Escolar Documentos
Profissional Documentos
Cultura Documentos
Materie
Alle stof(fen) die wij om ons heen zien is sterrenstof. In het heelal is uit energie waterstofgas ontstaan. Vanuit het waterstofgas is alle andere materie(stof) ontstaan. Waterstofgas is het gas dat in de waterstofballon zit.
2
Deze waterstof vormt grote waterstofwolken in het heelal Waterstofgas is opgebouwd uit het element waterstof en is een moleculaire stof
Zuivere stoffen
Scheikundigen bedoelen met een zuivere stof 1 stof Als we dus spreken over water, bedoelen we zuiver water, dus 1 stof. Dit is iets anders dan drinkwater of zuiver bronwater : zijn meerdere stoffen mineralen+water+andere stoffen
5
Stoffenmoleculen
Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan uit een heleboel super kleine deeltjes van dezelfde soort
Uitleg moleculen
Opgebouwd uit atomen Verschillende atomen (verbinding) ontleedbaar Dezelfde atomen (element) nietontleedbaar Aantal atomen zeer belangrijk Index en cofficint
Onderdeel 1: Molecuulformules
Molecuul modellen
Staafmodel CH4
overzichtelijk niet werkelijkheid
Skeletmodel CH4
overzichtelijk niet werkelijkheid
Compactmodel CH4
werkelijkheid
8
Structuurformule/molecuulformule
Molecuulformule
H2O
Opmerking: let erop dat de getallen kleiner zijn dan de Hoofdletters en dat ze onderaan staan
Structuurformule
CH4
Kleur atoommodel
Tabel: kleur van model per atoomsoort Atoommodel Kleur
Wit Zwart Rood Geel Groen
Naam atoomsoort
Waterstof Koolstof Zuurstof Zwavel Chloor H C O S Cl
10
Covalente binding/atoombinding
Elementen Co-valentie = aantal bindingen dat een atoom moet hebben 1 2 3 4
H , F, I, Cl , Br O N C
Uitzondering
2, 4, 6
11
Moleculen bouwen
Met de voorgaande tabel kun je moleculen bouwen Indien een atoom covalentie 4 heeft heeft hij 4 bindingen, voorbeeld C atoom Zuurstof heeft covalentie 2, 2 bindingen
12
Koolstofdioxide
Drie Koolstofdioxide-moleculen
1. Verbinding zuurstof en waterstof 2. CO2 (g) (molecuulformule) 3. n atoom koolstof en twee atomen zuurstof
cofficint
Onderdeel 1: Molecuulformules
3 CO2
Index 13
Watermoleculen
Vier Water moleculen Compact model Verbinding waterstof en zuurstof atomen H2O (l) (molecuulformule) Twee atomen waterstof en n atoom zuurstof
cofficient
Onderdeel 1: Molecuulformules
4 H2O
Geen index
Index 14
Molecuul methaan
3. Een molecuul methaan (hoofdbestanddeel aardgas)
1. Verbinding van koolstof en waterstof 2. CH4(g) (molecuulformule) 3. n atoom koolstof en 4 atomen waterstof
Cofficient=1
Onderdeel 1: Molecuulformules
CH4
Index 15
Molecuul Ethaan
C2H6 = molecuulformule
Bestaat uit 2 C-atomen en 6 H-atomen
Skeletmodel Ethaan Structuurformule Ethaan
16
Etheen
Molecuulformule etheen C2H4(g)
3 moleculen etheen Skeletmodel
17
Ethanol moleculen
Ethanol:Verbinding van Waterstof (witte bolletjes) Koolstof (zwarte bolletjes) Zuurstof (rode bolletjes)
