Você está na página 1de 16

1

“ DE PSYCHOLOGIE VAN KLEINE GROEPEN “

Groepsdynamische processen binnen het onderwijs,

analyse en advies

Deze reader is geschreven in opdracht van het Tabor College, afdeling D’Ampte met als doel
inzicht te verkrijgen en achtergronden te bieden op het gebied van groepsdynamica.

U vindt een aantal suggesties voor een mogelijke aanpak om tot een beter leef- en
leerklimaat te komen binnen het onderijs.

Door H.C. Sprenger werkzaam voor Gedragpunt / REC 4.5.

Hoorn, juni 2014

de psychologie van kleine groepen


2

INHOUDSOPGAVE

ONDERWERP BLADZIJDEN

INLEIDING 3,4

ANALYSE 4,5,6

GROEPSDYNAMICA 6,7,8,9

TEGENSTELINGEN EN GROEPSDYNAMICA 9,10,11

LEIDERSCHAP EN GROEPSDYNAMICA 11,12

ADVIES EN PLAN VAN AANPAK 12

EINDCONCLUSIE 13

HANDIG GROEPSDYNAMISCH GEDRAG / BRONVERMELDING 14

HANDOUT VOOR DOCENTEN 15,16

de psychologie van kleine groepen


3

INLEIDING

Even voorstellen.

Mijn naam is Coen Sprenger. Werkzaam geweest bij de politie, politieacademie en gemeenten.
Coach, therapeut en interim-manager binnen diverse organisaties. Ik ben gevaagd door de directie
van het Tabor College, afdeling d’Ampte om een analyse en advies te verzorgen in het belang van
groepsdynamische processen binnen haar school. Ik ben werkzaam vanuit Gedragpunt, een
regionaal expertise centrum in Castricum.

“ If a child can’t learn the way we teach, we should maybe teach the way they learn ( M.J. Fox ) “

Deze reader gaat over de relatie tussen leerlingen en professionals en over de groepsdynamische
ontwikkelingen en de wijze waarop professionals deze kunnen beïnvloeden.
Het gaat er in deze beschrijving om groepsdynamica op een praktische wijze te belichten, adviezen te
geven en vanuit het proces preventie groepsdynamica op de kaart te gaan zetten.
Het is een kunst om van een klas een groep te maken!

Een fenomeen in het onderwijs is dat 15 % van de leerlingen een minder positieve invloed heeft op
de anderen 85% en dat daardoor een onveilige leefklimaat en leerklimaat ontstaat waardoor een
positieve groepsontwikkeling onder druk komt te staan.
In de samenleving gebeurt dit met problematische jeugdgroepen. Een groep van 15% heeft een
dermate werking in de maatschappij die overlast, onrust en schade veroorzaakt dat het de
subjectieve veiligheid en leefbaarheid ongunstig wordt beïnvloed. Dit wordt het “pareto-effect”
genoemd.
Dit zie je ook in veel klassen gebeuren. Het effect is dat er geen positieve groepsvorming ontstaat en
de ik-cultuur op deze wijze wordt vergroot. De kunst is om participatie of doe-democratie te
ontwikkelen op microniveau waarin een ieder verantwoordelijkheid mag nemen voor zijn aandeel in
zijn leven, omgeving en dus ook in de klas.
De school is daarmee een van de opvoeders binnen participatie en groepsdynamische processturing.

Bij adolescenten zie je 2 soorten gedrag:

Opgroeigedrag.
De adolescent weet dat bepaald gedrag niet mag en toch doen ze het door te experimenten,
grenzen verkennen en normen overschrijden.
Het geweten en normen en waarden zijn wel voldoende aanwezig. Als adolescenten worden
aangesproken op ongewenst gedrag gaan ze wel in de weerstand maar weten uiteindelijk dat
datgene wat ze hebben gedaan niet wenselijk is. Het is leren-leren pur sang en logisch.
Dit wordt ook wel de zogenaamde puberparadox genoemd.

Signaalgedrag
Dit is het meer verleggen van grenzen, experimenteren, stelselmatig en aanhoudend gedrag
vertonen waarop interventies van docenten nodig zijn. Er is onvoldoende een stemmetje in de
leerling wat aangeeft; “ik weet dat het niet mag”.

de psychologie van kleine groepen


4

Belangrijk voor docenten is in de analyse naar hun leerlingen om vast te stellen welk soort gedrag het
is. Gedragingen zie je niet alleen op scholen maar ook op sportclubs, uitgaanslokaliteiten, in
gezinnen en in het publieke domein.
Een professional moet deze twee gedragingen enerzijds herkennen en anderzijds zijn of haar reactie
daarop kunnen aanpassen.
Belangrijk is dat deze informatie niet alleen bij de desbetreffende docent blijft maar dat er dossier
opbouw komt in een leerlingvolgsysteem, bijvoorbeeld Magister. Er dient te worden opgetreden
vanuit een lerende attitude maar duidelijk en concreet professioneel gedrag in het aangeven van
grenzen.

