoering van deze maatregelen dan wel medewerking eraan.
- De preventiemedewerker is een eigen werknemer en
moet specifieke kennis hebben van de arborisicos
die in het bedrijf spelen en wat ertegen te doen, maar
de wet stelt aan deze functie geen opleidings- of
ervaringseisen. Als de mate van deskundigheid en
ervaring, alsmede de te besteden tijd en de organisatie van het werk de preventiemedewerker maar in
staat stellen de bijstand naar behoren te verlenen. De
RI&E moet deze punten nader invullen.
- Feitelijk is het takenpakket van de preventiemedewerker identiek aan dat van de VGM- of arbocordinator, met dat verschil dat de preventiemedewerker
in tegenstelling tot de arbocordinator formeel een
onafhankelijke positie heeft ten opzichte van de
werkgever, met dezelfde rechtsbescherming als een
OR-lid.
Oktober 2005

Maatwerkregeling
- Werkgevers kunnen in de arbodienstverlening kiezen
voor maatwerk. Zij vullen de benodigde arbo-expertise dan zelf in, door n of meer gecertificeerde
arbodeskundigen in te schakelen. In ieder geval voor
het toetsen van de RI&E/plan van aanpak.
- In beginsel is iedere zgn. kerndiscipline (bedrijfsarts,
veiligheidskundige, arbeidshygienist of arbeid- en
organisatiedeskundige) bevoegd de toetsing uit te
voeren, maar uit de inhoud van de RI&E moet blijken
welke deskundigheid degene(n) die toets(en)t
moet(en) hebben. Gezien de breedte van opleiding en
werkgebied zal in veel bedrijven een SKO-gecertificeerde veiligheidskundige van niveau 3 (HVK) de
toetsing uitvoeren.
- Voordat buiten het bedrijf wordt gezocht, moet een
werkgever eerst vaststellen of de benodigde expertise in de eigen onderneming voorhanden is. Indien
de preventiemedewerker over deze kwalificatie en
over de faciliteiten (tijd en middelen) beschikt, is ook
hij of zij gerechtigd deze taak, naast die van preventiemedewerker, te vervullen.
- Is bedoelde expertise niet in het bedrijf beschikbaar,
dan dient de werkgever deze extern te betrekken.
- Een combinatie van in- en externe expertise is ook
mogelijk.
- Een maatwerkregeling kan slechts worden ingevoerd
indien de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging er schriftelijk mee instemt.
- Een maatwerkregeling kan ook bij CAO worden
opgelegd.
- De verplichting voor werkgevers om zich bij preventie- en verzuimaanpak deskundig te laten ondersteunen verandert niet. Dus voor ziekteverzuimbegeleiding, arbeidsomstandighedenspreekuur,
arbeidgezondheidskundig onderzoek en
aanstellingskeuringen moet een bedrijfsarts beschikbaar zijn. Deze hoeft echter geen deel meer uit te
maken van een arbodienst.

Blad 1 van 4

Vangnetregeling
- Indien niet wordt gekozen voor een maatwerkregeling
is het bedrijf verplicht om zoals voorheen een gecertificeerde arbodienst in te schakelen.
- Bereikt een bedrijf waarin een gecertificeerde interne
arbodeskundige werkt geen overeenstemming met
de OR over een maatwerkregeling, dan kan het
bedrijf de interne deskundige in een samenwerkingsverband laten werken met drie andere
(kern)deskundigen van elders. Dit samenwerkingsverband geldt dan als interne arbodienst.
Risico-inventarisatie en - evaluatie (RI&E) en plan
van aanpak
- Een risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) behoort,
samen met het plan van aanpak, de basis te zijn van
het arbobeleid van een bedrijf of organisatie. Deze
documenten moeten een compleet beeld geven van
in het bedrijf voorkomende arborisicos en de
maatregelen om die risicos te vermijden of
voldoende te beperken.
- Er zijn inmiddels in bijna iedere branche uitvoeringsen rapportagemodellen beschikbaar. De wet schrijft
geen model voor, ook niet wie de RI&E mag uitvoeren.
- Hij moet wel worden getoetst. Zon toetsing bestaat
uit:
. een beoordeling van de RI&E op volledigheid,
betrouwbaarheid en de stand van de techniek (wat
door vakdeskundigen in brede kring wordt aanvaard als in de praktijk toepasbaar);
. een advies over de inhoud van de RI&E en het plan
van aanpak, inclusief de prioritering van de te
nemen maatregelen.
- Voor het uitvoeren van de toetsing zijn er diverse
varianten:
. door minstens n interne en/of externe gecertificeerde arbodeskundige (maatwerkregeling of in
geval van geen instemming van de OR een variant
hierop: een samenwerkingsverband);
. zoals voorheen door een gecertificeerde arbodienst
(vangnetregeling);
. voor bedrijven met niet meer dan 25 werknemers
hebben arbodiensten een eenvoudiger (en dus
goedkopere) toets afgesproken, mits bij het uitvoeren van de RI&E gebruik is gemaakt van een
branchemodel dat de instemming heeft van
werkgevers- en werknemersorganisaties (zie
www.rie.nl). Slechts n kerndeskundige toetst.
Afhankelijk van de inhoud van de RI&E is dit een
veiligheidskundige, een arbeidshyginist, een
bedrijfsarts of een organisatiedeskundige. Er vindt
geen bedrijfsbezoek plaats;
. bedrijven met niet meer dan 10 werknemers kunnen een bij CAO afgesproken RI&E-instrument
gebruiken (een checklist, zie www.rie.nl). Een
toetsing is dan niet verplicht.

