Você está na página 1de 17

Inleiding Strafrecht

Hoorcollege 5
Subjectieve zijde van het delict: opzet

Prof. dr. François Kristen

Maandag 18-12-2017
Dit hoorcollege

• Subjectieve zijde van het delict: opzet


• Herhaling: Voorwaarden voor strafbaarheid en
delictsomschrijving
• Subjectieve bestanddelen
• Het opzet
• Voorwaardelijk opzet
• Objectiveren en normativeren

2
Recapitulatie: Voorwaarden voor strafbaarheid

• Gedraging
• Handelen en nalaten
• Daadstrafrecht

• die wettelijke delictsomschrijving vervult


• Legaliteitsbeginsel

• die wederrechtelijk is
• In strijd met het recht
• Wordt als element verondersteld aanwezig te zijn
• Onrechtbeginsel

• en aan schuld te wijten is


• In de zin van verwijtbaarheid
• Wordt als element verondersteld aanwezig te zijn 3

• Schuldbeginsel
Recapitulatie: Delictsomschrijving

• Strafbepaling: delictsomschrijving plus strafbedreiging


• Objectieve zijde van het delict
• Betreft steeds de gedraging
• Kan andere omstandigheden omvatten
(gevolg, strafverhogend gevolg, begeleidende omstandigheden,
bijkomende omstandigheden, wederrechtelijkheid)
• Datgene wat uiterlijk waarneembaar is

• Subjectieve zijde van het delict


• Betreft de schuldbestanddelen opzet en culpa
• Verdachte is het subject
• Diens geestesgesteldheid: verdachtes kennis en/of wil of
het gebrek daaraan
4
Schuld

• Schuldstrafrecht: beginsel geen straf zonder schuld


• Ratio

• Schuld als element


• Betekent verwijtbaarheid
• Wordt verondersteld aanwezig te zijn
• Is voorwaarde voor strafbaarheid

• Subjectief bestanddeel
• Opzet of culpa
• Moet bewezen kunnen worden verklaard

5
Opzet I

• Algemene betekenis van opzet: willens en wetens


de verboden gedraging verrichten
• Willen: besluiten zich te op bepaalde wijze te gedragen
en zich voornemen dat ook te gaan doen
• Weten: beseffen, begrijpen
• NB: Opzet is niet het motief van de dader

• Opzet is een subjectief bestanddeel


• Is niet hetzelfde als schuld idzv verwijtbaarheid
• Opzettelijk gedrag plegen we afkeurenswaardiger te
vinden; vaak hogere straffen

• Het opzet, niet de opzet


6
Opzet II

• Opzet is in beginsel bestanddeel bij misdrijven


• Culpa is bestanddeel bij beperkte categorie van
misdrijven
• Opzet meestal geen bestanddeel bij overtredingen
Art. 350 lid 1 Sr: Hij die
opzettelijk en wederrechte-
• Verschijningsvormen lijk enig goed (…), vernielt,
• ‘opzettelijk’ als zelfstandig bestanddeel beschadigt (…)

• ‘opzettelijk’ opgenomen in het bestanddeel van de


gedraging: ‘ingeblikt opzet’ Art. 300 Sr:
• Overige, zoals ‘wetende dat’ en ‘oogmerk’ Mishandeling wordt
gestraft (…)

Art. 416 lid 1 sub a Sr: (…) hij die een


goed verwerft (…), terwijl hij ten tijde van
7
de verwerving (…) wist dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof
Opzet III

• Gradaties van opzet


• Opzet met bedoeling
• Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn
• Voorwaardelijk opzet (opzet met mogelijkheids-
bewustzijn/kansopzet)
– Zich willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans
(HR Aanmerkelijke kans) of het bewust aanvaarden van de
aanmerkelijke kans (HR Porsche)
– Is ondergrens van opzet (daaronder begint culpa in de zin van
bewuste schuld)
– Procesrechtelijke relevantie: Toerekenen van opzet, ook al
ontkent verdachte of weigert hij te verklaren

8
Voorwaardelijk opzet

• Vuistregel: drie componenten


• Risicocomponent: grootte van het risico
– Aanmerkelijke kans
• Kenniscomponent: wetenschap van het risico
• Wilscomponent: bewust aanvaarden (bewust op de
koop toenemen)
– Aanvaarden moet blijken uit het concrete gedrag van verdachte
• Beoordelen in licht van concrete omstandigheden van
het geval en het toepasselijke delict

• In de rechtspraak ontwikkeling van voorwaardelijk


opzet
• Verschil met opzet met bedoeling: ander voorwerp 9
van de kennis
Bewijs van opzet I

• Probleem bij opzet: hoe te bewijzen?


