Você está na página 1de 7

Werkgroep 8

Ondernemingsrecht.
Gezamenlijke opdracht.
De voorwaarden voor een maatschap is dat iedere vennoot iets
moet inbrengen het doel moeten ze regelen. Kenmerken maatschap
7a:1655, minimaal 2 personen zijn vereist. Je moet gaan
samenwerken vandaar minimaal 2 personen. De overeenkomst is
vorm vrij.
Het gemeenschappelijke voordeel kan zijn kostenbesparing of winst
maken. Bijvoorbeeld secretaresses delen, tandartsstoelen.
Gemeenschappelijk doel.
Ze moeten alert zijn op het afgescheiden vermogen. Waar zij zelf
niet over kunnen beschikken en waar prive crediteuren van de
vennoten kunnen dit niet aanspreken.
Een personenvennootschap heeft gen rechtspersoonlijkheid en
daarom worden ze niet beschermd door het schild van
rechtspersoonlijkheid. Dat heeft dus te maken met
aansprakelijkheid.
Ze moeten iets inbrengen. Geld arbeid etc.
Bij uitoefening van een beroep gaat het om de persoonlijke
bekwaamheid van degene die dat beroep uitoefent.
Personenvennootschap
- overeenkomst
- gericht op samenwerking
- teneinde ieders inbreng voor gemeenschappelijke rekening
voordeel te behalen voor alle vennoten.
- Het vennootschapsrechtelijk vermogen is afgescheiden van
het vermogen van de afzonderlijke vennoten.
Er zijn drie soorten
Maatschap. 7A:1655-88.(bijzondere overeenkomsten.)
uitoefenen van een beroep onder een gemeenschappelijke naam.
Wordt vaak gebruikt bij beroepen in de persoonlijke dienstensector.
De samenwerkende vennoten (maten/partners) oefenen praktijk uit
onder gemeenschappelijke naam, bijvoorbeeld advocaten. Een
maatschap kan ook stil zijn ( niet onder gemeenschappelijke naam
naar buiten treden) de Vof en de Cv zijn bijzondere vormen van de
openbare maatschap.
Vennootschap onder firma (vof)
En de commanditaire vennootschap(cv).
Deze 2 bijzondere vormen van een openbare maatstaf staan
beschreven in het wetboek van koophandel art. 15/16.

De venootschapsovereenkomst is vormvrij. het onderscheid zich van


een arbeidsovereenkomst omdat er geen onderschiktheid aanwezig
is bij de vennoten onderling.
Voor een personenvennootschap is inbreng vereist.
Elke vennoot is tot enige inbreng gehouden. Door de overdracht van
subjectieve vermogensbestanddelen ontstaat er mede eigendom.
Theorieblok.
Historie. Boek 7a is een hele oude wet stamt uit 1838.
Drie soorten personenvennootschappen.
1. Maatschap (geregeld in boek 7A Bw .
2. VOF(bijzondere vorm van maatschap, geregeld in wvk met
schakelbepaling naar boek 7a, alles van toepassing tenzij
anders bepaald).
3. Cv ( bijzondere vorm van de VOF ( artikel 19-21 WvK
1. maatschap.
- kenmerken vind je in artikel 1655 van 7A.
I overeenkomst tussen 2 of meer personen. Dit is de kern, een
personenvennootschap is een overeenkomst waar wij een naam aan
hebben gegeven. een bijzondere overeenkomst.
a. Vormvrije overeenkomst
b. Geen rechtspersoonlijkheid
c. In principe geen eigen rechten en verplichtingen.
d. Met het oogmerk om:
II vermogensrechtelijk voordeel te behalen en met elkaar te delen.
Kostenbesparing is ook een voordeel.
- Bij de maatschap kan dit door de uitoefeningen van een
beroep of bedrijf.
- Dit kan onder gemeenschappelijke naam of niet onder
gemeenschappelijke naam.
III Je moet daarnaast samenwerken op de voet van
gelijkwaardigheid ( geen ondergeschiktheid.
IIII dit door middel van een inbreng in de gemeenschap door alle
vennoten. 7A: 1662 lid 1 dat kan in geld maar ook andere dingen.
- soorten vermogens.
A. Gebonden gemeenschap.
-van den boek. Van der linde r.o. 3.6. alle inbreng van de
vennoten.
- vennoten kunnen hier niet vrijelijk over beschikken.
Pas door uit te trede kunnen ze hun aandeel meenemen.
B. afgescheiden vermogen.
HR advocaten maatschappij. De inbreng vormt het afgescheiden
vermogen en daar kunnen de crediteurs van de vennootschap zich
op verhalen. 3.4.2.
De prive crediteuren van de vennoten kunnen zich hier niet op
verhalen.