Onderhouden van RI&E/plan van aanpak


Is de RI&E eenmaal een feit dan zijn de belangrijkste
aandachtspunten:
- Iedere werknemer moet kennis kunnen nemen van de
RI&E/plan van aanpak, ook een ingeleende werknemer. De inlener dient hiertoe zijn RI&E vooraf aan de
uitlener te verstrekken en deze laatste moet relevante
informatie daaruit aan zijn werknemer overbrengen.
- De RI&E/plan van aanpak moet regelmatig worden
gevalueerd en actueel blijven; zonodig moet hij worden bijgesteld, bijvoorbeeld naar aanleiding van:
. opgedane ervaringen (bijvoorbeeld na ongevallen);
. uitbreiding of wijziging van werkzaamheden/risicos
(de scope);
. vorderingen in de stand van de techniek.
- Het opnieuw laten toetsen van de RI&E door n of
meer gecertificeerde arbodeskundigen is aan de orde
indien er sprake is van arborisicos die niet in de RI&E
zijn beschreven, bijvoorbeeld vanwege uitbreiding
van de bedrijfsactiviteiten.
- Een jaarlijkse registratie van ongevallen die tot ziekteverzuim hebben geleid, maakt onderdeel uit van de
RI&E; dat kan op zich al een aanleiding zijn om de
RI&E/plan van aanpak jaarlijks kritisch bij te stellen.
- Een werkgever moet jaarlijks schriftelijk rapporteren
over de uitvoering van het plan van aanpak.
- Over bovengenoemde rapportage moet vooraf overleg plaatsvinden met de ondernemingsraad (OR) of
personeelsvertegenwoordiging (PVT). In dit overleg
komt ook aan de orde of de RI&E nog actueel is.
Rapportage van deskundige(n) of arbodienst en
preventiemedewerker
Interne en externe arbodeskundigen, alsmede arbodiensten zijn verplicht hun schriftelijke adviezen aan de
werkgever ook aan de OR of PVT te sturen. Van
adviezen die de (onafhankelijke) preventiemedewerker
aan de OR of PVT verstrekt, moet een afschrift aan de
werkgever worden verstrekt.
Bedrijfshulpverlening
- In situaties waarin direct gevaar voor de veiligheid of
gezondheid aanwezig is, moet de werknemer zich
snel in veiligheid kunnen stellen. Als het kwaad al is
geschied (bijv. bij brand of ongeval), moeten
passende maatregelen de schade aan de gezondheid
zoveel mogelijk beperken. Bedoeld wordt: behartig
de taken op het gebied van EHBO, brandpreventie,
evacuatie en alarmering (zie ook Abomafoon 2.18).
- Dit onderwerp behoort deel uit te maken van de
RI&E.
Melden van ongevallen en beroepsziekten
- Alleen ongevallen die ernstig letsel of de dood tot
gevolg hebben, moeten aan de Arbeidsinspectie
worden gemeld.
- Deze melding, aan het regionale kantoor, moet
onmiddellijk plaatsvinden en daarna schriftelijk
worden bevestigd. (zie Abomafoon 1.07, ook voor
formulier).
Blad 2 van 4

1.01

- De melding heeft betrekking op:


. ongevallen met dodelijke afloop;
. ziekenhuisopname binnen 24 uur na het ongeval
(voor observatie of behandeling);
. blijvend letsel of gezondheidsschade (naar redelijk
oordeel op dat moment).
- De minder ernstige ongevallen (wel met
ziekteverzuim), dienen zoals gezegd in een register te
worden opgenomen dat onderdeel uitmaakt van de
RI&E.
- Het opstellen van een intern ongevalsrapport wordt in
de Arbowet weliswaar niet verplicht gesteld, maar er
ligt een civielrechtelijke uitspraak van de Hoge Raad
die zegt dat dit tot de zorgplicht van de werkgever
behoort. In dit rapport moet de toedracht van het
ongeval zijn vastgelegd en ook, of het ongeval het
gevolg was van onvoldoende veiligheidsmaatregelen
van de zijde van de werkgever.
- Indien is aangetoond dat een werknemer aan een
beroepsziekte leidt, moet de bedrijfsarts dan wel de
arbodienst dit melden bij het Nederlands Centrum
voor Beroepsziekten.
Voorlichting en instructie
- De werkgever moet zijn werknemers, en vooral
jongeren, voorlichten en instrueren over hun taken,
de hierbij optredende risicos en de te nemen
maatregelen (zie ook Abomafoon 1.12).
- Een en ander moet zijn afgestemd op de
capaciteiten, taal, kennis en ervaring van de
betrokken werknemers.
- De Arbowet kent een bepaling die zegt dat de
werkgever er op moet toezien dat de werknemers de
instructies ook echt naleven.