• Verdachte verklaart over zijn mentale toestand
• En/of getuigen verklaren hierover
• Zo neen, dan objectiveren en normativeren
– Objectiveren: kijken naar aard van de gedraging zoals die
uiterlijk waarneembaar is
– Normativeren: wat een normaal mens weet en denkt en dat
toepassen op verdachte
– HR Porsche en HR Spookrijder
• Vergt invulling aan de hand van concrete feiten en
omstandigheden

10
Bewijs van opzet II

• HR Spookrijder
– Voorbeeld van invulling aan de hand concrete feiten en
omstandigheden:
a) verdachte wil ontkomen aan politie en rijdt snelweg op
tegen het verkeer in;
b) rijdt 2,5 km lang met 100 km/u afwisselend op rijbaan en
vluchtstrook;
c) drie keer bewust op rijstrook van tegemoet komend
verkeer gereden
– Sluitstuk is eigen verklaring verdachte: ‘Dat was toch
maar even flink kicken om zo op auto’s in te rijden’
– HR: Objectiveren van de gedraging en de mogelijkheid
van contra-indicaties
– (Conclusie A-G: Uit aanwezigheid van de kennis van het 11
risico mag niet de wilscomponent worden afgeleid)
Bewijs van opzet II

• HR Porsche
– Verdediging: geen (voorwaardelijk) opzet
Doel: veroordeling voor doodslag (art. 287 Sr) met
strafmaximum van 15 jaar vermijden en terugvallen op
gekwalificeerde art. 36 WVW met strafmaximum van 4 jaar
– Hof vult concrete feiten en omstandigheden in:
a) verdachte rijdt met hoge snelheid
b) rijdt twee keer door rood licht
c) er zijn gevaarlijke inhaalmanoeuvres gedaan
d) verdachte heeft alcohol gedronken
– HR: Naar ervaringsregels is niet waarschijnlijk dat
verdachte aanmerkelijke kans op frontale botsing
aanvaardt als hij zelf kan omkomen
Verdachte breekt
– HR wijst op de inhaalmanoeuvres!
meermalen af!12
Gevaar van objectiveren en normativeren I

• Wat gebeurt er bij objectiveren?


• Betekenis hechten aan uiterlijke verschijningsvorm van de
gedraging

• Wat gebeurt er bij normativeren?


• Abstraheren van wat de verdachte wist en wilde
‒ Er wordt naar uiterlijk waarneembare omstandigheden gekeken, al
dan niet gekoppeld aan algemene ervaringsregels, dan vergeleken
met de ‘criteriumfiguur’, en tot slot kennis en wil toegerekend aan
verdachte

• Gevaar: te veel nadruk op uitwendige kant, te weinig


aandacht voor inwendige kant
• Mogelijk gevolg: is voldoende komen vast te staan dat
verdachte een verwijt valt te maken? 13

– HR Schieten tijdens worsteling


Gevaar van objectiveren en normativeren II

(vervolg)
• Verwezenlijkt dit risico zich?
• Differentiëren naar commuun of bijzonder strafrecht

• Ontwikkelingen in de rechtspraak
• Opiumwetzaken
– Vgl. HR Aanmerkelijke kans: ervaringsregels zijn beslissend
• Is de boodschap van HR Porsche niet juist dat meer
aandacht voor de inwendige kant van opzet moet zijn?
• Kritiek op HR Porsche
– Argumenten De Hullu

14
Werking van opzet I

• De opzetregel: het delictsbestanddeel opzet


bestrijkt alle daarop volgende bestanddelen
• Gevolg: verdachte moet opzet hebben op feiten en
omstandigheden beschreven door die opvolgende
bestanddelen

• Een bestanddeel niet beheerst door opzet heet te


zijn geobjectiveerd
• Plaats van opzet in delictsomschrijving is met zorg
gekozen en geeft aan welke bestanddelen zijn
geobjectiveerd

15
Werking van opzet II

• Voorbeelden van toepassing opzetregel


Art. 312 lid 3
Art. 310 Sr Sr
enig goed dat met het oogmerk van feit heeft
Hij die een ander wegneemt wederrechtelijke toe- dood ten
toebehoort eigening gevolge

Art. 321 Sr
enig goed dat en dat hij anders
wederrechtelijk
Hij die opzettelijk een ander dan door misdrijf
toe-eigent
toebehoort onder zich heeft

• Een uitzondering: door het gevolg gekwalificeerd delict


16
Afsluitend

• Nederlands strafrecht is schuldstrafrecht waarin


uitgangspunt is ‘geen straf zonder schuld’

• Betekenis van voorwaardelijk opzet


• En let op de drie componenten!

• Gevaar van objectiveren en normativeren

17

Você também pode gostar