Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
Als laatstejaarsstudent aan KATHO departement VHTI moet er een eindwerk gerealiseerd worden om
het diploma te behalen van professioneel bachelor, afstudeerrichting mechanisch ontwerp- en
productietechnologie. Het eindwerk moet een studie en/of een praktische realisatie omvatten op het
gebied van de machinebouw in het algemeen.
Dit kunnen zijn:
Een om te bouwen machine;
Ontwerp en realisatie van een machine(onderdeel);
Het ontwerp van een prototype;
Een automatiseringsproject.
Via deze weg wil ik graag de bedrijfscoach Filip Dezwaef, Angelique De Smet, Romain Dezwaef en
Odette Verdonck bedanken om mij in vertrouwen te nemen het ontwerp ook praktisch te laten
realiseren. Een volgende persoon die ik wil bedanken is VHTI mentor Raf Desplenter die steeds klaar
stond om mij de nodige uitleg te geven in verband met bestaande producten op de markt en voor
het verbeteren van de teksten, schema’s en tekeningen. Verder wil ik nog de werknemers en
leveranciers van Dezwaef NV bedanken voor de nodige uitleg die ze mij verleenden om tot een goed
eindresultaat te komen.
3
1. VOORSTELLING BEDRIJF ............................................................................................................................ 7
3. EISENPAKKET ............................................................................................................................................. 9
5. VOORONTWERPEN ................................................................................................................................. 12
6. GENOMEN CONCEPT............................................................................................................................... 17
6.1.1 VOET........................................................................................................................................................ 19
6.2 BOGEN..................................................................................................................................................... 25
6.2.4 KLEMONDERDEEL.................................................................................................................................... 30
6.3.3 LOOPWAGEN........................................................................................................................................... 33
6.6 DUWEENHEID.......................................................................................................................................... 38
4
6.6.1 FRAME ..................................................................................................................................................... 39
6.6.2 SCHUIFDEEL............................................................................................................................................. 39
6.9.1 BOGEN..................................................................................................................................................... 51
6.10.2 BOGEN..................................................................................................................................................... 60
6.10.3 DUWEENHEID.......................................................................................................................................... 61
7 HET LASPROCES....................................................................................................................................... 78
8. VEILIGHEID .............................................................................................................................................. 81
9. BESLUIT ................................................................................................................................................... 93
5
Trefwoorden
Montage-eenheid
Vacuümtank
Onder poeder lassen
Radiografische sturing
Hydraulisch
6
1. Voorstelling bedrijf
Deze thesis omvat het “ontwerp en realisatie van montage-eenheid voor vacuümtanks. Het eindwerk
is in opdracht van de firma Dezwaef NV, gelegen te Moerkerke.
Dezwaef NV werd gesticht in 1968 als een eenmanszaak met als doel: handel in alle
landbouwmachines, stalinrichtingen, waterleidingen, stallenbouw, en ook constructie van
landbouwmachines. Begin de jaren 70 werd de handel in landbouwmachines afgebouwd ten
voordele van constructie van stalinrichtingen, mestwagens en vacuümtanks. Later werd hun
specialiteit vacuümtanks. In 1982 werd de eenmanszaak omgevormd tot een BVBA en in 1997 tot
een NV. Er is tot op de dag van vandaag enorm veel belangstelling uit binnen- en buitenland. Dit gaat
van België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, tot zelfs in Italië. Er worden niet enkel tanks gebouwd
met eigen merknaam, maar eveneens voor ander merken zoals Hülsken, schoutten, Veenhuis en
Vervaet.
