Você está na página 1de 5

annotatie Ars Aequi april 2017 327

Annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20170327

Particuliere geharmoniseerde
normen: het HvJEU gunt zichzelf
rechtsmacht
Prof.dr. A.C.M. Meuwese

HvJ EU 27 oktober 2016, ECLI:EU:C:2016:821, C-613/14 (James Elliott Construction v


Irish Asphalt)

Feiten en de procedure bij het Hof van Justitie bedrag op Irish Asphalt verhaald. De aanwezigheid van
James Elliott klinkt als een held uit een Ierse roman, pyriet in het door Irish Asphalt geleverde materiaal met
maar is de naam van een groot bouwbedrijf. De zaak de naam Clause 804 zou de oorzaak zijn van de scheuren.
James Elliott Construction v IrishAsphalt betreft een Het Ierse High Court oordeelde in 2011 als rechter in eer-
ogenschijnlijk eenvoudige wanprestatiekwestie die in ste aanleg in civiele zaken dat de claim van James Elliott
Ierland speelde, maar werd d klassieker van het seizoen Construction juridisch stand hield. De overeenkomst
op het terrein van institutionele vraagstukken rond har- tussen de twee bedrijven voorzag in de levering van het
monisatie. De conclusie van advocaat-generaal Campos bewuste toeslagmateriaal volgens de specificaties van de
Sanchez-Bordona had veel losgemaakt in de wereld van Ierse norm voor toeslagmaterialen (I.S. EN 13242:2002),
het Europese institutionele recht wegens drie nogal boude die de Europese norm EN 13242:2002 toepaste.2 De
stellingen waarmee hij zijn conclusie onderbouwde: conclusie dat het materiaal in verschillende opzichten,
met name wat betreft het zwavelgehalte, niet voldeed aan
a) het gebruik van nieuweaanpakrichtlijnen mag niet afdoen aan de
deze norm kwam tot stand op basis van een onderzoek dat
prejudicile bevoegdheid van het Hof; b) de Commissie oefent een aan-
zienlijke controle uit op de procedure voor de opstelling van geharmo- uitgevoerd werd vijf jaar na de levering en de verwerking
niseerde technische normen door het CEN, en c) het CEN functioneert van het materiaal bij de bouw. Daardoor was Irish Asphalt
als normalisatieorganisatie van de Europese Unie onder regie van de volgens de rechter in eerste aanleg tekortgeschoten in de
Europese Unie.1 op haar krachtens Section 14, lid 2, van de Sale of Goods
Act rustende verplichting om toeslagmateriaal te leveren
Maakt het Hof van Justitie de hooggespannen verwachtin- dat van gebruikelijke handelskwaliteit was en dat ge-
gen ook waar? schikt [was] voor [het beoogde] gebruik.3 In hoger beroep
Eerst de feiten nog even op een rijtje. James Elliott bij het Supreme Court gaf een op EU-recht gebaseerd
had in Dublin een jeugdcentrum opgeleverd, de Bally- argument van Irish Asphalt aanleiding tot het stellen van
mun Central Youth Facility, en bij de bouw ervan gebruik prejudicile vragen aan het Hof van Justitie van de Euro-
gemaakt van materiaal geleverd door Irish Asphalt. Nadat pese Unie (HvJEU of Hof).
de vloeren en de plafonds scheuren gingen vertonen, heeft Dat argument luidt als volgt. Als eenmaal een Euro-
James Elliott Construction voor meer dan 1,5 miljoen euro pese norm als EN 13242:2002 bestaat, zou het voldoende
herstellingswerkzaamheden uitgevoerd en vervolgens dit moeten zijn om daaraan te voldoen, conform de oorspron-

