Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
1. Algemeen
De rechtswetenschap houdt zich bezig met de systematische bestudering van het recht.
Het recht is er ter ordening van de samenleving.
De rechtenstudie is traditioneel de opleiding tot zogenaamde togaberoepen te weten: de
advocatuur, rechterlijke macht/ openbaar ministerie. Maar er zijn vele werkterreinen
waarvoor kennis van het recht en de eigenschappen als analytisch vermogen, het goed
formuleren en argumenteren van belang zijn.
De bachelor en de master studie zijn twee afzonderlijke studies.
Door het met goed gevolg afronden van de bachelor studie in de rechtsgeleerdheid, is de
afgestudeerde gerechtigd de titel LLB. te voeren. Door de master studie Surinaams recht
is de afgestudeerde gerechtigd de titel LLM. te voeren waarmee toelating verkregen kan
worden tot de togaberoepen.
Studeren bij rechten betekent zelf werken. De docenten zijn er voor de begeleiding.
Zelfstudie thuis en/ of in de bibliotheek is heel belangrijk voor het zelf verwerven van
kennis en inzicht en het eigen maken van vaardigheden.
2. Doelstelling bacheloropleiding
1
Hij kan daarnaast juridisch medewerker zijn zoals bij:
• de overheid
• advocaten- en notariskantoren
• banken en andersoortige financiële instellingen
• verzekeringsmaatschappijen
• werkgevers- en werknemers organisaties
• adviesbureaus
• niet gouvernementele organisaties
• overige bedrijven en/ of organisaties
a. Kennis en inzicht
De bachelor heeft goede kennis en inzicht in:
- de grondslagen, de systematiek, de basis begrippen en de hoofdlijnen van het
geldende recht, alsmede in de oorsprong van de rechtsregels.
- het geldende recht en nieuwe ontwikkelingen op de gebieden van het gekozen
vakken pakket.
b. Vaardigheden
De bachelor heeft juridische en academische vaardigheden:
• kan de verworven kennis en inzicht toepassen in het oplossen van casusposities en
in juridisch onderzoek;
• beschikt over een analytisch denkvermogen;
• kan accuraat informatie verstrekken en adviezen geven;
• kan kritisch de rechtsbronnen en juridische documenten beoordelen;
• kan helder en consistent redeneren en formuleren.
c. Attitude
De bachelor kan zelfstandig werken en heeft een kritische houding inzake
wetenschappelijke kennisverwerving:
• een leergierige instelling;
• contactbereidheid;
• een dienstverlenende instelling;
2
• het vermogen tot het nemen van snelle beslissingen.
1. Programma bacheloropleiding
1. De bacheloropleiding algemeen
2. De B- 1 fase
Het eerste studiejaar, de B- 1 fase, heeft zowel een oriënterende als een selecterende
functie. De B- 1 fase omvat inhoudelijke oriëntaties om te geraken tot de aangeboden
majors in de B- 11 fase. De B- 1 fase kan tevens aangeduid worden als het selectie jaar
waarin de student aantoont geschikt te zijn voor deze studie. De B- 1 fase omvat 60
studiepunten.
Bij het aanbieden van de leerstof wordt naast de klassieke methode van hoorcolleges ook
aandacht besteedt aan werkcolleges, oefenzittingen, rollenspelen, werkbezoeken aan
diverse instanties en instituten die te maken hebben met recht en rechtspraak.
Eerste semester
vak studiepunten
recht en rechtssystemen 6
juridische vaardigheden 6
studievaardigheden 6
strafrecht en strafprocesrecht 6
recht en economie 6
totaal 30
Tweede semester
vak studiepunten
privaatrecht 6
staats- en bestuursrecht 6
internationaal recht 6
argumentatieleer 6
historische ontwikkeling van het recht 6
totaal 30
3
3. De B- 11 fase
Het behalen van de B- 1 fase geeft toelating tot de B- 11 fase, welke fase 120
studiepunten omvat. De examencommissie is bevoegd normen vast te stellen voor
doorstroming van de B- 1 naar de B- 11 fase.
In de B- 11 fase moet de student een keuze maken uit de verschillende majors en minors.
De minor dient een ander rechtsgebied dan de major te omvatten.
