Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
Literatuur:
-Paus, H, e.a. (2014). Portaal. Bussum: Coutinho.
-Huizinga, H., Robbe, R., (2013). Basiskennis taalonderwijs (1e druk). Groningen/Houten, Noordhoff Uitgevers.
-http://tule.slo.nl/Nederlands/F-KDNederlands.html.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding Opstart van Ik start de powerpoint taal op. De leerlingen luisteren naar de uitleg over de Digibord
+/- 5 10 de les/ Ik vertel de leerlingen dat we gaan werkvorm rotonde. Potlood/gum
min Inleiding beginnen met de werkvorm rotonde. De leerlingen voeren de opdracht uit die hoort bij de Blaadjes.
Ik leg uit wat de werkvorm rotonde werkvorm rotonde.
inhoud en laat daarbij de dia op de De leerlingen bespreken de opdracht na met de
powerpoint zien Je krijgt allemaal leerkracht.
een blaadje. Je gaat in een groepje van
vier leerlingen zitten. Je schrijft per
ronde (opdracht) op wat er staat.
Daarna schuif je je blaadje door naar de
volgende in je groepje.
Ik vertel de leerlingen dat ze in groepjes
van vier aan de gang mogen gaan
a.d.h.v. de opdracht bij rotonde
Ronde 1: Schrijf een lidwoord op (de,
het, een).
Ronde 2: Schrijf een dier op.
Ronde 3: Schrijf op wat het dier doet.
Ronde 4: Schrijf op waar het dier is.
(Rotonde = coperatieve werkvorm
voor samenwerkend leren).
Ik bespreek de opdracht met de
leerlingen Hebben ze leestekens
gebruikt?
Kern Verwerking/ Ik leg de leerlingen uit wat we gaan De leerlingen luisteren naar de uitleg. Digibord
+- 20 min kern doen bij creatief schrijven. Stap voor De leerlingen gaan stap voor stap door de opdracht Potlood/gum
stap gaan we door het stappenplan heen. Blaadjes.
heen: De leerlingen letten op het gebruik van leestekens
Blaadje 1: tijdens het schrijven.
Waar heb je vandaag gezeten? (noem
vijf plaatsen).
Blaadje 2:
Kies een plaats uit, schets (teken in het
klein) waar je hebt gezeten in woord
(geuren, kleuren, comfort, omgeving)
en beeld.
Blaadje 3:
Geef antwoord op de volgende vragen:
waar was je.. (ik was) , wat zag je
(ik zag), wat hoorde je(ik hoorde),
wat voelde je (ik voelde) , wat dacht
je (ik dacht)
welke geur rook je. (ik rook) , wat
deed je (ik deed) , wie waren erbij
Blaadje 4:
Schrijf het verhaal. Begin met: Daar
zat ik dan
Ik vertel de leerlingen dat ze tijdens het
schrijven moeten letten op het gebruik
van leestekens.
Slot +/- 5 Evalueren Ik vraag de leerlingen wat ze deze les De leerlingen antwoorden wat ze deze les hebben Digibord
nou hebben geleerd? geleerd. Potlood/gum
Ik vraag de leerlingen wat ze van deze De leerlingen antwoorden wat ze van deze Blaadjes.
werkvorm vonden? Hoe ging de werkvorm in de klas vonden. Zelf geschreven
samenwerking tijdens de werkvorm De leerlingen bespreken met de leerkracht hoe de verhalen van de
rotonde? Wat zou er de volgende keer samenwerking is verlopen in het groepje. Wat zou leerlingen.
met samenwerken anders kunnen? de volgende keer anders kunnen?
Ik geef een aantal leerlingen de beurt Een aantal leerlingen (steekproef) lezen hun
die hun verhaal mogen voorlezen aan zelfgeschreven verhaal voor. De verhalen
de klas (steekproef). Samen vergelijken vergelijken we na het voorlezen.
we de verhalen. De leerlingen leveren de schriften in bij de
Ik vertel de leerlingen dat ze de leerkracht.
schriften moeten inleveren, zodat ik de
verhalen kan lezen en eventueel de
volgende les de leerlingen even bij me
pak die het lastig vonden of fouten
hebben gemaakt.
Leerkracht interventie:
Zorg dat de alle leerlingen in groepjes van vier komen te zitten. Eventueel gelijke groepen maken.
Zorg dat je de leerlingen even denkruimte geeft bij het beantwoorden van de vragen. Vooral voor de leerlingen die langer de tijd nodig hebben om na te denken
na een vraag (zie lijst leerlingkenmerken).
De leerlingen tussendoor complimenteren geven als het goed gaat Succeservaringen en positieve benadering erg belangrijk!
Zorg dat je de leestekens extra benadrukt! Dit is herhaling van de les de dag ervoor.
Persoonlijke reflectie
Datum: 15-03-2017