1 Conclusie van advocaat-generaal M. Campos 2 Geharmoniseerde norm EN 13242:2002 over Toe- 3 HvJ EU 27 oktober 2016, ECLI:EU:C:2016:821,
Sanchez-Bordona van 28 januari 2016, ECLI:EU: slagmaterialen voor ongebonden en hydraulisch C-613/14 (James Elliott Construction Limited
C:2016:63 in zaak C613/14 (James Elliott Con- gebonden materialen voor civieltechnische en tegen Irish Asphalt Limited), r.o.27.
struction Limited tegen Irish Asphalt Limited), 41. wegenbouw.
328 Ars Aequi april 2017 annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20170327

kelijke bijbehorende testprocedures en onafhankelijk van geen wanprestatie aangenomen kan worden, althans niet
nationale regels van privaatrecht. Anders gezegd, Irish zonder dat nadere nationaalrechtelijke eisen hieromtrent
Asphalt betoogde dat dergelijke normen vrgaan op als de facto technische voorschriften gemeld hadden
dergelijke nationale regels. De relevante juridische vraag moeten worden?
zou dan alleen nog maar luiden of het geleverde materiaal Om aan de beantwoording van deze vraag toe te kunnen
ten tijde van de levering aan de norm voldeed. De Ierse komen, moest bij het Hof van Justitie echter eerst een
rechter zou deze toets dan vervolgens niet kunnen gaan grote institutionele hobbel genomen worden. Want heeft
invullen met algemene privaatrechtelijke normen (in casu het Hof eigenlijk wel rechtsmacht over dit type technische
het begrip handelskwaliteit en het criterium geschikt normen en kan het zich dus wel uitspreken over de inter-
voor het aan de leverancier meegedeelde gebruik). Nu dat pretatie ervan?
wel is gebeurd had de rechterlijke uitspraak volgens Irish De eerste prejudicile vraag luidt dan ook:
Asphalt bij de Europese Commissie (hierna ook: Com-
1) a) Wanneer de bepalingen van een privaatrechtelijke overeen-
missie) moeten worden gemeld omdat het een de facto
komst een partij verplichten een product te leveren dat is vervaardigd
technisch voorschrift (zie onder) betrof. in overeenstemming met een nationale norm die de omzetting vormt
Eigenlijk is het best wrang dat, zeker mondeling, aan dit van een Europese norm die is vastgesteld overeenkomstig een door
arrest zal worden gerefereerd als James Elliott terwijl het de Commissie uit hoofde van de bouwproductenrichtlijn (89/106)
(de advocaat van) Irish Asphalt was die met deze radicale verstrekt mandaat, is de uitlegging van die norm dan een aangele-
genheid waarover het Hof van Justitie van de Europese Unie om een
visie op de nationaalrechtelijke consequenties van de Nieu-
prejudicile beslissing kan worden verzocht krachtens artikel 267
we Aanpak kwam hoewel deze, zoals we hieronder zullen VWEU?5
zien, zeker niet meteen verheven is tot positief recht. Wat
hield de Nieuwe Aanpak ook alweer in? Deze andere stijl Ter beantwoording van deze vraag werpt het Hof de vol-
van harmoniseren, die gezien de ingangsdatum van 1985 gende uitgangspunten op:
overigens niet meer zo nieuw is, komt erop neer dat de
33 Om te beginnen zij opgemerkt dat de in het hoofdgeding aan de
EU-wetgever richtlijnen aanneemt die alleen de essentile
orde zijnde technische norm I.S. EN 13242:2002 volgens de ver-
eisen die gelden voor producten en diensten aangeboden wijzingsbeslissing de omzetting van de geharmoniseerde norm EN
in de interne markt bevatten. Voor de nadere uitwerking 13242:2002 in Iers recht door de Ierse normalisatieautoriteit vormt.
hiervan vaardigt de Europese Commissie een verzoek uit Welke betekenis toekomt aan de eerste norm, hangt dus rechtstreeks
richting de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) af van de uitlegging van de tweede norm.
34 Voorts zij eraan herinnerd dat het Hof volgens de rechtspraak
en het Europees Comit voor elektrotechnische normali-
bevoegd is om handelingen uit te leggen die weliswaar zijn vast
satie (CENELEC), die met geharmoniseerde normen en gesteld door organen die niet kunnen worden aangemerkt als instel-
specificaties komen die aan deze essentile eisen voldoen. lingen, organen en instanties van de Unie, maar die naar hun aard
De totstandkoming van deze normen vindt plaats op basis wel maatregelen ter uitvoering of toepassing van een handeling van
van een mandaat van de Europese Commissie. Vervolgens Unierecht zijn (zie in die zin arresten van 20 september 1990, Sevince,
C-192/89, EU:C:1990:322, punt 10, en van 21 januari 1993, Deutsche
moeten overheden in de lidstaten erkennen dat produc-
Shell, C-188/91, EU:C:1993:24, punt 17). Een dergelijke oplossing
ten die voldoen aan de geharmoniseerde normen geacht wordt namelijk gerechtvaardigd door het doel zelf van artikel 267
worden in overeenstemming te zijn met Europees recht.4 VWEU, te weten de uniforme toepassing in de Unie te verzekeren van
De gedachte is dat dit geen afbreuk doet aan het vrijwil- alle bepalingen die deel uitmaken van de rechtsorde van de Unie, ten-
lige karakter van het toepassen van deze geharmoniseerde einde te voorkomen dat zij andere gevolgen hebben naargelang van
de uitlegging die er in de verschillende lidstaten aan wordt gegeven
normen, aangezien producenten en dienstverleners nog
(arrest van 20 september 1990, Sevince, C-192/89, EU:C:1990:322,
steeds vrij zijn om op een andere manier te bewijzen dat punt11).
wat zij aanbieden conform de Europese essentile eisen 35 Bovendien heeft het Hof ook reeds gepreciseerd dat de omstandig-
is. Ten slotte is van belang dat technische voorschriften, heid dat een handeling van Unierecht geen juridisch bindende wer-
een ruim begrip dat ziet op nationaalrechtelijke techni- king heeft, er niet aan in de weg staat dat het Hof in een krachtens
artikel 267 VWEU ingeleide prejudicile procedure uitspraak doet
sche specificaties of andere eisen of regels die de jure of de
over de uitlegging ervan (arrest van 21 januari 1993, Deutsche Shell,
facto moeten worden nageleefd wil een product of dienst in C-188/91, EU:C:1993:24, punt 18).
een bepaalde lidstaat aangeboden mogen worden, gemeld
worden bij de Europese Commissie. Na een aantal overwegingen aangaande de verhouding tus-
De juridische vraag die in Ierland speelde ging over de sen de particuliere geharmoniseerde norm en publiekrech-
impact die deze geharmoniseerde normen hebben op het telijke Europese regels, komt het Hof tot de conclusie dat
recht van de lidstaten. Is er nog ruimte voor een natio-
40 [u]it het voorgaande volgt dat een geharmoniseerde norm als die
naalrechtelijk begrip als handelskwaliteit of betekent
welke in het hoofdgeding aan de orde is, die krachtens richtlijn 89/106
een oorspronkelijk technisch oordeel dat een product in is vastgesteld en waarvan de referentiegegevens zijn bekendgemaakt
overeenstemming is met een norm ook dat vervolgens

