Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
AANGEPASTE
NATUURBESCHERMINGSWETGEVING
Advies Rapport
IN SURINAME
Aanpassing Natuurbeschermingswetgeving in Suriname
Auteur: Nancy del Prado Datum: 31 januari 2016
1
Inhoud
Inhoud ................................................................................................................................................................................................. 1
Introductie ........................................................................................................................................................................................ 2
3 CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN...................................................................................................... 29
3.1 CONCLUSIE............................................................................................................................................................29
3.2 AANBEVELINGEN .................................................................................................................................................29
4 ROADMAP ................................................................................................................................................. 32
1
Introductie
De juridische basis voor het instellen van beschermde gebieden in Suriname is reeds
in de helft van de vorige eeuw gelegd met de inwerkingtreding van de
Natuurbeschermingswet in 1954. Middels deze wet wordt de aanwijzing van
natuurreservaten geregeld. Behalve natuurreservaten, kent Suriname nog 2 andere
vormen van beschermde gebieden, te weten bijzondere beheersgebieden en een
natuurpark die elk hun eigen juridische grondslag hebben.
Analyses hebben uitgewezen dat de wetgeving welke ten grondslag ligt aan
beschermde gebieden vele tekortkomingen heeft en niet meer voldoet aan de eisen
welke heden ten dage worden gesteld om de uitdagingen die gepaard gaan met
natuurbescherming het hoofd te bieden; transparante procedures en criteria voor
instelling van beschermde gebieden ontbreken, inspraak van belanghebbenden en
rechtsbescherming zijn niet geregeld, maar ook milieu effecten rapportage is niet
verplicht gesteld. Daarnaast zijn de verplichtingen voortvloeiende uit de diverse
milieuverdragen niet gencorporeerd in de nationale wetgeving evenals
internationaal aanvaarde principes zoals Free and Prior Informed Consent en Rights-
Based Approach.
Naast de wettelijke instrumenten blijkt in de praktijk dat het beheer van deze
beschermde gebieden veel te wensen overlaat onder andere vanwege de gebrekkige
capaciteit en de top-down benadering die stamt uit de vorige eeuw. De huidige
beheersstructuur voor beschermde gebieden in Suriname is namelijk gebaseerd op
een systeem waarbij de centrale overheid belast is met de besluitvorming. Vooralsnog
zijn er geen formele institutionele mechanismen die de betrokkenheid van
belanghebbenden in het beheer van deze gebieden reguleren. Echter noodzaakt de
praktijk wel een aangepaste vorm van beheer waarbij de verschillende
belanghebbenden worden betrokken.
Dit is onder meer in maart 2015 naar voren gebracht tijdens het wekenlang durende
dialoog tussen vertegenwoordigers van de overheid, milieuorganisaties (onder meer
Conservation International Suriname, AmazonConservation Team en WWF Guianas)
en de lokale gemeenschappen om een afgebakend zuidelijk deel van Suriname ( het
z.g. South Suriname Conservation Corridor oftwel SSCC) de status van beschermd
gebied te geven. Het betreft een aanzienlijk deel in het zuiden van Suriname dat nog
bespaard is gebleven van de grillen van houtkap en goudwinningsactiviteiten, maar
2
waarvoor de lokale bevolking vreest dat het niet lang meer zo zal
blijven.1Vorenvermeld dialoog heeft geresulteerd in een verklaring die ondertekend
is door onder meer de NGOs en lokale gemeenschappen en ondersteund door de
Overheid. In deze verklaring is onder andere opgenomen dat partijen streven naar
samenwerking bij het beschermen van SSCC.
Met de huidige wetgeving is deze participatieve vorm van beheer van de SSCC niet
mogelijk. Aangezien het niet wenselijk wordt geacht gelegenheidswetgeving te
creren voor het instellen van bovengenoemde Corridor, waarbij de huidige
gebrekkige wetgeving blijft gehandhaafd, zal het huidige systeem van beschermde
gebieden moeten worden aangepast.
De Regering van Suriname erkent het belang van de bescherming van Surinames
natuurlijke rijkdommen voor de huidige en toekomstige generaties en heeft zich in de
Regeringsverklaring 2015-2020 daarom gecommitteerd tot het actualiseren van haar
bos en natuurbeschermingswetgeving.
Het rapport wordt afgesloten met een zgn. Roadmapdie stappen aangeeft welke
moeten worden gezet om te geraken tot moderne effectieve
natuurbeschermingswetgeving voor Suriname.
1DWTonline.com, Historische stap gezet tot bescherming maagdelijk inheems gebied, Meredith Bruce, 6 Maart 2015
2Protectionof ecosystems, people and sustainable development in South Suriname, An analysis of the legal options, Schurman
Lawyers, July 2014 . Consultatie Commissie voor bijzondere beheersgebieden in Suriname, Nancy del Prado, februari 2015
(Niet gepubliceerd)
3
1 Wettelijk en institutioneel kader beschermde
gebieden
1.1 Inleiding
Het juridisch kader voor natuurbescherming bestaat uit wet- en regelgeving die
verspreid is over de verschillende sectoren en daardoor valt onder de jurisdictie van
verschillende ministeries. Een deel van de wetgeving is specifiek gericht op
natuurbescherming, terwijl een ander deel gericht is op de regulering van een
bepaalde sector maar wel specifieke bepalingen bevat welke gericht zijn op
bescherming van de natuur. De Natuurbeschermingswet 1954, de Jachtwet, de
Beschikkingen ter Instelling van de Bijzondere Beheersgebieden als ook de
Visstandbeschermingswet (G.B 1961 no. 44, z.l.g. bij S.B 1981 no. 66) en de
Zeevisserijwet (S.B. 1980 no. 144 z.l.g. bij S.B 2001 no. 120) zijn specifiek gericht op
natuurbescherming, terwijl de Wet Bosbeheer (S.B. 1992 no. 80) , het Decreet
Mijnbouw (S.B.1986 no. 28 z.l.g. bij S.B 1997 no. 44), de Planwet (G.B. 1973 no. 89) en
de Politie strafwet (G.B. 1915 no. 77 z.l.g. BijS.B. 1990 no. 24) voorbeelden zijn van
wetten die niet primair gericht zijn op natuurbescherming, maar wel voorzieningen
daartoe bieden. In dit rapport zal geen uitgebreide analyse worden gedaan van
natuurbeschermingswetgeving in het algemeen, maar zal de focus worden gelegd op
de wetgeving welke direct van toepassing is op het instellen van beschermde
gebieden in Suriname.