Kenmerken VOF.
Geregeld in wvk artikel 16. En in artikel 1 staat de schakelbepaling
van de maatschap. Om de kenmerken van de VOF op te zoeken dan
kijk je naar kenmerken van de maatschap en daar zijn een aantal
afwijkingen op.
1. overeenkomst tussen 2 of meer personen.
2. Met het oogmerk om:
- vermogensrechtelijk voordeel te behalen en te delen.
- Middels de uitoefening van een bedrijf (niet een beroep)
- Onder gemeenschappelijke naam is verplicht.
- De term VOF moet ook in de naam zitten.
3. samenwerking op de voet van gelijkwaardigheid.
4. Door middel van inbreng in de gemeenschap.
- gebonden gemeenschap
- afgescheiden vermogen.
Het arrest is hier anders dan bij de maatschap, niet
advocatenmaatschappij maar de Gouw/de Hamer.
Gemeenschappelijke
Niet gemeenschappelijke
naam
naam.

Beroep

Maatschap

Maatschap

bedrijf

Maatschap, Vof, CV.

Maatschap.

De kenmerken van Cv zijn exact hetzelfde als bij de Vof. Enige


verschil is dat er 2 soorten vennoten zijn. de gewone vennoot en de
commanditaire vennoot. Artikel 19 lid 1 van wetboek van
koophandel: een investeerder, hij mag zich niet bemoeien met het
verloop van de vennootschap. Hij mag niks naar buiten doen
sowieso.
20 wetboek van koophandel, hij mag niet aan beheersdaden doen
en hij mag niet vertegenwoordigen. Maar die beheersdaden zijn
strikt genomen niet alleen externe handelingen, die kunnen ook
intern zijn. Als je in strijd hiermee handelt ben je hoofdelijk
verbonden voor alle schulden ook ten tijde dat je gewoon goed
gedroeg. Hij is in principe slechts aansprakelijk voor zijn inbreng.
Maar dus hoofdelijk aansprakelijk bij strijd met artikel 20, staat in
21. Relativering van artikel 21 is lunchroom de Katterug.
Casus 1.
Vraag 1: ik denk dat het inderdaad een maatschap is. Het betreft
namelijk een beroep ze zijn kunstschilders, en betreft het werk
daarom hun persoonlijke kwaliteiten. Daarnaast treden zij naar
buiten op onder gemeenschappelijke naam. Een startkapitaal is voor
en maatschap niet vereist, er moet een inbreng zijn door elke
vennoot 7a :1655 de inbreng bestaat er nu in dat zij elk jaar 2500