7
2. Probleemstelling, huidige situatie
Figuur 1: vacuümtank
8
3. Eisenpakket
Het ontwerp moet voldoen aan de volgende eisen:
Met de machine moeten tanks met een maximumlengte van 9 meter vervaardigd kunnen
worden;
De diameters van de tank mogen variëren van 1,5 tot 2,5 meter;
Tijdens het assembleren van de tank moet deze een ronddraaiende beweging kunnen
maken;
Het samenstellen en lassen van een tank moet op eenzelfde machine gebeuren;
De gerolde platen alsook de bodems moeten met behulp van een rolbrug op de machine
gelegd worden;
De machine moet stevig gebouwd zijn zodat het ertegenaan stoten van een tank de machine
niet beschadigd;
Het ontwerp (3D) moet uitgetekend worden, stuktekeningen moeten aangemaakt worden;
9
4. Toekomstige situatie
Om de tanks op een snellere manier te vervaardigen
worden de tankonderdelen aan één zijde voorzien
van een lichte conus (fig.3). De gerolde stalen plaat
wordt met behulp van de te ontwerpen machine
cirkelvormig gehouden net zoals het erover heen te
schuiven onderdeel, dit gebeurt met hydraulische
actuatoren. Eenmaal beide tankonderdelen in elkaar
kunnen schuiven worden ze naar elkaar toe gedrukt
m.b.v. hydraulische actuatoren. Een bijkomend
voordeel van dit principe is dat de tank binnenin niet
meer moet gelast worden met de hand, de tank
hoeft enkel nog op enkele plaatsen gelast te worden
en vervolgens zal deze automatisch gelast worden
met een verrijdbaar lastoestel die zich op de Figuur 3: Principe
ontwerpen machine bevind.
10
Met behulp van hydraulische cilinders wordt
de bodem naar links verschoven (fig. 6) tot
deze goed aangedrukt is tegen de cilinder.
11
5. Voorontwerpen
5.1 Voorontwerp 1
Een eerste idee (fig. 8) was om twee hydraulische cilinders op een boog te plaatsen. Deze bogen
bevinden zich aan één zijde op de machine en kunnen in beperkte mate heen en weer schuiven. De
te assembleren onderdelen worden geklemd met de hydraulische cilinders en ondersteund door
dikwandige buizen. Door de bogen naar elkaar toe te trekken worden de onderdelen naar elkaar toe
geschoven en kunnen deze aan elkaar gepunt worden. De reeds samengestelde tank wordt
opgeschoven op de dikwandige buizen. Het lastoestel zou op een speciaal daarvoor voorziene balk
bovenaan de machine geplaatst worden. Naargelang de diameter van de tank zou via een schaarlift
de tank opgetild worden. Het nadeel van dit ontwerp is dat de tank te hoog boven de grond wordt
samengesteld. Bij dit ontwerp zijn eveneens nog geen aparte aandrijfwielen voorzien die de tank een
ronddraaiende beweging geven tijdens het lassen. Het werkingsprincipe om de twee bogen naar
elkaar toe te trekken wordt in twijfel getrokken, uit ervaring van de tankbouwers concluderen we dat
er een aanslag moet voorzien worden in het center van de tank.
12
5.2 Voorontwerp 2
Een volgende idee (fig. 9) was om de bogen bovenaan op te hangen. Met behulp van twee masten
kunnen deze bogen op en neer verplaatsen naargelang de diameter van de te assembleren tank. Er
zijn rubberwielen voorzien die de tank een ronddraaiende beweging geven tijdens het lassen van de
tank. Het lastoestel loopt op dezelfde balk waaraan de bogen opgehangen zijn. De verschillende
elementen worden tegen elkaar gedrukt tegen een te positioneren bok, voorzien van hydraulische
actuatoren en een vaste aanslag op de machine. De metalen rollen worden met behulp van een
excentriek mechanismen naar boven gebracht zodat de tank hierop kan geassembleerd worden.
Deze rollen verzekeren de bouw van een rechte tank. Het nadeel van dit ontwerp is dat de rollen
waarop de tank geassembleerd wordt op en neer moeten bewegen. Om voldoende ondersteuning te
krijgen van deze rollen moeten ze onderbroken worden om lagers te plaatsen. De bok wordt
ondersteund buiten de machine, waardoor het onderstel van de machine breder wordt, dit heeft als
nadeel dat de bediener van de machine niet goed bij de tank kan om de reeds geassembleerde
onderdelen te punten.
