Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
Beslissing van dit gerecht van 27 september 2019 gegeven op de vordering van het
openbaar ministerie ingevolge artikel 1:77 van het Wetboek van Strafrecht in de
ontnemingszaak tegen de veroordeelde:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1961 in [geboorteplaats],
wonende: Kaya [adres] te [woonplaats].
Procesverloop
Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
23 februari 2018, 14 juni 2018, 15 februari 2019, 24, 25 en 28 juni 2019, 6 en 7
augustus 2019 en 6 september 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van
hetgeen door de veroordeelde en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat aan de veroordeelde de
verplichting wordt opgelegd tot betaling aan het Land ter ontneming van het
wederrechtelijk verkregen voordeel van USD 257.989,60. Hij heeft voor de precieze
Parketnummer: 810.00005/18 2
Het gerecht acht aannemelijk geworden dat de veroordeelde door middel van of uit
de baten van het onder 1 bewezenverklaarde feit waarvoor zij is veroordeeld en uit
andere, soortgelijke feiten wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
Daarnaast bestaan er naar het oordeel van het gerecht ook voldoende aanwijzingen
dat de veroordeelde onder de code Rafael voorafgaand aan de ten laste gelegde
periode, te weten in de jaren 2011, 2012 en 2013, nog een omzet heeft behaald van in
totaal USD 801.691,-.1 Dit resulteert in een commissie van USD 16.033,82 ofwel
ANG 28.700,54
Door de veroordeelde is ter zitting aangevoerd dat zij kosten heeft gemaakt om te
swipen, zonder deze overigens nader te specificeren of daaraan een feitelijk bedrag
te koppelen. Hoewel het gerecht wel wil aannemen dat zij kosten heeft gemaakt die
mogelijk in verband kunnen worden gebracht met het voordeel, kan daarmee thans
geen rekening worden gehouden bij gebreke van enige onderbouwde berekening
van de zijde van de verdediging.
1
Proces-verbaal van bevindingen W.V.V., opgemaakt in de wettelijke vorm op 13 januari 2017 door
de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar], Zaaksdossier [verdachte], zelf
genummerde ordner 14, bijlage 35, blz. 6.
Parketnummer: 810.00005/18 3
Bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel moet geen rekening
worden gehouden met de te verwachten fiscale consequenties van de
voordeelsontneming door deze in mindering te brengen op het geschatte bedrag,
aangezien, voor zover belasting verschuldigd is over wederrechtelijk verkregen
voordeel, die belastingheffing weer ongedaan wordt gemaakt indien en voor zover
dat voordeel wordt ontnomen (ECLI:NL:HR:1998:ZD0947).
Redelijke termijn
Voor zover het gerecht uit de beschikbare stukken heeft kunnen afleiden, heeft de
officier van justitie op de terechtzitting van 23 februari 2018 de vordering gedaan
als bedoeld in art. 1:77 van het Wetboek van Strafrecht. Het gerecht beschouwt
daarom die datum als aanvang van de voor de ontneming op zijn redelijkheid te
beoordelen termijn.
Nu de beslissing op de vordering plaatsvindt binnen twee jaar na aanvang van die
termijn, is er ten aanzien van de ontneming geen sprake van overschrijding
daarvan, zodat op die grond geen aftrek zal plaatsvinden.
Draagkracht
Beslissing
Het gerecht:
Legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan het Land ter ontneming
van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van ANG 115.450,35
(honderdvijftienduizend vierhonderdvijftig gulden en vijfendertig cent);
Bepaalt dat bij gebreke van volledige betaling of verhaal vervangende hechtenis
wordt toegepast voor de duur van 6 (zes) maanden.
Deze beslissing is gegeven door de rechter mr. drs. S.M. van Lieshout, in
tegenwoordigheid van mr. F. Kruiswijk, griffier en is uitgesproken op de openbare
terechtzitting van het Gerecht in Curaçao in bijzijn van mr. M. Witteman, griffier op
27 september 2019.
uitspraakgriffier