Você está na página 1de 5

Aan: de Minister-President

Minister van Algemene Zaken


Mw. E.C. Wever-Croes
Alhier

Oranjestad, 11 oktober 2019


Betreft: Landsverordening met betrekking tot Serlimar

Excellentie,

Ten vervolge op uw schrijven d.d. 2 oktober 2019, met kenmerk MAZ/5376 moge ik u, mede
namens buurtbewoners van Simeon Antonio en omstreken, ten eerste bedanken voor de zeer
snelle reactie op de brief d.d. 1 oktober 2019 met als onderwerp “objetivo habitantenan di
Parkietenbos y vecindario contra ley di Serlimar/incinerators”.

In voornoemd schrijven stelt u dat:

I “De Landsverordening als doel heeft” :

a) het waarborgen van een adequaat en integraal afvalbeheer in Aruba door


b) de huidige Landsverordening Instelling Servicio di Limpiesa te verduidelijken,
c) waardoor de financiële positie van Serlimar versterkt wordt en
d) het bedrijf op efficiënte wijze haar publieke taken namens het Land kan uitvoeren en
e) dat de wijziging noodzakelijk is voor het bewerkstelligen van de nationale oplossing inzake
het op duurzame wijze verwerken van afval waarvan het definitief sluiten van de zeer
vervuilde stortplaats te “Parkietenbos” onderdeel is.

ad a)
Zoals uit de Memorie van Toelichting blijkt zullen genoemde aanpassingen echter niet de gehele
afvalproblematiek van het Land Aruba oplossen en zal met de implementatie van het systeem
niet adequaat, integraal en duurzaam het afvalbeheer worden gewaarborgd. In het wetsontwerp
wordt niet gekeken naar alternatieven om de algemene afvalproblematiek op te lossen die
mogelijk vanuit het maatschappelijk, economisch alsook overheidsbelang praktischer,
rendabeler, meer duurzaam en (kosten)efficiënter zijn. In de toelichting wordt echter onvoldoende
ingegaan op deze probleemstelling, waardoor de effectiviteit van de in het ontwerp opgenomen
voorstellen - in het licht van deze probleemstelling - niet in zijn volle omvang getoetst kan worden.
Een brede visie voor de afvalproblematiek in Aruba ontbreekt, waardoor er derhalve, naar ons
inziens, niet gesproken kan worden van het waarborgen van een adequaat en integraal
afvalbeheer in Aruba vanwege het implementeren van voornoemde landsverordening.

ad b)
Het onderhavig wetswijzigingsvoorstel lijkt meer verwarring te hebben doen ontstaan dan
verduidelijking van de huidige Landsverordening Instelling Serlimar.

1
Dit is met name gebleken uit de urenlange debatten en vragen tijdens de behandeling op 2
oktober 2019, alsmede de heersende onrust onder de bevolking. Niet alleen bij de buurtbewoners
van Parkietenbos en omstreken, (milieu)organisaties, maar ook bij bedrijven en werknemers van
de EcoTech, EcoGas en Serlimar.

ad c)
U geeft voorts aan dat de wetswijziging de financiële positie van Serlimar versterkt waardoor het
bedrijf op efficiënte wijze haar publieke taken namens het Land kan uitvoeren.

Het wetsontwerp vermeldt in artikel 1 als “het bedrijf”.


Dit creëert voor de toekomst ruimte tot nadere invulling en wijziging van “het bedrijf” tot een
andere instelling, hetgeen de financiële positie van Serlimar derhalve juist zal kunnen
verzwakken en/of te niet doen. Een revisie van “het bedrijf” telkens weer te specificeren in de
Landsverordening als “Serlimar” kan derhalve deze twijfels wegnemen.

Ook zal volgens het plan van aanpak het overige huishoudelijke en commerciële afval worden
verbrand in een grote verbrandingsoven (Solid Waste Treatment Facility) welke door een derde
partij worden beheerd. Ook hier wordt de beheerstaak van Serlimar ten aanzien van het afval en
derhalve ook de financiële positie van Serlimar duidelijk verzwakt.

Uit het advies van de Raad van Advies volgt dat er onduidelijkheid bestaat hoe de aankoop en
betaling van diensten van Serlimar door het Land zich verhoudt tot het bedrag aan verwachte
opbrengsten aan heffingen en vergoedingen. Onduidelijk hierbij is in hoeverre de bijdrage van
het Land ter dekking van de operationele kosten van Serlimar verminderd zal worden door de
verwachte opbrengsten uit heffingen en ophaalvergoedingen.

