Você está na página 1de 3

Toekomstige president VS begint met rode cijfers Door Michal Niewold UTRECHT 06 10 2008.

8. De financile crisis die de afgelopen weken een mondiaal karakter heeft gekregen werd volgens de meeste analisten veroorzaakt door de ineenstorting van de Amerikaanse huizenmarkt en de daarop volgende faillissementen van overwegend Amerikaanse grote banken. Maar hoe heeft deze crisis kunnen ontstaan, en waarom juist in de Verenigde Staten, het land met de grootste economie ter wereld? De financile crisis komt verder op een belangrijk moment voor de Amerikaanse politiek, met de aanstaande presidentsverkiezingen. Wat zijn beide presidentskandidaten van plan om de crisis te bezweren en wat is hun visie over de economie op de lange termijn? Huizen voor iedereen De crisis die inmiddels een mondiaal karakter heeft gekregen begon ongeveer begin 2007, toen hypotheekverstrekkers in de Verenigde Staten in de problemen kwamen doordat huiseigenaren niet meer aan hun maandelijkse hypotheekaflossingen konden voldoen. Dat kwam doordat mensen die eigenlijk geen huis konden kopen, omdat ze niet genoeg verdienden, toch een hypotheek hadden gekregen. Zij kregen deze hypotheek met een variabele rente, die gekoppeld was aan de huizenprijs. Zou de prijs van huizen stijgen dan werd de rente lager, zou de prijs van huizen echter dalen dan zou de rente vanzelfsprekend verhoogd worden. Op het moment dat de meeste mensen een dergelijke hypotheek namen stegen de prijzen van huizen, waardoor het kopen van een huis een goede investering leek, voor particulieren en banken. Mensen die eigenlijk geen huis zouden kunnen kopen, konden dat nu toch en voor banken was het een schijnbaar veilige investering. Immers, als mensen niet de hypotheek konden betalen, konden de banken het huis alsnog voor een goede prijs verkopen. Deze manier van hypotheekverstrekking was erg populair, vele mensen kochten een eigen huis. Sommigen kochten zelfs een tweede huis, in de hoop deze met winst door te kunnen verkopen als de prijs van huizen nog verder zou stijgen. Toch kwamen vele verstrekkers van deze zogenaamde subprime mortgages in de problemen. Dit kwam doordat de huizenprijs in de VS niet steeg, zoals verwacht was, maar stagneerde en zelfs daalde. De rente die huiseigenaren moesten betalen voor hun hypotheek steeg daardoor, wat het aflossen ervan bemoeilijkte. Mensen die niet meer aan hun betalingsvoorwaarden konden voldoen werden uit hun huis gezet, waarna de bank het huis ging verkopen. De huizenprijs was alleen niet zo hoog als waar banken op hadden gerekend, ze leden er verlies op. Giftige hypotheken De verliezen die banken leden op de verkoop van huizen, door de lage huizenprijs, waren op zich nog niet rampzalig. Kleine hypotheekverstrekkers kregen in eerste instantie de grootste klap, met soms faillissementen tot gevolg. De crisis kreeg echter pas echt gestalte doordat banken de risicos die zij liepen met het verstrekken van de subprime hypotheken hadden doorverkocht aan andere banken. Deze risicovolle hypotheken waren gebundeld in beleggingspakketten, waar veel banken maar ook pensioenfondsen in konden beleggen, uiteraard tegen een hoog rendement. Door het doorverkopen van deze risicos zijn niet alleen de hypotheekverstrekkers van deze goedkope hypotheken in de problemen gekomen, maar ook de grote banken die hun geld hadden belegd in de financile producten waar deze hypotheken in zaten. Zo werden de financile problemen van kleine hypotheekverstrekkers doorgegeven aan grotere banken, die daardoor ook een liquiditeitstekort kregen. Banken

