Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
19-06-2007
08:51
Pagina 1
DE BEELDENAAR
JULI/AUGUSTUS 2007, 31e JAARGANG NR. 4
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 153
Alexander de Grote
(336-323 v.Chr.),
koperstuk Price1 (6,2 g).
Onbekende muntplaats
in Macedoni, eigentijds. (Collectie auteur)
DE BEELDENAAR 2007-4
153
0209-07_Bld_2007_03
Alexander de Grote
(336-323 v.Chr.),
koperstuk Price2 met
een ruiter op de keerzijde (3,9 g).
Onbekende muntplaats
in Macedoni,
323-317 v.Chr.
(Collectie auteur)
Ptolemaios II
(285-246 v.Chr.),
koperstuk B2 (14,7 g).
Alexandri. (Collectie
auteur)
19-06-2007
08:57
Pagina 154
DE BEELDENAAR 2007-4
154
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 155
diameter
gewicht
waarde
16-20 mm
14-17 mm
10-13 mm
5-8 g
3,3-4,2 g
1,2-2,2 g
4 chalkos
2 chalkos
1 chalkos
DE BEELDENAAR 2007-4
155
Ptolemaios II
(285-246 v.Chr.),
koperstuk C2 (68,5 g).
Alexandri. (Collectie
auteur)
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 156
diameter
gewicht
waarde
A1
18-22 mm
3,5-6,5 g
4 chalkos
A2
14-16 mm
ca 4,0 g
2 chalkos
A3
8-11 mm
0,6-1,2 g
1 chalkos
diameter
gewicht
waarde
B1
32-35 mm
ca 21 g
1 obool
B2
27-29 mm
13-18 g
1 obool
B3
19-22 mm
7,5-10 g
4 chalkos
B4
14-16 mm
3,0-4,6 g
2 chalkos
B5
ca 11 mm
ca 1,5 g
1 chalkos
DE BEELDENAAR 2007-4
156
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 157
Ptolemaios II
(285-246 v.Chr.),
koperstuk C4 (22,9 g).
Alexandri.
(Collectie auteur)
Ptolemaios II
(285-246 v.Chr.),
koperstuk C5 (9,2 g).
Alexandri. (Collectie
auteur)
diameter
gewicht
C1
45-48 mm
80-105 g
C2
38-42 mm
65-78 g
C3
35-36 mm
42-50 g
C4
29-30 mm
18-25 g
C5
23-25 mm
8,9-14,4 g
C6
20-21 mm
4,8-8,3 g
C7
18-19 mm
4,2-5,8 g
C8
16-17 mm
2,4-3,8 g
DE BEELDENAAR 2007-4
157
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 158
Ptolemaios III
(246-221 v.Chr.),
koperstuk C1 met
emissieteken E (91,9 g).
Alexandri. (Collectie
auteur)
diameter
D1
38-40 mm
39-51 g
D2
34-36 mm
27-32 g
D3
ca 32 mm
ca 22 g
D4
26-28 mm
13-17 g
D5
24-26 mm
8,5-12,5 g
D6
ca 21 mm
ca 5,9 g
DE BEELDENAAR 2007-4
158
gewicht
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 159
Ptolemaios III
(246-221 v.Chr.),
koperstuk D1 (44,0 g).
Alexandri. (Collectie
auteur)
Voorlopige waardeschatting
De denominaties D4 en de C6 waren
afgezien van de cirkelvormige holten
herhalingen van de obool B2 en de
halve obool B3 en zullen tegen dezelfde
waarden hebben gecirculeerd. De C1
verving waarschijnlijk de zilveren
drachme. Het gewicht van ongeveer
95 gram was zes maal de 16 gram die
de obool om en nabij woog, en daarom
mogen wij veronderstellen, dat de
andere denominaties van reeks C en D
eveneens op een voet van ongeveer
16 gram per obool zijn geslagen.
Hoewel koperen munten niet nauwkeurig werden afgewogen is het mogelijk dat bij de fabricage van de plaatjes
Waardeschatting reeks C en D:
16 gram per obool (zware standaard)
denominatie
streefgewicht
waarde
C1
96 gram
1 drachme
C2
72 gram
4 obool
C3 / D1
48 gram
3 obool
D2
32 gram
2 obool
C4 / D3
24 gram
1 obool
D4
16 gram
1 obool
C5 / D5
12 gram
6 chalkos
8 gram
4 chalkos
C6
DE BEELDENAAR 2007-4
159
0209-07_Bld_2007_03
Ptolemaios III
(246-221 v.Chr.),
koperstuk E1 (67,7 g).
Alexandri. (Collectie
auteur)
19-06-2007
08:57
Pagina 160
diameter
E1
40-43 mm
64-79 g
E2
33-36 mm
33-39 g
E3
ca 30 mm
20-24 g
E4
24-25 mm
9,3-12 g
E5
ca 20 mm
4,8-5,9 g
E6
ca 17 mm
2,7-4,9 g
E7
14-15 mm
2,0-3,3 g
E8
ca 13 mm
1,2-1,6 g
DE BEELDENAAR 2007-4
160
gewicht
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 161
diameter
gewicht
F1
37-39 mm
40-49 g
F2
29-31 mm
20-24 g
gen en de adelaar is op alle denominaties in dezelfde pose met gesloten vleugels afgebeeld. De drie hoogste denominaties werden eerst zonder een teken
uitgebracht. Daarna werd de hele reeks
met een XP monogram geslagen. Vergeleken met andere koperstukken vallen deze emissies op door de zorgvuldige
afwerking van de muntplaatjes, de kwaliteit van de stempels en de gecentreerde
slag.