3www.stinasu.sr
4
1.2 Het Wettelijk Kader
De bovengenoemde typen van beschermde gebieden bezitten elk een eigen juridische
grondslag:
1.2.1 Natuurreservaten
De Natuurbeschermingswet 1954 vormt de juridische basis voor het instellen van
natuurreservaten in Suriname. Natuurreservaten omvatten gronden en wateren
behorende tot s Landsdomein. Dit betekent dat de wet thans geen bescherming biedt
aan vrijwillig beschermde gebieden (z.g. voluntary conserved areas) door inheemse of
traditionele gemeenschappen en priv beschermde gebieden (z.g. PPAs oftewel
5
Private Protected Areas) zoals dat reeds internationaal plaatsvindt. Waar deze
vrijwillig beschermde gebieden overeenkomen met de eisen van wettelijk
beschermde gebieden, worden zij in overeenstemming met de desbetreffende
overheid onder het formele systeem van bescherming geplaatst. Vrijwillige
beschermde gebieden worden erkend en bevorderd door CBD, IUCN en internationale
organisaties als ook een groeiend aantal nationale overheden.6
Een grote tekortkoming in de wet is het ontbreken van transparante procedure tot
aanwijzing van een natuurreservaat. Een belangrijk aspect daarvan is de
betrokkenheid van de belanghebbenden in zo een proces. Het gebrek aan
betrokkenheid van belanghebbende heeft recent nog geleid tot ontevredenheid van
6IUCN, Guidelines for Protected Areas Legislation, Barbara Laushe and Francoise Burhenne,
2011
6
inheemsen7. Het is n van de redenen waarom de Kalia en Lokono gemeenschappen
aan de Beneden Marowijne een petitie bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de
Rechten van de Mens hebben ingediend in 2007 tegen de Staat Suriname. Zij zijn
onder andere van mening dat de instelling van 3 natuurreservaten (Wia Wia in 1966,
Galibi in 1969 en Wane in 1986) op hun grondgebied, zonder hun medeweten of
toestemming heeft plaatsgevonden. Tevens zien zij het verbod op jagen en vissen voor
hun levensonderhoud in de beschermde gebieden, als een schending van de
Amerikaanse Conventie inzake Mensenrechten (1969). Hierover zal verder worden
uitgeweid in paragraaf 2.2.3.
7Case of the Kalia and Lokono Peoples v. Suriname, Judgement (Merits, Reparations and Costs)
of November 2015, 2015
7
Onder de IUCN categorisering voor beschermde gebieden8 vallen natuurreservaten,
wildernis gebieden, nationale parken, natuurmonumenten, Biotopen (Leefgebieden),
beschermde landschappen en beschermde gebieden met duurzaam gebruik van
natuurlijke hulpbronnen. Het beheer van deze gebieden is afhankelijk van het doel
waarvoor de bescherming plaatsvindt.
Het is aan te bevelen bij het aanpassen van de huidige wet of formulering van
eventuele nieuwe wetgeving wordt nagegaan in hoeverre de IUCN benadering kan
worden gebruikt in Suriname. Immers, de huidige beschermde gebieden kunnen
worden geplaatst onder de diverse IUCN categorien.
De negen (9) natuurreservaten zijn allen bij Staatsbesluit ingesteld. Ook deze
Staatsbesluiten zijn heel summier. Zij betreffen slechts een aanwijzing van de
gebieden als natuurreservaat waarbij de grenzen van het gebied zijn aangegeven. Er
wordt niets geregeld ten aanzien van het beheer. In het Staatsbesluit van de laatste 2
ingestelde natuurreservaten (CSNR en Sipaliwini) is er een voorziening getroffen
waarbij er rekening zou moeten worden gehouden met rechten van de dorpen en in
stamverband levende boslandbewoners. Echter zal alleen rekening worden gehouden
indien het algemeen belang of nationaal doel van het ingestelde natuurreservaat niet
wordt geschaad. Deze beperking zorgt ook voor ontevredenheid en discussie onder
8IUCN definieert beschermde gebieden als duidelijk afgebakende geografische ruimte, erkend,
toegewijde en beheerd, middels juridische of andere doeltreffende middelen, om de lange termijn
behoud van de natuur met bijbehorende ecosysteemdiensten en culturele waarden te bereiken.
8
de inheemsen omdat het betekent dat hun rechten ondergeschikt worden gesteld aan
het doel van het ingestelde natuurreservaat.
9Informatie in deze paragraaf is gehaald uit het rapport Consultatie Commissie voor Bijzondere
beheersgebieden in Suriname , Nancy del Prado, februari 2015, Ministerie Ruimtelijke Ordening
Grond en Bosbeheer [Niet gepubliceerd]
9
In de beschikkingen is uitdrukkelijk vermeld dat de arealen die voor de datum van
inwerkingtreding van de beschikking zijn uitgegeven, geen deel uitmaken van het ter
beschikking gestelde gebied. Handhaving zal hierdoor op problemen stuiten
aangezien het niet een aaneengesloten gebied betreft. Handhaving is alleen mogelijk
op vrij domein of gronden die na inwerkingtreding van de beschikking zijn
uitgegeven. De wetshandhaver zal dus steeds over een kaart van het gebied moeten
beschikken om zich ervan te vergewissen dat hij rechtens kan handhaven. Hiervoor is
nodig dat het Ministerie over een overzicht beschikt van vrij domein alsook van
percelen welke zijn uitgegeven na de inwerkingtreding van de respectieve
beschikkingen. Helaas ontbreekt een kaart met dit overzicht bij het GLIS.
Ook al zouden door het Ministerie nu management plannen worden gemaakt, is het
aan te bevelen dat zij een juridische status krijgen alvorens te kunnen worden
gehandhaafd. Daarnaast zouden op grond van de beschikkingen deze management
plannen alleen van toepassing kunnen zijn op gebieden die vallen onder de
beschikking. Met andere woorden op vrij domein of gebieden welke na de
inwerkingtreding van de beschikkingen zijn uitgegeven. Doordat het niet overal
aaneensluitende gebieden betreft kan de implementatie moeilijkheden opleveren.
10
Bosbeheer(Afdeling Natuurbeheer), het Hoofd Grondinspectie, het Hoofd van de
Dienst der Domeinen en de districtscommissaris worden gehoord. Het Hoofd der
Domeinen dient alle aanvragen van grond in de estuariene gebieden voor advies te
sturen naar hoofd LBB die op zijn beurt schriftelijk advies uitbrengt aan het Hoofd
der Domeinen.
Op grond van de beschikking dienen bij de uitgifte van grond algemene voorwaarden
worden opgenomen waarbij stroken langs weerzijden van rivieren en kreken niet
beschikbaar zijn voor uitgifte vanwege reservering voor de aanwijzing als schermbos
of speciaal beschermd bos. Daarnaast is het niet toegestaan om water uit de
estuariene zwampen te onttrekken en water met residuen van chemicalin in de
estuariene zwampen te lozen. Deze voorwaarden zijn te beperkt om de estauriene
zone effectief te kunnen beheren.
Een andere beperking van deze beschikking is dat het zich alleen richt op
overheidsinstanties die belast zijn met gronduitgifte. Het is slechts een richtlijn, dus
niet wettelijk afdwingbaar. Tenzij de genoemde voorwaarden zijn meegenomen in de
beschikkingen van de grondhuurder. Echter moet worden opgemerkt dat de
opgenomen voorwaarden zeer beperkt zijn en geen afdoende bescherming bieden
aan deze kwetsbare ecosystemen.
11
1. De instelling van Bijzondere beheersgebieden en het beheer daarvan bij wet te
regelen. Een andere optie is een Staatsbesluit, maar dit brengt wederom
beperkingen met zich mee ten opzichte van andere wettelijke regelingen.
Alhoewel de Planwet 1973 de ruimte biedt voor het instellen van bijzondere
beheersgebieden is het niet aan te raden deze te gebruiken, omdat deze wet zelf
een revisie zou moeten ondergaan.
