Você está na página 1de 4

Samenvatting

Cultuur, risico en HIV/AIDS onder migranten en mobiele mannen in


Goa, India

Inleiding

In India leven naar schatting 2 tot 3,1 miljoen mensen met HIV, wat zich vertaalt in een prevalentie
van 0,36 procent. Met meer dan 1 miljard inwoners, is de verspreiding van het HIV virus zeer
schadelijk, in een land met falende gezondheidssystemen, stijgende prijzen van medicijnen en
problemen met medicijnresistentie. De meest geëigende oplossing is nog steeds preventie van
verspreiding van het virus, door middel van het propaganderen van gedragsverandering van de
bevolking. Heersende man-vrouw verhoudingen hebben een sterke invloed op de seksuele gezondheid
van mannen, hun partners en hun families. In India vertonen mannen risicovol gedrag en komt AIDS
meer voor onder mannen dan vrouwen. In het geval van migratie zijn het meestal mannen (in onze
onderzoekspopulatie) die het eerst migreren. Zij worden gevolgd door hun echtgenoten en andere
familieleden. Migratie voegt daarmee een extra complexe dimensie toe aan HIV/AIDS: migrant zijn is
op zich geen risicofactor, maar in het proces van migratie en integratie in lokale gemeenschappen kan
de migrant wel risico lopen om infectieziekten op te doen. In dit onderzoek, onder migranten en
mobiele mannen (vrachtwagenchauffeurs en vissers) afkomstig uit Karnataka en wonend in Goa,
bestuderen we hoe HIV risicoinschatting en risicogedrag is ingebed in de culturele context.

Onderzoeksdoel en onderzoeksvragen

De volgende onderzoeksdoelen en onderzoeksvragen hebben het onderzoeksproces geleid:

Onderzoeksdoel 1 –Inzicht krijgen in hoe concepten van het Health Belief Model (HBM) cultureel zijn ‘gegrond’.

De culturele inbedding van de HBM begrippen betreffende risico inschatting wordt bestudeerd via de
vragen:
• Hoe worden de begrippen 'perceived susceptibility' en 'perceived severity' lokaal
geconstrueerd?
• Wat is het effect van deze lokaal geconstrueerde HBM begrippen op het gebruik van
condooms?
• Welke wijze van triangulatie van methoden is het meest geschikt om begrippen van het HBM
te gronden in de cultuur?
Culture, risk and HIV/AIDS

Onderzoeksdoel 2: Inzicht krijgen in hoe cultuur een rol speelt bij de risicoinschatting van HIV.

De rol van cultuur wordt bestudeerd via de volgende specifieke onderzoeksvragen:


• Welke soort culturele heuristiek wordt door mannen gebruikt wanneer ze het risico inschatten
om een HIV infectie op te lopen?
• Hoe wordt culturele kennis over AIDS gecreëerd, gedeeld en doorverteld, in relatie tot
beïnvloeding van zowel de risicoinschatting als het risicogedrag?

Onderzoeksdoel 3: Inzicht geven in hoe cultuur en ruimte invloed uitoefenen op risico gedrag en de levens van

migranten.

Het begrijpen van de relatie tussen cultuur, ruimte en plaats wordt onderzocht via de
onderzoeksvragen:

• Wat is de ruimtelijk culturele configuratie van 'sex work' in Goa?


• Hoe geven migranten in Goa betekenis aan de plaatsen waar ze leven?
• Wat is de invloed van 'exclusionary othering' op migranten in Goa?

Theoretisch raamwerk

In dit onderzoek maken we een onderscheid tussen 'cultuur van AIDS' en 'cultuur in AIDS'. Cultuur
van AIDS gaat over de invloed die HIV/AIDS heeft op verschillende niveaus bij het organiseren van
de krachten om de pandemie te bestrijden. Cultuur in AIDS gaat over de invloed van cultuur op de
risicoinschatting en het risicogedrag met betrekking tot HIV. Dit proefschrift richt zich op cultuur in
AIDS. Als leidraad wordt het Health Belief Model gebruikt, dat is ontwikkeld door psychologen in de
jaren 50 ten einde het wijdverspreide falen van de participatie van mensen in gezondheidsprogramma's
op het gebied van preventie of screening van ziekten te verklaren. We bouwen ons deductieve
theoretische raamwerk verder op door de begrippen van het HBM te combineren met andere
concepten zoals culturele schema's en 'locus of control'.
Werkend vanuit dit deductief theoretisch raamwerk, realiseert men zich dat de werkelijkheid niet altijd
overeenkomt met de theorie. Er ontstaan andere constructies van begrippen en nieuwe begrippen.
Volgend op het veldwerk, bij het begin van de data analyse, werden nieuwe concepten geïdentificeerd
op basis van de kwalitatieve data; begrippen die op zich zelf staan als valide thema’s. In het kader van
de 'grounded theory' benadering werd gebruik gemaakt van verschillende culturele theorieën met het
doel deze nieuwe opkomende concepten te interpreteren. Theorieën over culturele heuristiek, de
culturele productie van plaats en ‘othering’, ondersteunden dit inductieve proces van interpretatie.