De twee hoogste denominaties van
reeks E zijn later geslagen met een LI
of DI monogram en daarna met een SE
monogram, dat soms tot enkel een S is
ingekort. Deze emissietekens worden
aan de regeerperiode van Ptolemaios
IV toegerekend. Het is mogelijk, dat
deze heerser ook andere denominaties
van reeks E in omloop heeft gebracht.
Zo trof ik bijvoorbeeld een E5 met een
SE monogram aan op de website
www.cngcoins.com van Classical
Numismatic Group Inc.8 Deze munt
komt niet in de standaardwerken van
Svoronos (1904-1908) en van Kromann
en Mrkholm (1977) voor.
Ptolemaios IV voerde zelf twee
nieuwe koperstukken in, die reeks F
vormen. De F2 is een variant op de E3,
waarbij de cornucopia op de keerzijde
van links naar rechtsboven is verplaatst.
De F1 stond daarentegen aan het begin
van een nieuwe ontwikkeling, die
mogelijk samenhing met de geldontwaarding die toen plaatsvond en waaraan bij het slot van dit artikel meer
aandacht wordt besteed. Volgens Lorber (2000) werden de emissies van
reeks E bij de introductie van F1
gestaakt.
DE BEELDENAAR 2007-4
161
0209-07_Bld_2007_03
Ptolemaios IV
(221-204 v.Chr.),
koperstuk F1 (42,3 g).
Alexandri.
foto Classical Numismatic Group
19-06-2007
08:57
Pagina 162
Waardeschatting reeks E:
12 gram per obool (lichte standaard)
denominatie
streefgewicht
waarde
E1
72 gram
1 drachme
E2
36 gram
3 obool
E3
24 gram
2 obool
E4
12 gram
1 obool
E5
6 gram
4 chalkos
DE BEELDENAAR 2007-4
162
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 163
lijk voor een groter gebied waren bestemd. Mrkholm signaleert daarnaast
een reeks van drie koperen munten met
het portret van Ptolemaios III, waarvan
hij aanneemt, dat zij in Alexandri zijn
geslagen voor circulatie in het zuidelijk
deel van Griekenland.11
Inflatie ten opzichte van zilvergeld
Koperen munten werden als een ander
soort betaalmiddel dan zilveren behandeld. Belastingen en boetes, die in zilvergeld waren vastgesteld, kon men
vanwege het tekort aan zilver in koper
betalen. Er werd dan wel een extra
bedrag in rekening gebracht als agio,
die in de derde eeuw ongeveer 10%
van de hoofdsom bedroeg.12 Bewaard
gebleven documenten met financile
gegevens maakten daarom onderscheid
tussen zilver- en kopergeld.
In de laatste twee decennia van de
derde eeuw raakte de wisselverhouding
tussen beide geldsoorten in beweging.
Papyrus UPZ I 149, een ongedateerd
document uit deze periode, noteert een
koers voor de tetradrachme, die gelijk
aan 16 drachme en 51/2 obool in koper
was.13 Dit houdt in, dat de waarde van
zwaar
Ptol. I
Ptol. II
Ptol. III
licht
Ptol. II
Ptol. III
Ptol. IV
C2
E1
E1
E2
E2
F2
1 drachme
96 gram
C1
C1
72 gram
3 obool
48 gram
C3
D1
36 gram
2 obool
32 gram
D2
24 gram
C4
D3 / E3
1 obool
16 gram
B2
B2
D4
12 gram
C5
D5 / E4
8 gram
B3
B3 / C6
4 chalkos
6 gram
DE BEELDENAAR 2007-4
163
D6 / E5
E5
0209-07_Bld_2007_03
Ptolemaios IV of V
(221-180 v.Chr.),
koperstuk G1 (33,3 g).
Op de voorzijde ZeusAmmon met een grote
ramshoorn op het voorhoofd. Alexandri.
(Collectie auteur)
19-06-2007
08:57
Pagina 164
diameter
G1
34-37 mm
35-45 g
G2
20-24 mm
6,2-9,5 g
G3
18-19 mm
3,1-6,4 g
G4
13-15 mm
1,6-2,3 g
DE BEELDENAAR 2007-4
164
gewicht
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
08:57
Pagina 165
C.C. LORBER
K. MARESCH
Bronze und Silber: papyrologische Beitrge zur Geschichte der Whrung in ptolemischen
und rmischen gypten bis zum 2. Jahrhundert n.
Chr. (Opladen 1996).
O. MRKHOLM
Ptolemaios IV of V
(221-180 v.Chr.),
koperstuk G2 (7,9 g).
Alexandri. foto Classical Numismatic Group
Ptolemaios IV of V
(221-180 v.Chr.),
koperstuk G4 (2,0 g).
Alexandri. foto Classical Numismatic Group
E.T. NEWELL Five Greek bronze coin hoards (New
York 1935).
H.-C. NOESKE Die Mnzen der Ptolemer (Frankfurt am Main 2000).
M.J. PRICE The Coinage in the name of Alexander
the Great and Philip Arridaeus (Zurich 1991).
S. VON REDEN
Les
tmoignages numismatiques sur la Guerre Chrmonidienne (265-262 av. J.C.) in: Congresso Internazionale di Numismatica (Roma 11 - 16 Settembre
1961) (Roma 1965) 225-226.
W. WEISER
DE BEELDENAAR 2007-4
165
0209-07_Bld_2007_03
19-06-2007
3.
4.
5.
6.
7.
08:57
Pagina 166
www.sipiro.nl
lid NVMH
DE BEELDENAAR 2007-4
166