Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
116 117
moderne architectuur niet als een stijl, maar als een beweging De laatste pijler die Richards ontleende aan de medische wereld
met een meer revolutionair doel: een totaal nieuwe relatie was die van onderzoek georganiseerd om kennis en bronnen te
creren tussen architectuur en maatschappij. In tegenstelling verbeteren en ter beschikking van iedere architect te stellen.6
tot veel van zijn modernistische medestanders, verzette hij Deze kennis zou niet alleen de basis moeten vormen van de
zich ook tegen personencultus en tegen het individuele ego, opleiding van iedere architect, maar van wat de architect
en geloofde hij in de kracht van een anonieme architectuur. verkoopteerder dan zijn culturele kapitaal, merk, persoonlijk-
Hij verwierp het idee van het nieuwe omwille van het nieuwe, heid of status. In plaats van in een praktijk ingebed te zitten,
en geloofde evenmin dat vooruitgang gezien kan worden als een zouden onderzoeksresultaten in het veld verspreid moeten
opeenvolging van afzonderlijke realisaties door individuen, worden om de kwaliteit van het beroep te verbeteren.
opmerkend dat we het verrassend moeilijk hebben gevonden
om aan de negentiende-eeuwse conceptie van de sterarchitect Dit waren volgens Richards geen onmogelijke aspiraties,
te ontsnappen.5 aangezien hij ze vlak na de oorlog beoefend zag in Britse
Zijn alternatief bestond erin te leren van het beroep van overheidsinstanties zoals de County Councils Architects
medicus, en dan vooral van de drie pijlers waarop diens professi- Departments in Hertfordshire en Londen. Hoewel ze niet
onaliteit berust: goed ontwikkelde vaardigheid; onmiddellijke officieel verbonden waren aan architectuuronderwijs, werd
beschikbaarheid waar en wanneer die is vereist; en onderzoek vooral die laatste een magneet, een finishing school voor een
dat bijdraagt tot de ontwikkeling van een corpus van archi- generatie jonge, ambitieuze architecten in Groot-Brittanni,
tecturale kennis die het beroep als geheel kan verbeteren. en bovendien, op dat moment, de grootste architectenwerkge-
Het resultaat, zo werd gehoopt, zou het vertrouwen van het ver in Europa. Ook het brutalisme, dat sindsdien geassocieerd
publiek herstellen, en zou architectuur opnieuw vestigen als een wordt met de architectuur van de Britse verzorgingsstaat,
alomvattende ontwerpactiviteit ten dienste van de maatschappij. is op deze manier verspreid.
De tentoonstelling Public Works van OMA op de
De vaardigheden die Richards beschreef gaan verder dan een Venetiaanse architectuurbinnale van 2012 bevatte een verza-
essentieel vermogen tot ontwerp, gecombineerd met kennis van meling van dergelijke anonieme architectuur, gerealiseerd
de nieuwste materialen en techniekenze omvatten ook een tussen de jaren 1960 en 1970 door architecten tewerkgesteld
vorm van ethiek. Hij geloofde namelijk dat een architect niets door het Greater London Council, de afdeling Publieke Werken
te maken zou mogen hebben met een opdracht die winst op van Amsterdam, de Nederlandse Rijksgebouwendienst, de
de eerste plaats stelt, die schadelijk is voor het milieu, of die Senatsbauverwaltung van West-Berlijn, en werk van verschil-
slechts een oplossing op korte termijn biedt. De kritiek van lende architecten in Frankrijk en Itali als leden van speciale
Richards dat 40 jaar geleden het beroep meer met nieuwheid architectenraden die de publieke sector adviseerden op het
en originaliteit begaan was in plaats van gewoon te doen, vlak van architectuur en stedenbouw.7
zou vandaag net zo goed toepasbaar kunnen zijn. De gebouwen van deze anonieme bureaucraten waren op zichzelf
Richards interpreteerde de tweede pijler als volgt: ar- herosche, brutalistische statements, maar ze waren eerder
chitectuurdiensten moeten lokaal zijn. Met andere woorden: ontworpen voor het algemeen welzijn dan voor de individuele
architecten zouden idealiter moeten wonen waar ze werken glorie. Als zodanig vertegenwoordigen ze een manifestatie van
en hun verantwoordelijkheid nemen voor het ontwerp van goede architectuur als proces en product volgens het model van
hun lokale omgeving. Ze zouden vertrouwd moeten zijn met Richards, met echter n belangrijke uitzondering: de vervreem-
de buurt waarin ze leven, met de problemen en met de moge- ding van het publiek van de smaak van architecten
lijkheden ervan. Zo zouden relaties op lange termijn kunnen een verwijdering waaronder de architectuur nog altijd lijdt.
ontstaan, zouden architecten betrokken worden zowel bij Het is bijna onmogelijk zich vandaag een model voor te stellen
politieke besluitvoering als bij de implementatie, en zouden voor een architectuurpraktijk als boven beschreven. Het zou een
ze uiteindelijk verantwoording moeten afleggen bij de lokale volledige ommekeer vergen in de kern van het geloofssysteem
gemeenschap voor zowel de successen als de mislukkingen. van architecten, even vrstrekkend als de principes die een
Om de kloof tussen het architectuurberoep en het publiek eeuw geleden door het modernisme werden gentroduceerd.
te verkleinen, bepleitte Richards ook participatie in het ont- Toch zou het argument van Richards nog altijd aan de basis
werpproces, maar hij benadrukte met klem dat uiteindelijk van een werkbare definitie kunnen liggen, gedestilleerd tot het
de architect de bebouwde omgeving zou moeten begeleiden. idee dat goede architectuur een connectie zou moeten bewaren
Het resultaat zou minder over de architect als individuele tussen kunst en leven ten dienste van de maatschappij.
beroemdheid gaan, en meer over het opwaarderen van de
professie in haar geheel.