2. In plaats van aanwijzing van aparte beheersgebieden, de gehele estuariene zone
aanwijzen als bijzonder beheersgebied bij wet (met verwijzing naar het bestaande
ICZM wetsvoorstel). Zo wordt ook de beperking tot domeingebieden opgeheven
en zal de wet van toepassing worden verklaard voor alle gronden in de estuariene
zone, ongeacht de titel op de gronden.
3. Aanname en handhaving van de Milieuraamwet zou een aanzienlijke bijdrage
leveren aan de bescherming van estuariene zone. Op grond van de milieuwet
worden milieu effecten analyse, controle op verontreiniging middels
emissienormen, milieumanagementplannen en rehabilitatie geregeld. De
handhaving en monitoring zal daarbij ook gecordineerd worden. In het laatste
concept van het NIMOS is zelfs rekening gehouden met de mogelijke impact van
klimaatverandering.
Vermeldenswaard is dat in de beschikking zelf het gebied niet als zodanig de titel
natuurpark is toebedeeld. In de aangehechte kaart van het gebied staat vermeld
12
Brownsberg natuurpark. Dit wekt de indruk alsof de titel natuurpark slechts een
incidentele naamgeving is van het gebied en niet zozeer gerelateerd aan een bij wet
geregelde vorm van beschermd gebied.
De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat het Brownsberg natuurpark niet
de status geniet van een wettelijk beschermd gebied, maar dat de bescherming
slechts afhankelijk is van de verwezenlijking van de doelstelling van STINASU.
Bij Bijzondere beheersgebieden is het beheer een stuk complexer, aangezien in die
gebieden wel economische activiteiten zijn toegestaan. Alhoewel de bijzondere
beheersgebieden ter beschikking zijn gesteld van het Ministerie van RGB voor
rationeel beheer, hebben ook andere Ministeries verantwoordelijkheden op het
gebied van bescherming van de biodiversiteit en de ecosystemen in deze gebieden;het
Ministerie van LVV is onder andere belast met de bescherming van de visstand, het
Ministerie van NH is belast regulering van de exploitatie van delfstoffen en
drinkwater, terwijl het Ministerie van OW belast is met de waterbeheersing en
ontwatering.
13
Deze fragmentatie van taken en ook het gebrek aan cordinatie, capaciteit en
financile middelen bij de Ministeries zijn niet bevorderlijk voor efficint en effectief
beheer van deze bijzondere beheersgebieden.
Ter afsluiting kan worden vermeld dat er voor het natuurpark geen strikte wettelijke
verbodsbepalingen op het vlak van natuurbescherming zijn zoals dat geldt voor de
natuurreservaten met consequenties voor de handhaving.
14
2 Internationale aspecten bij natuurbescherming
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk zal summier worden ingegaan op incorporatie van de verplichtingen
welke voortvloeien uit de internationale verdragen in de nationale wetgeving.
Daarnaast zal ook worden belicht welke internationale beginselen en good practices
kunnen worden toegepast in de natuurbeschermingswetgeving.
Van de vijf verdragen die Suriname heeft geratificeerd en die direct betrekking
hebben op beschermde natuurgebieden volgt onderstaand een beknopte analyse.
Ten einde dit doel te bereiken zal elke lidstaat, voor zover mogelijk, een nationaal
beleid aannemen om het natuurlijke en culturele erfgoed binnen hun territoir te
integreren in de samenleving en overheidsbeleid. Lidstaten zullen een instantie met
de nodige middelen en bekwame staf aanwijzen voor het beheer van deze gebieden.
Verder wordt van lidstaten verwacht dat zij financile, juridische, technische en
administratieve maatregelen treffen voor onder andere de bescherming,
conservering en rehabilitatie van het erfgoed.
Volgens de verplichtingen van het verdrag dient er een Management Plan te zijn op
basis waarvan het gebied wordt beheerd. Momenteel wordt er gewerkt met het
15
goedgekeurd Management Plan van 2004 - 2008. 12 Het Hoofd van Natuurbeheer is
voorlopig opgenomen als te zijn de site manager van het CSNR.
Naast het aansporen van lidstaten tot het instellen van natuurreservaten stelt het
verdrag verder geen concrete verplichting met betrekking tot de wetgeving.
2.1.3 Biodiversiteitsverdrag
Dit verdrag heeft een drieledig doel, te weten het in standhouden van de
biodiversiteit, het promoten van duurzaam gebruik van bestanddelen van de
biodiversiteit en het delen van de voordelen die ontstaan uit het gebruik van
biologische hulpbronnen (z.g. benefit-sharing). Enkele belangrijke verplichtingen in
dit kader zijn de verplichting tot het ontwikkelen van nationale strategien voor
12 Informatie van mw. Claudine Sakimin, Hoofd Natuurbeheer (Ministerie van RGB)
13 De Ramsar Lijst is een lijst van alle tot Ramsar site verklaarde waterrijke gebieden in alle
lidstaten
16
behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. Suriname heeft zowel een Nationale
Biodiversiteitstrategie (NBSAP) 2006 als ook een Nationaal Biodiversiteit Actieplan
(NBAP) 2012 - 2016. Verder dient elke lidstaat te rapporteren over de status van de
implementatie. Suriname heeft in 2015 haar vijfde Nationale Rapportage naar het
verdrag toe gedaan. In het rapport wordt vermeld dat de implementatie van het
verdrag op ad hoc basis plaatsvindt en veelal afhankelijk is en gestuurd wordt door
de beschikbare donaties en projectgelden. Thans wordt er getracht op holistische
manier doelen vast te stellen voor de implementatie van de BNBSAP en NBAP.14
Verder dient elke lidstaat een stelsel van beschermde gebieden of gebieden waarin
bijzondere maatregelen gelden, in te stellen. Tot nu toe heeft Suriname bijna de gehele
kustlijn beschermd.15
De Milieu Effecten Rapportage (MER) is een derde belangrijke verplichting onder het
verdrag. Vooralsnog is de MER in Suriname niet wettelijk verplicht. Er zijn wel
nationale richtlijnen voor het doen van een MER 16 die op vrijwillige basis worden
toegepast door grote bedrijven. Volgens het verdrag dient de MER gedaan te worden
bij alle projecten die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de biodiversiteit.
2.1.4 CITES
CITES is binnen deze opsomming het enige verdrag dat zich niet richt op het
beschermen van een gebied maar het beschermen van dier- en plantsoorten tegen
illegale handel. Echter is er wel een directe link met het instellen van beschermde
14 Surinames Fifth National Report to the UNCBD, Cabinet of the President 2015, p. 15
15 Zie paragraaf 1.2
16 Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS) heft momenteel een
Algemene en een vijftal sector specifieke MEA richtlijnen in gebruik. Zie hun website:
www.nimos.org
17
gebieden. Te denke valt aan gebieden die moeten worden beschermd omdat er
bedreigde dier- of plantensoorten in voorkomen die op n van de CITES lijsten staan.