Ad d)
Volgens het plan van aanpak zal niet alle huishoudelijke en commerciële afval door Serlimar
worden beheerd, maar door een derde partij. De vraag is of hiermede de Serlimar inderdaad,
zoals u stelt, (volledige) uitvoering kan of zal geven aan de aan haar vanwege het Land
opgedragen publieke beheerstaak.

Ad e)
Een verantwoordelijke ontwikkeling en alle aspecten van onze samenleving inclusief ons
gezondheid, ons woonmilieu, financiële belangen (waaronder ook het pilaar toerisme) worden
bedreigd door het permitteren van het voorbijlopen van de nodige zorgvuldigheid, normen en
regels. Volgens wetgeving en kaderrichtlijn (richtlijn 2006/12/CE) van de Europese Unie inzake
afvalbeheer worden de algemene principes beschreven waarop de lidstaten hun nationaal
afvalbeleid dienen te baseren. Dit Europese kader steunt op een hiërarchiek van de
afvalverwerkingsmethodes, met prioriteit voor de acties die bedoeld zijn om afval te voorkomen
en hun schadelijk of gevaarlijk karakter te beperken. Afval dat niet kan worden voorkomen, moet
worden gevalideerd. Valorisatie betekent dat het afval wordt ingeschakeld als secundaire
grondstof door het te hergebruiken, door het te recycleren of door zijn materiële en/of
energetische inhoud op een andere manier terug te winnen. Als de valorisatie van afval om
2
technische of economische redenen niet mogelijk is, dient men zijn toevlucht te nemen tot
zogeheten eliminatietechnieken zoals opslag in centra voor technische ingraving of verbranding
in gespecialiseerde installaties. De eliminatie heeft in de eerste plaats tot doel het afval te
vernietigen op een manier die niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid en het milieu.

Het doel van de hiërarchiek van de afvalverwerkingsmethodes bestaat erin voorrang te geven
aan de operaties die het minst belastend zijn voor het milieu en de gezondheid van de mens en
tegelijk de mogelijkheid te bieden de natuurlijke rijkdommen te sparen.

Dat de wijziging volgens u noodzakelijk is voor het bewerkstelligen van de nationale oplossing
inzake het op duurzame wijze verwerken van afval is gezien het vorenstaande dan ook naar ons
inziens irrationeel.

U geeft verder aan dat:

II “Het thema “incinerator” nimmer te maken heeft met de aanschaf van een grote
verbrandingsoven.”

Uit artikel 1A onder c wordt vermeld dat het afval bestemd is om verwerkt te worden in een
grote (gesloten) verbrandingsoven:
“beheren en exploiteren van een plant waar afval, die bestemd is om te verbranden in een
grote, gesloten verbrandingsoven, in ontvangst wordt genomen, of....”
Volgens officiële vertaling (www.interglot.com) is een verbrandingsoven een incinerator. Met
het woord “grote verbrandingsoven” wordt hiermee dus “incinerator” gerefereerd.
De doelstelling wordt naar ons inziens niet gedragen door de inhoud van de wijziging van de
Landsverordening en de wijze van totstandkoming, baart ons derhalve veel zorgen.

De voorwaarden voor het beheren van zulke verbrandingsovens/ Incinerators zijn niet
opgesteld. Bovendien is één van de RFP (Request For Proposal) die het kabinet Wever-Croes
heeft aangevraagd, met betrekking tot de afvalverwerking technologie SWT (Solid Waste
treatment Facility) een vorm is van een Incinerator. Ook zal volgens het plan van aanpak
grotendeels alle afvalstromen verbrand worden in een grote Incinerator (Solid Waste Treatment
Facility) welke door een derde partij zal worden beheerd. Hieruit volgt dat hetgeen na het
verbrandingsproces door de Incinerator nog resteert, gestort zal worden in een sanitaire
stortplaats (hetgeen een onderdeel is van de RFP). Ten aanzien van de milieu-aspecten van
een “incinerator’ is er tot op heden geen MER-Rapport opgesteld.