euro inbrengen. Op grond van 7a:1670 is het aandeel in de winst


van een vennoot evenredig aan zijn inbreng tenzij er anders bepaald
is. Er kan dus anders bepaald worden. samenwerken blijkt uit dat er
geen autoritaire verhouding is.
Het is ne kostenmaatschap, we hebben deze maatschap alleen om
kosten te besparen of kosten te verdelen.
Vraag 2:
Het gaat hier om beheren. Cees vraagt zich af of hij in zijn eentje
bevoegd is om postzegels te kopen in zijn eigen naam maar voor
rekening van de maatschap. Er is in de maatschapsovereenkomst
niets opgenomen over het beheer van de maatschap. Bijzonder
beding omtrent beheer dan geldt dit op grond van 1673. Maar als er
niks is geregeld is Op grond van artikel 7A: 1676 dan iedere vennoot
bevoegd tot beheer. Hij kan dit dus doen. Gebruikelijke of normale
werkzaamheden.
Beheer is in eigen naam maar wel voor rekening van de
vennootschap, denk daarbij vooral aan dagelijkse handelingen. Het
kopen van postzegels is een dagelijkse handeling, dit doet hij
waarschijnlijk in eigen naam.
Vraag 3:
In de maatschapsovereenkomst is opgenomen dat de vennoten
alleen gezamenlijk gevolmachtigd zijn om de maatschap te
vertegenwoordigen. Frits had dus geen toereikende volmacht, hij
had dit alleen met andere kunnen doen. 7A:1681 vennoot is zelf
gebonden aan ovk, tenzij het ten voordele strekt van de maatschap.
Als ze er uiteindelijk weer geld mee kunnen verdienen. Hier is wel
sprake van baattrekking en daarom is de vennootschap gebonden in
plaats van de vennoot. De crediteur wil natuurlijk dat de
vennootschap kan worden aangesproken want dan kan hij verhalen
op het afgescheiden vermogen.
Wat ook nog kan is bescherming van de derde door schijn van
volmacht, of de vennootschap kan bekrachtigen. De volmacht kan
ook nog verleend worden met terugwerkende kracht door alle
vennoten.
Vraag 4: je kunt de vennoten aanspreken naar verhouding van hun
inbreng en je kunt de vennootschap aanspreken en dan verhaal je je
uit het afgescheiden vermogen. De Hoge Raad
advocatenmaatschappij vertelt ons dit. 3.4.2 welke vorderingen heb
je en voor welke delen dat vind je in dit arrest.
Vraag 5: de eerste weg is ontbinding op grond van de wettelijke
bepaling van artikel 1683 maar hierbij wordt algeheel ontbonden.
Maar dan is er geen maatschap meer en dan kan er niet worden
voortgezet. Maar dit is regelend recht. wat vennoten mogen doen is
in de ovk bepalen dat opzegging met voortzetting door de andere
wel mogelijk is. Dat is nu niet gebeurt. Dus deze wet is niet echt

handig. Dan heb je nog de mogelijkheid van 7A:1684 dan op grond


van gewichtige redenen mag je uittreden dit moet je aanvragen bij
de rechter. Er zijn hier gewichtige redenen omdat een persoon niet
meer wil samenwerken. Je vordert dan partiele ontbinding bij de
rechter dat de vennootschap wordt ontbonden ten aanzien van Roel.
In de overeenkomst bepaal je dingen over de uittreding. Als je niks
over de uittreding hebt opgenomen in de overeenkomst, moet de
overeenkomst gewijzigd worden. De wijziging van overeenkomst kan
geschieden door instemming van ALLE vennoten. Indien een
bepaalde vennoot niet instemt, kan overgegaan worden tot partile
ontbinding, conform artikel 7a:1684 BW. Peeters moet het verzoek
indienen tot partile ontbinding.
vraag 6: 18 Wvk. Ja hij blijft aansprakelijk voor de ten tijde van zijn
uittreden bestaande verbintenissen. Maar de uitgetreden vennoot
kan verhaal nemen op zijn. Staat ook in Hoge Raad
advocatenmaatschappij. Vanaf het moment dat je inschrijft in het
handelsregister dat je bent uitgetreden ben je niet meer
aansprakelijk. Artikel 5 sub a jo. Aritkel 9 sub d. Jo. Artikel 25 lid 1
handelsregisterwet. ( in wettenbundel zetten)
Casus 2.
Vraag 1: ik denk dat Jeroen gelijk heeft. op grond van artikel 17 WvK
is elk der vennoten van een Vof bevoegd om de Vennootschap onder
firma te vertegenwoordigen. Maar in lid 2 staat dat handelingen tot
welke de vennoten volgens de overeenkomst niet bevoegd zijn niet
onder dit artikel vallen. Op grond van de schakelbepaling 15 WvK
zijn de regels van het burgerlijk wetboek ook van toepassing en dus
ook artikel 7A:1681 Bw. De vennoot die de vennootschap wilde
binden maar geen toereikende volmacht hiertoe heeft is zelf
gebonden aan de overeenkomst tenzij de overeenkomst tot
voordeel van de vennootschap strekt, en dat is nu niet het geval
aangezien het een hele dure aankoop is.
Bij maatschap= heb je niets geregeld dan ben je niet bevoegd.
Bij VOF= heb je niets geregeld dan is iedereen bevoegd.
Maar de beperking moet ingreschreven zijn in het handelsregister
29 wvk jo. 25 handelsregisterwet.
Er is nu niet ingeschreven en daarom is de vennootschap zelf
gebonden VOVC.
Stel er was wel ingeschreven dan moet je kijken nar de
maatschapsbepalingen via schakelbepaling 1 wvk. 1681 boek 7A. Is
er sprake van baattrekking of van volmacht? Als dat het geval was
kan toch de vennootschap gebonden zijn.
Dit stuk is heel belangrijk voor het tentamen.