Medezeggenschap
- De medezeggenschap is zoveel mogelijk in de Wet
op de ondernemingsraden (WOR) geregeld. In de
Arbowet zijn slechts zaken geregeld die niet
vanzelfsprekend uit de WOR voortvloeien, te weten:
. de plicht van de werkgever om de RI&E en het
bijbehorend advies van de arbodienst aan OR of
PVT te verstrekken;
. het recht om een inspecteur van de
Arbeidsinspectie bij inspecties te vergezellen;
. het recht om met een inspecteur van de
Arbeidsinspectie onder vier ogen te spreken.
- De medezeggenschap inzake arbeidsomstandigheden
kent drie verschijningsvormen: ondernemingsraad
(OR), personeelsvertegenwoordiging (PVT) en
personeelsbijeenkomst (zie tabel 1).
Aantal
werknemers

Medezeggenschapsvorm

Opmerkingen

1 - 10

PVT

Niet verplicht

11 - 50

PVT

Verplicht als
meerderheid
personeel dit wil

1 - 50

Personeelsbijeenkomst
over arbobeleid
en ziekteverzuim
(2 x per jaar)

Verplicht als er
geen PVT is

> 50

OR

Verplicht

Tabel 1 Medezeggenschap en bedrijfsomvang


Verplichtingen werknemers
- De werknemers moeten ook zelf bijdragen aan het
totstandkomen van een gezonde werkplek. Bijvoorbeeld door zichzelf en anderen niet in gevaar te
brengen. Door instructies op te volgen, door op de
juiste wijze te werken met machines en werktuigen
en door persoonlijke beschermingsmiddelen (helmen,
veiligheidsbrillen e.d.) te gebruiken.
- De werknemers moeten de cursussen en
voorlichtingsbijeenkomsten over veilig werken volgen
en gevaarlijke situaties meteen melden aan de
leidinggevende.
Verantwoordelijkheden en bevoegdheden
- Bij het uitvoeren van het arbobeleid hoort een
duidelijke rolverdeling. Er zijn mensen nodig om
maatregelen te ontwikkelen, uit te voeren en toezicht
te houden. De werkgever zorgt ervoor dat duidelijk is
wie welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden
heeft. Gaat er iets mis, dan weet iedereen wie erop
aangesproken kan worden.
- Het ligt voor de hand om deze taken,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden onderdeel
te laten uitmaken van een arbozorgsysteem (bijv.
overeenkomstig het VCA-systeem).
Oktober 2005

- De leden van een PVT dienen net als OR-leden te zijn


gekozen en hebben dezelfde rechtsbescherming.
- OR en PVT hebben instemmingsrecht over alle
regelingen op het gebied van
arbeidsomstandigheden en verzuimbeleid (tenzij het
gaat om een eis van de Arbeidsinspectie of een
onderwerp dat in de CAO is geregeld). Dit recht
betreft ook: de keuze van maatwerk- dan wel
vangnetregeling en de inhoud van de contracten.
- Wil een niet OR-plichtig bedrijf gebruik maken van de
ruimere (overleg) normen van de Arbeidstijdenwet of
het maatwerkartikel van de Arbowet, dan moet zij
over een PVT beschikken.
Maatwerk door werkgevers en werknemers
- De Arbowet bevat een maatwerkartikel. Dit is iets
anders dan de eerder beschreven maatwerkregeling
voor deskundige ondersteuning. Hiermee hebben
werkgevers en werknemers de mogelijkheid om aan
bepaalde voorschriften een eigen invulling te geven.
De omvang hiervan is beperkt, want 90% van onze
wetgeving wordt door de EG bepaald. Het gaat dus
om die overige 10%, bijvoorbeeld fysieke en fysische
belasting, werkdruk en werktijden.
Blad 3 van 4