Ook de memorie van toelichting bij de Landsverordening vermeldt deze grote verbrandingsoven
c.q. incinerator, moge ik citeren:

“Het vaste brandbare (solid burnable waste) afval ofwel afval niet zijnde afvalstoffen die worden
gerecycled of gevaarlijke afvalstoffen, zal in een grote, gesloten verbrandingsoven worden
3
verbrand die energie opwekt en welke door een derde partij zal worden beheerd. Het verzamelpunt
waar afval, dat bestemd is om te verbranden in een grote, gesloten verbrandingsoven, in ontvangst
wordt genomen ofwel de "tipping floor" bij en ten behoeve van de grote, gesloten verbrandingsoven
zal onder toezicht van Serlimar staan zodat dat bedrijf kan zorgdragen dat de nodige hoeveelheid
afval voor dat oven gegarandeerd is.”

Indien de Landsverordening nimmer te maken heeft met de aanschaf van een grote
verbrandingsoven, waarom wordt er hiernaar telkens weer verwezen?

Volgens het overzicht in het plan van aanpak is het nieuwe proces van afvalverwerking en -
beheer schematisch weergegeven. Hieruit volgt dat hetgeen na de verbrandingsproces dan nog
resteert gestort zal worden in een sanitaire stortplaats. De vraag rijst dan of dan inderdaad de
problemen voor nu en altijd opgelost kunnen worden en of de stortplaats Parkietenbos inderdaad
gesloten zal worden.

Als conclusie, geeft u aan:

III “dat de stortplaats te Parkietenbos de grootste “incinerator” is op Aruba”, waarbij u


bevestigt dat de stortplaats een gevaar voor de volksgezondheid en het milieu op Aruba
vormt en u meedeelt dat u vastberaden bent deze problemen voor nu en altijd op te lossen.

Uit uw opmerking en vergelijking kunnen wij concluderen dat ook U een incinerator als een groot
gevaar voor de volksgezondheid en het milieu in Aruba beschouwt en tevens de bestaande,
gevaarlijke situatie van de “Dump te Parkietenbos” voor de direct betrokkenen, de bewoners van
Parkietenbos en omgeving erkent. Dit betekent echter niet dat deze gevaarlijke situatie “opgelost”
moet worden met het creëren van een nog gevaarlijker situatie. Het institueren van een
incinerator, veroorzaakt een ernstiger bedreiging voor de gezondheid en het leefmilieu, niet
alleen voor de bewoners van Parkietenbos en omgeving, maar voor heel Aruba. Internationale
normen impliceren een bepaalde radius afhankelijk van de emissies. Een grote of kleine
incinerator exponeert de bewoners aan levensbedreigende emissies. Aruba is een klein eiland
en de vereiste marges (radius) volgens internationale normen voor het institueren van
incinerators is niet haalbaar. Het opereren vereist monitoring, onderhoud, expertise en nog tal
van veiligheidsvoorschriften. (bv. hoeveel uren per dag maximaal etc.)
Indien de nodige veiligheid en normen in acht worden genomen zal de vuilverwerking niet
rendabel zijn.
De incinerator zal de bestaande milieu- en gezondheidsproblemen voor de bewoners van
Parkietenbos en omgeving, zoals u stelt, derhalve geenszins voor altijd oplossen.

Indien u werkelijk meent dat wij beter verdienen, verzoeken wij u dan ook de nodige
zorgvuldigheid in acht te nemen, deugdelijk onderzoek te doen verrichten door professionele
instanties en om zodoende tot een reële oplossing te komen die de gezondheid en leefmilieu van
de bewoners van Parkietenbos en omgeving niet verder zal aantasten en het afval op een zo min
mogelijke belastende wijze te doen beheren.

4
Wij als buurtbewoners van Parkietenbos die dagelijks met de realiteit van een ongezonde
woonomgeving moeten leven, achten het dan ook dringend noodzakelijk dat de overheid
openheid van zaken geeft ten aanzien van de milieuaspecten van de incinerator. Gaarne
ontvangen wij dan ook het MER-Rapport ten aanzien van zowel de kleine- als de grote
incinerators.

Wij zijn tenslotte ook van oordeel dat het wetsontwerp en de toelichting integraal dienen te
worden herzien en geven middels deze ook aan dat wij volledig tegen het plaatsen van
incinerators zijn.

Volledigheidshalve zij u thans ook geïnformeerd dat buurtbewoners geen relatie hebben met de
Stichting Parkietenbos en niet door hen vertegenwoordigd wensen te worden en doen afstand
van al hetgeen door hen naar voren wordt gebracht in deze kwestie.

Hopende op een snelle, transparante en verantwoorde reactie uwerzijds,

Verblijf ik met de meeste hoogachting, mede namens buurtbewoners,

Você também pode gostar