Dit gebied kan worden beschermd als een IUCN categorie 1a Natuurreservaat omdat
het enige leefgebied zou kunnen zijn van een bepaalde plant of diersoort of als een
categorie IV Biotoop (Habitat/Species Management area), omdat er een correlatie
tussen het gebied en de bedreigde CITES soort is. Beschermde diersoorten worden
thans gereguleerd via de Jachtwetgeving. De handel in bedreigde plantensoorten
wordt gereguleerd via het Besluit Negatieve lijst terwijl de Natuurbeschermingswet
en de Wet Bosbeheer verder de mogelijkheid bieden voor bescherming.
Verder bevat het verdrag ook de verplichting dat wet- en regelgeving zal worden
gemaakt voor de bescherming van flora en fauna buiten de grenzen van de ingestelde
natuurreservaten. De Jachtwet, Visstandbeschermingswet en de Wet Bosbeheer
bieden bescherming buiten natuurreservaten.
18
Daarnaast hebben ontwikkelingen op het gebied van mensenrechten, goed bestuur en
alternatieve beheermethoden van beschermde gebieden ook hun bijdrage geleverd
aan de ontwikkeling van beheer van beschermde gebieden.
2.2.2 Hedendaagse beginselen van goed bestuur bij het beheer van
natuurreservaten
Een belangrijke stap in het internationaal recht voor de toepassing van beginselen van
goed bestuur is gezet met aanname van de Aarhus Conventie17. Deze Conventie betreft
toegang tot informatie, publieke participatie in besluitvorming en toegang tot de
rechtspleging in milieuzaken. Weliswaar heeft Suriname deze conventie niet
geratificeerd.
Voor het toepassen van dit principe dient de overheid 2 systemen in werking te
hebben. Te weten, een systeem die het publiek de mogelijkheid geeft om informatie
op te vragen en te krijgen en het tweede systeem welke dient voor archivering en
informatie uitwisseling.
19
databases en het internet. In Suriname wordt dit systeem reeds toegepast door het
NIMOS. Milieu Effecten Rapporten worden via de website van NIMOS gepubliceerd en
het publiek krijgt een bepaalde tijd om commentaar te leveren op de documenten.
Vermeldenswaard is dat het nog geen wettelijk verplichte procedure is, maar wel
wordt toegepast voor grote ontwikkelingsprojecten en ook nageleefd door de
bedrijven.. Andere voorbeelden uit de ontwerp Milieuwet zijn de milieuprogrammas
alsook de registers voor milieuvergunningen en verontreinigings-bronnen die voor
het publiek ter inzage zullen worden gelegd.
In de wet kan naast de procedure voor aanvraag van informatie ook worden geregeld
in welke gevallen informatie geweigerd kan worden.
Het toepassen van het principe van toegang tot informatie middels incorporatie in de
wetgeving zal de transparantie van het overheidsbeleid verhogen.
Publieke Participatie
Dit principe wordt breed gedragen in het internationaal milieurecht. Het betreft
actieve deelname in publieke besluiten. Aspecten die meegenomen moeten worden in
de wetgeving voor beschermde gebieden zijn de tijdige toegang tot accurate,
relevante en begrijpbare informatie en de mogelijkheid om zinvol commentaar te
leveren waar belangrijke beslissingen worden overwogen.
Besluitvorming waarbij het publiek actief betrokken zal moeten worden zijn onder
andere de aanwijzing of aanpassing van beschermde gebieden, de ontwikkeling en
goedkeuring van managementplannen en review van Milieu Effectenrapporten.
20
Sociale rechtsvaardigheid
Het beginsel van rechtvaardigheid (social equity and justice) vereist dat
belanghebbenden, in het bijzonder die rechten over land, zee of hulpbronnen claimen,
moeten worden gerespecteerd en actief worden betrokken in het ontwerpen,
inrichten en beheer van beschermde gebieden. Verder moeten zij ook de mogelijkheid
krijgen tot verhaal bij het schenden van hun rechten. Ook vereist het beginsel dat de
eerlijke en rechtvaardige verdeling van de kosten en de voordelen bij de sociale
groepen en individuen die betrokken zijn bij of getroffen door de instelling en beheer
van formele beschermde gebieden.
Bij de bepaling van wat gezien moet worden als eerlijk en rechtvaardig in een bepaald
geval kunnen er veel belangen mee gemoeid gaan. Op lokaal niveau bijvoorbeeld kan
het betekenen dat er rekening gehouden moet worden dat lokale gemeenschappen
niet een te grote last moeten dragen door bijvoorbeeld het verlies van visgronden of
andere hulpbronnen, of dat er meer verkeer komt of andere vormen van inbreuk. Op
nationaal niveau kunnen beschermde gebieden voordelen creren voor mensen die
ver weg van de gebieden leven maar door de lokale bevolking kunnen worden gezien
als een bedreiging voor hun levensonderhoud. Daar waar er verschillende
uiteenlopende belangen en gevolgen zijn zal de besluitvorming een
onderhandelingsproces moeten incorporeren dat alle belanghebbenden meeneemt.
In het kader van de bescherming van gebieden, houdt de toegang tot rechtvaardigheid
in dat het publiek, en in het bijzonder getroffen en de betrokken personen, juridische
instrumenten hebben die ze kunnen gebruiken om de herziening van of beroep aan te
tekenen tegen beslissingen van de autoriteiten binnen de wet. Het idee hier achter is
dat dit zorgt voor consistente en effectieve implementatie van de wet en het geeft
betekenis aan het beginsel van toegang tot informatie, participatie en sociale
21
rechtvaardigheid. Zonder de mogelijkheid tegen een beslissing in beroep te gaan of
gerechtelijke toetsing hebben informatie en participatie minder effect. Daarnaast
draagt de inspanningen van het publiek bij de handhaving van wetgeving voor
beschermde gebieden meer mogelijkheden aan de inspanningen van de overheid.
In vele landen bestaan er reeds regels en procedures voor toegang tot de rechter in
andere wetgeving op bestuursrecht en de rechterlijke macht. In dergelijke gevallen is
het misschien niet geschikt om aparte regels te maken in wetgeving voor beschermde
gebieden. Echter, indien van toepassing, kan wetgeving van de beschermde gebieden
bepalingen bevatten voor bezwaar en beroep tegen administratieve beslissingen.
Bovendien kunnen de bepalingen de juridische status van burgers en NGOs erkennen
en het mogelijk maken voor hen om een claim tegen het aantasten van hun rechten in
te dienen middels vorderingen door derden (third-party claims).
Benefit-Sharing
Benefit-sharing is een ander concept dat reeds enig tijd bestaat. Reeds in 1992 in de
Biodiversiteitsverdrag is als n van de doelstellingen van het verdrag opgenomen
dat bij het gebruik van genetische hulpbronnen de rechthebbenden ook moeten delen
in de voordelen die voortvloeien uit het gebruik van deze hulpbronnen. In dit kader
is het Nagoya Protocol on Access and Benefitsharing to the UN Convention on
Biodiversity (Kortweg het Nagoya Protocol) in 2014 inwerking getreden en heeft
specifiek een internationaal regime ontwikkeld voor de manier waarop er toegang
wordt gegeven aan de genetische hulpbronnen maar dat ook vastlegt dat er sprake
moet zijn van het laten meedelen in de voordelen van het gebruik van de hulpbronnen
en hoe dit moet geschieden. Dit aspect ook dus heel belangrijk om mee te nemen bij
elk onderzoek over het beheer van beschermde gebieden in relatie met diegene die
op een of andere manier recht hebben op de voordelen van het gebruik. Enkele punten
die zeker moeten worden meegenomen is de reikwijdte van de benefit-sharing. Welke
titel moeten de rechthebbenden bezitten om in aanmerking te komen voor benefit-
sharing. Verder moet benefit-sharing ruimer gezien worden dan alleen wanneer het
gaat om voordelen van gebruik op genetisch niveau. Het gaat om voordelen die
voortvloeien uit het gebruik binnen een bepaald gebied. Hierbij kan de vraag gesteld
worden om welke vormen van gebruik het zal gaan of dat het toepasselijk is op alle
vormen van gebruik.
