Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Fleur Melse Mentor Berry van Gerwen

Klas PEH16VA Datum 04-04-2017
Stageschool Bs Karel de Grote Groep 6/7
Plaats Eindhoven Aantal lln 17
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis
Speelwerkthema / onderwerp: Gouden Eeuw, Republiek
Persoonlijk leerdoel: Ik wil orde in de klas krijgen, dit wil ik bereiken door het initiatief bij mezelf te houden zonder dit bij de kinderen weg te nemen en door
consequent te zijn.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
Einde van het jaar: Ik vraag wat de leerlingen geleerd hebben en daarna maak ik vragen van mijn lesdoelen.
Ik loop tijdens het werken rond en stel vragen over het werk.
Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende
tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en
ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en
vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines;
wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van
de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de
tijdvakken.
Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en
gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die
voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

De kinderen leren samen een mindmap te maken en taken rustig te

verdelen.

Einde van de les:

De kinderen kunnen vertellen wie Michiel de Ruyter was en welke
rol hij speelde in de oorlog met Engeland.
Ze kunnen uitleggen wat de term Rampjaar betekent.
Ze kunnen uitleggen waarom de kooplieden het liefst vrede wilden.

Beginsituatie:
De klas bestaat uit zeventien leerlingen, hiervan zijn tien leerlingen jongens en zeven leerlingen meisjes. Veel van deze kinderen zijn NT-2 kinderen,
sommige woorden in de les zullen toegelicht moeten worden. n meisje in de klas is autistisch. De klas is geneigd om veel te praten en ze werken graag
samen. De kinderen zitten in groepjes van 2-3 leerlingen.
Er is een digibord beschikbaar in de klas en iedereen heeft een werkboek en een tekstboek. Ik heb de rest van de geschiedenislessen van dit hoofdstuk
ook gegeven. De meeste kinderen vinden geschiedenis een leuke les.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
5 min. Inleiding, Ik vertel dat we geschiedenis gaan doen en
ophalen waar het over gaat, maar ik ga eerst vragen wat andere kleur.
ze nog wat ze van de vorige les weten. Ik test
wat ze van de vorige les weten door de
kinderen in hun groepje een mindmap te laten
maken. De mindmap gaat volgens het placemat
idee, zodat ik weet wie wat heeft opgeschreven.
Hierna vertel ik de lesdoelen van deze les.
15 min. Lezen/ filmpjes Ik verdeel leesbeurten en laat filmpjes zien.
20 min. Opdrachten Ik loop rond door de klas, vraag naar
maken antwoorden van kinderen help bij vragen.
5 min. nabespreken Ik doe de evaluatie van de lesdoelen.
De kinderen maken een mindmap en schrijven in een Grote bladen
Kleuren
De kinderen die een beurt krijgen lezen, de rest leest mee.
Tekstboek Wijzer door de
De kinderen kijken naar de filmpjes. tijd
Filmpje van schooltv over
Michiel de Ruijter
De kinderen maken de opdrachten zelfstandig en kunnen op Werkboek Wijzer door de
fluisterniveau hulp vragen en medeleerlingen. tijd
Tekstboek Wijzer door de
tijd
Nakijkboek Wijzer door de
tijd
De kinderen beantwoorden de vragen. -

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Ik wilde orde in de klas houden. Dit wilde ik bereiken door het initiatief bij mezelf te houden zonder dit van de kinderen weg te nemen en
consequent te zijn.

Wat deed ik?