13
5.3 Voorontwerp 3
14
5.4 Voorontwerp 4
15
Bij een volgende ontwerp (fig. 12) werd gezocht naar
een hefsysteem waarbij hydraulische cilinders
gebruikt worden met beperkte slaglengte. Om dit te
verkrijgen werd gebruik gemaakt van het
parallellogramprincipe (fig. 13).
Het ontwerp van de steunpunten en
hefmechanismen liggen nu reeds vast. Eveneens
werd de beslissing genomen om de hydraulische
cilinders die de tankelementen samendrukken op een
vast punt te plaatsen zodat er bespaard wordt op
hydraulische leidingen onderaan de machine. Tijdens
het lassen van een tank komt de slak van de las onder
de machine terecht, als er zich veel rubberslangen
onder de machine bevinden vergroot de kans op
beschadiging van de leidingen.
16
6. genomen concept
Uiteindelijk kwam ik op een ontwerp (fig. 14) waarbij twee verrijdbare bogen opgehangen worden
aan een balk. Op diezelfde balk loopt het lastoestel. Op iedere boog zijn zes hydraulisch cilinders
gemonteerd die elk apart bediend kunnen worden, hiermee worden de tank elementen in vorm
gehouden. De machine is voorzien van een verplaatsbare aanslag, de bok genaamd. Rechts op de
machine bevindt zich een duweenheid die er samen met de bok voor zorgt dat de tankelementen
naar elkaar toe gedrukt kunnen worden. Op het onderstel bevinden zich lange dikwandige buizen die
op regelmatige plaatsen ondersteund worden. De aandrijving van deze dikwandige buizen wordt
overgebracht met behulp van aandrijfwielen die tijdens de assemblage van de tank naar beneden
gedrukt worden en zo de dikwandige buizen een ronddraaiende beweging geven. Tijdens het lassen
van de tank worden de aandrijfwielen omhoog gedrukt zodat deze de tank een ronddraaiende
beweging geven. Aan weerszijden van de machine bevinden zich hefmasten die de positionering van
de bogen en het lastoestel bepalen.
17
6.1 het onderstel
18
6.1.1 Voet (fig. 17)
19
6.1.3 steunpunt
Het steunpunt (fig. 19) wordt op het onderstel
gelast, het wordt opgebouwd uit laserproducten,
bouten, moeren en looprollen. De looprollen
worden geklemd tussen de twee rechtopstaande
platen. Bij de regelbare looprol zijn de platen
voorzien van een sleufgat zodat deze looprol in
hoogte regelbaar is. Deze is regelbaar om de
tolerantie op buitenmaat van de dikwandige buis
weg te werken. Het steunpunt bestaat uit twee
delen die aan elkaar bevestigd worden met vier
bouten. Met behulp van deze vier bouten is het
bovenste onderdeel te regelen zodat de dikwandige
buis volledig uitgelijnd kan worden.
Er werd gekozen voor het NATR20-PP type omdat er bij een NATR17-PP type de binnenring een
diameter van 17mm heeft, er zijn geen bouten M17 op de markt. De aanduiding PP staat voor een
tweezijdige lipafdichting. Bij het NATR20-PP type kunnen we dus gebruik maken van bouten M20 om
de looprollen op te spannen. De draaggetallen zijn ook ruim voldoende aangezien er een maximum
last van ±50000N gelijk verdeeld wordt over 12 steunpunten.
20
6.1.4 Geleiding hefmast
21
6.1.6 Hefmechanisme
22
Voor de aandrijfwielen werd gekozen voor het type VKBS280080 050 (fig. 26) van Vulkoprin. Het
aandrijfwiel heeft een breedte van 80mm, wat even breed is als de wielen die op de huidige
lasmachine aanwezig zijn. Wielen met een smaller loopvlak hebben namelijk minder draagvermogen.
Het gekozen type heeft een draagvermogen van 18 kN. Met 12 aandrijfwielen kan dus zeker een tank
van ±40 kN aangedreven worden.