ANALYSE 7 uitgangspunten

Grondhouding
In de interviews die ik heb gehouden met docenten, teamcoördinatoren, directie, begeleiders etc. is
mij opgevallen dat ik als persoon met deze opdracht zeer welkom ben. Ik heb een zeer open houding
ervaren met de vraag naar hoe we met groepsdynamische processen aan de gang kunnen gaan
binnen het onderwijs.

Managementcijfers , objectieve en subjectieve informatie;


Er is onvoldoende informatie bekend over:
Het aantal incidentgesprekken en overleg met leerlingen, docenten onderling, ouders / verzorgers,
schoolagent, AMK, Bureau Antwoord, ZAT overleg etc. over de school jaren 2011-2012 2012-2013,
2013-2014.
In gesprekken met docenten werd mij duidelijk dat er onvoldoende informatie/dossieropbouw is
m.b.t. leerlingen. Om verschillende redenen werd Magister niet of onvoldoende ingevuld. Hierdoor is
voor de directie onvoldoende informatie bekend om besluitvaardig op te treden.

Het SMART maken en cijfermatige onderbouwing van bovengenoemde zaken zijn nodig. De effecten
van groepsdynamica wil ik graag meetbaar maken in het jaar 2014-2015. Minder vrijblijvendheid
n.a.v. een behoorlijke investering op het gebied van groepsdynamica moet meetbaar gemaakt
worden en verlichting geven voor de professionals op de school. Tevens zal meetbaar worden dat het
leefklimaat gaat verbeteren in klassen en onderwijsteams.

Werking van uitstuurprocedure


In gesprekken met verschillende docenten in zowel de onderbouw als bovenbouw werd mij duidelijk
dat niet een ieder op de hoogte is van de uitstuurprocedure en de mogelijke gevolgen voor de
leerlingen en de reactie daarop van mentoren, teamcoaches en directie.

de psychologie van kleine groepen


5

Proces en Inhoud
Er dient voldoende professionele distantie te zijn tussen leerling en docent. Ik heb gemerkt dat er
teveel een houding is van een aantal docenten van “ ik ben een van jullie “. Dat is niet wat een
leerling nodig heeft. Op procesniveau moet duidelijk zijn wat de grondhouding is van de docent.
Afstand nemen, vakkennis overdragen, groepsdynamische processen beheersen en herkennen, de
eindtermen behalen welke zijn vastgesteld door de inspectie en de directie van het Tabor college.
Het aardig gevonden willen worden door docenten heeft enerzijds te maken met de psychologische
werking van de individuele docent en anderzijds heeft het te maken met een prettig leer- en
werkklimaat in de lessen. Kennis van de werking van het 1/3 -1/3/ - 1/3 principe is van belang voor
de juiste grondhouding van docenten.

Ik heb gemerkt dat er teveel op vak- en lesinhoud werd gedoceerd en nagenoeg niet op
groepsdynamische processen. Aan storingen die tijdens lessen optreden werd niet veel aandacht
geschonken. De inhoud staat centraal. Er werd nagenoeg niet gewezen op de Handig Gedrag
afspraken.

Groepsdynamica onderwijsteams
Ik heb een vergadering bijgewoond waarbij, vergaderstructuur, afspraken vastleggen, tijdsbewaking
onvoldoende werden gehaald.
Het verschil tussen de zelfmanagementkaart, de gedragskaart, functie van de mentor en directie
In gesprekken met docenten werd mij duidelijk dat men daarvan niet daarvan op de hoogte was. Zo
ook m.b.t. de TOP en Rebound klas .

Kennis m.b.t. spiral dynamics, groepsdynamica, puberende brein, transactionele analyse


Er is onvoldoende achtergrond op cognitief, sociaal emotioneel niveau en de laatste ontwikkelingen
vanuit communicatie, wetenschap, generatiemanagement en pedagogiek. Deze zijn nodig om te
komen van individu naar een groepsvorming.

Klassenmanagement
Er was weinig sprake van klassenmanagement met name m.b.t. de competenties om een leer- en
werkklimaat organiseren, klasinrichting, leiding nemen en gezag uitstralen, alle leerlingen aandacht,
overwicht en einddoelen halen per les.
Samengevat: het ontbreekt teveel aan het creëren van een veilige- en positieve leersituatie.
Docenten lijken onvoldoende in staat om groepsdynamische processen in klassen te kunnen
reguleren.

Onderbouw
In de eerste fase van startende leerlingen lijkt de grondhouding goed. Er word voldoende geluisterd,
afspraken worden nagekomen en er is een voldoende positief leer- en werkklimaat.
Naarmate het eerste jaar vordert begint de grondhouding van de leerlingen te veranderen. Dat heeft
enerzijds te maken met de logische ontwikkeling van de adolescent. Anderzijds vindt daar de eerste
vorming van groepsdynamische processen plaats.

de psychologie van kleine groepen


6

Contact school agent


Ik heb de schoolagent van de eenheid Noord-Holland, district Noord-Holland Noord geïnterviewd.
De schoolagent lijkt gemakkelijk een ingang naar de school en docenten te hebben.
De werkdruk vanuit de politie is groot en is er te weinig tijd voor het doorspreken van individuele
situaties. De situaties worden opgepakt vanuit advies, strafrechtelijk aanpak, rollen en positionering
van de politie. Te weinig wordt gedaan op het gebied van preventie.