Het zogenaamde major- minor systeem wordt gehanteerd ter verkrijging van de beoogde
brede academische vorming. Een major is een hoofdrichting- is de kern van de opleiding-
en bestaat uit de verplichte vakken en de bachelor thesis. De student verkrijgt de bachelor
graad behorende bij de major. De major omvat tenminste 60 studiepunten.
De student dient in de B- 11 fase naast de major zijn studieprogramma nog aan te vullen
met plus minus 60 studiepunten om tot de totale studiebelasting van de bacheloropleiding
van 180 studiepunten te geraken. De aanvulling bestaat uit een minor en vakken naar
eigen keuze op B- 11 niveau. Een minor is een samenhangend onderwijsprogramma van
30 studiepunten. Na de keuze van een major en minor is de resterende ruimte 30
studiepunten groot. Het vak english law, american law and law of the caribbean is
verplicht voor alle studenten (6 studiepunten). Daarnaast wordt deze keuze ruimte
ingevuld met vakken naar keuze op B- 11 niveau al dan niet vallende binnen de
studierichting rechten. De aanvulling kan eveneens bestaan uit 2 minors die dan totaal
een omvang van 60 studiepunten hebben. Zowel de majors als de minors bestaan uit
verplichte vakken en het is aan de studierichting om de verplichte vakken en de volgorde
van de vakken vast te stellen.
4. De majors
Major publiekrecht
vak studiepunten
staatsrecht 6
bestuursrecht 6
belastingrecht 6
verdieping rechtsbescherming 4
openbare financiën 4
strafrecht 6
strafprocesrecht 6
sociaal zekerheidsrecht 6
vreemdelingenrecht 6
bachelor thesis 10
4
totaal 60
Major privaatrecht
vak studiepunten
verbintenissenrecht 6
zakenrecht 6
personen- en familierecht 6
huwelijksgoederenrecht 3
erfrecht 3
ondernemingsrecht 6
handelsrecht 4
arbeidsrecht 6
internationaal privaatrecht 4
burgerlijk procesrecht 6
bachelor thesis 10
totaal 60
vak studiepunten
internationale betrekkingen 6
politicologie 4
diplomatiek- en consulairrecht 6
verdragenrecht 6
mensenrechten 6
humanitairrecht 4
lucht- en zeerecht 4
internationale organisaties 6
internationaal milieurecht 4
tribunalen en mensenrechten 4
bachelor thesis 10
totaal 60
5. De minors
5
Minor publiekrecht:
vak studiepunten
staatsrecht 6
bestuursrecht 6
totaal 30
De vakken staats- en bestuursrecht zijn verplichte vakken
Minor privaatrecht
vak studiepunten
zakenrecht 6
verbintenissenrecht 6
personen- en familierecht 6
totaal 30
De vakken zaken-, verbintenissen- en personen- en familierecht zijn verplichte vakken
De student heeft vrije invulruimte om uit de vakken van de major internationaal recht een
minor bestaande uit minimaal 30 studiepunten samen te stellen.
LET OP!!
De student dient zijn vakkenpakket bewust samen te stellen met het oog op zijn
toekomstplannen. Voor toelating tot de masteropleiding zijn een aantal vakken verplicht
gesteld. Wanneer de student meer dan de voor de bachelorstudie vereiste 180
studiepunten behaalt, wordt dit vermeld op de cijferlijst.
Soort master
6
De masteropleiding Surinaams recht is een ‘professional master’, gericht op de
beroepsuitoefening. De studie is bedoeld voor de togaberoepen en voor een werkterrein
daarbuiten in de publieke en private sector.
Doelstelling
De wet vereist voor toelating tot de togaberoepen dat er examen is afgelegd in de 4 hoofd
gebieden van het recht te weten: in het burgerlijk recht, handelsrecht, staatsrecht en
strafrecht. Aan het zeer specialiste karakter van de masteropleiding is uitdrukking
gegeven in het tweede jaar van de opleiding. Het bovenstaande heeft geleid tot het
nastreven:
• van juridische bekwaamheid in de hoofdgebieden van het recht
• de mogelijkheid tot specialisatie.
Instroom
De toelatingseisen zijn:
tenminste een afgeronde bachelorstudie of een daaraan gelijk gesteld niveau en een
vakken pakket met een voldoende cijfer behaald voor: staatsrecht, bestuursrecht,
zakenrecht, verbintenissenrecht, burgerlijk procesrecht, ondernemingsrecht, personen-
en familierecht, strafrecht en strafprocesrecht.