4 C2H5OH (l)
18
A Ontleedbare stoffen
Moleculen (verbindingen) die bestaan uit 2 of meer atoomsoorten Voorbeelden
Water (H2O) Alcohol (C2H5OH) Koolstofdioxide (CO2) Methaan (CH4)
19
Formule
Naam
Methaan
Ethaan
Formule Naam
CH4
C2H6
H2SO4
H3PO4
zwavelzuur
fosforzuur
C2H4
NH3 CO (g) CO2 (g) NO2 (g) C2H5OH(l)
Etheen
Ammoniak Koolstofmonooxide Koolstofdioxide Stikstofdioxide Ethanol
HNO3
HCl (g) HCl (aq) SO2 (g) H2O C18H36O2
salpeterzuur
Waterstofchloride Zoutzuur zwaveldioxide Water Kaarsvet
C6H12O6 (s)
Glucose
H2O2
waterstofperoxide
20
21
Naam Aluminium
Symbool Mg
Barium
Calcium Chroom Goud
Ba
Ca Cr Au
Mangaan
Natrium Nikkel Platina
Mn
Na Ni Pt
Kalium
Kobalt Koper Kwik ijzer Zink Cadmium Lood
K
Co Cu Hg Fe Zn Cd Pb
Radium
Tin Titaan Uraan Zilver
Ra
Sn Ti U Ag
Wolfraam
Naam
Argon Broom Chloor Fluor Fosfor Helium Radon Xenon Jood
Symbool
Ar Br Cl F P He Rn Xe I
Naam
Koolstof Neon Silicium Stikstof Waterstof Zuurstof Krypton Zwavel
Symbool
C Ne Si N H O Kr S
23
Molecuulformule F2 Fientje
Chloor(g)
Broom(g) Jood(g) Zuurstof(g) Waterstof(g) Stikstof(g)
Cl2
Br2 I2 O2 H2 N2
Cliederde
Bruine Inkt Op Haar Neus
24
INDELING STOFFEN
De meeste stoffen worden ingedeeld in n van onderstaande groepen: I Moleculaire stoffen II Zouten III Zuren IV Metalen V Koolwaterstoffen
25
Moleculaire stoffen
Atomen hetzelfde element Atomen verschillend verbinding
27
28
29
Voorvoegsel
mono di
Index
5 6
Voorvoegsel
tetra hexa
3
4 5
tri
tetra penta
7
8 9
hepta
octa nona
30
antimonide 3
Si
silicide
4
31
Naamgeving voorbeeld 1
Systematische naam H2O2
Index H-atoom: 2 di Index O-atoom: 2 di De naam wordt dan diwaterstofdioxide
32
Naamgeving voorbeeld 2
Systematische naam P2O5
Index P-atoom: 2 di Index O-atoom: 5 penta De naam wordt dan difosforpentaoxide
33
Naamgeving voorbeeld 2
As2O3 As = niet-metaal O = niet-metaal Index As = 2 di Index O = 3 tri Naam: diarseentrioxide
34
Systematische naam
Molecuulformule
Monokoolstofdioxide
CO2
Dichloormonooxide
Cl2O
35
Monosiliciumtetrachloride
Tetrafosforhexaoxide Diwaterstofsulfide Monozwaveltetrafluoride
SiCl4
P4O6 H2S SF4
36
Elementen(atoomsoorten)
Moleculen zijn weer opgebouwd uit basisgrondstoffenelementen Op dit moment zijn er ongeveer 110 elementen(atoomsoorten) bekend. Enkele bekende elementen zijn ijzer, aluminium, zilver, goud,lood,zuurstof, stikstof, waterstof. De elementen staan gerangschikt in het periodiek systeem der elementen
37
Hydrofiel
Lossen alle moleculaire stoffen op in water? Moleculaire stoffen die goed oplossen in water noemen we hydrofiel. Hydrofiel = waterlievend
38
Hydrofiel
Het blijkt dat het type atoombindingen of groepen die in een molecuul zitten invloed hebben of de stof oplost in water.
Als een stof veel O-H en N-H atoombindingen (groepen) bevat lost de stof goed op in water. Deze bindingen zijn hydrofiel.