De politie binnen haar proces van gemeenschappelijke veiligheid en leefbaarheid heeft als kerntaken:
opsporing, handhaving en dienst/hulpverlening. Het signaleren en adviseren door de politie vanuit
haar visie binnen de kerntaken dienen duidelijker te worden t.b.v. het onderwijs.
De politie gaat niet over preventie. De politie zal zich bijvoorbeeld binnen het ZAT overleg zich als
zodanig dienen te positioneren. Deze ontwikkeling is binnen politie Nederland ruim in gang zet.
De politie als uitvoerende organisatie heeft de regie over de invulling van haar hoe vraag en gaat niet
over de wat vraag. De verbinding van de hoe en wat vraag ligt op de advisering, scenariobeschrijving
en beïnvloeding van externe partners.

De verantwoordelijkheid voor gedrag ligt in eerste aanleg bij de leerlingen, dan de


ouders/verzorgers, dan de docenten en schoolleiding, vervolgens de leerplichtambtenaar en pas dan
de externe organisatie en als laatste de politie. Dit opschalingsmodel is van groot belang als het gaat
om positionering binnen de veiligheids- en leefbaarheidsketen in het onderwijs.

GROEPSDYNAMICA

Waarom willen mensen bij een groep horen ?

Het gaat om tot een gemeenschappelijk doel te komen, ergens bij willen horen, wederzijdse
betrokkenheid. Maar ook om via de interactie in de groep, status, ego, je rol uit te laten groeien dan
wel je onzekerheid te maskeren.
Bij adolescenten heeft het groepsdynamische aspect soms zoveel waarde dat deze overstijgend is
boven de rol van ouders of verzorgers. Ook het gezag van bijvoorbeeld een docent komt op een lager
plan. Gevaarlijke situaties zoals overmatig alcohol- en/of drugsgebruik en de nieuwste
ontwikkelingen op het verspreiden van seksselfies kunnen in een groep dermate grote issues worden
dat ouders of professionals hun kinderen niet meer herkennen.

Groepsdynamica kan ook heel positief zijn. Kijk naar de oprichtingen van verenigingen, organisaties
maar ook groepen in scholen of maatschappij. We horen als mensen bijna allemaal tot 1 of meerdere
groepen. Er zijn per groep ook soms heel bijzondere kenmerken zoals:
Taalgebruik, specifieke motoren, drugsgebruik, kleding, muziekkeuze, eetgewoonten, rituelen etc.

Voor vruchtbare samenwerking in groepen is enige tijd nodig . Iedere groep of klas doorloopt de
fasen van ; forming, storming, norming, performing en adjourning
Kennis van deze fasen door een professional kan de groep helpen m.b.t. samenwerkingsproblemen.

de psychologie van kleine groepen


7

Forming ; Het is geen groep maar losse individuen die aarzelend een groep gaan vormen. De
interactie onder elkaar komt op gang. De wijze van omgang is belangrijker dan de inhoud. Er is een
afwachtende houding.

Storming ; Het is een stormachtige fase. Ze gaan elkaar meer aftasten, beschuldigen en verwijten
maken. Er kan ongeduld komen over het gebrek aan vooruitgang. Er is nog weinig echte
samenwerking. Er is strijd om invloed en positie.

Norming; Ze gaan aan elkaar wennen, weerstanden ebben weg, ze beginnen elkaar aan te vullen, er
komt vertrouwen en acceptatie. Een ieder weet zijn / haar onbewuste rol. Duidelijk is wat mag wel
en wat mag. Er is een start van samenwerken.

Performing; er wordt gepresteerd, het is een hechte groep, er is vooruitgang en


oplossingsgerichtheid. Er is acceptatie en er komt een productieve periode.

Adjourning; de groep uit elkaar, ontbinding, terugtrekking en toename van onafhankelijkheid.

Als dit goed proces zich ontwikkelt is er sprake van een positieve groep, vriendelijk, een goed
leerklimaat, de rangorde is bepaald. Als het niet goed gaat dan is er geen sprake van samenwerking,
De zwakste moet het ontgelden en er is strijd en de pikorde wordt ingezet.
Conflicthantering en kennis van groepsdynamische processen van de docent moet bewust kunnen
worden ingezet. Deze stadia lopen niet altijd lineair. Fase 3 en 4 lopen soms cyclisch. Dit kan een
sterke invloed hebben op lessen gegeven in de praktijksituaties en theoretische lessen.