22
Co-management
Bij het concept van co-management wordt er gekeken naar een alternatieve
bestuursvorm waarbij het beheer van een gebied niet slechts toegewezen wordt aan
het wettelijk daartoe bevoegde bestuursorgaan maar dat er ook een officile
(juridische) taak (en aansprakelijkheid) is weggelegd voor andere private of
maatschappelijke groeperingen in het gebied. Hierbij is er dus een juridische relatie
tussen bestuursorgaan een private groep. Deze vorm van beheer van beschermde
gebieden heeft als voordeel dat de druk op bestuursorganen kan verminderen vooral
als het gaat om verafgelegen gebieden. Verder hebben de personen of groepen in de
gebieden er zelf baat bij dat het gebied goed beheerd wordt.
Er zijn ook geheel private initiatieven voor het beschermen van natuurgebieden. En
van deze initiatieven zijn de Indigenous Peoples Community Conserved Territories and
Areas (ICCAs). Deze private initiatieven worden gedaan door inheemse groepen die
los van de wettelijke instelling van beschermde gebieden zelf er toe overgaan
bepaalde, voor hun belangrijke gebieden, te beschermen.
ICCAs hebben drie karakteristieken: het gaat om een volk of gemeenschap die een
hechte band heeft met een duidelijk omlijnd gebied of soort. De gemeenschap is de
belangrijkste speler in de besluitvorming en implementatie betreffende het beheer
van het gebied en de gemeenschapsbesluiten leiden tot de bescherming van het
gebied of de soort.
Recentelijk hebben de Trio's en Wayanas, een aanzienlijk deel van het Zuiden van
Suriname verheven tot een beschermd gebied door de lokale gemeenschappen. Dit is
het eerste voorbeeld van een ICCA in Suriname. In de Verklaring tot Samenwerking
19Zie:Vth World Parks Congress en Programme of Work on Protected Areas van het
Biodiversiteitsverdrag.
23
voor de Bescherming van het Bos, Water en de Volkeren in Zuid Suriname noemen de
initiatiefnemers vijf pilaren waar hun samenwerking op is gebaseerd, namelijk:
Leiderschap en Cultuur; Bescherming; Behoud van de balans; Duurzame
Ontwikkeling; en Financiering.
Een speciale categorie van mensenrechten zijn de rechten van Inheemsen en Tribale
Volkeren (ITV). Deze rechten krijgen vaak extra aandacht omdat het gaat om een
groep van gemarginaliseerde personen die niet of niet voldoende worden betrokken
in bestuurlijke besluiten die grote invloed hebben op hun leefwijze. Ter bescherming
van deze rechten zijn er enkele concepten ontwikkeld die gebruikt dienen te worden
bij de communicatie met deze groepen.
Een ander belangrijk concept is Free, Prior and Informed Consent (FPIC). FPIC is
ontstaan aan de hand van de ervaringen in contacten tussen de overheid en
inheemsen en tribale volkeren. Het concept staat voor het idee dat ITV moeten
worden betrokken bij ontwikkelingen en activiteiten in hun gebied en dat zij ook
moeten meebeslissen hoe het ontwikkelingstraject in hun gebied eruit zal zien. Deze
beslissingen van de ITV dienen op vrije wijze tot stand te zijn gekomen (Free), voordat
de activiteiten van start gaan (Prior) en hun beslissingen moeten weloverwogen zijn
wat betekent dat zij alle nodige informatie moeten krijgen teneinde een beslissing
(consent) te kunnen nemen. De staat Suriname is reeds veroordeeld door het Inter-
Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in de Saramaka Los v. Suriname van
24
2007, waarbij het Hof expliciet heeft gezegd dat FPIC moet worden toegepast alvorens
de staat overgaat tot het uitgeven van concessies in de leefgebieden van ITVs.
Onlangs is de Staat wederom veroordeeld door het Inter Amerikaans Hof voor de
Rechten van de Mens. Het betrof in deze het instellen van drie natuurreservaten, te
weten Wia Wia-, Galibi- en Wanekreek natuurreservaat binnen het leefgebied van de
Kalias en Lokono inheemse stammen in het oosten van Suriname. Ondermeer werd
hun toegang tot het gebied beperkt vanwege de bescherming van de zeeschildpadden.
Daarnaast werden in een deel van het Wanekreek natuurreservaat ook
mijnbouwactiviteiten uitgevoerd. Met betrekking tot natuurreservaten binnen
traditionele leefgebieden van inheemsen heeft het Hof vastgesteld dat de
gemeenschappen delen van hun leefgebieden welke grenzen aan de natuurreservaten
kunnen terugvorderen en dat hun collectieve rechten ook moeten worden afgewogen
als deel van het algemeen belang die de Staat nastreeft bij de instelling van de
reservaten. Vanwege de restricties welke de inheemsen worden opgelegd in
natuurreservaten is het Hof van oordeel dat er een verenigbaarheid moet bestaan
tussen het veiligstellen van beschermde gebieden en het adekwaat gebruik en genot
van de traditionele leefgebieden. Het Hof is van mening dat een beschermd gebied
niet alleen bestaat uit biologische aspecten, maar dat de sociaal culturele dimensies
moeten worden meegenomen. Daarvoor is er een interdisciplinaire en participatieve
benadering vereist. In haar vonnis geeft het Hof aan dat de criteria voor effectieve
participatie, toegang en gebruik van hun traditionele gebieden en de voordelen van
conservering moeten worden geevalueerd door de Staat. 20 Ten aanzien van de
mijnbouwactiviteiten in het gebied heeft het Hof geconcludeerd dat de Staat heeft
verzuimd effectieve participatie toe te passen, geen Environmental and Social Impact
Assessments zijn uitgevoerd en de voordelen van het mijnbouwproject niet zijn
gedeeld met de inheemsen.
Het vonnis van het Hof bestaat uit een aantal maatregelen voor:
Case of the Kalia and Lokono Peoples v. Suriname, Official Summary issued by the Inter
20
American Court
25
2. Collectieve compensatie door onder andere instelling van een
gemeenschapsontwikkelingsfonds van USD 1 miljoen.
3. Maatregelen ter genoegdoening door vertaling en publikatie van het vonnis
4. Garantie stelling om herhaling te voorkomen door onder andere erkenning
van de collectieve rechtspersoonlijkheid, afbakening/demarcatie van
traditioneel grondgebied, en verstrekken van collectieve eigendomstitel, etc.