4 In casu is dat onder andere geregeld in art.4, lid zij worden gebruikt, mits behoorlijk ontworpen en deze richtlijn, met inbegrip van de overeenstem-
2, van Richtlijn 89/106/EEG: De lidstaten gaan gebouwd, aan de in artikel 3 bedoelde fundamen- mingsbeoordelingsprocedures van hoofdstuk V en
ervan uit dat de [voor de bouw bestemde] produc- tele voorschriften kunnen voldoen, indien deze de procedure van hoofdstuk III [...].
ten geschikt voor gebruik zijn wanneer zij van producten voorzien zijn van de CE-markering die 5 R.o.31.
zodanige aard zijn dat de [bouw]werken waarin aangeeft dat zij voldoen aan alle voorschriften van
arsaequi.nl/maandblad AA20170327 annotatie Ars Aequi april 2017 329

in het Publicatieblad van de Europese Unie, deel uitmaakt van het gestelde normen waarnaar in norm EN 13242:2002 wordt verwezen,
Unierecht, aangezien aan de hand van de bepalingen van een der- en dat die tests moeten worden verricht tijdens de productie of bij
gelijke norm wordt vastgesteld of het in artikel 4, lid 2, van richtlijn levering
89/106 neergelegde vermoeden al dan niet van toepassing is op een
bepaald product.
41 Wanneer een product voldoet aan de technische eisen die in een of dat
dergelijke norm zijn geformuleerd, kan immers worden vermoed dat
dit product voldoet aan de in richtlijn 89/106 neergelegde fundamen- de niet-naleving van de norm (en dus de niet-nakoming van de over-
tele voorschriften. Hieruit volgt dat dit product op het grondgebied eenkomst) [kan] worden vastgesteld op basis van later verrichte tests
van alle lidstaten van de Unie vrij mag worden vervoerd, in de handel indien uit de resultaten daarvan logischerwijs moet worden geconclu-
gebracht en gebruikt, wat inhoudt dat de lidstaten op grond van ar- deerd dat het product niet in overeenstemming is met de norm?7
tikel 6, lid 1, van deze richtlijn met name geen aanvullende vereisten
voor de effectieve toegang van deze producten tot de markt en voor In n van de vervolgvragen formuleert de verwijzende
het gebruik ervan op hun grondgebied mogen vaststellen (zie in die Ierse rechter het nog wat anders: als een wegens niet-
zin arrest van 16 oktober 2014, Commissie/Duitsland, C-100/13, EU:
nakoming van een privaatrechtelijke overeenkomst als
C:2014:2293, punten 55, 56 en 63).
42 Dat de conformiteit van een bouwproduct met de in richtlijn gevolg van de niet-vervulling van een voorwaarde betref-
89/106 neergelegde fundamentele voorschriften in voorkomend geval fende de gebruikelijke handelskwaliteit of de geschiktheid
ook kan worden aangetoond op een andere manier dan door het bewijs voor gebruik van een in overeenstemming met de norm
te leveren dat dit product in overeenstemming is met geharmoniseer- EN 13242:2002 vervaardigd product bij de nationale rech-
de normen, neemt niet weg dat een geharmoniseerde norm bepaalde
ter voorligt,
rechtsgevolgen heeft.
43 Overigens zij opgemerkt dat de opstelling van een dergelijke
is die rechter dan verplicht uit te gaan van het vermoeden dat het
geharmoniseerde norm weliswaar is opgedragen aan een privaat
product van gebruikelijke handelskwaliteit is en geschikt is voor
rechtelijke instelling, maar een noodzakelijke en door de fundamen
het beoogde gebruik, en zo ja, kan een dergelijk vermoeden alleen
tele voorschriften uit deze richtlijn strikt afgebakende maatregel
worden weerlegd door het bewijs van niet-naleving van de norm EN
vormt die op initiatief van de Commissie alsook onder de leiding en