Soorten groepen
Er zijn verschillende soorten groepen, zoals primaire en secundaire groepen, out- en ingroepen,
formele en informele groepen. Er zijn in vergelijking met die groepen verschillen en overeenkomsten.
Uitgangspunt is het worden van een TEAM ( together everybody achieves more ).
Iedere groep heeft cultuur en subcultuur aspecten. In het onderwijs zijn deze groepen per definitie
aanwezig. Dit is zeker geen statische situatie en kan per dag of week veranderen. Kennis van de
verschillende groepen is een must.

Van individu naar groepsgedrag


Adolescenten ontwikkelen zich grofweg van 10 jaar tot 23 jaar.
De puberteit ontwikkeld zich van 10 t/m 14 jaar en gaat vooral over de seksuele ontwikkeling.
Onderzoek heeft uitgewezen dat 47% van de kinderen tussen 11 en 14 jaar seksuele fantasieën
heeft.

Leeftijdsfasen en groepsontwikkeling
Er is zeer veel onderzoek gedaan naar ontwikkelingspsychologie. Wat vele onderzoeken uiteindelijk
gezamenlijk opleveren is dat mensen in bepaalde fasen moeten leren en soms ook afleren. Elke fase
heeft een doel en wordt ook weer vervolgd.
Als er trauma’s opgelopen worden op somatisch- of emotioneel -sociaal niveau kan dat zijn weerslag
hebben op de ontwikkeling van een mens. Psychologisch onderzoek heeft aangetoond dat op
bepaalde leeftijden belangrijke onderwerpen plaats vinden zoals ; hechting, afhankelijkheid,
onthechting, van het gezin naar de wereld, puberteitsontwikkeling, kind in de schoolfase, etc.

Mensen moeten leren om grenzen aan te kunnen geven en grenzen die ouders/ verzorgers en
professionals aangeven te aanvaarden. Als je in een gezin opgroeit waar de regels heel streng zijn (
autoritaire opvoeding ) dan heb je veel om je er tegen te verzetten, je leert de vaardigheid om eigen
grenzen te stellen.

de psychologie van kleine groepen


8

Als je in een gezin opgroeit waar nagenoeg geen regels zijn ( laissefair opvoeding ) dan moet je op
een andere wijze leren om met grenzen om te gaan.
De ontwikkeling in de samenleving is dat de laissefair opvoedingsstijl door diverse oorzaken
veelvuldig wordt toegepast. Het begrip “sleutelkinderen “ is bekend. De verschillende opvoedstijlen
van leerlingen zijn herkenbaar in een klas en enige kennis van de docenten is van belang.

Er is een belangrijk verschil tussen leerklimaat en leefklimaat in klassen:


Leerklimaat; vorming van cognitieve ontwikkeling dat wordt getoetst door de inspectie.
Hantering van formele regels, leermethodes, didactiek, klassenmanagement, leerstijlen, pedagogiek,
handig gedrag en positive behavior structure ( PBS )
Hier spelen groepsnormen een grote rol en dit gaat via de formele regels.

Leefklimaat; eigen ontwikkeling en behoeften, ontwikkeling van lichaam, gedrag, seksualiteit, sociale
vaardigheden. Emotionele ontwikkeling, hormonen ontwikkeling, gedragsregels en normen en
waardeontwikkeling. Dit zijn de informele regels op het proces. Sociale intelligentie en met name
communicatie speelt hier een grote rol.

De effectiviteit van het leerklimaat wordt grotendeels bepaald door het leefklimaat!

Het doel van het bewust kunnen inzetten en borgen van groepsdynamica is o.a.; conflicten
verminderen, zelfstandig werken verhogen, leefklimaat verbeteren,verduidelijking processen onder
de docenten onderling en ook i.r.t. directie.
Dit borgen t.b.v. de leerlingen, ziekteverzuim leerlingen en docenten en uitstuurpercentage
verminderen, de leerlingen bewust maken van groepsdynamische processen.
Belangrijk zijn ook de incidenten die dagelijks plaats vinden en die zeer veel tijd van professionals
vragen. Onduidelijk is hoeveel tijd hiermee gepaard gaat.

Gelaagdheid in effectieve communicatie


Communicatie en persoonlijke effectiviteit voor docenten in groepen is van belang. De toepassing
van emotionele intelligentie kan aan de hand van de volgende 4 lagen duidelijk worden.

1) INHOUD
Dit zijn de praktische onderwerpen. Het onderwerp is helder. Het gaat om duidelijke uitleg welke niet
voor meerdere uitleg vatbaar is. Het onderwerp staat centraal. Het zijn gangbare woorden gericht op
een specifiek onderwerp. Het zijn die zaken die de vakkennis van de docenten zijn.

2) PROCEDURE
Hier gaat het om timing,aanpak en volgordelijkheid. Een voorbeeld is als er storingen zijn. Je kunt
nog zo goed de inhoud proberen uit te leggen maar als er ruis is gaat het niet lukken. Soms is dit wat
minder zichtbaar.

