Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
Hoorcollege 7
Het stelsel van artikel 8:69 AWB:
Omvang van het geding:
Aanvulling van rechtsgronden;
Ambtshalve toetsing
Feitenaanvulling en bewijsrecht.
Het eerste lid van dit artikel zegt iets over de omvang van het
bestuursrechtelijke geding, waar gaat het over?
Het tweede lid zegt iets over hoe de rechter met het recht moet
omgaan. De rechter moet rechtsgronden aanvullen.
Het derde lid gaat over de bemoeienis van de bestuursrechter met
de feiten.
Het Nederlandse bestuursproces heeft een ontwikkeling
doorgemaakt van een controlemodel naar een geschilbeslechting
model. Dat komt ook naar voren in 8:69 met name het eerste lid is
de uitdrukking van het geschil beslechtende bestuursproces.
Het stelsel van 8:69 AWB.
Van oud naar nieuw.
In het Oude bestuursrecht was er geen bepaling die leek op 8:69
lid 1. Want alles draaide toen om ambtshalve controle door de
bestuursrechter van aangehaalde besluiten. Dat betekende dat
de bestuursrechter oude stijl volledige ambtshalve
vrijheid/bevoegdheid om het besluit af te meten aan de
maatstaven van het recht. In volle omvang toetsen van
rechtmatigheidsgebreken. De bestuursrechter had een algemene
rechtstatelijke functie bij het verzekeren van rechtmatig bestuur.
Toetsing in volle omvang van ieder besluit aan het recht is voor
de rechter nogal moeilijk. Je ziet het ook aan de functie van de
burger in het oude bestuursproces. De Burger was toen
weliswaar ook belanghebbende bij het besluit maar hij hoefde
niet aan te geven waarom hij het niet eens was met het besluit
waartegen hij beroep instelde. De belangen van de burger zijn
dan niet belangrijk. Slechts het onrechtmatige van het besluit is
belangrijk. Hij moet de rechter tippen en dan gaat de rechter het
besluit toetsen in het belang van de rechtsstaat. Er is iets heel
wezenlijk veranderd. 8:69 lid 1: de bestuursrechter doet
uitspraak op grondslag van het beroepsschrift. Daarmee is door
de wetgever duidelijk aangegeven dat de bestuursrechter niet
meer ambtshalve in volle omvang mag toetsen maar zich moet
richten op de punten die de appellant aanvoert in zijn
beroepsschrift. De appellant heeft een eigen
verantwoordelijkheid, je moet beroepsgronden aandragen,
aangeven waarom je het niet eens bent met het besluit. de
rechter is dan aan die beroepsgronden gebonden. Het begrip