Vanwege het feit dat Suriname zich eerder niet heeft gehouden aan vonnissen van het
Hof en alle inheemse en tribale volken moeten worden beschermd is de uitspraak van
het Hof onder andere, dat binnen twee jaar wettelijke erkenning van de collectieve
rechtspersoonlijkheid van alle inheemse en tribale volken in Suriname moet
plaatsvinden; binnen drie jaar wettelijke erkenning van collectieve eigendomsrechten
en binnen twee jaar maatregelen voor effectieve collectieve toegang tot rechtspraak.
Met betrekken tot gebruik van de grondgebieden van de ITV is aangegeven dat binnen
twee jaar het volgende moet zijn bewerkstelligd:
Effectieve participatieprocessen
In het proces van voorbereiding van de wetgeving met betrekking tot beschermde
gebieden in Suriname is het essentieel dat vorenvermelde vonnissen in acht worden
genomen.
26
2.2.4 Andere internationale ontwikkelingen betreffende beschermde
gebieden
Het concept van ecosysteem diensten wordt internationaal gezien als een manier om
milieubeheer te verbeteren en tegelijkertijd ook een manier voor mensen om in hun
levensonderhoud te voorzien. Door hen te belonen voor het verlenen van ecosysteem
diensten worden de gemeenschappen gestimuleerd om de die ecosystemen die
beschermen. Er moet gekeken worden naar de manier waarop de ecosysteem diensten
(ED) worden gencorporeerd in het beheer van beschermde gebieden. Ecosystemen
zijn heel belangrijk voor de mens hoewel deze waarden niet gereflecteerd worden in
de markteconomie.
1. Ondersteunende diensten
2. Voorzienende diensten
3. Regulerende diensten
4. Culturele diensten21
De definitie van PES (Payment for Ecosystem Services)die het meest gangbaar is gaat
uit van 5 criteria voor een PES. Het moet ten eerste gaan om een vrijwillige transactie
voor een duidelijk omlijnde Ecosysteem dienst, die wordt gekocht door tenminste
een ES koper door minimaal een ES verschaffer, wanneer de ES verschaffer ook
daadwerkelijk de ecosysteem dienst levert.23 Het laatste punt van de daadwerkelijke
27
verschaffing van de ES wordt conditionality genoemd en dient als conditie voor het
voltooien van de transactie.
Er zijn verschillende vormen van PES mogelijk. Het is van belang om hier te kijken hoe
PES zou kunnen passen in het huidige natuurbeheer in Suriname en welke PES het
meest geschikt is kijkend naar de juridische constellatie van het land.
28
3 Conclusie en aanbevelingen
3.1 Conclusie
De algemene conclusie die kan worden getrokken is dat de huidige wet en regelgeving
met betrekking tot beschermde gebieden niet meer voldoet aan de eisen voor effectief
beheer. De wet ter instelling van natuurreservaten bevat tal van tekortkomingen die
effectief beheer in de weg staan, terwijl de beschikkingen ter instelling van de MUMAs
een zwakke basis vormen en effectieve handhaving onmogelijk maken. Het
Natuurpark is ingesteld zonder een wettelijke grondslag als te zijn beschermd gebied.
Daarnaast heeft Suriname zich middels ratificatie en ondertekening van een aantal
milieuverdragen gecommitteerd. Echter blijkt dat een aantal van de verplichtingen
voortvloeiende uit deze verdragen niet zijn gencorporeerd in de nationale wetgeving
evenals internationaal aanvaarde principes.
3.2 Aanbevelingen
Alhoewel de mogelijkheid bestaat om de verschillende wet en regelgeving aan te
passen is dat niet aan te raden. Het zou bijdragen tot nog meer ad hokkerige
wetgeving die niet op elkaar is afgestemd. Het is daarom aan te bevelen een nieuwe
kaderwet voor natuurbeschermingsgebieden te maken waarbij de strekking wordt
verbreed tot alle vormen van beschermde gebieden en tevens de mogelijkheid biedt
om andere vormen van beheer toe te laten. Internationaal geldende principes zullen
richting moeten geven bij het formuleren van zo een wet.
29
of adviesorganen, maar internationaal is de trend reeds lang gezet voor meer
samenwerking met niet overheidsorganisaties, inclusief lokale gemeenschappen,
inheemse en traditionele gemeenschappen, private sector en individuen. Aangezien
er een behoefte in Suriname aanwezig is voor deze vorm van samenwerking, zal er
een voorziening daartoe in de wet moeten worden opgenomen.
Het is ook aan te bevelen om te werken op basis van beheer categorien van
beschermde gebieden. IUCN beveelt aan dat bij het bepalen van de beheer
categorien, de biodiversiteit en doelen voor natuurbehoud van het land als
uitgangspunt moet dienen.
Voor het instellen van de beschermde gebieden is het essentieel dat er een
transparant besluitvormingsproces, inclusief publieke participatie wordt geregeld,
waarbij duidelijke procedures voor onder andere de aanwijzing en beheer van
beschermde gebieden worden vastgesteld.
24Het Peperpot Natuurpark is een voorbeeld van een vrijwillig beschermd gebied door een prive-
eigenaar
30
overeenkomst. Dit instrument wordt internationaal erkend en door vele landen reeds
gehanteerd.
31
4 Roadmap
4.1 Inleiding
In de onderstaande Roadmap wordt het gehele traject om te komen tot een
ontwerpwetvoor beschermde gebieden uitgestippeld, inclusief awareness, het
betrekken van stakeholders en het cultiveren van politieke ondersteuning. Er is
specifieke aandacht besteed aan het voorbereidend werk dat zal moeten worden
uitgevoerd alvorens kan worden gestart met het formuleren van wetgeving.
Daarnaast wordt een structuur 25 voorgesteld die zal moeten zorgen voor een vlot
verloop van de activiteiten in de Roadmap. Aan het eind wordt in schematische vorm
de Roadmap uitgewerkt.
Voordat wordt gestart met de formulering van wetgeving zullen een aantal
elementaire stappen moeten worden ondernomen in het kader van informatie
verzameling. Allereerst kan de verantwoordelijke instantie voor beheer van
beschermde gebieden (i.c. Hoofd LBB/Afdeling Natuurbeheer) een lijst produceren
met prioriteiten die wettelijk geregeld zouden moeten worden. Daarbij kunnen
voorbeelden van andere jurisdicties worden gehanteerd. Ook wetsvoorstellen van
milieu NGOs of belangengroepen kunnen worden meegenomen.
Good practice vereist dat voorbereiding meerekent een onderzoek en analyse van het
nationale beleid en de relevante wetgeving van het land, alsook een vergelijkend
onderzoek naar juridische instrumenten van andere landen voor zover zij een
toegevoegde waarde hebben. Tegelijkertijd moeten ook consultaties gehouden
worden met de verantwoordelijke instanties.
2011.
32
Bij het onderzoek is belangrijk dat de Grondwet, internationale verdragen, het
wettelijk en institutioneel kader, jurisprudentie en alle andere relevante wetgeving
die van invloed zijn op beschermde gebieden worden meegenomen. Hieronder vallen
onder andere de landwetgeving, wetgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en
planning, exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, traditionele rechten van inheemse
en tribale volkeren, etc. Er zijn reeds onderzoeken gepleegd waarvan de publicaties27
kunnen worden geraadpleegd.