3) BETREKKINGSNIVEAU
Hier gaat het om de relatie onder elkaar. Al kun je nog zo goed kunt uitleggen, dat lukt niet als er iets
tussen jou en de ander staat. Je zult hierop moeten investeren anders kom je niet tot punt 1 en 2.
Als er eerdere situaties zijn geweest onder elkaar dan zul je hierop moeten investeren.

de psychologie van kleine groepen


9

4) EMOTIES EN GEVOELENS
Het gaat nu om aansluiten op de ander zijn gevoelens en/of emoties. Deze kun je benoemen zonder
oordeel. Met voldoende professionele distantie. Het gaat meer om onzichtbare situaties. Maar wel
zo duidelijk dat de ander zich gehoord en gezien voelt.
Een voorbeeld: Als je kat net is dood gegaan en je sluit niet aan op deze gebeurtenis dan lukt 1,2 en
3 niet.

Als docent zou je een ijsberg kunnen tekenen. De ijsberg heeft een bovenkant welke zichtbaar is.
Daar valt punt 1 onder. Dan komt de waterlijn waarop punt 2 vooral staat.
Het betrekkingsniveau en emoties en gevoelens liggen onder de waterlijn.
Zo wordt voor de leerlingen duidelijke hoe communicatie in groepen verloopt, waar accenten liggen
en waar effectieve communicatie stroef kan verlopen. Dit vergt enige emotionele intelligentie om
voldoende aan te sluiten bij de ander waardoor je effectiever wordt op punt 1.

Belangrijk is in de effectiviteit van de communicatie van de docenten dat ze door hebben wat nu
werkelijk de angel is in de communicatie met de leerlingen. Dit vergt de nodige kennis en
vaardigheden op sociaal en communicatief gebied.

Toepassing van geweldloze communicatie en generatiemanagement zijn tools op te komen tot een
beter leerklimaat. Bij generatiemanagement gaat het over wat de aankomende generatie gaat vorm
geven in de maatschappij. De maatschappij is heel snel in haar veranderingen en ontwikkelingen. Op
een bijna onzichtbare wijze passen de leerlingen in de adolescentiefase zich hierop aan.
Ik heb gemerkt dat deze nieuwe ontwikkelingen van geweldloze communicatie en
generatiemanagement nagenoeg onbekend zijn.

TEGENSTELLINGEN EN GROEPSDYNAMICA

De verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving en de tegenstellingen binnen


groepen kunnen resulteren in spanningen en scheiding tussen mensen en dus ook leerlingen binnen
het onderwijs. Gebrek aan overeenstemming m.b.t. leefregels is een voedingsbodem voor
tegenstellingen. Tegenstellingen liggen veelal onder oppervlakte in groepscommunicatie.

Gewenste tegenstellingen
Tegengestelde standpunten horen in de ontwikkeling en vorming van identiteit van mensen en
komen binnen groepsdynamische processen veel voor. Het kan zorgen voor andere invalshoeken en
vergroten de veelzijdigheid en kleur in een groep of klas. Deze standpunten zijn nodig in de
psychologische ontwikkelingen van de vrije wil. Andere culturen brengen andere denkbeelden en
verbreding van de veelzijdig van de mens. Voorbeelden zijn diverse religies, andere
voedingsgewoonten, andere kleding en muziekstijlen etc.
Vanuit deze tegenstellingen vormt een democratisch land en of groep zich verder in de veelzijdigheid
van de wereld en op microniveau de klas.

de psychologie van kleine groepen


10

Ongewenste tegenstellingen
Als de tegenstellingen doorslaan kan het meer bedreigend dan verrijkend worden. De accenten
komen meer te liggen op negativisme en het zich gaan afsluiten van de groep. Subgroepen kunnen
worden gevormd die elkaar mogelijk gaan rivaliseren.

De ongewenste tegenstellingen kunnen lopen via een aantal fasen;


1) Gebrek aan contact
2) Afkeurende uitspraken over anderen
3) Openlijke confrontaties en incidenten
4) Escalaties worden structureler
5) Radicalisering

Vooral punt 1 en 2 komen in klassen voor. Er is veelal onwetendheid over anderen. Het effect is dat
kinderen langs elkaar gaan leven. Er komen afkeurende uitspraken over anderen en het wij – zij
gevoel neemt toe. Dit kan in een klas onderling maar ook t.o.v. de docenten plaats vinden.
In de maatschappij kan dit worden gevoed door politieke leiders en de media. In een klas kunnen
ongewenste tegenstellingen door enkelen worden ingezet. Van belang is in het onderwijs dat veelal
op jonge leeftijd de basis kan worden gevormd van het inzetten van gewenst- en ongewenste
tegenstellingen. Het kan zich vervolgens gaan uiten in groepsdynamische processen in de bijdrage in
hinderlijke of overlastgevende jeugdgroepen.
Kennis op dit gebied voor docenten is essentieel om de ongewenste tegenstellingen te herkennen en
hierop in te spelen in de lessen.