Ik legde uit dat we een mindmap gingen maken en zette de kinderen toen aan de slag. De spullen lagen al klaar en ik heb n groepje een
andere plaats gegeven, omdat dat makkelijker was i.v.m. verschillende tafelhoogtes. Toen de kinderen bezig waren, liep ik rond en stelde ik
vragen aan de kinderen. Ik constateerde dat ik niet duidelijk was geweest in mijn uitleg, toen ik zag dat de kinderen allemaal verschillende
mindmaps aan het maken waren. Toen ik zag dat de meeste kinderen klaar waren, heb ik een tijdslimiet opgesteld. Hierdoor bleef het
rustig en konden we allemaal tegelijk bespreken. Met het lezen verdeelde ik de beurten en tijdens het maken van de opdrachten liep ik
rond en hielp ik kinderen op fluisterniveau. Ik vertelde dat de kinderen hun boeken op tafel konden leggen als ze klaar waren en dat heb
nakijkboekje rond zou gaan, zodat hier geen rumoer over kwam. Middenin de les kwam de schoolfotograaf, toen ze terug kwam herhaalde
ik de afspraak en zette ik ze weer aan het werk.
Welke betekenis had dit voor mij?
Ik was trots op het feit dan ik de rust terug kreeg na het maken van de mindmap en na de fotograaf.

Hoe nu verder?
Ik wil de volgende keer weer afspraken herhalen en de lesdoelen van te voren met de kinderen bespreken en aan het einde evalueren.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum:

Verantwoording Geschiedenis Gouden Eeuw

Uit het lesontwerp (met name de formulering van de doelen) en de verantwoording van het lesontwerp blijkt dat de student zicht heeft op
kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen.
Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende Kerndoel 53
tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en
steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die
en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als
uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Ik heb de bovenstaande kerndoelen als uitgangspunten gebruikt. Deze les ging over het tijdvak regenten en vorsten. Op www.tule.slo.nl staan Michiel de
Ruyter en de Republiek als begrippen die ze moeten kennen. Deze begrippen zijn deze les aanbod gekomen. In voorgaande lessen hebben we het ook al
over de Republiek gehad.

Uit het lesontwerp (met name de formulering van de beginsituatie) en de verantwoording van het lesontwerp blijkt dat de student zicht heeft
op een gemiddeld ontwikkelingsniveau van kinderen in zijn/ haar klas. In de formulering van de beginsituatie is zichtbaar dat gerichte
analyse en observatie aan de basis heeft gelegen van de vaststelling ervan.
In de beginsituatie staat aangegeven wat de leerlingen al eerder behandeld hebben, maar ook pedagogische informatie, zoals: het aantal
leerlingen, de verdeling jongens/meisjes etc.

Werk- en groeperingsvormen zijn afgestemd op specifieke kenmerken van de groep n op specifieke kenmerken van vakdidactiek.
De kinderen werken graag samen, houden van praten over van alles en nog wat en vinden geschiedenis een leuk vak. Omdat ze graag
samen werken, ik graag mijn vorige lessen evalueer en de kinderen de informatie van voorgaande lessen wil laten herhalen, laat ik ze in hun
groepje een mindmap maken. We hebben de mindmaps klassikaal besproken en hebben daarna samen gelezen en een filmpje over het
onderwerp gekeken, daarna heb ik ze zelfstandig de opdrachten laten maken. Ik heb ze dit zelfstandig laten doen, omdat ze met de
mindmaps al samen bezig zijn geweest en het anders onrustig wordt en de kinderen minder aan geschiedenis werken, maar meer over
koetjes en kalfjes gaan praten.

Werk- en groeperingsvormen zijn functioneel ondersteunend bij het behalen van de lesdoelen.
Met de mindmap herhalen ze de stof van de vorige lessen en kan ik controleren of ze de informatie opgeslagen hebben. Door ervoor te
kiezen om de kinderen zelfstandig de opdrachten te laten maken, zijn de kinderen de les nog serieus aan het maken. Waar nodig helpen de
kinderen elkaar of kom ik langs. Achteraf bespreken we de les en de lesdoelen nog eens.

De proces- en productdoelen worden expliciet gevalueerd met de kinderen.

De lesdoelen worden van tevoren benoemd en achteraf nog eens besproken.

De werkvormen die worden gehanteerd bij evaluatie zijn passend bij vakdidactiek en sluiten aan op specifieke kenmerken van de groep.
De kinderen vertellen of ze de lesdoelen hebben behaald, wat ze hebben geleerd en beantwoorden mijn vragen over de lesdoelen. Ik stel
vragen aan veel verschillende kinderen om een breder beeld te krijgen.