Bij het analyseren van de Grondwet zal niet alleen moeten worden gekeken naar
voorzieningen met betrekking tot natuurbescherming, maar kunnen de fundamentele
rechten en verantwoordelijkheden van de Staat en de burgers belangrijke
aanknopingspunten vormen of bij het formuleren van de wetgeving.
Bij de analyse van de wetgeving is het van belang om na te gaan hoe effectief de
implementatie geschied. Het kan zijn dat sommige delen van de wetgeving verouderd
zijn en niet meer toepasselijk, terwijl bepaalde voorzieningen gewoon niet praktisch
toepasbaar zijn of conflicteren. De analyse moet uitwijzen wat de sterktes en zwaktes
zijn van het huidig juridisch raamwerk.
Review van het bestaand institutioneel raamwerk zal moeten resulteren in een
overzicht van de wettelijke taakstellingen en bevoegdheden en capaciteit van de
bestaande overheidsinstellingen betrokken bij beschermde gebieden. Overlappende,
aanvullende en conflicterende taken en bevoegdheden dienen ook in kaart te worden
gebracht. NGOs, traditionele gemeenschappen en de private sector die een rol spelen,
33
maar nog geen wettelijke bevoegdheden daartoe hebben, zouden ook in het overzicht
moeten worden meegenomen voor het verkrijgen van een totaal beeld van de actoren.
Alhoewel betrokkenheid van belanghebbenden in het hele proces van formuleren van
wetgeving belangrijk is, is consultatie in de voorbereidingsfase (dus nog voor het
daadwerkelijk formuleren van de wet) van essentieel belang.
Er zal op continue basis overleg moeten zijn met de instantie die de wettelijke
verantwoordelijkheid heeft voor beschermde gebieden, i.c. het Ministerie van RGB.
Daarnaast zullen andere overheidsinstanties die overlappende dan wel aanvullende
taken hebben ook moeten worden geconsulteerd teneinde te geraken tot een model
voor harmonisatie. Overige stakeholders zoals de lokale bevolking, private sector en
NGOs zullen moeten worden gehoord. Uiteindelijk zal moeten worden nagedacht
over mogelijkheden voor formele als ook informele samenwerking. Het is van belang
dat ook inbreng wordt gevraagd van technische experts. Het betreft niet alleen
experts op het gebied van beschermde gebieden, maar tevens andere gerelateerde
sectoren zoals ruimtelijke ordening en planning, wildbeheer, bosbeheer, visserij en
mariene milieu, toerisme en mijnbouw. De betrokkenheid van stakeholders zal tijdens
het gehele proces van formuleren en goedkeuring van wetgeving plaatsvinden, maar
hoe eerder daarmee wordt gestart (bij de ideevorming) hoe groter het draagvlak voor
het uiteindelijke resultaat.
Deze voorbereiding zal een integraal deel vormen van de Roadmap die in de volgende
paragraaf wordt beschreven.
4.3 De Roadmap
Het algemeen doel van de voorgestelde Roadmap is om het ministerie van RGB te
ondersteunen om in nauwe samenwerking met andere ministeries,
overheidsinstanties, kennisinstituten, NOGs en vertegenwoordigers van inheemse en
marrongroepen moderne en effectieve wetgeving voor beschermde gebieden tot
stand te brengen. Er wordt in dit traject specifieke aandacht besteed aan het
participatief proces, dat voldoende inspraak van al de relevante actoren moet
garanderen. Indien dit niet gebeurd zal Suriname blijven steken bij verouderde top-
down benadering van natuurbescherming met beperkt draagvlak van de
34
gemeenschap. In dit kader hebben stakeholders ook de gelegenheid gehad om input
te geven bij het formuleren van de Roadmap.
1. Een Steeringcommittee zal worden ingezet voor een richtige cordinatie en vlot
verloop van de activiteiten opgenomen in de Roadmap. De steering committee zal
tenminste bestaan uit vertegenwoordigers van het Ministerie van RGB, SBB,
NIMOS, CI-Suriname, WWF Guianas en vertegenwoordigers van inheemse en
marrongroepen. Dit Comit is verantwoordelijk voor het aantrekken van
deskundige en ervaren bedrijven of consultants voor het uitvoeren
werkzaamheden.
Tenminste zullen worden aangetrokken bedrijven of consultants metkennis en
ervaring op het gebied van:
i) Engagement
ii) Milieuwetgeving/wetgevingsjurist
iii) Milieu awareness
2. Een interdepartementale werkgroep die als counterpart zal fungeren voor het
consultancy bureau die aangetrokken zal worden om de wetgeving te formuleren.
Deze werkgroep zal bestaan uit juristen en directe verantwoordelijken voor
natuurbescherming binnen de ministeries. In deze commissie zullen tenminste
vertegenwoordigers van het Ministerie van RGB (Afdeling Natuurbeheer,
STINASU, SBB), de Anton de Kom Universiteit (Herbarium en Zologische
Collectie), LVV, en NH zitting nemen.
Alvorens te starten met het formuleren van wetgeving zal eerst gebruik worden
gemaakt van de expertise die aanwezig is binnen Conservation International. CI-
deskundigen zullen hun kennis en ervaring uit andere landen delen met de
verschillende belanghebbenden. Suriname hoeft namelijk het wiel niet opnieuw uit te
35
vinden en kan leren van de sterke en zwakke punten in soortgelijke landen. Het is
essentieel dat tijdens de sessies in Suriname,best practices worden gedeeld. Om dit te
kunnen doen zullen de CI experts ook inzicht moeten hebben in de situatie in
Suriname. Daarvoor zullen zij eerst een desk assessment uitvoeren. De meest
belangrijke documenten en wetten zullen voor dit doel worden vertaald in het Engels.
Het is van belang dat bij deze sessies ook specifieke aandacht wordt besteed aan de
nieuwe trends in natuurbescherming, zoals benefit Sharing en Rights Based Approach.
Wanneer de kennis van de Surinaamse belanghebbende is vergroot, zal de
formulering van wetgeving richtiger kunnen geschieden. Deze kennis
uitwisselingsactiviteit kan plaatsvinden zodra de benodigde experts zijn
gedentificeerd. Echter blijven de CI- deskundigen beschikbaar om input te geven in
het vervolg traject bij het discussieren over de inhoud van de te formuleren wet.
Zoals reeds aangegeven is voor het formuleren van wetgeving voldoende achtergrond
en analytische informatie noodzakelijk. Er zijn in de afgelopen jaren een aantal studies
uitgevoerd, waardoor bepaalde activiteiten welke zijn opgenomen in de Roadmap
minder tijd in beslag zullen nemen. Via de Steeringcommittee zullen de rapporten
beschikbaar worden gesteld. In annex I is er een overzicht van rapporten die relevant
zijn voor het vooronderzoek. Het is te verwachten dat tijdens de
stakeholdersmeetings additionele rapporten beschikbaar zullen worden gesteld.