Nodig is:
- Ontwikkeling van een beter leefklimaat en begrip voor gewenste tegenstellingen
- Preventief bezig zijn met deze materie in lessen als bijvoorbeeld maatschappijleer
- Open discussies over tegenstellingen en deze terug brengen naar de groepsdynamische
processen in de klas en daarin richting geven wat tegenstellingen bij elkaar kan brengen
- Sociale samenhang en onderlinge solidariteit bevorderen
- Ondersteunende rol van docenten en begeleiders op proces niveau
- Vertrouwen bieden op gewenste tegenstellingen en ongewenste tegenstellingen benoemen
vanuit de effecten vanuit de geschiedenis
- Bewuste interventies door docenten inzetten met oog voor groepsdynamische processen

de psychologie van kleine groepen


11

Van belang zijn de termen begrip en begrijpen uit elkaar te kunnen halen.
Je kunt wel iemand anders zijn of haar denkbeelden begrijpen je hoeft er echter geen begrip voor te
hebben!
Een voorbeeld: We begrijpen dat er sprake is van eergerelateerd geweld, maar je hoeft er geen
begrip voor te hebben. We begrijpen dat er verschillende religies zijn met andere denkbeelden maar
we hoeven er geen begrip voor te hebben. Het ontwikkelen van je referentiekader, normen en
waarden gaat hierdoor vorm krijgen.
Een ander voorbeeld is het inenten van DKTP. In verschillende bevolkingsgroepen wordt dit met haar
kinderen bewust niet gedaan. Dat kunnen we begrijpen maar hoeven we geen begrip voor te
hebben. Dit fenomeen is procesdenken en mag binnen lessen veel meer onder de aandacht te
komen. Professionele distantie is hierin noodzaak. Binnen de vakkundigheid van docenten mag dit
verder worden ontwikkeld.

LEIDERSCHAP EN GROEPSDYNAMICA

De sturing door teamcoaches op groepsdynamica en professionalisering door de D”Ampte Academie


is een die verder mag worden ontwikkeld. Specifieke scholing van leidinggevenden op voren
omschreven onderwerpen is een hulpvraag die ik heb gehoord in gesprekken met leidinggevenden.

Je hebt als leidinggevende en docent lef nodig om uit de inhoud van je team en je klas te blijven en je
te richten op het proces binnen groepsdynamica in je team en klas.
De begeleiding vanuit de professionaliseringsgroep op groepsdynamica is enerzijds om theorie uit te
leggen en anderzijds om oefening aan te reiken en waar nodig voor te doen.
Bij “lastige groepen “ kan de werking van groepsdynamica naast individuele begeleiding worden
ingezet. De professionaliseringsgroep dient als vraagbaak en ondersteuning voor docenten.
Als het gaat om inspiratie, leiderschap, tegenstellingen en de kracht van groepsdynamica is de DVD “
remember the Titans “ dan wel de DVD “ the Wave “ een prima instrument. De beide DVD’s duren
een 40 minuten en dienen voor- en nagesproken te worden met de nadruk op groepsdynamica.

Hieronder een aantal oefeningen binnen de forming, storming, norming, performing en adjourning
fasen:

Forming fase ;
Oefening 1 de kaart is het gebied ( politieacademie)
Oefening 2 bolletje wol blad 161 handboek positieve groepsvorming

Storming fase ;
Oefening 1 de val van de tafel politieacademie ( vertrouwen )
Oefening 2 de klas van de rare loopjes blad 179 handboek positieve groepsvorming ( plezier )

Norming fase ;
Oefening 1 het tonnenspel ( tegenstellingen )
Oefening 2 torens bouwen met 2 groepen spekjes en satéprikkers ( competitie )

de psychologie van kleine groepen


12

Een veel gebruikte oefening in bijvoorbeeld de overdracht van beleid naar de operatie binnen
groepsdynamische processen is de zogenaamde Hollow Square. Deze oefening kan ook worden
ingezet van de directie naar de onderwijsteams. Tevens is een degelijke oefening uitstekend te
gebruiken tussen een docent en zijn of haar leerlingen in de performing fase.
Enige ervaring m.b.t. het uitzetten van deze oefening is van belang.

ADVIES EN PLAN VAN AANPAK

1)
Gedragkaart, zelfmanagement, uitstuurprocedure verduidelijken
Informatiesturing en Magister procedures verbeteren en aansturen
Dossier opbouw van leerlingen verbeteren.

2)
Preventie en plan van aanpak;
1 daagse training alle docenten en directie
2 daagse training van de kerngroep groepsdynamica leerlingen zelf laten meedenken en afspraken
maken
Alle klassen 2 dagen doende met groepsdynamica door kerngroep gegeven

3)
Verbetering managementcijfers, informatiesturing op objectieve en subjectieve onderdelen.
Bijhouden van en invoering timemanagement niet ter controle van de docenten maar om inzicht te
verkrijgen om vervolgens daarop in het belang van studenten, docenten en de directie te kunnen
sturen.