118 119
1 6 Architectuur is afhankelijk van de gelegenheid. De kwaliteit
James Richards, Retrospect, Architectural Ibid., 195.
Review (februari, 1971), 69-72.
van een project begint met de kwaliteit van de opdrachtgever.
7 In eerste instantie is hij het die de opgave orinteert, niet
2 Reinier de Graaf, Public Works Opens at door de plaats van de architect in te nemen, maar om de eigen
Ibid., 71. the Venice Architecture Biennale 2012,
2012, http://oma.eu/news/2012/oma-opens-
cultuur en ideen aan de opdracht toe te voegen, als culturele
3 public-works-exhibition-at-venice-biennale intentie voor de opgave. De architect moet de bouwheer attent
Ibid., 69. (geraadpleegd 3 december 2012). maken op het belang hiervan. Architectuur is te belangrijk om
4 Vertaling: Christophe Van Gerrewey
alleen aan architecten over te laten. Het gaat daarbij niet om
James Richards, The Hollow Victory: 1932- het zogenaamde functionele programma, maar om de wil van de
72, RIBA Journal (mei, 1972), 193. bouwheer sporen na te laten voor de toekomst. Een gebouw is de
uitdrukking van een mentaal beeld en de bemiddeling tijdens
5
Ibid., 194. een passage waaraan het glans verleent. Architectuur is niet
functioneel, wel elementair.
Een gebouw is een mogelijkheid, is dienstbaar, liefst
zwijgzaam, stil, heeft de bereidheid tot, maakt plaats vrij,
bemiddelt. Gebouwen als intelligente runes. Geschikt voor
gebruik, fit for purpose, zoals Charles Voysey het uitdrukte. Goede
gebouwen verbergen het dagelijks gebruik, zijn bestendig en
halsstarrig, koppigerwijs distributief en (met Kant) doelmatig
zonder doel. Daarin zit de kwaliteit van hun duurzaamheid,
van hun culturele duurzaamheid, die waardigheid oplevert.
Doelmatigheid eist de juiste maat, een uiterste precisie die alles
mogelijk laat wat toch niet te voorspellen blijft. Aldo Rossi wees
daar voortdurend op: een gevoel voor maat, discretie en bere-
idheid, begaan maar niet betrokken.
GOEDE A RCH I T ECTU U R? De architectuur passeert niet in de tijd, de tijd passeert in de
BOB VA N R EET H architectuur. Goede gebouwen zijn eenvoudig, ze zijn genereus.
Wat is goede architectuur? Vanwaar die vraag? Blijkbaar is er Het resultaat van ontwerpen en bouwen moet niet simpel, maar
nogal wat werk van architecten dat tot nadenken stemt of het eenvoudig zijn. Wij lossen geen vormproblemen op, maar bouw-
antwoord zelfs schuldig blijft. Troost vind je in dat geval bij problemen en zijn daardoor onttrokken aan de willekeur van vor-
de dichter Herman de Coninck: Slechte pozie is vaak heel mgeving. Daardoor wordt vermeden dat architectuur gedesignd
leerzaam om te weten te komen waarom goede pozie zo schaars is. is en blijft ze gespaard van gekunstelde homogeniteit.
Ik denk dat architectuur het zoeken is naar architectuur. Het is verbazingwekkend welke ontdekkingen je doet
Het gaat dus om goed zoeken. Zoeken is wat een project vooraf- terwijl je reduceert, omdat je vermindert, vaak nog eerder
gaat. Zoeken is het op weg zijn naar wat in het project gesub- door niet toe te voegen dan door weg te laten. Dat is het
limeerd en verheerlijkt moet worden (zoals Wittgenstein het verschil met het minimalisme. Ontdaan van vertoon, maar
zei in zijn Vermischte Bemerkungen). Om tegemoet te komen aan niet afzijdig. Eenvoud werkt als een zekere traagheid, als een
emotionele en intellectuele verwachtingen, nodenen dit gaat middel tegen ontgoocheling, tegen geweld en lawaai. Eenvoud
niet zonder inspanning en geduldige belangstelling. Zoeken komt tevoorschijn vanuit het besef dat beperking een vorm van
naar het thema, naar het karakter, naar de bestaanswil van de verdediging is, en wellicht ook voorwaarde tot duurzaamheid.
opgave, naar de noodzaak, wat niet hetzelfde is als de noodza- Granpr Molire zei het treffend: Eenvoud waar eenvoudigen
kelijke vereisten. Noodzakelijkheid is de bestaansgrond van de aan voorbijgaan. Een project moet zich verankeren in de site,
architectuur, is het bruikbare voorbij, is de innerlijke noodzaak als een vanzelfsprekend onderdeel de bestemming van de plek
van de opgave: onvermijdelijk en onontkoombaar. vervolledigen. Eigenlijk vervolledigt het bestaande (het oude)
De bestaanswil van de architectuur is het geheim van het altijd het nieuwe. Zij zijn gelijktijdig.
raffinement van haar noodzaak; de zuivere, evidente noodzaak. Architectuur is een stadsopgavealtijd. Ook als het om een
Bezieling ligt in de verheerlijking van die noodzaak. Zoeken site gaat die niet in de stad is gelegen, is er de verwijzing naar
naar een emotionele vereenzelviging met het onderwerp, naar de stad, is het een ontwerp over de stad. De eigen aard van de
een vorm van dichtbijheid, naar een intimiteit. Daardoor is ar- architectuur is collectief: is STAD. Er schuilt immers veel kracht
chitectuur ook autobiografisch. en ontwerpenergie in de stad. De meest bijzondere opdracht
120 121