Rekening houdend met het geringe bewustzijn en geringe benvloeding vanuit het
maatschappelijk middenveld op het vlak van milieubescherming en biodiversiteit29
zullen tijdens het proces om te komen tot aangepaste wetgeving specifieke
activiteiten worden ontplooid ter vergroting van het publieke bewustzijn en
verkrijging van ondersteuning vanuit de politiek en beleidsmakers. Afgelopen
decennia zijn tal van aanbevelingsrapporten, strategien, actieplannen als ook
ontwerpwetten over onderwerpen het milieu rakende geproduceerd die niet verder
zijn gekomen dan het desbetreffend ministerie. Er dienen speciale sessies te worden
georganiseerd voor de Raad van Ministers, fracties binnen de DNA en
wetenschappelijke bureaus van de diverse politieke partijen om de politieke
ondersteuning te krijgen voor de behandeling van de wet in het Parlement.
Tegelijkertijd zullen publieke bewustwordingscampagne moeten leiden tot beweging
29Bescherming van ecosystemen, mensen en duurzame ontwikkeling in Zuid Suriname, Een analyse van de
wettelijke opties, Schurman Advocaten, 2014
36
in het maatschappelijk middenveld die uiteindelijk ook moet doorwerken naar de
beleidsmakers toe. Voor deze activiteiten zal een erkend bureau worden ingehuurd
die kennis en ervaring heeft op het gebied van milieu awareness.
37
Tabel 1 Roadmap om te komen tot aangepaste Natuurbeschermingswetgeving voor Suriname
Algemeen doel: Een aan de huidige tijd en omstandigheden aangepaste wetgeving voor beschermde gebieden in Suriname
Subdoel: Opzetten structuren voor proces van aanpassen wetgeving.
Resultaat Activiteiten Status Duur Periode
Vaststellen van een Terms of Reference
voor de Steering Committee
Nog niet uitgevoerd 4 maanden
Vaststellen van samenstelling van de Mei-Augustus
Steering Cie opgezet
Steering Cie ( Vertegenwoordigde 2016
organisaties, ministeries, etc.)
Installatie werkgroep
Subdoel: Kennisuitwisseling door CI- deskundigen
Resultaat Activiteiten Status Duur Periode
Best practices en ervaring uit Vertaling van alle relevante wetgeving Nog niet uitgevoerd
4 maanden Mei Augustus
andere landen zal worden naarengelse tekst
2016
meegenomen bij het
formuleren van
38
natuurbeschermingswetgeving Een desk assessment zal door CI-
voor Suriname deskundigen worden uitgevoerd en
aanbevelingen zullen worden gedaan
39
Stakeholders zijn betrokken bij Uitvoeren van engagementstrategie t.b.v. : 2 workshops 12 maanden October 2016-
het proces tot aanpassing van informatie uitwisseling m.b.t. vaststellen georganiseerd ter September 2017
wetgeving van belangen/prioriteiten van de bespreking van het idee
stakeholders van revisie van de
Natuurbeschermingswet
Presenteren van het eerste concept en
verkrijgen van feedback
40
De implementatie van de Evalueren van de verdragsverplichtingen In grote mate reeds 0.5 maand Augustus 2016
relevante verdragen is en de implementatie uitgevoerd.
gevalueerd Rapporten zullen
Identificeren van de tekortkomingen beschikbaar worden
(wettelijk, gesteld en eventuele
institutioneel/capaciteit/technisch) aanvulling door de
Consultant
Identificeren van mogelijkheden voor
effectieve implementatie
Aangepaste/nieuwe wet Aanpassen van bestaande wetgeving of Nog niet uitgevoerd 8 maanden September 2016-
geformuleerd en ingediend bij formuleren van nieuwe wetgeving. April 2017
het Parlement Formuleren eerste draft.
Feedback van stakeholders en verwerken Nog niet uitgevoerd 6 maanden April 2017-
van input. Formuleren finale draft. September 2017
Subdoel: Het vergroten van publieke bewustzijn van en politieke ondersteuning voor verbeterde natuurbeschermingswetgeving
Resultaat Activiteiten Status Duur Periode
41
Publieke bewustzijn is Betrekken van key-stakeholders vanaf de Nog niet uitgevoerd 15 maanden Augustus 2016
vergroot start van het proces Oktober 2017
Politieke ondersteuning is Lobbyen met politici: Nog niet uitgevoerd 6 maanden Mei- Oktober 2017
verkregen Presenteren voor Wetenschappelijke
Bureaus van politieke partijen
Presenteren voor Fracties in DNA
Samenwerking aangaan met DNA Vaste
Commissie Milieu en Klimaatverandering
42
Tabel 2 Schematische weergave van voorgestelde tijdspad Roadmap
Resultaten 4/16 5/16 6/16 7/16 8/16 9/16 10/16 11/16 12/16 1/17 2/17 3/17 4/17 5/17 6/17 7/17 8/17 9/17 10/17 11/17
Strukturen voor
proces tot
aanpassing opgezet
Kennisuitwisseling
CI-deskundigen
Stakeholder analyse
uitgevoerd
Strategiebepaald
voor het betrekken
van stakeholders
Stakeholders zijn
betrokken bij het
proces tot
aanpassing van
wetgeving
Bestaande wet en
regelgeving
(inclusief de
verantwoordelijke
overheidsinstanties)
is gevalueerd
De implementatie
van de relevante
43
verdragen is
gevalueerd
Aangepaste/nieuwe
wet geformuleerd en
ingediend bij het
Parlement
Publieke bewustzijn
is vergroot
Politieke
ondersteuning is
verkregen
44
Annex I Literatuurlijst
Protection of Ecosystems, people and sustainable development in South Suriname,
An analysis of the Legal Options, Schurman Lawyers, CI- Suriname, WWF-Guianas,
Amazon Conservation Team, Ministry of RGB, 2014
Legal Report Bigi Pan, Suriname Coastal Protected Area Management Project,
Nancy del Prado Ministry of RGB, 2013 [Niet gepubliceerd]
45
Annex II Stakeholderslijst
Kennis Instituten
Anton de Kom Universiteit (Studierichting Milieu)
Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek in Suriname (Celos)
Nationaal Herbarium
Nationale Zologische Collectie Suriname (NZCS)
Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (NIMOS)
Institute for Graduate Studies and Research (IGSR)
Private Sector
Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB)
Vereniging van Surinaamse Touroperators (Vestor)
Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA)
Visserij bedrijven
Staatsolie
Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF)
Overheid
Ministerie RGB met haar afdelingen s Lands Bosbeheer (LBB) en Natuurbeheer
Ministerie van LVV
Stichting Bosbeheer en Bostoezicht
Ministerie van OW
Ministerie van NH
GLIS
Ministerie van RO
NGOs
Amazon Conservation Team (ACT)
Green Heritage Fund
WWF Guianas
Suriname Conservation Foundation (SCF)
Conservation International Suriname (CIS)
Belangengroepen
Vereniging van Inheemse Gezagsdragers (VIDS)
Vereniging van Saramaccaanse Gezagsdragers (VSG)
Mangrove Forum
Organisatie van Inheemsen in Suriname
Water Forum
46
Politiek
Kabinet van de President
De Nationale Assemblee
Speciale Commissaris Grondenrechten (Bureau Grondenrechten)
Bureau Volkscontacten onder Kabinet President
47