4)
Handig groepsdynamica gedrag
In vervolg op de handig gedrag kaart en onderliggende literatuur is de ontwikkeling van een handig
gedrag kaart met name op groepsdynamische niveau een aanbeveling.
Deze zal met name voor de docenten gebruikt dienen te gaan worden.

5)
Ontwikkeling van een Challengeday en de nazorg organiseren vanuit de begeleiders.
Vanuit gedragpunt en een aanspreekpunt binnen de de’ Ampte kan een Challenge Day geweldige
resultaten worden geboekt als het gaat om een ander leefklimaat te kunnen realiseren. Het zijn
groepsdynamische oefeningen pur sang zowel voor leerlingen als docenten.

6)
Vanuit de professionaliseringsgroep binnen de D’Ampte Academie trainingen organiseren voor alle
docenten op het gebied van groepsdynamica waarbij enerzijds de theorie dient te worden
verduidelijkt en anderzijds diverse oefeningen als praktisch hulpmiddel dienen te worden ingetraind.

7)
Externe coaching en training van de leidinggevende op individueel gebied is van groot belang.
Binnen verschillende organisatie zoals de politie, gemeenten en belastingdienst zijn deze
ontwikkelingen in vergevorderd stadium. De effecten zijn daarin al meetbaar m.b.t. dalingen van het
ziekteverzuim en verbeteren van het leefklimaat. De vraag van verschillende docenten en
leidinggevende binnen het onderwijs is groot gebleken.

de psychologie van kleine groepen


13

EINDCONCLUSIE

In mijn onderzoek is op landelijk- en lokaal niveau gebleken dat er in de basisopleiding voor docenten
alsmede vervolgopleidingen zeer weinig wordt gedoceerd op het gebied van groepsdynamica binnen
het onderwijs.
Veel aandacht wordt besteed op individueel gedrag van leerlingen en de invoering passend
onderwijs. Daar zit een financiële paragraaf achter. Deze processen zijn voor individuele leerlingen
soms heel hard nodig. Ik ben een jaar lang ambulant begeleider geweest en de begeleiding op die
leerlingen kan soms heel effectief zijn.

Internationaal onderzoek heeft uitgewezen dat er 3 belangrijke oorzaken zijn van de oorzaak van
ongewenst gedrag van leerlingen :
Afzondering met als gevolg eenzaamheid
Versterking van het wij en zij gevoel met als gevolg strijd
Afsluiten en isoleren met als gevolg uiting van verschillende emoties
Vanaf het schooljaar 2015/2016 zullen scholen wettelijk verplicht worden om pestgedrag aan te
pakken. Er worden vele onderzoeken gedaan op het fenomeen “pesten”.

In Amerika is het begrip “school shooting “ al jaren een fenomeen. In 2013 waren er 31 incidenten op
dit gebied met vele doden en gewonden. Onderzoek heeft uitgewezen dat bovenstaande 3
begrippen de onderliggende oorzaak is van extreem geweld. Ook in Nederland is dit fenomeen al
meerdere malen voorgevallen en het aantal dreigingen nemen toe. Het inspireert jongeren om
dergelijke dreigementen op You Tube te zetten. Enerzijds een hulpvraag en anderzijds een uiting van
agressie.

Een aantal basisbehoeften vooral van adolescenten zijn:


Acceptatie, delen, leren, ondersteuning, ordening, plezier, respect,seksuele expressie, spelen,
veiligheid, verbinding, vertrouwen en zekerheid. Binnen groepsdynamica zou hierop veel zorg
moeten zijn.

De invoering van groepsdynamica, niet als proces maar als vanzelfsprekendheid binnen het onderwijs
kan een hele andere dimensie geven op het leer- en leefklimaat.
Ik beoog niet dat de invoering van groepsdynamica in plaats komt van passend onderwijs en
individuele begeleiding van leerlingen.
Ik ben ervan overtuigd dat kennis en ervaringen op het fenomeen groepsdynamica een enorme
besparing qua tijd kan opleveren voor docenten. Ik zie groepsdynamica niet als een proces binnen
het onderwijs. Het ligt boven de methodische en inhoudelijk processen. Het is er altijd en overal.

de psychologie van kleine groepen


14

HANDIG GROEPSDYNAMISCH GEDRAG

In navolging van het fenomeen “ handig gedrag“ heb ik een soortgelijk document gemaakt op
groepsdynamisch niveau. Je kan het ook zien als een soort samenvatting van deze reader. Dit zal
bestaan vanuit 3 kernpunten namelijk ;

1) Proces en inhoud
2) Groepsdynamica
3) Positionering en grondhouding

Deze kernpunten hebben uitleg nodig voor enerzijds de begeleiders en anderzijds de docenten. Door
de professionaliseringsgroep zal deze kaart dienen te worden toegelicht.
In de maanden mei en juni 2014 zijn er vergaderingen geweest met de begeleiders TB waarin ik dit
fenomeen heb toegelicht.
De uitkomst van deze vergadering was dat er binnen de D Ampte Academie, de
professionaliseringsgroep groepsdynamica beter op de kaart gaat zetten.
Deze professionaliseringsgroep wordt gedragen door 3 enthousiaste mensen.