258
Samenvatting

Data en methoden

Door een combinatie van verschillende theoretische inzichten, werd met de hulp van locale NGOs en
een onderzoeksteam veldwerk uitgevoerd in Goa. Het veldwerk werd uitgevoerd in twee fasen: een
‘pilot’ project van 3 maanden in 2003 en een groot project van 6 maanden in 2004-05. Er werd een
combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden toegepast. Verschillende
kwalitatieve methoden werden gebruikt, namelijk diepte-interviews (25), focus groep discussies (16),
sleutelinformanten interviews, analyse van media rapportages, observatie, 'wandeling door ruimtes' en
analyse van visueel materiaal. In een lokaal geïnformeerde enquête (N= 1259) werden de resultaten van
het kwalitatieve onderzoek gekwantificeerd en gevalideerd. Het bewust zijn van de positionering van
de onderzoeker en zijn team was cruciaal in het onderzoek.

Enkele belangrijke bevindingen

1. Doorgaans wordt in enquêtes geconstrueerd op basis van het HBM het begrip 'perceived
susceptibility' geoperationaliseerd door te vragen 'loopt u risico om HIV/AIDS te krijgen?'. In
dit onderzoek stelden we deze vraag op drie verschillende manieren, gebaseerd op het
kwalitatieve onderzoek: via de begrippen saadyathe (mogelijkheid), appaya (gevaar) en indirect
door te vragen of mannen dachten dat hun seksuele partner het risico liep om HIV/AIDS te
krijgen. Het begrip 'mogelijkheid' bleek een betere maat te zijn van het begrip 'perceived
susceptibility'. 'Perceived severity' van het oplopen van HIV blijkt te zijn gebaseerd op drie
waargenomen consequenties: economisch, sociaal, en gevolgen voor de gezondheid. Deze
consequenties zijn aan elkaar gerelateerd, waarbij economische gevolgen ernstiger worden
bevonden in vergelijking met de sociale en aan gezondheid gerelateerde consequenties.
2. In de toepassing van een stapsgewijs multivariaat model, vinden we dat de begrippen van het
HBM additionele contextuele factoren nodig hebben om de kans van mannen om condooms
te gebruikten te bepalen.
3. Door toepassing van een kwalitatief naar een kwantitatief 'linked trajectory of method
triangulation' plaatsen we eerst de begrippen van het HBM als ook andere begrippen zoals
culturele heuristiek in een context, waarna we ze in de enquête valideren. Op die manier
verwierven we interpretatie (diepte-interviews), interactie (focus groep discussies) en
kwantificering (enquête) in het onderzoek.
4. Culturele heuristiek kwam op als een nieuw concept dat mannen gebruiken om een inschatting
te maken van hun seksuele partners en het HIV risico dat ze lopen via hun partners. Wanneer
mannen gedeeltelijke of onzekere informatie over hun partner hebben, gebruiken ze culturele

259
Culture, risk and HIV/AIDS

heuristiek ten aanzien van man-vrouw verhoudingen, waakzaamheid, vertrouwen en visuele


signalen om tot besluitvorming te komen.
5. Culturele 'narratives' helpen in de lokale productie van kennis van HIV/AIDS. In het
onderzoek werden culturele 'narratives' geïdentificeerd ten aanzien van de zichtbaarheid van
AIDS, lichaamsdegradatie, slechte gewoontes, het lot en sociale uitsluiting. NGOs zouden
deze culturele 'narratives' moeten zien als lokale kennis en het onderdeel maken van hun
inspanningen om HIV preventie campagnes te informeren en te versterken.
6. In Goa hangt de ruimtelijke en culturele configuratie van 'sex work' af van zakenrelaties tussen
'sex workers', intermediairs en cliënten. De plaatsen waar 'sex work' plaatsvindt zijn
'contested', 'gendered' en 'veiled'. Deze zijn niet exclusief maar laten verschillende dimensies
zien van betekenisgeving aan plaatsen waar 'sex work' plaatsvindt.
7. Migranten schrijven aan het landschap van Goa bepaalde onderdelen van hun cultuur toe,
zoals te zien is in de decoratie van huizen, in de taal, in scholen en tempels. In de
migrantenwijken in Goa verschuift de sociale productie en reproductie van plaatsen van het
privé domein, zoals de huizen van migranten, naar het publieke domein zoals dat van de
tempel.
8. 'Exclusionary othering', uitgeoefend door de toeschrijving van de ghati identiteit, heeft een
negatieve invloed op toegang tot de gezondheidszorg en veiligheid en leidt tot een 'liminal
existence' onder mannelijke migranten in Goa.
Conclusies

Dit onderzoek laat zien dat de migrant in Goa zich bewust is van de consequenties van een mogelijke
infectie met HIV, en daarom voorzichtig is. In zijn beleving komt het risico op HIV infectie via de 'sex
worker' maar niet via andere seksuele relaties, zoals die met de zogenaamde ‘lovers’. Deze
risicoinschatting kan er toe leiden dat een migrant risico loopt. HIV preventie inspanningen in Goa
zouden daarom migranten moeten informeren over risicovol seksueel gedrag en niet
noodzakelijkerwijs over risicovolle partners.

Door een culturele benadering toe te passen ten einde HIV risicoinschatting en -gedrag te begrijpen,
leggen we de nadruk op de noodzaak om lokale opvattingen en culturele redeneringen op te nemen in
toekomstig onderzoek en interventies op het gebied van HIV/AIDS. Dit zal ertoe leiden dat
verandering wordt gezien als iets dat van binnen uit komt en rationeel is binnen een bepaalde cultuur. Dit is
een zeer belangrijke stap voorwaarts bij de ontwikkeling van meer effectieve interventies.

260

Você também pode gostar