23
6.1.7 Aandrijving
Op het uiteinde van een aandrijfas van de aandrijfwielen komt een hydraulische motor met
planetaire reductie. Het toerental van de aandrijfwielen moet kunnen geregeld worden. Het kleinste
toerental dat de aandrijfwielen mogen maken is 1 toer/minuut. Dit lage toerental is namelijk
noodzakelijk om de tank traag genoeg te kunnen laten ronddraaien zodat met de geschikte
lassnelheid gelast kan worden. De lassnelheid van de huidige lasmachine ligt rond de 0,8 m/min.
Als we nu de aandrijfwielen 1 toer/minuut laten draaien komen we op volgende lassnelheid:
V= π.d.n
d = 250mm
n = 1 tr/min
v = π . 250 . 1 = 785,4 mm/min ≈ 0,79m/min
Om ervoor te zorgen dat de hydraulische motor niet in schokken roteert werd geopteerd om een
reductie tussen de hydraulische motor en aandrijfas te monteren. In het bedrijf was nog een
planetaire reductie (fig. 27) aanwezig met een overbrenging van 7,5/1.
24
6.2 Bogen
Om de verschillende tankelementen terug een ronde vorm te geven worden 2 verrijdbare bogen (fig.
28) aan de machine gemonteerd. Deze bogen kunnen beiden over de volledige machine rijden. Als ze
op de juiste plaats staan kunnen 6 hydraulische cilinders elk afzonderlijk worden bediend om de
elementen te manipuleren. Verder bestaan de bogen uit een hoed en een lichaam. De onderdelen
worden verbonden met behulp van bouten.
25
6.2.1 Lichaam
Flens
De bogen dienen als houder voor de hydraulische cilinders die de tankonderdelen in cilindervormige
vorm kunnen brengen. De hydraulische cilinder worden bevestigd aan het lichaam (fig. 29) met
behulp van een flens die aangelast is aan het lichaam. De bogen worden volledig opgebouwd uit
laserproducten. Doordat de capaciteit van de lasermachine beperkt is tot het laseren van platen met
een lengte van 4meter en een breedte van 2 meter dienen de boogplaten in 2 helften opgedeeld te
worden. Hierbij werd gebruik gemaakt van het ‘man-vrouw’ (fig. 30) principe. De 2 aan elkaar te
lassen onderdelen vormen een puzzel, waardoor de uitlijnfouten geminimaliseerd worden.
26
6.2.2 Hoed
Om het lichaam van de
boog op te hangen is een
hoed (fig. 31) voorzien.
Deze hoed wordt bovenop
de loopbalk van de bogen
geplaatst, daarna wordt het
lichaam aan de hoed
gemonteerd. Op deze
manier is de balk ingewerkt
in de boog. Hierdoor wordt
heel wat plaats bespaart in
hoogte van de machine ten
opzichte van de ontwerpen
waarbij de bogen volledig Montageplaat
onder de balk worden
opgehangen. Aan de zijkant
van de hoed wordt een
montageplaat voorzien
waarop de voetplaat voor
de hydraulische ventielen
gemonteerd wordt. Op Figuur 31: Hoed
deze manier wordt er heel
wat bespaard op toevoerleidingen naar de boog. Er zullen nu slecht een pers en een retourleiding
met daarbij een stuurkabel in de kabelrups moeten gelegd worden.
De gehele boog wordt
bovenaan opgehangen (fig.
32) met 2 wielen die
voorzien zijn van een
uitsparing, deze uitsparing
komt over een stalen lat die
ervoor zorgt dat de boog
niet scheef geduwd word.
De boog wordt onderaan
zijdelings geleid met behulp
van looprollen. Anders zal
de boog blijven haperen als
de operator aan 1 zijde van
de boog duwt.