BRONVERMELDING

Het puberende en het sociale brein ( E. Crone )


Niveaudenken G.Bateson
Ontwikkelingsstadia B.W.Tuckman
Beïnvloedingsstrategieen R.Cialdine
Groepsdynamica binnen politie Nederland diverse schrijvers
Handboek positieve groepsvorming M.Bakker / I. Mijland
Generatiemanagement A. Bontekoning
Effectief leiderschap S.Covey
Achtste eigenschap S.Covey
Stereotypen en vooroordelen J.Tanja
Geweldloze Communicatie M.Roosenberg
Opleidingskunde J.W.M. Kessels / C.A. Smit
Opvoedingsstijlen A. van Keulen
De kunst van communiceren I. Teekens
Organisatieopstellingen B. Hellinger
Wetboek van Jongeren P. Hoogeboom
Praten met je puber A. Heffels
Cultuur en opvoeding L. Eldering
Het nieuwe opvoeden S.Jenner
Appreciative Inquiry R.Masselink / J. Ijbema
Groepsdynamica J.Remmerswaal
Allemaal anders denkenden G.Hofstede
Werkboek geweldloze communicatie L. Leu
Preventie en schoolaanslagen Windesheim
Challenge Day, Be the Change
Spiral Dynamics D.E. Beck

de psychologie van kleine groepen


15

HANDIG GROEPSDYNAMISCH GEDRAG

PROCES EN INHOUD;
storingen hebben voorrang
sluit aan bij de beleving van leerlingen
besteed 5/10 minuten per les aan groepsproces
inzet professionele distantie
preventie en veiligheid
klassenmanagement
relatie “ handig gedrag t.b.v. leerlingen ” (PBS)

GROEPSDYNAMICA;
verschil leef- en leerklimaat
herken opvoed- en signaalgedrag
groepsprocessen per klas ; forming,storming,
norming,performing,adjourning
TEAM ontwikkeling
psychologische ontwikkeling adolescent
puberteit en ontwikkeling seksualiteit
pestgedrag

POSITIONERING &
GRONDHOUDING ;
1/3, 1/3 1/3 principe
gewenste -en ongewenste tegenstellingen
vastleggen van informatie in magister etc.
aangeven van grenzen
herken individueel gedrag leerlingen
verschil begrip en begrijpen
gezag uitstraling
samenwerking in- en extern

de psychologie van kleine groepen


16

PROCES EN INHOUD;
Er is een belangrijk verschil om les te geven vanuit inhouds- en procesniveau.
De inhoud is de lesstof die gegeven moet worden vanuit de onderwijsinspectie
en directie. Het zijn de eindtermen en het werken naar het diploma.
Het proces is de ontwikkeling van de adolescent in zijn algemeenheid waarbij
het onderwijs er een is. Een docent moet kunnen schakelen tussen de inhoud
van de lesstof en de groepsdynamische processen.
Dat geeft de distantie aan tussen de leerling en de professional. De professional
weet wat de eindtermen zijn en dient deze in acht te nemen en tegelijkertijd de
individuele- en groepsprocessen te erkennen en te herkennen.
Professionaliteit is het sleutelwoord!

GROEPSDYNAMICA;
Tijdens de ontwikkeling van de adolescent vinden belangrijke
ontwikkelingsprocessen plaats waaronder seksuele ontwikkeling. De
adolescent gaat zich steeds meer vorm geven binnen groepsprocessen.
Daarbinnen vinden de ontwikkeling van het omgaan met tegenstellingen en
positionering in groepen/klassen. TEAM ontwikkeling, pestgedrag, hoe verhoud
ik me in groepen worden manifester. Aandacht voor dit belangrijk proces is van
belang. Je hebt er als docent last van als je vanuit procesniveau onvoldoende
aandacht schenkt aan dit fenomeen.
Uit je comfortzone durven gaan is het sleutelwoord!

POSITIONERING & GRONDHOUDING


Dit vraagt om een andere grondhouding vanuit de docent. Enerzijds individueel
gedrag bij een leerling herkennen en erkennen. Hoe ga ik om met de informatie
die ik bij iedere les herken. Hoe leg ik deze informatie vast t.b.v. het onderwijs
proces. Anderzijds; wat zijn de ontwikkelingen binnen groepsdynamische
processen in klassen en hoe deel ik deze in het groter geheel.
Het uitstralen van gezag is waar de leerlingen uiteindelijk om vragen en de
normale ontwikkeling is dat adolescenten in deze fase die grenzen gaan
opzoeken.
Een uitstekende en sluitende samenwerking met interne- en externe partners
dient vanuit gemeenschappelijke doelstellingen te worden ingezet. Je kan een
adolescent in zijn groepsdynamisch gedrag wel begrijpen maar je hoeft er niet
begrip voor te hebben.
Vertrouwen is daarin het sleutelwoord!

de psychologie van kleine groepen

Você também pode gostar