Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
01
De Arbowet
Normen en regels
Het fundament voor een goed arbobeleid bestaat
volgens de Arbowet achtereenvolgens uit de volgende
ingredinten:
- kijken waar het probleem ligt (de risico-inventarisatie
en -evaluatie);
- oplossingen kiezen (het plan van aanpak);
- de uitvoering organiseren (wie doet wat);
- evalueren en zo nodig bijstellen van het arbobeleid.
Onderstaand komen elementen hiervan terug.
Deskundige werknemer (preventiemedewerker)
- Een werkgever moet zich laten bijstaan door minstens n deskundige werknemer die de veiligheid en
gezondheid bij de dagelijkse werkzaamheden behartigt. Deze wordt ook wel preventiemedewerker
genoemd. De te verlenen bijstand moet in ieder geval
omvatten:
. meewerken aan uitvoeren en opstellen RI&E;
. adviseren aan en nauw samenwerken met de OR
of PVT inzake maatregelen voor een zo goed
mogelijk arbobeleid;
. uitvoering van deze maatregelen dan wel medewerking eraan.
- De preventiemedewerker is een eigen werknemer en
moet specifieke kennis hebben van de arborisicos
die in het bedrijf spelen en wat ertegen te doen, maar
de wet stelt aan deze functie geen opleidings- of
ervaringseisen. Als de mate van deskundigheid en
ervaring, alsmede de te besteden tijd en de organisatie van het werk de preventiemedewerker maar in
staat stellen de bijstand naar behoren te verlenen. De
RI&E moet deze punten nader invullen.
- Feitelijk is het takenpakket van de preventiemedewerker identiek aan dat van de VGM- of arbocordinator, met dat verschil dat de preventiemedewerker
in tegenstelling tot de arbocordinator formeel een
onafhankelijke positie heeft ten opzichte van de
werkgever, met dezelfde rechtsbescherming als een
OR-lid.
Oktober 2005
Maatwerkregeling
- Werkgevers kunnen in de arbodienstverlening kiezen
voor maatwerk. Zij vullen de benodigde arbo-expertise dan zelf in, door n of meer gecertificeerde
arbodeskundigen in te schakelen. In ieder geval voor
het toetsen van de RI&E/plan van aanpak.
- In beginsel is iedere zgn. kerndiscipline (bedrijfsarts,
veiligheidskundige, arbeidshygienist of arbeid- en
organisatiedeskundige) bevoegd de toetsing uit te
voeren, maar uit de inhoud van de RI&E moet blijken
welke deskundigheid degene(n) die toets(en)t
moet(en) hebben. Gezien de breedte van opleiding en
werkgebied zal in veel bedrijven een SKO-gecertificeerde veiligheidskundige van niveau 3 (HVK) de
toetsing uitvoeren.
- Voordat buiten het bedrijf wordt gezocht, moet een
werkgever eerst vaststellen of de benodigde expertise in de eigen onderneming voorhanden is. Indien
de preventiemedewerker over deze kwalificatie en
over de faciliteiten (tijd en middelen) beschikt, is ook
hij of zij gerechtigd deze taak, naast die van preventiemedewerker, te vervullen.
- Is bedoelde expertise niet in het bedrijf beschikbaar,
dan dient de werkgever deze extern te betrekken.
- Een combinatie van in- en externe expertise is ook
mogelijk.
- Een maatwerkregeling kan slechts worden ingevoerd
indien de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging er schriftelijk mee instemt.
- Een maatwerkregeling kan ook bij CAO worden
opgelegd.
- De verplichting voor werkgevers om zich bij preventie- en verzuimaanpak deskundig te laten ondersteunen verandert niet. Dus voor ziekteverzuimbegeleiding, arbeidsomstandighedenspreekuur,
arbeidgezondheidskundig onderzoek en
aanstellingskeuringen moet een bedrijfsarts beschikbaar zijn. Deze hoeft echter geen deel meer uit te
maken van een arbodienst.
Blad 1 van 4
Vangnetregeling
- Indien niet wordt gekozen voor een maatwerkregeling
is het bedrijf verplicht om zoals voorheen een gecertificeerde arbodienst in te schakelen.
- Bereikt een bedrijf waarin een gecertificeerde interne
arbodeskundige werkt geen overeenstemming met
de OR over een maatwerkregeling, dan kan het
bedrijf de interne deskundige in een samenwerkingsverband laten werken met drie andere
(kern)deskundigen van elders. Dit samenwerkingsverband geldt dan als interne arbodienst.
Risico-inventarisatie en - evaluatie (RI&E) en plan
van aanpak
- Een risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) behoort,
samen met het plan van aanpak, de basis te zijn van
het arbobeleid van een bedrijf of organisatie. Deze
documenten moeten een compleet beeld geven van
in het bedrijf voorkomende arborisicos en de
maatregelen om die risicos te vermijden of
voldoende te beperken.