Vraag 2: artikel 20 lid 2 Wvk een commanditaire vennoot mag geen


beheersdaden verrichten. Doet hij dit toch dan is hij hoofdelijk
aansprakelijk voor alle verbintenissen van de venootschappen, alle
verbintenissen dus ook in het verleden.
Als jij als commandiet expliciet zegt dat je commandiet bent dan
kan dit een bescherming vormen, want de derde wist het dan. De
ernstige sanctie uit 21 Hr Romano moet wel te rechtvaardigen zijn
.de Hoge Raad zegt in het kattevilder arrest dat dit te
rechtvaardigen is als de aard en de ernst van de schending er
aanleiding toe geeft. 50.000 euro aan hout is een nogal ernstige
schending van de bevoegdheid dat je niets mocht doen. Er moet
ook enig verwijt worden gemaakt aan de commandiet. In de casus
wisten ze dat het niet mocht en er is dus een verwijt te maken. wat
ook van belang kan zijn is dat jij bij derde de onjuiste
veronderstelling hebt gewekt dat je een beherend vennoot bent.
HR de Gouw de Hamel. ( gaat hier om VOF maar Cv is een
bijzondere vorm dus gaan we ervanuit deze daarom van toepassing
is.
VOCV kun je aanspreken voor de gehele schaden. Je spreek
daarvoor het afgescheiden vermogen aan.
Artiel 18 wetboek van koophandel elke gewone vennoot is hoofdelijk
aansprakelijk voor het geheel. Is dus anders dan bij de maatschap.
Als de commandieten niks fout hebben gedaan kunnen we ze allene
aansprakelijk stellen tot het bedrag van hun inbreng artikel 20 lid 3
wetboek van koophandel.
Vraag 4: nieuw toegetreden vennoot kunnen we die ook aanspreken.
Hoge Raad Carlande , een toetredend vennoot wordt hoofdelijk
aansprakelijk voor bestaande schulden.
In praktijk wordt vaak een vrijwaring afgesproken dat betekent dat
jij als vennoot toetreedt maar niet wil betalen voor alle bestaande
schulden. Die vrijwaring werkt echter alleen intern. Een derde kan
jou gewoon aanspreken maar jij kan regres nemen op de andere
vennoten. Het risico is dat ze niet betalen of dat ze failliet zijn.
Tentamen terugblik en vooruitblik.
-

let op ! noem arresten, je krijgt er punten voor.


Let op ! stappenplannen volgen, je krijgt punten per stap,
begin bij hoofdregel en werk het uit.
- Van Schilfgaarde hoorcollege werkgroepen. Focus op
werkgroepen maar zeker niet alleen vragen uit de
werkgroepen.
Er komen combinaties van onderwerpen.
Vb: oprichting van vennootschap hoe gebeurt dat, er gaat iets mis,
bestuurder wordt aangesproken hoe en door wie, om de
vennootschap te redden gaan we fuseren hoe doen we dat.

Je moet de samenhang begrijpen.

Você também pode gostar