13242:2002 aan de hand van onderzoek dat in overeenstemming met
het toezicht van de Commissie wordt doorgevoerd. Deze norm heeft
de in de norm EN 13242:2002 genoemde tests en protocollen is uit
slechts rechtsgevolgen voor zover de Commissie vooraf de refe-
gevoerd op het ogenblik van de levering van het product?8
rentiegegevens ervan heeft bekendgemaakt in de C-reeks van het
Publicatieblad van de Europese Unie.
Een andere kwestie is die of voorschriften van nationaal
Aanvullend overweegt het Hof: recht die [het bestaan] van [impliciete contractuele] bedin-
gen met betrekking tot de gebruikelijke handelskwaliteit,
46 Zoals gellustreerd is in het arrest van 16 oktober 2014, Com-
de geschiktheid voor gebruik of andere kwaliteitsaspecten
missie/Duitsland (C-100/13, EU:C:2014:2293), draagt de Commissie
bovendien, door middel van het in artikel 258 VWEU bedoelde beroep impliceren9 gemeld hadden moeten worden als technische
wegens niet-nakoming, zorg voor de volle werking van de geharmo- voorschriften (en derhalve bij verzuim daarvan door de
niseerde normen. Zo heeft het Hof in dat arrest aangenomen dat de rechter buiten toepassing gelaten hadden moeten worden).
betrokken lidstaat was tekortgeschoten in de krachtens de artikelen In de beantwoording van deze vragen (er zijn er nog
4, lid 2, en 6, lid 1, van richtlijn 89/106 op hem rustende verplich-
twee meer, maar die blijven hier omdat ze een hoog tech-
tingen doordat hij, met betrekking tot bouwproducten die onder
verschillende geharmoniseerde normen vielen, aanvullende vereisten nische gehalte hebben en het Hof uiteindelijk toch niet
had vastgesteld voor de effectieve toegang van deze producten tot de aan beantwoording ervan toekomt buiten beschouwing)
markt en het gebruik ervan op het Duitse grondgebied. legt het Hof de nadruk op het niet-bindende karakter
van geharmoniseerde normen, noch wat de wijzen betreft
Het antwoord op de eerste, en vanuit institutioneel oog- waarop kan worden vastgesteld dat een bouwproduct be-
punt meest belangrijke, vraag luidt dan dat antwoordt aan de contractuele specificaties, noch wat het
ogenblik betreft waarop deze vaststelling dient plaats te
artikel 267, eerste alinea, VWEU aldus moet worden uitgelegd dat
vinden.10 De Europese richtlijn heeft als doel de handels-
het Hof bevoegd is om een geharmoniseerde norm in de zin van arti-
kel 4, lid 1, van richtlijn 89/106 [] uit te leggen in een prejudicile belemmeringen uit de weg te ruimen door voorwaarden te
beslissing.6 scheppen waaronder bouwproducten vrij kunnen worden
verhandeld binnen de Unie11 en beoogt alleen de harmo-
Ondanks het gegeven dat dit een annotatie in de rubriek nisatie van de bepalingen inzake de toegang van deze pro-
Europees institutioneel recht betreft, worden de mate ducten tot de markt12 en niet de harmonisatie [] van de
rieelrechtelijke prejudicile vragen en bijbehorende ant- voorwaarden en de voorschriften voor het concrete gebruik
woorden hieronder kort behandeld. van bouwproducten bij hun opneming in gebouwen [].13
De Ierse rechter vroeg zich af of Daarom mag richtlijn 89/106 dan ook niet aldus worden
uitgelegd dat zij de eventueel impliciete nationale
de naleving of niet-naleving van de [geharmoniseerde] norm uitslui-
regels die van toepassing zijn op de overeenkomsten voor
tend kan worden vastgesteld aan de hand van conformiteitstests op
basis van de (buiten het verstrekte mandaat) door het CEN vast de verkoop van bouwproducten, harmoniseert.14 Dit leidt