- Maatwerk is in eerste instantie mogelijk voor een


gehele bedrijfstak; arbo-afspraken worden in dat
geval in een CAO vastgelegd. CAO-afspraken komen
in de regel in aanmerking om door de Minister
algemeen verbindend te worden verklaard. Ze gelden
dan voor alle bedrijven die onder de werkingssfeer
van de betreffende CAO vallen.
- Bestaan er geen CAO-afspraken, dan kan een
individueel bedrijf desgewenst toch eigen regels
stellen. Ook hier geldt dat geen enkele afbreuk mag
worden gedaan aan het voorgeschreven
beschermingsniveau. Bovendien moet zon regeling
schriftelijk vastliggen en zijn overeengekomen met de
OR of PVT. Deze afspraken hoeven niet aan de
Minister te worden gemeld, maar moeten
desgevraagd aan de inspecteur van de
Arbeidsinspectie getoond kunnen worden.
- CAO-afspraken gaan boven bedrijfsafspraken met de
OR of PVT.
Welzijn
- Arbeidsplaatsen, arbeidsmiddelen, werkmethoden en
arbeidsinhoud moeten aan de persoonlijke
eigenschappen van werknemers zijn aangepast.
Hiermee wordt bedoeld dat bij deze aspecten
rekening moet worden gehouden met de ergonomie
van de werkplek, bijvoorbeeld als het gaat om
meubilair of machines, gereedschappen, installaties
en omgevingsfactoren (o.a. lucht, licht en geluid).
- Daarnaast moet rekening worden gehouden met
ervaring en vakmanschap van werknemers.
- Tenslotte moet er sprake zijn van voldoende
evenwicht tussen de belasting en belastbaarheid van
werknemers, zowel in fysieke als psychische zin.
- Ongevarieerd tempowerk en ander werk, waarbij de
werknemer het tempo niet kan benvloeden, moeten
worden vermeden.
- Dit geldt ook voor werkzaamheden met een langdurig
belastende werkhouding. Is dit niet of in onvoldoende
mate mogelijk, dan moet het werk regelmatig worden
afgewisseld of door pauzes onderbroken.
- Tempodwang is niet alleen gekoppeld aan machines.
Ook andere vormen van werkdruk vallen onder het
begrip kort-cyclisch werk, bijvoorbeeld
beeldschermwerk dat kan leiden tot de beroepsziekte
RSI (Repetitive Strain Injury). Met deze bepaling is in
feite het begrip werkstress in de wet gentroduceerd.
Seksuele intimidatie, agressie en geweld
- Werknemers moeten worden beschermd tegen
seksuele intimidatie, agressie en geweld. Er zijn geen
betrouwbare cijfers over de mate waarin deze
verschijnselen voorkomen. Een werkgever gaat er vaak
ten onrechte vanuit dat dit in zijn bedrijf niet voorkomt.
- Daar deze elementen in de wet zijn opgenomen
moeten ze onderdeel uitmaken van de bedrijfs-risicoinventarisatie en -evaluatie. Het hieruit voortvloeiende
plan van aanpak moet concrete maatregelen
bevatten om eventuele problemen duurzaam te
bestrijden.

Handhaving
Sinds de invoering van de Arbowet 1998 is er de
bestuurlijke boete, na overtreding van bepalingen van
Arbowet, Arbobesluit of Arboregeling. De
Arbeidsinspectie heeft hiermee buiten het strafrecht om
een effectief instrument om naleving van genoemde
wetgeving af te dwingen. Bij ernstige overtredingen blijft
strafrechtelijke vervolging mogelijk. Deze materie is
beschreven in Abomafoons 1.04, 1.04a en 1.17.
Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave
- Wijziging Arbowet inzake deskundige ondersteuning
(per 1 juli 2005) en consequenties daarvan.
- Vervallen wettelijke verplichtingen tot houden van
werkoverleg.
Verwijzing
- Arbeidsomstandighedenwet 1998. Staatsblad
184.1999.
- Wijziging arbeidsomstandighedenwet 1998.
Staatsblad 202.2005.
- Arbeidsomstandighedenbesluit hfdst. 2 afd. 3
Arbodiensten en deskundigen.
- Arbeidsomstandighedenregeling hfdst 2 Aanvullende
voorschriften RI&E, deskundigen en arbodiensten.
- Abomafoons:
1.02 Arbobesluit en bijbehorende regelgeving.
1.04 Het systeem van bestuurlijke boetes van de
Arbeidsinspectie.
1.04a De onveilige werknemer beboet.
1.07 Ongevalsmelding, rapportage en registratie.
1.12 Veiligheidsinstructie/toolboxmeeting.
1.17 Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid,
handhaving en vervolging.
1.18 Opdragen van arbotaken aan
leidinggevenden.
1.24 Sanctieregeling tussen werkgever en
werknemers.
2.18 Bedrijfshulpverlening op bouwwerken.
Uitgave:

Aboma+Keboma
Galvanistraat 1
Postbus 141
6710 BC Ede
tel. 0318 69 19 20
fax 0318 69 19 21
e-mail info@aboma.nl
www.aboma.nl

Blad 4 van 4

Você também pode gostar