27
6.2.3 Hydraulische cilinders
Op een boog worden 6 hydraulische cilinders (fig. 33) gemonteerd, deze 6 cilinders worden verdeeld
over een totale hoek van 200°. Hierdoor komen de onderste 2 hydraulische cilinders onder
centerhoogte van de tank te staan. Dit heeft als voordeel dat de bogen als het ware een lift-effect
kunnen geven op de tank. Als alle cilinders ingeschoven zijn kan er als het ware een tank in met een
diameter van 2,8 meter. Deze overmaat is nodig omdat een tankelement kan doorzakken tot een
breedte van 2,63 meter. Als de cilinders volledig uitgeschoven zijn moeten ze zeker binnen een
tankdiameter van anderhalve meter terecht komen. Hieruit volgt dat we hydraulische cilinders met
een slaglengte van 700mm nodig hebben.
Het gekozen type 704/7 heeft een zuigerdiameter van 70mm en een stangdiameter van 45mm.
28
Figuur34: Keuze hydraulische cilinder
Er wordt een controle gedaan via de karakteristieken van de gekozen hydraulische cilinder (fig. 34).
Voor een type 704/7 die volledig uitgeschoven is mag een maximumdruk van 125 bar gebruikt
worden om de kniklast niet te overschrijden. Om een veiligheidcoëfficiënt toe te passen wordt de
maximum druk ingesteld op 100 bar. Nu de druk ingesteld is op 100 bar kunnen we een drukkracht
van 4 ton uitoefenen per hydraulische cilinder op de gerolde stalen plaat. Deze kracht is zeker
voldoende volgens de ervaring van de werknemer van Dezwaef NV.
29
6.2.4 Klemonderdeel
Hydraulische cilinder
Klemhelften
Gaten met schroefdraad
De hydraulische cilinders worden eerst geklemd (fig. 35) met behulp van 2 klemhelften en 4 bouten.
Op de voorzijde van beide klemhelften zijn gaten voorzien met daarin schroefdraad. Nu kan de
hydraulische cilinder met behulp van 4 bouten aan de flens gemonteerd worden die eerder werd
opgelast aan het lichaam van de boog. Het voordeel van dit klemprincipe is dat de hydraulische
cilinder nog op een andere positie kan ingespannen worden tussen de beide klemhelften.
30
6.3 Hefmasten
31
6.3.1 Lichaam
Het lichaam (fig. 37)wordt opgebouwd uit 2 HEM 180 profielen
met een lengte van 4,1 meter. In deze profielen komen de wielen
van de loopwagen. Op de zijkanten van het lichaam komen
gelaserde platen met een dikte van 10mm. Deze platen dienen
ter versteviging van de mast. Onderaan de mast komen 2
geplooide U-profielen die voorzien zijn van gaten. Door deze
gaten kunnen assen aangebracht worden zodat de hefmast op 4
wielen kan vooruit/achteruit rijden. Aan de bovenzijde van de
mast is een gelaserde plaat gelast voorzien van sleufgaten.
Hierdoor is het mogelijk om beide hefmasten bovenaan te
verbinden met een balk.
6.3.2 Wielen
Onderaan de hefmasten
worden wielen (fig. 38)
gemonteerd. Deze wielen zijn
voorzien van een groef die
over de massieve staaf van het
onderstel past. Omdat er nog
plaats zou vrij zijn voor de
lassen aan de massieve staven
zijn afschuiningen voorzien
aan de groeven. In de wielen
komen 2 groefkogellagers die
gemonteerd worden met
veerringen. De positionering in
het lichaam van de mast
gebeurt met behulp van
stelringen die gelaserd zijn.
32
6.3.3 Loopwagen
De loopwagen (fig. 39) wordt in het lichaam van de hefmast gebracht. De mastwielen zorgen voor de
geleiding tussen de HEM profielen. Als de loopwagen aangebracht is in het lichaam worden nog de
looprollen aangebracht. Deze worden gepositioneerd naargelang de afstand tussen beide HEM-
profielen. Met deze looprollen wordt de loopwagen zijdelings ook geleid tussen de 2 profielen. Aan
de voorzijde van de loopwagen is een U-vorm voorzien waarin de loopbalk van de bogen en het
lastoestel ingelegd wordt. Nadat deze balk ingelegd is wordt met behulp van bouten de U-vorm
toegetrokken waardoor de balk geklemd zit.