- Er zijn inmiddels in bijna iedere branche uitvoeringsen rapportagemodellen beschikbaar. De wet schrijft
geen model voor, ook niet wie de RI&E mag uitvoeren.
- Hij moet wel worden getoetst. Zon toetsing bestaat
uit:
. een beoordeling van de RI&E op volledigheid,
betrouwbaarheid en de stand van de techniek (wat
door vakdeskundigen in brede kring wordt aanvaard als in de praktijk toepasbaar);
. een advies over de inhoud van de RI&E en het plan
van aanpak, inclusief de prioritering van de te
nemen maatregelen.
- Voor het uitvoeren van de toetsing zijn er diverse
varianten:
. door minstens n interne en/of externe gecertificeerde arbodeskundige (maatwerkregeling of in
geval van geen instemming van de OR een variant
hierop: een samenwerkingsverband);
. zoals voorheen door een gecertificeerde arbodienst
(vangnetregeling);
. voor bedrijven met niet meer dan 25 werknemers
hebben arbodiensten een eenvoudiger (en dus
goedkopere) toets afgesproken, mits bij het uitvoeren van de RI&E gebruik is gemaakt van een
branchemodel dat de instemming heeft van
werkgevers- en werknemersorganisaties (zie
www.rie.nl). Slechts n kerndeskundige toetst.
Afhankelijk van de inhoud van de RI&E is dit een
veiligheidskundige, een arbeidshyginist, een
bedrijfsarts of een organisatiedeskundige. Er vindt
geen bedrijfsbezoek plaats;
. bedrijven met niet meer dan 10 werknemers kunnen een bij CAO afgesproken RI&E-instrument
gebruiken (een checklist, zie www.rie.nl). Een
toetsing is dan niet verplicht.
1.01
Medezeggenschap
- De medezeggenschap is zoveel mogelijk in de Wet
op de ondernemingsraden (WOR) geregeld. In de
Arbowet zijn slechts zaken geregeld die niet
vanzelfsprekend uit de WOR voortvloeien, te weten:
. de plicht van de werkgever om de RI&E en het
bijbehorend advies van de arbodienst aan OR of
PVT te verstrekken;
. het recht om een inspecteur van de
Arbeidsinspectie bij inspecties te vergezellen;
. het recht om met een inspecteur van de
Arbeidsinspectie onder vier ogen te spreken.
- De medezeggenschap inzake arbeidsomstandigheden
kent drie verschijningsvormen: ondernemingsraad
(OR), personeelsvertegenwoordiging (PVT) en
personeelsbijeenkomst (zie tabel 1).
Aantal
werknemers
Medezeggenschapsvorm
Opmerkingen
1 - 10
PVT
Niet verplicht
11 - 50
PVT
Verplicht als
meerderheid
personeel dit wil
1 - 50
Personeelsbijeenkomst
over arbobeleid
en ziekteverzuim
(2 x per jaar)
Verplicht als er
geen PVT is
> 50
OR
Verplicht
Handhaving
Sinds de invoering van de Arbowet 1998 is er de
bestuurlijke boete, na overtreding van bepalingen van
Arbowet, Arbobesluit of Arboregeling. De
Arbeidsinspectie heeft hiermee buiten het strafrecht om
een effectief instrument om naleving van genoemde
wetgeving af te dwingen. Bij ernstige overtredingen blijft
strafrechtelijke vervolging mogelijk. Deze materie is
beschreven in Abomafoons 1.04, 1.04a en 1.17.
Wijzigingen ten opzichte van vorige uitgave
- Wijziging Arbowet inzake deskundige ondersteuning
(per 1 juli 2005) en consequenties daarvan.
- Vervallen wettelijke verplichtingen tot houden van
werkoverleg.
Verwijzing
- Arbeidsomstandighedenwet 1998. Staatsblad
184.1999.
- Wijziging arbeidsomstandighedenwet 1998.
Staatsblad 202.2005.
- Arbeidsomstandighedenbesluit hfdst. 2 afd. 3
Arbodiensten en deskundigen.
- Arbeidsomstandighedenregeling hfdst 2 Aanvullende
voorschriften RI&E, deskundigen en arbodiensten.
- Abomafoons:
1.02 Arbobesluit en bijbehorende regelgeving.
1.04 Het systeem van bestuurlijke boetes van de
Arbeidsinspectie.
1.04a De onveilige werknemer beboet.
1.07 Ongevalsmelding, rapportage en registratie.
1.12 Veiligheidsinstructie/toolboxmeeting.
1.17 Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid,
handhaving en vervolging.
1.18 Opdragen van arbotaken aan
leidinggevenden.
1.24 Sanctieregeling tussen werkgever en
werknemers.
2.18 Bedrijfshulpverlening op bouwwerken.
Uitgave:
Aboma+Keboma
Galvanistraat 1
Postbus 141
6710 BC Ede
tel. 0318 69 19 20
fax 0318 69 19 21
e-mail info@aboma.nl
www.aboma.nl
Blad 4 van 4