39
Hydrofiel
Glycerol is hydrofiel omdat het veel O-H atoombindingen bevat
40
Hydrofoob
Als een stof voornamelijk C-C en C-H atoombindingen bevat lost de stof niet goed op in water. Deze atoombindingen zijn hydrofoob. Pentaan is een hydrofobe stof
41
Hydrofoob
Octanol is ook een hydrofobe stof omdat er veel C-C en C-H atoombindingen inzitten De invloed van de hydrofiele O-H groep is hier klein!
42
Oplosbaarheid
De oplosbaarheid van een stof geeft aan hoeveel gram stof maximaal kan oplossen in 100 gram water. (soms ook 1000 gram water)
43
Onverzadigd/Verzadigd
Bij elke temperatuur kan slechts een bepaalde hoeveelheid van een stof oplossen in 100 gram water. Voeg je minder dan deze hoeveelheid toe dan is de oplossing onverzadigd. Er kan nog wat bij!
Doe je precies deze hoeveelheid in 100 gram water dan is de oplossing verzadigd! Een oplossing is verzadigd indien er niet nog meer stof ik kan oplossen!
44
45
Verzadigde oplossing
Onverzadigde oplossing
Oplosbaarheid
Oplosbaarheid van gassen, bij gassen daalt de oplosbaarheid bij temperatuurstijging!
Indien het water te warm is kan er minder zuurstof in oplossen en zullen de visjes sterven door zuurstofgebrek!
47
Oplossnelheid
De oplossnelheid geeft aan hoe snel een stof oplost in bijvoorbeeld 100 gram water.
De oplossnelheid is groter indien de verdelingsgraad van de stof groter is. Bijvoorbeeld indien je een stof eerst fijngemalen hebt De oplosbaarheid is groter indien de temperatuur hoger is!
48
MENGSELS
1: Oplossing
Vaste deeltjes die oplossen in een vloeistof Gassen die oplossen in een vloeistof Vloeistof die oplost in een andere vloeistof
3: Emulsie
Mengsels van olie/vet in water Emulgator zorgt ervoor dat de oliedruppels en waterdruppels bij elkaar blijven
2: Suspensie
Vaste deeltjes in een oplosmiddel
troebel
Voorbeeld:
- Mayonaise -Halvarine
Water
Voorbeeld:
- Zout in water
-Modderbad - Verf
Ontmengen
Vet 49
- Suiker in water
Schoolbanktv
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?p ovo=vo
50
Oplossing Oplossing
Een oplossing is een mengsel van een opgeloste stof in een oplosmiddel Oplossing is een mengsel van hydrofiele stoffen of van hydrofobe stoffen
Voorbeeld: keukenzout in water Keukenzout is de opgeloste stof Water is het oplosmiddel Bier is een mengsel van alcohol en water
51
Suspensie
Een suspensie ontstaat indien een vaste stof niet oplost in een vloeistof Kleine deeltjes van de vaste stof zweven in de vloeistof Voorbeeld Modderbad Verf
52
Emulsies(hydrofoob+hydrofiel) Emulsie
Een emulsie is een mengsel van olie in water, of van water in olie De oliedruppeltjes zweven in het water De waterdruppeltjes zweven in de olie Een emulsie is altijd troebel/ondoorzichtig
Voorbeeld Mayonaise Handcrme Roomijs
53
54
In het periodiek systeem zijn de elementen gerangschikt. Hiervoor worden afkortingen gebruikt. Fe = ijzer Al = aluminium Au = goud N = stikstof H = waterstof
55
Schoolbanktv
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?p ovo=vo
56
Schoolbanktv
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?p ovo=vo
57
Schoolbanktv
http://beeldbank.schooltv.nl/hi/index.jsp?p ovo=vo
58
Aggregatietoestand (fase)
Een stof kan voorkomen in verschillende fasen.
Kleinere dichtheid
59
Fasen
Fasen
Vast (s) Vloeibaar (l) Gasvormig (g) Opgelost (aq) (s) = solid (l) = liquid (g) = gas (aq)= opgelost in water
60