moesten namelijk de verliezen die zij waarschijnlijk zouden lijden door de lage huizenprijzen afschrijven van hun eigen liquide middelen. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de grote Amerikaanse bank Bear Stearns in maart van dit jaar, dat van de ondergang werd gered met een overname door een andere bank, JPMorgan Chase. Omdat heel veel banken dergelijke risicovolle beleggingen hadden gedaan, en hierdoor in de problemen zouden kunnen komen, groeide er groot wantrouwen tussen banken onderling. Hierdoor ging de rente die banken elkaar berekenen voor onderlinge leningen omhoog, wat de prijzen voor bedrijven en particulieren alleen maar meer opdreef. Fannie Mae en Freddie Mac Echte paniek ontstond er pas toen de twee grootste hypotheekverstrekkers in de Verenigde Staten, Fannie Mae en Freddie Mac, in de problemen kwamen. De overheid besloot in te grijpen, omdat beide bedrijven samen garant staan voor de helft van de Amerikaanse hypotheken, ter waarde van 5.300 miljard dollar. De overheid wilde ten koste van alles voorkomen dat deze financile reuzen zouden omvallen en stak 200 miljard dollar in de hypotheekverstrekkers. De onrust op de beurzen bleef echter, zeker toen bekend werd dat de zakenbank Lehman Brothers uitstel van betaling had moeten aanvragen en een andere Amerikaanse bank, Lehman Brothers, ternauwernood een faillissement kon voorkomen door zich te laten overnemen door de Bank of America. Ook het grootste verzekeringsbedrijf van de Verenigde Staten, AIG, kwam in financile problemen en kon slechts met een noodinjectie van 75 miljard dollar door de Amerikaanse autoriteiten van een ondergang behoed worden. Na deze rampzalige ontwikkelingen eindigden de beurzen op maandag 15 september met een stevig verlies, om de weken die daarop volgen alleen nog maar meer te zakken. Dit riep bij velen herinneringen op aan de Beurskrach in de jaren 30 van de vorige eeuw en de daaropvolgende economische recessie die door de toenmalige president Franklin D. Roosevelt met zijn New Deal politiek werd bestreden. Hij hervormde het sociale stelsel en gaf opdracht voor vele overheidsprojecten om de werkgelegenheid te stimuleren. Wie wordt de nieuwe Franklin D. Roosevelt? John McCain en Barack Obama verschillen sterk van mening over hoe zij de huidige crisis het beste kunnen aanpakken en daarmee de economie van de Verenigde Staten weer gezond te krijgen. Beiden hebben voor hun plannen veel geld nodig en torsen de immense schuldenlast met zich mee die acht jaren Bush-beleid heeft opgeleverd. Het begrotingstekort liep onder het bewind van Bush op naar historische hoogte, mede door de hoge kosten van de oorlogen in Irak en Afghanistan. John McCain denkt dat de beste oplossing voor de ontstane situatie is om de vrije markt zijn werk te laten doen; minder belasting op kapitaal en winst, minder regels en zo min mogelijk handelsbarrires. Regels en winstbelastingen zijn een grote doorn in het oog van grote bedrijven en hun topmannen. Zij zouden het geld liever weer investeren om te kunnen groeien en zo nog meer winst te kunnen maken. Volgens McCain is dat ook de beste manier om de crisis te bestrijden, meer groei betekend meer werkgelegenheid, hogere salarissen voor werknemers, meer bestedingen en vervolgens ook meer inkomsten voor de schatkist. Barack Obama heeft andere plannen dan McCain. Hij wil de inkomensongelijkheid verkleinen door de topverdieners zwaarder te belasten, iets wat veel Amerikanen van harte zullen toejuichen door de excessief hoge salarissen die op Wall Street verdiend worden. Ook wil Obama meer overheidstoezicht om crisissen als deze in de toekomst te voorkomen en is hij een tegenstander van totale vrijhandel om binnenlandse bedrijven te beschermen tegen buitenlandse concurrentie.

Belastingen verhogen of verlagen? Een belangrijke pijler in het toekomstige beleid van de volgende president van de Verenigde Staten is het te voeren belastingbeleid. Het begrotingstekort zal waarschijnlijk volgend jaar boven de 400 miljard dollar uitkomen, zon 3% van het Bruto Nationaal Product van de VS. John McCain wil de economie een impuls geven door minder belastingen te heffen, waardoor investeerders niet ontmoedigd worden. Volgens het onafhankelijke Amerikaanse onderzoekscentrum Tax Policy Centre zal 20% van de laagste inkomens er onder McCain 0.2% op vooruit gaan, waar het beleid van Obama diezelfde 20% een stijging van 5.4% in hun inkomen zal opleveren. De topinkomens zullen eerder geneigd zijn op John McCain te stemmen, de rijkste inwoners van de VS (1% van de totale bevolking) zullen hun inkomen met 2.2% zien stijgen als McCains belastingbeleid word uitgevoerd. Obama wil juist de belastingen voor deze groep grootverdieners verhogen, wat zal leidden tot 8% minder inkomen. Geen van beide kandidaten geeft echter bijzonderheden hoe zij deze belastingsmaatregelen om het begrotingstekort te verminderen willen financieren. Volgens berekeningen van het Tax Policy Centre zal de staatsschuld onder McCain toenemen met 758 miljard dollar in 2018, terwijl het plan van Obama zal leidden tot een vermindering van de staatschuld met 748 miljard dollar.

Você também pode gostar