6 R.o.47. 10 R.o.53. 12 R.o.51.


7 R.o.31. 11 R.o.50. Het Hof verwijst hier naar HvJ EU 18 13 R.o.51.
8 R.o.31. oktober 2012, ECLI:EU:C:2012:634, C385/10 14 R.o.58.
9 R.o.31. (Elenca), r.o.15.
330 Ars Aequi april 2017 annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20170327

tot het concrete antwoord dat het vermoeden van ge- deel uitmaken van het Unierechtelijke acquis. Zoals we
schiktheid voor gebruik, een cruciaal mechanisme binnen hebben gezien, verklaart het Hof zichzelf bevoegd op
de Nieuwe Aanpak, niet [geldt] wanneer in het kader van grond van een instrumentele interpretatie van artikel 267
een contractueel geschil moet worden beoordeeld of een VWEU: de rechtsmacht van het Hof moet immers zodanig
van de partijen bij de overeenkomst een nationaal vereiste afgebakend zijn dat hij de uniforme toepassing van alle
van contractuele aard heeft nageleefd. Geharmoniseerde bepalingen die deel uitmaken van de Unie kan verzeke-
normen gaan dus zeker niet per definitie vr. ren.16
Over de vraag rond de melding van veronderstelde tech- Bij wijze van zijpaadje is het interessant dat het Hof
nische voorschriften, waarvan een positieve beantwoor- hier een andere interpretatiemethode hanteert dan de
ding de effecten van de Nieuwe Aanpak op het nationale Nederlandse Hoge Raad in de Knooble-zaak, die ook ging
privaatrecht flink zou vermeerderen, is het Hof helder. over de status van normen vastgesteld in het kader van
Nationale maatregelen kunnen slechts als andere eisen normalisatie, maar dan in een nationaalrechtelijke con-
worden aangemerkt wanneer zij voorwaarden vormen die text.17 Normen van het Nederlands Normalisatie Instituut
de samenstelling, de aard of de verhandeling van het des- (NEN), aangehaald in het Bouwbesluit en de Regeling
betreffende product op significante wijze kunnen benvloe- Bouwbesluit, kunnen volgens de Hoge Raad geen publiek-
den, met dien verstande dat voorschriften van algemene rechtelijke status krijgen en konden meer in het bijzonder
aard niet dergelijke voorwaarden kunnen uitmaken en niet kwalificeren als algemeen verbindende voorschriften
dus niet als andere eisen kunnen worden aangemerkt.15 omdat een formele publiekrechtelijke regelgevende
De nationale bepalingen uit het hoofdgeding (bepaalde uit bevoegdheid ontbreekt. Hoewel de vraag die voorlag niet
het Ierse privaatrecht voortvloeiende impliciete voor- exact dezelfde was, is het toch interessant dat het Hof van
waarden inzake de handelskwaliteit van de verkochte Justitie, onder andere verwijzend naar het arrest Deutsche
producten en de geschiktheid ervan voor gebruik) zijn dus Shell,18 juist naar de aard van de normen kijkt. De recht-
simpelweg geen technische voorschriften die vooraf bij de vaardiging hiervoor vindt het Hof in een bekende riedel:
Commissie hadden moeten worden aangemeld. het doel van artikel 267 VWEU is de uniforme toepassing
van het Europese recht te verzekeren om een uiteenlopen-
de uitlegging ervan in de lidstaten te voorkomen.
Noot