33
6.4 Verbindingsbalk
34
6.5 Loopbalk bogen en lastoestel
C-profielen
Op een volgende balk (fig. 44) die opgebouwd is uit C-profielen lopen de bogen en het lastoestel, dit
kan over de volledige lengte van de machine. De ophanging van de boog werd reeds besproken bij de
boog, de ophanging van het lastoestel volgt nog. Aan de zijkant van deze loopbalk zijn goten voorzien
waarin de kabelrupsen kunnen bevestigd worden. Onder deze goten hangt nog een 3de goot die
ervoor zorgt dat de toevoer van de kabelrupsen mogelijke is tot halverwege de balk.
6.5.1 C-profielen
De balk wordt terug
opgebouwd uit C-
profielen (fig. 45). Net
zoals bij de
verbindingsbalk wordt
de metselstructuur
toegepast. Aan de ene
zijde worden 2korte C-
profielen aan de
uiteinden geplaatst met
daartussen 2 lange
profielen, aan de andere
zijde worden 3 lange Figuur 45: C-profielen
profielen na elkaar
geplaatst.
35
6.5.2 Goot voor kabelrups lastoestel
De goot (fig. 46) waarin de
kabelrups van het lastoestel
komt wordt vervaardigd uit een
plaat met een dikte van 2mm,
deze wordt in een bakvorm
geplooid met behulp van de
kantbank. Deze worden gemaakt
op een lengte van 2 meter zodat
een totale lengte van 10 meter
kan gebouwd worden. De goot
die halverwege het traject word
geplaatst is voorzien van een
uitsparing zodat via deze weg de
toevoer van het lastoestel kan
gelegd worden. Het vaste punt
van de kabelrups word net naast
de opening gemonteerd. De
montage van de kabelrupsen Figuur 46: Goot kabelrups lastoestel
volgt in een ander hoofdstuk.
36
6.5.4 Goot voor toevoer kabelrupsen
De elektriciteitskabel, de
olieleidingen en perslucht van
bogen en lastoestel worden
aangevoerd in een goot (fig. 48) die
onder de andere goten gemonteerd
word. Deze goot loopt tot
halverwege de loopbalk.
37
6.6 Duweenheid (fig. 50)
Hydraulische cilinder
Schuifdeel
Lichaam
38
6.6.1 Frame
Het frame (fig. 51) vormt het vaste
deel van de duweenheid. Aan de
onderzijde van het frame zijn 10 gaten
voorzien zodat het kan gemonteerd
worden aan het onderstel van de
machine. De rechtopstaande buizen
dienen als geleiders voor het
schuifdeel. Onderaan het frame is een
vast punt voorzien voor een
hydraulische cilinder zodat deze het
schuifdeel op en neer kan bewegen.
Op deze manier is het mogelijk om het
schuifdeel op de juiste hoogte te
positioneren, namelijk ter hoogte van
het center van de tank.
6.6.2 Schuifdeel
39
6.6.3 Hydraulische cilinders
Voor de hydraulische cilinders die de tankonderdelen samendrukken werd geopteerd voor een type
met een slaglengte van 600 mm. Deze slaglengte is nodig om te vermijden dat de tank steeds terug
moet getrokken worden naar rechts met behulp van de rolbrug. De tank wordt namelijk voortdurend
naar links opgeschoven bij het samendrukken van de elementen.
6.7 Bok
Tijdens het vervaardigen van een tank moeten de tankelementen tegen elkaar gedrukt worden. Om
dit te kunnen doen moet de machine voorzien worden van een duweenheid en een verplaatsbare
aanslag. Deze aanslag wordt bok (fig. 53) genoemd. De bok beschikt over een systeem waarbij de
wielen niet belast worden, wanneer de tank ertegenaan gedrukt wordt.
40