De prejudicile vragen in deze zaak vallen uiteen in twee Zelfbeperking?


categorien: institutionele kwesties (vallen geharmoni- Na deze institutionele donderslag uitgedeeld te hebben,
seerde normen van CENELEC/CEN onder de rechtsmacht neemt het Hof echter gas terug. Eerst gebeurt dat op het
van het Hof van Justitie en, breder, wat is hun juridische tweede aspect van de institutionele vraag: het gegeven
status binnen het Europese recht eigenlijk?) en kwesties dat het Hof hier de eigen rechtsmacht uitbreidt alsof het
van meer materile aard (de manier waarop deze normen vanzelfsprekend is, betekent nog niet dat een geharmo-
doorwerken in het nationale recht). Op de achtergrond niseerde norm juridisch bindend is.19 Ook de A-G had dit
speelt een vraag die de rechtsgeleerde gemoederen al overigens niet expliciet betoogd, maar hij had een stevige-
langer bezighoudt: moeten we Europese normalisatie- re status voor de geharmoniseerde normen dan tot nu toe
instituten toch nog steeds zien als particuliere clubjes, of werd aangenomen ook niet ontkend. Een van de redenen
wordt het tijd om ze als regelgevende instanties te zien en dat zijn conclusie tot zoveel speculatie heeft geleid,20 is dat
aan bestuursrechtelijke controle te onderwerpen? hij de verbinding legde met de bredere Europese discussie
over delegatie. Volgens de A-G geeft

[z]owel de mogelijkheid van de lidstaten en het Europees Parlement


Rechtsmachtuitbreiding
om formeel bezwaar te maken alsook het handelen van de Commis-
Op die laatste, grote vraag komt nog niet meteen een sie voorafgaand aan de publicatie van geharmoniseerde technische
antwoord. Wel wordt de rechtsmachtkwestie opgehelderd normen [] aan dat hier sprake is van gecontroleerde delegatie van
en biedt het antwoord van het Hof ruimte voor verdere regelgeving aan een privaatrechtelijke normalisatie-instelling.21
ontwikkeling van de doctrine op het punt van de status
van geharmoniseerde normen. Om over zijn eigen rechts- Eerdere rechtspraak van het Hof heeft namelijk de eis
macht in dezen te beslissen moet het Hof in essentie gesteld dat delegatie minstens aan rechterlijke controle
antwoord geven op de vraag of geharmoniseerde normen onderwerpen moet zijn.22

15 R.o.69. Het Hof verwijst hier naar HvJEU 10 juli C-188/91 (Deutsche Shell). lawblog.eu/2016/05/27/harmonised-european-
2014, ECLI:EU:C:2014:2058, C307/13 (Ivansson 19 R.o.35. standards.
e.a.), r.o.26 en 27 en aldaar aangehaalde recht- 20 De conclusie was voor de directeur juridische 21 Conclusie van advocaat-generaal M. Campos
spraak. zaken van CENELEC en CEN zelfs aanleiding om Sanchez-Bordona, 59.
16 R.o.34. een defensieve blogpost te schrijven. B. Schettini 22 HvJ 13 juni 1958, ECLI:EU:C:1958:7, C-9/56
17 HR 22 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW0393, AB Gherardini, Harmonised European Standards (Meroni) en HvJEU 22 januari 2014, ECLI:EU:C:
2012/228, NJ 2012/397 (Knooble BV Nederland). and the EU Court of Justice: Beware not to Open 2014:18, C-270/12 (ESMA).
18 Arrest van 21 januari 1993, ECLI:EU:C:1993:24, Pandoras Box, 27 mei 2016, http://european-
arsaequi.nl/maandblad AA20170327 annotatie Ars Aequi april 2017 331

Het Hof hapt echter niet op deze uitnodiging van de A-G van de Europese Commissie slechts een vermoeden van
om deze belangrijke legitimiteitskwestie rond normalisa- conformiteit ontstaat. Ook zijn de oorspronkelijke test-
tie (is ook dit delegatie?) ook maar meteen op te lossen. procedures op grond waarvan een keurmerk verkregen
Het enige wat het Hof van Justitie in James Elliott doet is kan worden niet zaligmakend. De Nieuwe Aanpak is dus,
de poorten openzetten voor rechterlijke interpretatie van ook na dit voor wat de rechtsmachtkwestie betreft wel
geharmoniseerde normen. Hij geeft behalve de geruststel- baanbrekende arrest, geen vehikel voor verdergaande har-
ling dat de Nieuwe Aanpak vooralsnog niet rigoureus op monisatie van nationaal privaatrecht. Wel zou het kunnen
de schop gaat nog niet veel aanwijzingen omtrent hoe dat het Hof in de toekomst, in het kader van een prejudi-
ver hij daarin zal gaan. Ook moeten we niet vergeten dat cile procedure, in zijn interpretatie van geharmoniseerde
dit arrest allerminst betekent dat het Hof ook bereid zal normen gaat afwijken van die van de experts die tot aan
zijn de legaliteit van geharmoniseerde normen te toetsen dit arrest op dit vlak het rijk alleen hadden.
in het kader van een rechtstreeks beroep. Integendeel, Vertaald naar de nationaalrechtelijke procedure zal dit
ondanks dat nu duidelijk is dat een particuliere geharmo- voor Irish Asphalt neerkomen op een pyrrusoverwinning:
niseerde norm deel uitmaakt van het Unierecht blijven een Iers juridisch concept als handelskwaliteit wordt
de opstellers ervan organen die niet kunnen worden aan- niet van tafel geveegd door de nieuw verworven rechts-
gemerkt als instellingen, organen en instanties van de macht van het Hof van Justitie. Het Hof gebruikt immers
Unie,23 een vereiste om te vallen onder de restcategorie de klassieke tactiek van twee stappen vooruit, n stap
handelingen van artikel263 VWEU. terug en wendt deze rechtsmacht vooralsnog niet aan om
het systeem van de Nieuwe Aanpak ook daadwerkelijk op
zijn kop te zetten. Wel kunnen we in de toekomst allerlei
Terug naar het materile geschil interessante zaken verwachten waarin nationale rechters
Wat betekent dit nu voor de materile vragen en voor het met sterkere casus (de argumentatie van Irish Asphalt
geschil zoals dat speelt in Ierland? Het Hof benadrukt dat viel toch wel een beetje in de categorie nice try) gaan ver-
er door naleving van een geharmoniseerde norm die door kennen wat het Hof wl wil zeggen over de werking van
CEN of CENELEC is opgesteld op grond van een mandaat geharmoniseerde normen.

23 Zie uitgebreider over deze kwestie: M. Medzma- Standard-Provision of EU Law!, 24 januari 2017,
riashvili, A Harmonised European (Technical) http://europeanlawblog.eu/2017/01/24/a.

Você também pode gostar